Paran0id schreef:
Het viel Jack op dat de jongen voor hem weinig toonde, op wat gegrom na. Het was duidelijk dat hij in pijn was - wat haast niet anders kon met een gebroken pols - maar geen strafvervolging werd op hem toegepast. Geen gevloek in zijn richting, wraak om hem terug te pakken. Enkel zijn korte oogcontact met Anicetus was waarneembaar. De jongeman wie zich Adoria's broer noemde had zijn vriend onder de duim. Als een slaafje zat hij hem eens om de tijd aan te kijken, afwachtend op zijn reactie. Onvoorstelbaar.
Strak keerde hij zich tot haar broer, die zijn afstand hield. Onveranderlijk werd hij tegen de muur aangedrukt en het zorgde voor geen uitweg. Hij deed daarbij ook geen moeite om zich eruit te bevrijden; ze zouden hem achterna komen. Tegen de tijd dat Jack een honderd meter af had gelegd waren ze al voor hem te vinden, met dank aan hun krachten. Allicht begonnen zijn polsen wel langzamerhand pijn te doen. Hij klemde zijn kaken driftig op elkaar en liet geen onzekerheid achter over wat hij hen allemaal aan wilde doen op dit moment. Enkel de houvast van zijn 'vriend' weerhield hem ervan om hem aan te vallen.
"Een spel?" Een cynische lach rolde over zijn lippen, stomverbaasd over zijn voorstel. Misschien leek hij dan toch voor een deel op Adoria; ze zagen beide alles als een wedstrijd, een match. Lang duurde het echter niet voor Jack terugkeerde naar serieus en hem dodelijk aankeek. "Ik ben niet achterlijk."
Uit waarschuwing gaf hij opnieuw een flinke draai aan de polsen van de jongeman voor hem, dit keer beide met behoorlijke kracht. Nogmaals volgde een krakend geluid van de botten die uit elkaar werden gebroken. Het zorgde voor een afgetakelde controle over zijn polsen, waardoor hij de kans kreeg om zijn handen uit de vermorzelende greep te verlossen. Wegrennen deed hij niet, gewoonweg bleef hij staan met zijn armen rustend langs zijn lichaam en zijn ogen aanhoudend aan die van Anicetus gericht. Hij deed het meer om hen dwars te zitten dan dat hij het deed om zichzelf er weg te loodsen. De gezichten waren geestig om aan te zien. Hoezeer het dan niet erg tijdrovend was voor hij opnieuw klem kwam te zitten tussen de muur en het lichaam van de gewelddadige jongen. Met een diepe zucht schudde hij zijn hoofd.
"Wat laat je denken dat ik een spel met je ga spelen? Doe dat maar met die leuke vrienden van je, deze hier heeft energie genoeg."
Het viel Jack op dat de jongen voor hem weinig toonde, op wat gegrom na. Het was duidelijk dat hij in pijn was - wat haast niet anders kon met een gebroken pols - maar geen strafvervolging werd op hem toegepast. Geen gevloek in zijn richting, wraak om hem terug te pakken. Enkel zijn korte oogcontact met Anicetus was waarneembaar. De jongeman wie zich Adoria's broer noemde had zijn vriend onder de duim. Als een slaafje zat hij hem eens om de tijd aan te kijken, afwachtend op zijn reactie. Onvoorstelbaar.
Strak keerde hij zich tot haar broer, die zijn afstand hield. Onveranderlijk werd hij tegen de muur aangedrukt en het zorgde voor geen uitweg. Hij deed daarbij ook geen moeite om zich eruit te bevrijden; ze zouden hem achterna komen. Tegen de tijd dat Jack een honderd meter af had gelegd waren ze al voor hem te vinden, met dank aan hun krachten. Allicht begonnen zijn polsen wel langzamerhand pijn te doen. Hij klemde zijn kaken driftig op elkaar en liet geen onzekerheid achter over wat hij hen allemaal aan wilde doen op dit moment. Enkel de houvast van zijn 'vriend' weerhield hem ervan om hem aan te vallen.
"Een spel?" Een cynische lach rolde over zijn lippen, stomverbaasd over zijn voorstel. Misschien leek hij dan toch voor een deel op Adoria; ze zagen beide alles als een wedstrijd, een match. Lang duurde het echter niet voor Jack terugkeerde naar serieus en hem dodelijk aankeek. "Ik ben niet achterlijk."
Uit waarschuwing gaf hij opnieuw een flinke draai aan de polsen van de jongeman voor hem, dit keer beide met behoorlijke kracht. Nogmaals volgde een krakend geluid van de botten die uit elkaar werden gebroken. Het zorgde voor een afgetakelde controle over zijn polsen, waardoor hij de kans kreeg om zijn handen uit de vermorzelende greep te verlossen. Wegrennen deed hij niet, gewoonweg bleef hij staan met zijn armen rustend langs zijn lichaam en zijn ogen aanhoudend aan die van Anicetus gericht. Hij deed het meer om hen dwars te zitten dan dat hij het deed om zichzelf er weg te loodsen. De gezichten waren geestig om aan te zien. Hoezeer het dan niet erg tijdrovend was voor hij opnieuw klem kwam te zitten tussen de muur en het lichaam van de gewelddadige jongen. Met een diepe zucht schudde hij zijn hoofd.
"Wat laat je denken dat ik een spel met je ga spelen? Doe dat maar met die leuke vrienden van je, deze hier heeft energie genoeg."



0
0
0
0
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? 


19
« i had promised ♥