Amarynthia schreef:
Die nacht had ze amper geslapen. Tot laat in de nacht had ze liggen woelen, had ze nagedacht over wat ze wilde. Wilde ze met hem mee? Wilde ze alles wat ze samen hadden opgebouwd verliezen? Of bleef ze liever hier? Op het kamp waar ze zich langzamerhand op haar gemak was gaan voelen? Wilde ze blijven bij de jongen waarvan ze wist dat het tijdelijk was? Want eerlijk was eerlijk, ze had nooit échte gevoelens voor die jongen gehad.
Uiteindelijk was ze in slaap gevallen. Haar dromen reflecteerden haar twijfels, maakten alles des te verwarrender. De herinneringen tussen Dean en haar vloeiden door haar droom. De positieve, maar ook negatieve herinneringen. Steeds weer zag ze de vertederde glimlach op zijn gezicht, keer op keer. Hoe had ze nooit gezien dat hij haar leuk vond?
Zodra ze haar ogen opende, vulde een leegte haar lichaam. De slaapzak naast haar was verdwenen. Dean was verdwenen. Het was alsof hij een deel van haar met zich had meegenomen, hoe cliché dat ook mocht klinken. Een hele tijd bleef ze in haar tent liggen. Lusteloos. Ze had geen zin de anderen onder ogen te komen. Hij was weg. Haar reisgenoot was weg. Haar maatje. Misschien was hij zelfs wel haar beste vriend te noemen. Ze miste zijn aanwezigheid nu al. Zijn soms wat nukkige blik, die haar soms in lachen deed uitbarsten. De blik die zij soms kon laten verdwijnen. Ze bedacht zich dat er nog zoveel van hem was wat ze wilde weten. Ze had al een hoop van zijn tatoeages gezien, maar nog nooit had ze deze allemaal kunnen bestuderen of had ze het verhaal erachter gehoord. Ze draaide zich op haar rug, sloot haar ogen en drong de brok in haar keel weg. Het was te laat. Ze wilde naar hem toe, ze wilde al haar woorden terugnemen, hem vertellen dat de relatie van Ryan en haar niets voorstelde, maar het was te laat. Hij zou een behoorlijk stuk op haar voorlopen, helemaal met zijn tempo. Helemaal nu zijn enkel weer genezen was en hij geen rekening met haar hoefde te houden, noch zijn eigen verwondingen.
Na een hele tijd kwam Charlotte ook naar buiten. Ze ontliep Ryan, had even geen zin in zijn aanwezigheid. Het was niet eerlijk, want die jongen had niets misdaan. Hij zou waarschijnlijk niet eens weten waar haar afstandelijkheid vandaan zou komen. Ze nam een stuk fruit en ging op een van de boomstronken zitten rondom het kampvuur, dat nu nog uit was. Ze staarde naar de appel in haar handen. Ze had helemaal geen zin in eten. Op dit moment had ze nergens zin in.
Een schaduw viel over haar heen toen een grote man naast haar plaatsnam. Ze hoefde niet op te kijken om te weten wie het was: Sam. Zou ze wegmoeten? Ze had haar plek hier alleen maar te danken aan Dean, wie wist hadden ze nu genoeg van haar.
‘Ik heb Dean gesproken voor hij wegging.’ Er lag spijt in zijn stem. Het was duidelijk dat de man om de getatoeëerde jongen gaf. Hij moest als een zoon voor hen zijn, toen ze hem vonden was hij nog echt een jongetje. ‘Het spijt hem en hij hoopt dat je zijn woorden kan vergeten.’
Ineens sprongen de tranen in haar ogen. Zijn woorden vergeten? Dat was het enige waar ze aan kon denken. Hij wilde dat hij Ryan was. Hij had gevoelens voor haar. Hij gáf echt om haar. Hoe kon ze dat vergeten, na alles wat ze over hem heen had gegooid? Ze was zó ongelooflijk egoïstisch geweest. Ze moest haar best doen om niet in huilen uit te barsten naast deze man.
Ze ademde diep in en keek voor haarzelf uit. ‘Hoe lang wist je het al?’ Het was duidelijk dat de man Dean goed kende, waarschijnlijk beter dan Dean zichzelf kende. Charlotte wierp haar blik op de man naast haar. Hij had een meelevende blik in zijn ogen. Zijn uiterlijk was vrij agressief, maar er schuilde een klein hart achter.
‘Al vanaf de dag dat hij hier met je binnenkwam.’
Dat maakte het enkel erger. Ze was ontzettend blind geweest.
‘Charlotte… Je bent hier welkom, ik wil dat je dat weet. Je kunt hier blijven zo lang je wilt, we zullen je opnemen als een van ons. Maar, als je je bedenkt, ik heb Dean richting een Firefly-bunker gestuurd. Het is nog niet te laat. Denk erover na.’ Met die woorden liet hij haar achter. Het was nog niet te laat. Was dat zo?
Met moeite had Charlotte haar appel weggewerkt, had ze de wacht overgenomen, nam ze de tijd om na te denken over de woorden van Sam. Denk erover na. Het is nog niet te laat. In de namiddag zocht Ryan haar op. Hij kwam naast haar zitten, zonder iets te zeggen. Een gepaste afstand tussen hen. Na een aantal minuten van breekbare stilte, was het Charlotte die haar mond opentrok.
‘Het spijt me.’
‘Niet doen,’ antwoordde hij. Nu pas keek ze opzij. Hij leek ergens mee te zitten. ‘Ik weet waarom je zo afstandelijk bent, Char.’
O ja? Dan wist hij meer dan zijzelf. ‘Is dat zo?’
Hij glimlachte weemoedig. ‘Je vindt mij niet leuk. Ik merk het aan je.’
Shit. Moesten ze dit gesprek nú voeren? Charlotte wierp haar blik op de grond. ‘Het spijt me…’
Ryan legde zijn hand op de hare en kneep er bemoedigend in. ‘Niet doen…’
‘Ik vind je leuk, maar niet op-’
‘Niet op de manier zoals je hém leuk vindt.’
Wacht, wat? Wie?
‘Hou jezelf niet voor de gek, Charlotte. Het is die getatoeëerde klootzak die je hart gestolen heeft, niet ik. Hij is het die je laat blozen, die een oprechte lach op je gezicht tovert.’
In een vogelvlucht gingen de herinneringen aan haar voorbij. Het was waar. Meerdere keren had hij haar laten blozen, had ze een warm gevoel gekregen van zijn aanraking of aanwezigheid. Het was hij aan wie ze continu dacht, degene bij wie ze wilde zijn. Hij was degene die ze bij zich wilde hebben. Hij was het wiens warmte ze wilde voelen. Hij had gelijk. De gevoelens die ze geblokkeerd had, bang voor wat het hen zou brengen, maar ze waren er wel degelijk geweest. Ineens barste ze in huilen uit. De tranen liepen over haar wangen. Bang dat ze te laat was. Boos dat ze het nooit eerder gemerkt had. Schuldig voor het gedrag dat ze vertoond had. Ryan troostte haar door een vriendschappelijke knuffel. Suste haar. En na enkele minuten na een ongemakkelijke huilsessie, veegde hij haar tranen weg en fluisterde hij haar toe: ‘Ga. Nu is het nog niet te laat.’
@Hadesu