SeventhHeaven schreef:
"Van alles. Ik moet onderaan beginnen natuurlijk, vloeren vegen, kratten tillen, dat soort dingen. Ik werk 's nachts. Dat is vervelend, maar dan kan ik in de ochtend slapen en in de middag, als het lekker weer is, kunnen we iets leuks doen. En na het eten ga ik dan gewoon naar mijn werk," vertelde Marten, terwijl hij met grote happen zijn soep wegwerkte. Hij nam een trek van zijn sigaar. "Waar liggen mijn dansschoenen eigenlijk?" Marten stond op, beende naar de keukenkastjes en zocht verwoed in de oude, kartonnen doos naar schoenpoets. "Het moet hier ergens liggen!" Mopperde hij. "Mary?" Riep hij de keuken uit. "Mary de schoenpoets ligt niet meer in de doos onder het aanrecht." Geïrriteerd liep hij met zijn zwarte dans- en zondagse schoenen naar zijn verloofde. Hij zuchtte. "Zo kan ik echt niet gaan hoor. Finn gaat ook en de buren zullen er vast ook zijn. Dan kan ik niet met doffe schoenen aankomen." Hij trok in de oude spiegel zijn strik recht en sloeg de mouwen van de blouse om. "Kunnen we nog wel dansen?" Hij trok Mary van haar stoel en greep haar bij haar heupen. Met zijn armen drukte hij haar strak tegen zich aan, veel dichter dan bij een normale foxtrot of wals. Toen zoende hij haar in haar nek. Hij zoende en kuste en sabbelde zacht, steeds verder naar beneden tot haar decolleté. Daar stopte hij, beet hij zachtjes in het rond en drukte een kus op haar lippen, waarmee hij haar verder onbevredigd achterliet. "Dus, schoenpoets." Zei hij op zakelijke toon en haalde een andere doos in de kast overhoop. Ondertussen gluurde hij naar Mary, die hij onfatsoenlijk met half open gerukte jurk in het midden van de kamer had geplant. Hij begon te neuriën. Een liedje uit het leger, over de minnares die haar boezem liet zien aan de vrouw van de generaal. Een schandalig liedje, waar de dronken soldaten maar wat graag over gefluisterd hebben en af en toe zelfs gegrinnikt. Altijd dacht hij aan de boezem van Mary, en niet van de onzedige minnares. Soms vond hij het wel spannend om Mary als onzedig te zien. Hij hield ervan hoe ze de regels aan haar laars lapte met betrekking tot het huwelijk. Hij genoot van haar zachte dijen in bed en hunkerde altijd naar meer. Zijn Mary, de minnares. "Kom schat, opschieten. Ik wil je in het rond zwieren vanavond. We laten de afwas wel staan voor later," spoorde hij haar aan.