Hier komen de laatste 3 forum topics
te staan waarop je hebt gereageerd.
+ Plaats shout
RaspberryPie
DezeShoutIsErgLeuk
0 | 0 | 0 | 0
0%
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? Klik hier om een gratis account aan te maken.

> Sluiten
Helper
11 van de 24 sterren behaald

Forum

ORPG, gedichten en schrijvers < Virtual Popstar Eerste | Vorige | Pagina: | Volgende | Laatste
RPG ~ Nimphs of the forest [Open]
Seaweedbrain
Internationale ster



ow yeah nog een mannelijke nimf. Aedus is niet alleen
Ladybambi
Internationale ster




Naam: Naida
Leeftijd (enkel voor jagers): Jongste nimf
Nimf/jager (zet hier ook bij nimf van wat): Waternimf
Innerlijk+verleden: Naida is een lief, nieuwsgierig maar verlegen meisje. Af en toe wordt ze gek van de andere nimfen, die soms overbezorgd over haar zijn, toch is ze dol op de andere nimfen en is blij om hun bescherming. Naida is af en toe niet zo dapper als ze zich voor wil houden. Van alle nimfen heeft Naida er waarschijnlijk het meeste moeite mee dat de mensen worden gedood, al weet ze dat het noodzakelijk is. Iemand moet de dieren en planten beschermen tenslotte. De mensen mogen het woud niet verwoesten, of hun levensplanten. Nadat ze is geboren uit een waterlelie, is ze eigenlijk amper het meer uit geweest. Alleen bij echt belangrijke zaken. De laatste tijd komt ze wel wat vaker uit haar meer dan vroeger. Ook omdat er steeds meer jagers komen en ze de anderen wil helpen.
Uiterlijk:

Favoriete wapens (jagers):
Extra: Het feit dat ze een waternimf is, zorgt ervoor dat ze onderwater kan ademen en over het water heen kan lopen. Ook brengt haar nieuwsgierigheid haar wel eens in de problemen. Afhankelijk van het liedje is ze ook in staat om mensen te hypnotiseren door te zingen. Maar ze weet zelf niet welk liedje dus gebruikt ze die gave (bijna) nooit.
Dauntless
Wereldberoemd



Het ziet er naar uit dat we dubbelrollen gaan moeten spelen is dat voor iedereen ok?
Azelf
Straatmuzikant



@Dauntless, ik vind 't best, zal ik dan een mannelijke of vrouwelijk rol doen? (:
Dauntless
Wereldberoemd



@Dauntless, ik vind 't best, zal ik dan een mannelijke of vrouwelijk rol doen? (:

Ik stel voor dat je het tegenstelde geslacht doet van de nimf die je speelt?
Azelf
Straatmuzikant



Alrighty, dan ga ik maar eens op zoek naar een goed plaatje, m'n mannelijke karakters zijn zo outdated xd
Seaweedbrain
Internationale ster



wow dan speel ik eens een vrouw. Dat is wizard
Seaweedbrain
Internationale ster



Maar mag mijn jager dan de bloem van de moerasnimf stelen?

Naam: Nytha Stonetree
Leeftijd: 19
Nimf/jager: Jager
Innerlijk+verleden: Nytha was altijd al geboeid door de natuur. Op haar zestiende wilde ze een jager worden, niet om de natuur te vernietigen, maar door een plaats te nemen in de kringloop. Ze wilde nuttig zijn. Vrouwen worden namelijk niet altijd serieus genomen. Nytha had ook dit probleem. Dit loste ze op door uit te blinken in het boogschieten. Ze had daar namelijk een groot talent voor. Zo kwam ze in de wereld van het jagen. Nu, drie jaar later, is ze een behoorlijk gerespecteerd persoon.
Uiterlijk: Hieronder staat het plaatje van sexy Nytha. Negeer de elfenoortjes, want ze is geen elf. En de bloemetjes... 
Favoriete wapens (jagers): Pijl en boog
Extra: Heeft altijd een rugzak bij zich, met het volgende: Touw, mes, 1 meter lang verband, een luciferdoosje


Oma1940
Straatmuzikant



Omg, ik heb een keer een RPG gedaan die hier heel erg op leek. Die heeft echt lang gelopen. Ik ga kijken of ik daar nog een stukje van kan vinden, ghehe. Can I join?
Dauntless
Wereldberoemd



Omg, ik heb een keer een RPG gedaan die hier heel erg op leek. Die heeft echt lang gelopen. Ik ga kijken of ik daar nog een stukje van kan vinden, ghehe. Can I join?

Ja absoluut al zijn er wel alleen nog hunter rollen
Oma1940
Straatmuzikant



Ik prefereerde sowieso al een jager, dus dat komt mooi uit(: Dan schrijf ik hem vanavond nog of anders morgen even uit. Ik heb de stukjes gevonden die ik voor die andere RPG had geschreven en ze zijn echt kort allemaal o; Daar was het trouwens ook zo dat de nimfen verleidende krachten hadden.

Met de eerste takken die hij onder zijn voeten had kunnen horen breken, was hun reis zo’n achtenveertig uur geleden begonnen. Anthony was die morgen samen met twee andere houthakkers de bossen ingetrokken om, zoals hun taak luidde, de boom te kappen wiens hout zou dienen als troon voor de landheer. Als kind al kon hij zich bevreemden over de wonderlijke verhalen die hij hoorde over het woud. Ergens diep in de kern zouden zich wezens verschuilen, monsters volgens velen, die de dappere jagers die zich in het woud waagde met huid en haar verscheurde. Anthony had zich voorgenomen om zich niet in dit rijtje aan te sluiten. Hij zou het hout kappen, zijn beloning innen en op tijd weder keren om zijn vader van zorg en voedsel te voorzien. Vijfentwintig jaar lang had de inmiddels oude en zwakke man voor hem gezorgd en nu zou de tijd komen dat hij hem een weder dienst kon bewijzen. De eerste twee dagen van zijn ziekte waren het ergst. Anthony had het leven uit zijn ogen zien verdwijnen. De eens zo levendige, sterke man waar hij altijd zó tegen op keek lag nu in bed, hulpeloos en zwak als een lam op de dag van het slachten. Anthony had die avond aan zijn bed gezeten, ze hadden elkaar verhalen verteld en moed ingepraat, maar het mocht niet baten. De dag voor zijn vertrek riep zijn vader Anthony nog eenmaal aan zijn bed. De niet alleen oude, maar ook enorm wijze man had van alles kunnen zeggen. Hij had de jongen op het hart kunnen drukken hoe veel hij van hem hield of dat hij altijd trots op hem zou blijven. Evenwel waren de laatste woorden die hij tegen zijn zoon sprak die van een echte vader. “Zoon, ik weet dat je het niet hebt op dodemanspraat. Toch, mocht ik bij je wederkomst al zijn heengegaan, dan wil ik dat je heus eens de dames na gaat jagen.” Die ochtend had hij geen afscheid kunnen nemen, uit angst dat het blijvend zou zijn.


Een diepe adem van de frisse lucht raasde door zijn longen. Buiten was de plek waar Anthony zich het fijnst voelde, ongeacht de omstandigheden. Hij keek nog even naar de jongemannen die hem vergezelde. Tot zijn grote vreugde waren de gesprekken tussen het kappen beperkt. Zo kon de jongen luisteren naar de semi-stilte die de natuur hem schonk. Het zachte gefluit van de vogels, het bakeren van een beekje verderop en het geritsel van de blaadjes door de wind. Desalniettemin was zijn alertheid optimaal. Hij was zich bewust van elke verandering in zijn omgeving en nam deze allen moeiteloos op. Na het kappen van wederom de verkeerde boom, viel zijn oog op Aiden, wiens bijl inmiddels op de grond lag. Anthony stak zijn bijl door de lus in zijn riem en richtte zich op de jongen, die zich comfortabel tegen één van de vele bomen had geplaatst. Vlot bukte hij om de grove bijl nauw in zijn vuist te sluiten en wierp deze zo richting de jongeman. “Er is geen tijd om te rusten, het wordt spoedig donker”, sprak hij streng. Elke minuut rust, zou zijn vader één minuut te veel kunnen worden.


***


Onder Aiden’s weerwoord was Anthony niet gestopt met kappen. Elke seconde die hij zou verdoen aan deze aspirant joker was er één dat zijn vader in helse pijn zou verkeren. Toch wist Anthony dat dit niet hun strijd was. Het was zijn verantwoordelijkheid en hij kon van deze mannen onmogelijk dezelfde toewijding verwachten. Natuurlijk wist hij dat het niet slim was om zich alleen de kern van het woud in de wagen, maar de omstandigheden lieten hem weinig keus. Zijn vader was de belangrijkste in zijn leven en daarbij ook de enige in zijn leven. De inmiddels zieke man deed al jaren verschillende pogingen om de jongen van een leuke dame te voorzien, maar Anthony zelf had er weinig aandacht voor. Vanaf het moment dat hij op stond tot het moment dat zijn lichaam hem dwong om de ogen te sluiten deed hij er alles aan om zijn vader gezond te houden. Hij kon zich onmogelijk voor stellen dat er een dame was die genoegen zou nemen met de schaarse hoeveelheid aandacht die hij haar zou kunnen schenken, die hij haar zou willen schenken.


De woorden dat hij verderop zou gaan zoeken waren zijn mond nog niet verlaten of Anthony merkte iets op. Een geluid, anders dan alle andere. Hij had lang genoeg langs de rand van het bos gestruind om te weten dat het geen vogel was die deze takken deed kraken. Een zacht, sussend geluid verliet zijn mond, maar kans om beter te luisteren kreeg hij niet. Een hemels, doordringend gezang vulde zijn oren en leidde zijn blik naar een dame. Anthony kon en wilde niets anders dan zich verwonderen over haar immense schoonheid. Elk detail van haar prachtige lichaam was perfect. Van haar kleine, blote voeten tot het boogje in haar neus. Zijn gedachten waren haar bezit. Hij gaf zich totaal aan haar over en dacht aan niemand anders.


***


Het concept schoonheid is moeilijk te omschrijven. We houden van dingen die we mooi vinden, maar we komen woorden tekort wanneer we proberen te omschrijven hoe dat komt. Er zijn mensen, kunstwerken en plaatsen die door iedereen mooi gevonden, maar we herkennen ook het individuele karakter van ons gevoel voor schoonheid. Wanneer we over schoonheid nadenken willen we aan de ene kant de geheimen daarvan doorgronden, maar aan de andere kant voelen we ons juist aangetrokken door het mysterieuze ervan.


Anthony liet zijn blik over de esthetische dame glijden. Langzaam borrelde een immens verlangen in hem op. Hij wilde niets anders dan zich door haar laten leiden, haar volgen en zijn lot aan haar toevertrouwen. Hij reikte zijn hand naar haar uit, smachtend naar een aanraking van haar porseleinen huid die zich zo breekbaar voor deed, maar zij zette een stap achteruit. Verder weg van hem stapte zij, verder weg van zijn ruwe vingertop die niet verder reiken kon. De afstand die steeds maar groter werd teisterde zijn hart. Hij moest zijn schoenzool wel van het doffe mos heffen. Hij kon en wilde niet anders dan het elimineren van elke mogelijke stap tussen hen om zo nader haar te komen. Ze leek hem voort te trekken en tegelijkertijd weg te duwen met een charme die niet alleen zijn hart bespeelde. Machteloos voelde hij zichzelf groeien onder de kracht van haar schoonheid, die hij al die tijd geen seconde uit het oog verloor.

De boom die ze noemde. Het kostte hem zeker een aantal seconden om het ding voor zich te halen. De boom. Wat had die boom nog voor waarde nu hij haar voor zich had? Zij. Met haar donkere lokken en grote ogen was zij zijn bestaan. "Ik zal alles voor u doen, wat uwe wens ook is", sprak hij uit met een zekere trilling in zijn stem die hij nog nooit eerder op had zien duiken. Zonder na te denken zette hij de pas die zij voor hem had uitgedacht. Hij deed alles, alles om zich te mogen verblijden met haar aanraking.


***


Al die tijd was het ritme waarin de twee liepen zo constant geweest, dat het Anthony als vertrouwd was geworden. Als het ritme van moeders kloppend hart volgde hij haar, zonder te twijfelen aan haar richting of bedoelingen. Vandaar dat toen zij dit ritme onderbrak en abrupt stil hield, zijn ademhaling enkele seconden stopte. In die enkele seconden wist ze hem alle zekerheid van de afgelopen minuten af te nemen. Zij had de controle. De enkele centimeters lucht tussen hen in voelden als beton. Hij wilde naar haar reiken, haar strelen en in zijn armen nemen. God weet wat hij met haar had willen doen, maar meer dan kijken kon hij niet, mocht hij niet. De afwijkende beweging in haar lichaam deed hem schrikken. Haar gracieuze lichaam maakte een beweging die hij nog niet eerder had mogen zien; zij reikte naar hèm! Haar kleine, vrouwelijke hand gleed langzaam in de zijne en voelde zachter dan hij zich had durven voorstellen. Met moeite sloot hij zijn grove, grote hand rond de hare. “Werkhanden,”, noemde zijn vader ze ook wel, “handen van mannen die weten hoe ze ze moeten gebruiken”.  Op dit moment, wist Anthony echter helemaal niets meer. De woorden die zij uit sprak waren moeilijk te begrijpen. Zijn gezond verstand had plaats gemaakt voor zijn dwaas, kloppend hart dat momenteel alleen bij haar stem en de pracht ervan lag.


Horen noch begrijpen van haar woorden had gehoeven. Zijn lichaam kon niet anders dan zijn geest volgen, die enkel en alleen bij haar lag. Geen woord had hij gezegd op weg naar haar bestemming. Geen woord was nodig. Haar schoonheid vulden zijn hoofd, zijn mond, zijn longen en maakte het onmogelijk om aan een ander te denken. Een zoete, onbekende geur deed hem doen opkijken. Het golvende wateroppervlak weerspiegelde de zon in al haar glorie en nog, nog verbleekte al deze pracht als hij naar haar keek. Meer aandacht had hij niet voor de immens mooie omgeving, waar hij zich elders waarschijnlijk over had verwonderd. Langzaam verloor hij de bevredigende warmte van haar hand uit de zijne. Het maakte hem alert, het maakte hem ijverig om te leren hoe hij haar aanraking terug kon winnen. De woorden vloeiden uit haar mond en betraden zijn gehoorgang met een zachte drang. Zij wilde een appel en die zou hij voor haar plukken. Natuurlijk. Zonder te twijfelen verliet hij haar zijde zonder haar uit het oog te verliezen. Mocht er wat met deze weerloze dame gebeuren, zou het geen seconde duren voor hij haar bescherming zou kunnen bieden. Zijn blik gleed over de vele appels in de boom, geen enkele mooi genoeg voor de aanraking van haar lippen. Pas toen zijn blik op de top van de boom rustte, zag hij hem; de appel. De appel die haar genot verdiende. Geen seconde te veel zou zij wachten voordat zij de appel tot zich kon nemen. Vastberaden stapte hij af op de boom die hem haar aanraking zou moeten leveren. Van dichtbij leek de afstand tot de eerste tak toch een stuk groter, maar koste wat kost zou zij krijgen wat ze verdiende. Behendig zette hij zich af tegen de grond en sprong zo richting de tak. Met zijn handen nauw gesloten rond het stuk hout, trok hij zijn eigen gewicht op en plaatste zich zo op de aller eerste tak. Waar dacht hij aan gedurende zijn zware tocht naar boven?  Aan haar. Aan haar en aan niets anders. Hij bekommerde zich niet over de vraag of de tak niet zou breken onder zijn gewicht. Hij dacht geen seconde aan hoe hij weer terug naar beneden zou komen. Alleen dat hij weer terug beneden zou komen en dat hij spoedig aan haar zijde zou staan en haar zou kunnen verblijden met hetgeen wat zij wilde, hetgeen wat zij verdiende. Hij had haar al die tijd gezien en zich verwonderd over het feit dat hij haar mocht vergezellen. Dat hij dat mocht, dat was een wonder.


Pas toen hij die laatste, voorheen eerste, tak af sprong en zijn voeten de grond deden trillen, pas toen dacht hij aan wat hem had kunnen gebeuren. Het duurde echter niet lang of zijn gedachten lagen weer bij haar en de appel die zij nog niet in haar handen had. Met een vaart rende hij naar haar toe, ging op zijn knieën en overhandigde haar de mooiste appel van de boom, hopend op haar tevredenheid, haar liefde.


***


Elke beweging die ze hem had geschonken had hij aandachtig gevolgd. Hoe ze de sappige, rode vrucht uit zijn grove handen pakte. Hoe ze de schil naar haar mond bracht en hoe ze haar tanden er genadeloos in zette. Het sap dat de vrucht verliet en in één straaltje over haar kin liep was hem geen seconde ontgaan. Op dat moment. Op dat ene moment was hij meer de hare dan zichzelf geweest.


De tevreden toon die haar mond verliet gaf hem hoop, hoop op wederom een aanraking of wellicht een glimp van haar tedere huid. De vingertoppen waarmee zij zacht langs zijn kaak streelde voelden als duizend kussen. Haar woorden klonken weder in zijn hoofd, speelden met zijn concentratie en verlieten aan de andere kant plagend en onopgemerkt weer zijn gehoorgang. Wat hadden al die woorden nog voor waarde nu hij haar voor zich had? Zij. Met haar fraaie verschijning en haast betoverende blik had ze hem vanaf het moment dat hij haar zag in haar bezit. Hij was de hare. Hij was haar eigendom en zou alles voor haar doen. Zijn leven zou hij geven voor een lach op haar gezicht, al zou hij liegen als hij zo beweren niet meer dan enkel dit te begeren. Haar lichaam, dat wilde hij. Van de kleinste aanraking tot de toegang tot haar lichaam. Hij verlangde naar de hartstocht waar hij niet naar kon vragen, waar hij niet naar mocht vragen. Zij was de baas en haar vertrouwen schenden was ondenkbaar in de utopie waarin de jongeman op dat moment leefde. Zij en hij. Hij en zij. Zij waren de enige die op dat moment voor hem bestonden, zij misschien wel meer dan hij. Zij. Zij. Zij. Het naamloos genot.


“Vertel me je naam en ik zal je de mijne vertellen” De ongeduldige blik op haar gelaat had hem wakkergeschud. Minutenlang had hij haar bewegelijke facie geobserveerd. Het had hem geïnteresseerd, geïntrigeerd wellicht, maar zijn tijd om zich tegoed te doen aan het aanzicht ervan had hij overschreden. Zijn tijd was om. Antwoorden, dat is wat hij moest, maar het antwoord op deze vraag leek diep in hem verscholen te liggen. Begraven onder haar. Haar neus, haar mond, haar lippen en het bij elkaar gefantaseerde beeld van haar tepels. Ergens onder al dit zij, lag hij. Graven door al dit moois met het risico op beschadiging wilde hij niet, maar het moest. Zij wilde het weten en weten zou ze het. “Anthony”, sprak hij voordat hij na had kunnen denken. “Anthony Randolph Arnold Ravensdale, zoon van Arthur Edgar Adair Ravensdale” Herhalen deed hij het uit gehoorzaamheid, gretig naar haar naam en tegelijkertijd bescheiden, zonder verwachtingen of hoop. De minuten tussen haar woorden leken seconden voor hem. Hij ging op in de stilte en haar aanrakingen die dit vergezelde. Haar vingers leken met hem te spelen, de haren rond zijn kaak te plagen en er soms ietwat nieuwsgierig aan te trekken. Veel maakte het hem niet uit wat zij deed. Zij had de haren eigenhandig uit zijn hoofd kunnen trekken en hij had er op zijn volste van genoten, van gesmuld. Pas toen zij zichzelf op de grond plaatste en hem zo uit zijn gedachten trok, was hij zich bewust geworden van de zon, van de tijd. De stand van de zon had hem als kleine jongen al vaak geholpen met het vaststellen van de tijd. Dagen achter elkaar probeerde hij dan recht in de zon te kijken, gefascineerd door haar pracht. Hoe had zij toen zo fel kunnen schrijnen en was zij nu verbleekt naast deze schone?


Zijn verhaal. Zij wilde zijn verhaal weten. Een verhaal. Moeiteloos kwam hij op de proppen met verhalen over vechtende ridders, vuurspuwende draken of over magiërs met helende krachten, zoals hij die weleens uit het westen had gehoord, maar een verhaal over hem? Wat zou zij moeten denken van zijn verhaal, één zonder kop of staart? Het waren hij en zijn vader, meer spanning zat er niet aan en meer spanning zou hij er niet aan kunnen geven. “Mijn verhaal zal uwe attentie niet waardig zijn. Ik ben slechts een simpele man, een harde werker en uwe dienaar”, sprak hij terwijl hij een andere houding aannam, vergelijkbaar aan de hare.


***


Haar naam was zijn gehoorgang als zoete suikerstroop in gelopen. Of het hem interesseerde? Geen greintje. Alles wat hij wilde was zij, niets meer en zeker niets minder. Zij was wat hij wilde; haar naakte lichaam tegen de zijne namen, verhalen, kleren of afstand. Slechts de zoete aanraking van haar lichaam, van haar borsten, van haar billen en haar kruin. Meer, dat is waar hij naar verlangde. Hij wilde meer dan hem geschonken werd, meer dan zij toeliet en zoveel meer dan hij nu had. De fantasieën speelde in dolle mars door zijn hoofd. Van de plek van haar tepels tot de ervaring van haar kus, het allemaal had hij zich al talloze malen voorgesteld. De pracht van haar lichaam had hij zich eerder niet voor durven stellen, bang om betrapt of teleurgesteld te worden, maar naarmate de hypnotiserende werking van haar gezang zijne kracht verloor liet hij de lust in zichzelf verder de overhand nemen. Hij wilde haar, op dat moment en op die ene plek. Langer wachten kon hij niet, wilde hij niet. De drang in hem werd te groot en grenzen leken te vergaan in het niet. Of het ongepast was dat hij naar haar hals reek? Zonder twijfel. Echter was het niet hij die deze handeling zo achteloos uitvoerde, maar de lust die zij in hem opwerkte. Reiken deed hij zo haar kon, maar wederom werd dit nutteloos bewezen. Zij stapte weg, weg van hem. Alles in hem wilde haar volgen, van het bloed dat bonkte in zijn geslacht tot zijn vingers die zo verlaten in de lucht hingen. Echter was het blijven dat hij deed. Zo achteloos bleef hij achter, vergezeld door de talloze sprieten gras en toch zo eenzaam.


Hoe had hij zo dwaas kunnen zijn? De roze waas was voor zijn ogen verdwenen en alles wat overgebleven was, was leegte. Plotseling was het zo helder geworden, alsof het doek op was gelicht en het gehele stuk zich erachter had afgespeeld. Hoe had hij niets kunnen merken? Was hij zo hongerig geweest naar affectie dat hij alles was vergeten? De vragen bleven maar komen, als bokken opgejaagd door een enkele panter. Rennen doen die dieren harder dan hun benen oorspronkelijk kunnen, wist je dat? De adrenaline die het overlevingsinstinct activeert stelt het lichaam in staat tot dingen die wellicht helemaal niet als mogelijk worden ervaren. Het maakt suikers vrij die ons lichaam in rap tempo verbrand om maar te overleven, om maar te rennen. Geen seconde was de gedachte om achter zich te kijken zijn hoofd binnen gedrongen. Rennen, was alles wat hij dacht gedurende die lange minuten. Alles wat hij moest was rennen, weg van het nest waarin hij zichzelf geplaatst had en het gruwelijke monster dat broedde op de eieren van zijn lijden.


***


Lopen kon hij als geen ander. Lopen was al wat hij deed zijn gehele leven lang. Lopen naar de marktplaats of naar de koninklijke stallen om de paarden wat rietsuiker toe te stoppen. Rennen was echter iets wat de jongen niet gewend was. Het putte zijn lichaam in een rap tempo uit en liet hem enkel vermoeid en verlaten. Dom was de jongen, ondanks zijn gebrek aan scholing, niet. Het was echter zij die hem al zijn kennis ontnam. Met het zingen van een enkele noot liet ze hem alles vergeten. Zijn doel, zin en verstand gaf hij voor haar op, een vreemdeling die hij nog geen uren geleden had ontmoet. Verklaren kon hij het niet. Geen mogelijk scenario bevatte een greintje waarschijnlijkheid. Hij wist het niet. Gelukkig was het niet weten wat hij op dat moment moest doen, maar lopen. Hij moest maken dat hij weg kwam. Hij wilde weg van het onbekende dat hij onmogelijk kon verklaren en het vertrouwde dat hij onmogelijk kon vergeten. De takken braken onder zijn gewicht en lieten sporen achter op zijn ziel. Hij hield toch niet van haar of wel? Iets in haar gelaat betoverde hem. Zelfs nu nog, nu hij harder liep dan hij rennen kon voelde hij de afdruk die ze op zijn verstand had achtergelaten. Was het zij geweest die hem tot waanzin dreef of was het slechts zijn hart dat zocht naar een reden om harder te gaan kloppen? Soms doet het menselijk brein dolle dingen. Het zoekt naar uitwegen in de waanzin die we liefde noemen, slechts om hemzelf staande te houden. Overlevingsinstinct, noemen sommige dat.


Al die tijd had zijn gehijg de geluiden van buitenaf roekeloos uitgesloten. Hij had geweten wat hij doen moest en dat was dan ook het enige waar de jongen zijn aandacht aan had geschonken. Pas toen hij naast zijn eigen voetstappen ook die van een ander hoorde, waren zijn passen vertraagd. Ze zat achter hem aan. Hij zou liegen als hij zou beweren dat hij het erg zou vinden. Iets in hem vond het heerlijk om haar prooi te zijn, zich te onderwerpen aan haar straffen en de controle uit handen te geven. Wellicht waren het de laatste noten van haar gezang die hun werk deden, maar laten kon of wilde hij het niet. De zuivere kleur van haar porseleinen huid verscheen van achter een boom en contrasteerde prachtig met de bladerende schors. Een kleine glimlach ontsnapte vanuit zijn linker mondhoek. Haar woorden waren ondeugend en lieten hem geen andere keus dan zich naar haar toe te bewegen. De stappen tussen hen in verkleinde en haar gezang was niets anders dan achtergrond geworden.


Haar vingers tastte langs zijn heup alsof ze niet anders kende. Een fractie van een seconde verstijfde hij en kon hij aan niets anders denken dan aan die drie vingers die zich over zijn borst bewogen. Het was echter niet langer dan die ene fractie die hij nodig had om zich op zijn gemak te voelen in haar handen. Alsof hij herenigd werd met hetgeen wat zo vertrouwd voelde. Echter had hij dit maal haar gezang niet nodig. Zijn eigen keuzes kon hij maken en dat bracht hem opwinding zie zich al snel resulteerde in zijn lichaam. Drie jaar lang had hij niet geweten wat hij aan moest met dat wat hij voelde, toch op dat moment leek alles zo simpel. Hij wilde haar. Hij wilde haar tenen, haar benen, haar oren en haar neus. Hij wilde haar navel, haar borsten, haar billen en haar kruis. Hij wilde alles wat zij te bieden had en oh zo veel meer. Zijn handen plaatste hij op haar heupen, op haar wang en rond haar middel om haar steeds maar nauwer tot zich te nemen. Met zijn ogen gesloten, vol verlangen, vol vertrouwen, liet hij plagend zijn tong zijn mond verlaten. De lust die hij voor haar voelde drong zich tot hem aan en deed zijn geslacht verstijven. Hij liet zijn hand door haar haren glijden. Kort was hij er niet. Zij was al er was en god, wat voelde het goed. Even was zij alles dat zijn brein aan kon, alles dat het vulde en vullen deed het. Haar haren, haar ogen, haar lippen en de bogen van haar lichaam die hem verlangen deden. Haar tanden rond zijn lip die hem plaagde en deden voelen alsof zij alles was waar hij aan denken mocht. Hij wilde haar. Haar en haar alleen.


Oke, misschien een beetje te enthousiast dit.
Dauntless
Wereldberoemd



Haha je had geen stukje moeten zetten hoor ik weet al dat je awesome schrijft. Waarschijnlijk start ik hem dan vanavond nog ofwel morgen.
Azelf
Straatmuzikant



Alright ik ga hier ook maar even een karakter voor schrijven, haha, ik heb druk vanavond xd
Oma1940
Straatmuzikant



Oeps...
Oma1940
Straatmuzikant



Hoe ken je mij(n schrijfstijl) dan eigenlijk?
Plaats een reactie
Reageer
Om nieuwe berichten te laden: ingeschakeld
Eerste | Vorige | Pagina: | Volgende | Laatste