TheGreyLady schreef:
Blaise Zabini:
De volgende ochtend word ik wakker gemaakt door mijn moeder en ik heb nog steeds dezelfde kleding als gisteren aan. Ik ben vast in slaap gevallen en vergeten mijn wekker te zetten. Ik kijk op mijn horloge. 8:00 uur, over een uur is het 9:00 uur. Dan denk ik eraan. De inwijding. De zenuwen borrelen op. Ik voel me raar. Verdrietig en boos. Het is alsof dit gevoel nooit over zou gaan. Straks loop ik met het duistere teken op mijn arm en die zal er voor altijd blijven zitten als herinnering dat ik te zwak was om weg te lopen, te zwak om liever dood te gaan dan een dooddoener te zijn. Ik pak gauw mijn koffer in en ik doe alvast mijn uniform aan voor school. Ik zie dan dat mijn uil Dimitri weer terug is. Hij zit op een tak die ik speciaal voor hem in mijn kamer heb opgehangen. Voor Dimitri ligt een envelop. Ik begin te lezen. Shit zij wordt er ook in betrokken. Dat mag niet, niet zij. Ze schreef dat ze een plan heeft. Ik hoop maar dat het een goed plan is. Ik zucht en loop dan naar beneden. Ik zeg geen woord tegen mijn vader en moeder. Ik ga aan tafel zitten, maar ik krijg geen hap door mijn mond. " Lieverd, je moet straks wat opdrachten uitvoeren waar de heer van het duister bij is. Je MOET ze uitvoeren. Anders gaan we er allemaal aan. Die opdrachten laten zien waar je toe in staat bent. " legt mijn moeder uit. Ik reageer niet. Opdrachten, wat moet ik daarmee voor me zien? Wat voor opdrachten? Om 8:55 verschijnselen we naar de schuilplaats van Voldemort, het huis van Draco. Ik wist niet dat Voldemort daar al zo'n lange tijd is. Ik ben best vaak bij Draco geweest, nietsvermoedend. Nu begin ik Draco te begrijpen, maar hij wilt het toch zo graag? Waarom gedraagt hij zich dan zo nerveus. Nerveus, trillend op mijn benen loop ik omhoog de trap op. Ik sta zo oog in oog voor de dark lord, voor hij die niet genoemd mag worden, voor Voldemort. Ik zie verderop een gedaante in een zwarte mantel aan een langwerpige tafel zitten. Daaromheen zitten allemaal mensen met donkere kleding, donker haar, het duistere teken op hun pols.. Dooddoeners. Daar ben ik over een paar minuten een van. Ik probeer mezelf bij elkaar te rapen en denk bij mezelf: voor mijn familie en ik loop naar binnen en buig voor de man met de zwarte mantel. Hij begint te lachen. Ik slik en ga dan weer overeind staan. Ik kijk hem nu recht in de ogen aan. De man staat op en loopt een rondje om me heen. " Lang, slank, uiterst beleeft. " mompelt hij. " Daar kunnen we wel wat mee. " Ik slik weer en kijk hem aan. Het is hem echt, Voldemort staat hier, tegenover me, mij te beoordelen. " Ga daar maar staan Blaise. " zegt de heer van het duister, en hij wijst een plek aan. " Blaise, hoe ken je Harry Potter, mag je hem, weleens met hem gepraat? " vraagt Voldemort. Ik schraap mijn keel. " Ik ken Harry Potter van de verhalen. Ook zie ik hem elke dag op school. De keren dat ik met hem praat schelden we elkaar uit. " Vertel ik. M'n stem trilt, ik probeer zo hard mogelijk om het in te houden. " WORMTAIL! Breng haar. " Schreeuwt Voldemort. Even later komt er een vrouw binnen. Ze ziet er uitgehongerd en ongewassen uit. De man die blijkbaar Wormtail heet zet haar op 8 meter tegenover me. " Vermoord haar met de vloek des doods. " Fluistert Voldemort in mijn oor. Het is net alsof mijn hart stil staat. " I-i-ik heb het merk nog, mijn heer. " mompel ik. " Spreek luid! " Schreeuwt hij. " Ik heb het merk nog. " probeer ik zo duidelijk en luid mogelijk te zeggen. " Je merk heb ik tijdelijk uitgeschakeld. " zegt Voldemort geheimzinnig. " DOE HET! " schreeuwt hij dan. Ik richt mijn toverstok op de vrouw. Ze is een heks. Ze heeft op Zweinstein les gegeven toen ik in de eerste zat. Ik zag haar weleens door gangen lopen. De vrouw begint te smeken. Ik laat mijn stok weer zakken. " Doe het Blaise, geen genade. " Ik draai me om en zie Lucius Malfoy achter me staan. Ik krijg de vloek bijna niet over mijn lippen. " Kom op jongen, doe het voor ons. " Mijn moeder staan nu ook achter me. Ik zwaai met mijn toverstok. " AVADA KEDAVRA! " Schreeuw ik. Voldemort pakt mijn arm vast en zet zijn toverstok erop. Langzaam verschijnt er een teken. Het doet ontzettend veel pijn, maar ik laat het niet merken, want misschien is dat ook een soort test. Ik kijk naar de vrouw en doe m'n best om overeind te blijven staan en niet te huilen.