ladybambi schreef:
Al een paar jaar leefde Drew op straat. Hij bleef over het algemeen uit de buurt van andere mensen. Soms was hij wel eens onder de mensen om bijvoorbeeld eten te regelen, of een nieuwe zonnebril, maar verder ook niet. Wegens zijn gave durfde hij niet te vaak onder de menigte te komen, maar soms moest hij helaas wel.
Een voorbeeld van wanneer het wel moest, was gisteren. Zijn voedselvoorraad was op en in het glas van zijn zonnebril stond op het punt om eruit te vallen. Hij wist niet hoe dat kon, maar het gebeurde wel vaker. Hoewel Drew niet vaak onder de mensen kwam, wilde hij echter wel een goede zonnebril in zijn bezit hebben. Een zonnebril was het enige dat zijn gaven tegen konden houden. Om die reden was Drew dan ook naar de markt gegaan. Om eten en een zonnebril te regelen.
uiteindelijk kwam hij een kraampje tegen waar ze zonnebrillen verkochten en had er drie uitgekozen. Het leek Drew verstandig om een voorraadje in te slaan, voor het geval 1 kapot zou gaan en hij niet zo snel een nieuwe kon regelen. Echter, nog voordat hij betaald had, liep het volledig uit de hand. Opeens, onverwacht vatte het marktkraampje naast hem vlam en voelde Drew zijn tweede persoonlijkheid boven komen. Gelukkig had hij een nieuwe zonnebril op en was er een steegje vlakbij hem. Snel rende Drew naar het steegje toe. De eigenaar van het kraampje riep hem niet terug wegens diefstal, maar vluchtte zelf ook weg van het vuur. Drew had niet het vermoeden dat hij problemen zou krijgen in deze situatie. Niemand betaalde eerst, om vervolgens weg te vluchten in deze situatie. Echter was het niet de brand waar Drew voor wegvluchte. Niet de hoofdreden tenminste.
Het vuur verspreide zich razendsnel achter hem en de paniek op de markt nam hevig toe, maar wat er verder om hem heen gebeurde? Daar zou Drew zich later niets meer van herinneren aangezien zijn tweede persoonlijkheid naar boven kwam.
Uren later kwam Drew weer bij. Zijn nieuwe zonnebril lag naast em op de grond. Vlakbij een zwerver die zo te zien zelfmoord had gepleegd. Drew vloekte in zichzelf en greep snel zijn zonnebril van de grond. Hij was niet beschadigd, dus dat scheelde. Snel zette Drew zijn zonnebril op en verliet onopvallend het steegje. Op straat stond het blauw van de journalisten. Alle journalisten hadden het maar over één ding. De vreemde, merkwaardige brand die een paar uur geleden de markt vernietigd had.
"Vanmiddag was er een allesverwoestende brand op de markt die vele mensen het leven heeft gekost en mogelijk nog meer gewonden heeft veroorzaakt. Het exacte aantal is momenteel helaas onbekend, aangezien er nog altijd mensen vermist zijn. De politie wil niet inhoudelijk op de gebeurtenissen ingaan en daarom spreken wij nu met getuigen. Mevrouw, kunt u ons vertellen wat er hier gebeurd is?" vroeg de jonge journalist aan een vrouw van rond de veertig jaren oud.
"Het was een rustige middag, toen mijn blik op een jongedame viel. Ze leek last te hebben van een paniekaanval. Ik wilde haar begeleider vragen wat er aan de hand was, maar voor ik de kans kreeg vatte ze plotseling vlam. De vlammen leken haar niet te deren, maar verspreiden zich al vrij snel over de markt heen. Ze was vast één van die freaks van dat instituut hier in de buurt. Golden Oak. Ze zouden die freaks nooit naar buiten moeten laten. Achter slot en grendel ermee. Ze zijn veel te gevaarlijk. Ik hoop dat het meisje en het instituut zwaar gestraft worden." Sprak de vrouw.
Golden Oak, Drew had er wel eens van gehoord. Lang geleden, toen hij nog van pleeggezin naar pleeggezin ging. Een van zijn pleegouders wilden hem daarheen brengen, maar Drew liep toen weg. Hij wist nog niet dat de zelfmoorden zijn schuld waren. Was naïef en wilde niet naar zo'n freakschool. Inmiddels wist Drew wel beter, al had hij nog steeds geen idee wat hij van die school moest denken. Hij zocht er inmiddels dan wel een tijdje na, maar alsnog. Hij hoopte dat het instituut een soort uitweg voor hem zou zijn. Een uitweg van wie hij was, zijn verleden. Een veilige haven, waar hij al zolang naar op zoek was. Waar de regering hem volgens verhalen niets kon maken. Zou hij nu eindelijk in de buurt zijn? Maar de stad was groot. Golden Oak kon overal zijn.
Daarom besloot Drew naar de bibliotheek te gaan en gebruik te maken van hun computers. Rustig voerde hij de gegevens die hij wist op Google in en kwam er al snel achter dat Golden Oak inderdaad dichterbij was dan hij dacht. Even twijfelde Drew of hij wel moest gaan, maar besloot toen de gok te wagen en ging op weg. Toen hij echter eenmaal de straat inliep, zag hij overal politieauto's rond de school staan. Als Drew ergens niet van gediend was, waren het wel politieagenten. Even twijfelde Drew, maar besloot toen in een parkje in de buurt de nacht door te brengen. Hij sliep al jaren op straat. Een nachtje langer maakte ook niet zo heel veel verschil.
In het parkje was het rustig en hij viel al vrij snel op een bankje in slaap.
De volgende ochtend stond Drew vroeg voor de deuren van Golden Oak en twijfelde even. Zou hij deze stap echt wel zetten? Zou hij hier echt heen gaan? Hij wilde geen bedreiging meer zijn voor de 'gewone' mens. Niet meer achterna gezeten worden door de regering die zijn gave wilde misbruiken, maar was dit wel echt veilig? Zou hij hier niet als een rat in de val zitten? Een mogelijke val, opgezet door de regering? Of door een andere organisatie?
Misschien maakten de jaren die Drew alleen had doorgebracht hem wel paranoïde, dat wist hij niet. Toch twijfelde hij heel erg of hij wel moest gaan. Echter, wat was het alternatief? Dat wist Drew ook niet.
Een paar uur bleef Drew buiten staan, weg bij de ramen zodat de bewoners hem niet konden zien. De begeleiding en beveiliging hoefde nog niet te weten. Na een paar uur wachten kwamen een aantal groepen mensen, waaronder een stelletje met een baby, die rustig pratend naar binnen gingen. Ze hadden het over een bezoekdag. Misschien kon Drew via de bezoekdag kijken of het wel echt was wat hij dacht dat het was, wat anderen zeiden. Drew moest zich alleen 'normaal' voordoen en eigenlijk twijfelde hij of hij dat wel kon zo tussen anderen met gaven en hun begeleiders. De begeleiders hadden natuurlijk veel gezien. Wisten waar ze op moesten letten, maar waarom zouden ze op bezoekers letten? Even haalde Drew diep adem en zette voorzichtig zijn zonnebril af, maar liep toen met de andere mensen mee naar binnen, toen hij in de verte een bekend meisje zag lopen. Even kon hij niet op de naam komen, maar toen besefte hij het. Het meisje dat jaren geleden gepest werd, bij zijn 3e pleeggezin. Het meisje wat hij toen geholpen had, maar beter niet kon helpen. Hij had zich er beter niet mee kunnen bemoeien, aangezien de pestkop daardoor stierf. Zou ze hem nog herkennen? Even beet Drew op zijn lip. Hoe heette dat meisje ook alweer? Ari? Arianne? Nee, dat klopte niet. Het was een kortere naam. Aria, dat was het! Wat zou ze hier doen? Had zij ook een gave? Drew wist de reden waarom ze gepest werd niet meer zeker. Volgens hem omdat ze anders was dan de rest. Bang en verlegen, een makkelijke prooi, maar niet omdat ze zo anders was dat ze een gave zou hebben. Misschien was het hem alleen niet opgevallen of was haar gave later pas gekomen, nadat Drew op de vlucht sloeg. Drew had zijn gave eerst ook niet. Hij was wel benieuwd wat Aria kon.
Aria liep samen met een jongen met bruin haar langs, toen een vrouw vroeg of ze Drew kon helpen en rustig keek Drew op.
"Ik heb geen afspraak, maar hoorde dat een oude jeugdvriendin hier op school zat. Aria Mayfair, kan dat kloppen?" vroeg Drew en even twijfelde de begeleider.
"Aria is inderdaad een van onze bewoners, maar bezoek moet helaas een afspraak hebben en zoals u al zei, heeft u die niet. U kunt volgende week terug komen, met een afspraak" zei de begeleidster en even beet Drew op zijn lip maar besloot toen een gokje te wagen.
Als hij zich heel erg concentreerde kon hij soms zijn 2e persoonlijkheid onderdrukken en zonder die persoonlijkheid beheerste hij zijn gave erg goed. Niemand merkte ook op dat hij de gave gebruikte op een ander. Alleen als zijn 2e persoonlijkheid het deed. Omdat het er dan ernstig aan toe ging. Zijn tweede persoonlijkheid dwong mensen iets te doen wat ze absoluut niet wilden. Zelfmoord plegen, zichzelf of een ander martelen, of iets anders.
"Kunt u voor deze ene keer geen uitzondering maken?" vroeg Drew rustig en keek de begeleidster in de ogen. Even verzette ze zich, maar knikte toen.
"Vooruit, omdat u het zo vriendelijk vraagt en ze nooit bezoek krijgt. Gaat u maar verder" zei de begeleidster en rustig liep Drew achter de andere groep aan.