allyzha schreef:
Joshua.
Ze vertelde mij dat het slechts een paar minuten zou duren, maar daar had ik niet veel vertrouwen in. Elke keer dat ik werd gedwongen tot gesprekken zou het maar eventjes duren wat resulteerde in stilte of sarcastische opmerkingen van mijn kant voor een uur lang. Ik kon ook niet weigeren om mee te gaan, als ik dat deed werd ik uiteindelijk toch wel gedwongen doordat ik anders de hele dag in mijn cel moest zitten. Sommige dagen vond ik dat prima maar het verveelde snel als je de hele dag opgesloten zat en dus ook niet naar buiten mocht. Ze reageerde kort op mijn opmerking over het fouilleren. Een verbale reactie had ik eigenlijk niet verwacht, al had ik wel gehoopt dat ik aan haar lichaam had kunnen merken dat ze het ongemakkelijk vond. Ik volgde haar door de brede en maar al te bekende gangen. Aan de geur zou ik nooit gaan wennen. Elke keer wanneer ik van buiten kwam en de geuren van het schoonmaakmiddel wat werd gebruikt, de verschillende lichaamsgeuren en het gevangeniseten me tegenmoet kwamen herinnerde ik mezelf eraan dat ik als ik eenmaal vrij was niet meer terug wilde gaan naar een plek waar het zo rook. Het was niet heel vies, maar de geuren herinnerde me wel aan de dingen die ik het meest haatte aan het binnen zijn. De rotklusjes die we kregen, de maaltijden die eigenlijk niet eens eten genoemd mochten worden en de mensen die elke dag maar weer om je heen waren. Elke dag weer de bewaking en veel gestoorde medegevangenen. Het was niet zo dat ik zelf onschuldig was en dat ik mijn gedachten altijd op een rijtje had, maar er zaten ook extreem psychotische mensen binnen die je gewoon niet bij je moest hebben. Waarom ze niet in andere inrichtingen zaten was mij een raadsel. Gelukkig wist ik bij wie ik weg moest blijven. Verbaasd keek ik op toen er werd gevraagd of ik water wilde. Meende ze dat nou? Die vraag was nog nooit eerder aan mij gevraagd. ‘Uh, yeah?’ Ik wist even niet wat ik ervan moest vinden. Vroeg ze het zodat ze dacht dat ik haar aardig zou vinden en zou praten met haar? Misschien was zij wel eentje die dacht dat ze met omkopen veel kon bereiken in de gevangenis. Bij sommige jongens ging dat mogelijk wel lukken, maar bij mij niet. Er waren verschillende fonteintjes geplaatst zodat we gedurende dag wel konden drinken, maar dat was toch heel anders dan uit bekers of flesjes drinken. Ik wist dat ik het eigenlijk niet moest denken, echter kon ik de gedachte niet onderdrukken dat het veel minder erg was om binnen te zijn als ik drinken kreeg. Door haar aanbod wekte ze mijn interesse en waren mijn gedachten van eerder dat ik haar niet meer interessant vond verdwenen. Stom vond ik het van mezelf en toch kon ik het niet helpen. Ik had altijd al graag alles als eerst willen weten dus was het logisch dat ik dat van haar ook wilde als ik vaker te maken kreeg met haar. Van de andere therapeuten die ik had gehad had ik ook veel informatie weten te verkrijgen door het verbuigen van hun vragen en ze zelfs te laten praten. ‘What’s your name?’ Ik kon de vraag niet langer onderdrukken, ik moest iets weten van haar al was het maar zoiets simpel als haar naam. Die van mij wist ze natuurlijk wel, ze had waarschijnlijk mijn hele dossier gelezen en wist veel meer over mij dan ik van haar. Daarom werkte het praten al niet, ik wilde niet dat ik degene was die niets wist over de ander in een gesprek. Zo werkte het niet voor mij.
@Traveller
Joshua.
Ze vertelde mij dat het slechts een paar minuten zou duren, maar daar had ik niet veel vertrouwen in. Elke keer dat ik werd gedwongen tot gesprekken zou het maar eventjes duren wat resulteerde in stilte of sarcastische opmerkingen van mijn kant voor een uur lang. Ik kon ook niet weigeren om mee te gaan, als ik dat deed werd ik uiteindelijk toch wel gedwongen doordat ik anders de hele dag in mijn cel moest zitten. Sommige dagen vond ik dat prima maar het verveelde snel als je de hele dag opgesloten zat en dus ook niet naar buiten mocht. Ze reageerde kort op mijn opmerking over het fouilleren. Een verbale reactie had ik eigenlijk niet verwacht, al had ik wel gehoopt dat ik aan haar lichaam had kunnen merken dat ze het ongemakkelijk vond. Ik volgde haar door de brede en maar al te bekende gangen. Aan de geur zou ik nooit gaan wennen. Elke keer wanneer ik van buiten kwam en de geuren van het schoonmaakmiddel wat werd gebruikt, de verschillende lichaamsgeuren en het gevangeniseten me tegenmoet kwamen herinnerde ik mezelf eraan dat ik als ik eenmaal vrij was niet meer terug wilde gaan naar een plek waar het zo rook. Het was niet heel vies, maar de geuren herinnerde me wel aan de dingen die ik het meest haatte aan het binnen zijn. De rotklusjes die we kregen, de maaltijden die eigenlijk niet eens eten genoemd mochten worden en de mensen die elke dag maar weer om je heen waren. Elke dag weer de bewaking en veel gestoorde medegevangenen. Het was niet zo dat ik zelf onschuldig was en dat ik mijn gedachten altijd op een rijtje had, maar er zaten ook extreem psychotische mensen binnen die je gewoon niet bij je moest hebben. Waarom ze niet in andere inrichtingen zaten was mij een raadsel. Gelukkig wist ik bij wie ik weg moest blijven. Verbaasd keek ik op toen er werd gevraagd of ik water wilde. Meende ze dat nou? Die vraag was nog nooit eerder aan mij gevraagd. ‘Uh, yeah?’ Ik wist even niet wat ik ervan moest vinden. Vroeg ze het zodat ze dacht dat ik haar aardig zou vinden en zou praten met haar? Misschien was zij wel eentje die dacht dat ze met omkopen veel kon bereiken in de gevangenis. Bij sommige jongens ging dat mogelijk wel lukken, maar bij mij niet. Er waren verschillende fonteintjes geplaatst zodat we gedurende dag wel konden drinken, maar dat was toch heel anders dan uit bekers of flesjes drinken. Ik wist dat ik het eigenlijk niet moest denken, echter kon ik de gedachte niet onderdrukken dat het veel minder erg was om binnen te zijn als ik drinken kreeg. Door haar aanbod wekte ze mijn interesse en waren mijn gedachten van eerder dat ik haar niet meer interessant vond verdwenen. Stom vond ik het van mezelf en toch kon ik het niet helpen. Ik had altijd al graag alles als eerst willen weten dus was het logisch dat ik dat van haar ook wilde als ik vaker te maken kreeg met haar. Van de andere therapeuten die ik had gehad had ik ook veel informatie weten te verkrijgen door het verbuigen van hun vragen en ze zelfs te laten praten. ‘What’s your name?’ Ik kon de vraag niet langer onderdrukken, ik moest iets weten van haar al was het maar zoiets simpel als haar naam. Die van mij wist ze natuurlijk wel, ze had waarschijnlijk mijn hele dossier gelezen en wist veel meer over mij dan ik van haar. Daarom werkte het praten al niet, ik wilde niet dat ik degene was die niets wist over de ander in een gesprek. Zo werkte het niet voor mij.
@Traveller