Hier komen de laatste 3 forum topics
te staan waarop je hebt gereageerd.
+ Plaats shout
Mai
Check het forum voor gezelligheid!!
0 | 0 | 0 | 0
0%
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? Klik hier om een gratis account aan te maken.

> Sluiten
Helper
16 van de 24 sterren behaald

Forum

ORPG, gedichten en schrijvers < Virtual Popstar Eerste | Vorige | Pagina: | Volgende | Laatste
O | Endure and survive
Hadesu
Wereldberoemd



Dean had de hele tijd gezwegen, geen geluiden gemaakt en haar enkel getroost toen ze dat nodig had. Zijn shirt was zeiknat geworden, maar dat deerde hem niet. Blijkbaar was het nodig, had het feit dat er een briefje lag heel veel in haar los gemaakt. Nog steeds begreep hij niet volledig wat er aan de hand was, maar als het voor haar zo belangrijk was, zou hij daar niet aan twijfelen. Dus bleef hij zitten, streelde haar rug terwijl ze bleef huilen, tot de tranen uiteindelijk op waren. Pas toen liet hij haar iets los, al leek het er niet op dat ze van plan was om afstand te nemen. Ergens had hij ook niet het vermoeden dat ze daadwerkelijk uitgehuild was, maar de tranen waren op. Nog steeds zweeg hij, had zijn arm weer om haar heen gelegd en streek gewoon over haar rug heen. Meer kon hij niet, meer wist hij ook niet te doen.
De tranen kwamen weer toen ze de brief openvouwde. Ditmaal niet in de vorm van een hysterische huilbui, maar in de vorm van een geluidloze waterval van tranen die over haar wangen naar beneden drupte.
Ze sprak. Na een lange tijd van stilte, sprak ze dan eindelijk. Ze las de woorden op het papier voor, misschien met een wat onvaste stem, maar ze las ze voor zodat ook hij kon begrijpen wat er stond, waar ze zo emotioneel van werd. Ook tijdens het voorlezen onderbrak hij haar niet, luisterde hij enkel naar de woorden die haar grote broer geschreven had. Hoewel het niet expliciet in de brief had gestaan, kon hij uit de bewoordingen wel opmaken dat het om haar broer ging, van wie ze ooit verteld had dat ze hem achter hadden gelaten. Dat in zijn achterhoofd houdend, werd het iets makkelijker om te begrijpen wat ze voorlas. Blijkbaar leefde de man nog, tenminste hij leefde nog toen hij dit briefje schreef. Aan de tekst te lezen kon het niet al te lang geleden zijn, want hij duidde Charlotte aan als jongedame, wat ze ook was op dit moment.
Aan het einde van de brief leek haar stemming deels omgeslagen te zijn. In plaats van de dikke tranen brak er nu een glimlach door op haar gezicht, als de zon op een grimmige herfstdag. Hij kon bijna niet anders dan haar glimlach beantwoorden, al kon hij natuurlijk op geen enkele manier begrijpen hoe ze zich precies moest voelen. Haar lang verloren broer was blijkbaar niet dood en ook niet echt verloren, maar juist hier vlak in de buurt. Nee, hij kon zich niet voorstellen hoe het was om verloren familie terug te vinden. Toch was hij enthousiast, enthousiast voor haar. 'Dit is goed nieuws, Charlotte,' zei hij uiteindelijk, daarmee de stilte weer doorbrekend. Hij veegde een pluk van haar lange haren uit haar gezicht, die tegen de huid was gaan plakken door de zoute tranen. 'Wil je hem gaan zoeken?'

@Amarynthia 
Amarynthia
Internationale ster



Een mix van gevoelens ging door haar heen. Ze was nog altijd verdrietig en voelde zich nog steeds schuldig, ondanks dat zij haar ouders nooit op een ander idee had kunnen brengen. Tegelijkertijd was ze ontzettend opgelucht. Hij leefde nog! Haar grote broer, de plaaggeest die altijd voor haar klaar stond, leefde nog. Ergens maakte het haar ook onzeker. Ze waren zo lang van elkaar gescheiden, dat ze allebei behoorlijk veranderd moesten zijn. Zou het nog wel klikken tussen hen? Zouden ze geen ruzie maken, zoals ze dat vroeger altijd deden? 
Bij de vraag die Dean stelde, tilde ze haar hoofd weer op. Een wat onzekere glimlach verscheen op haar gezicht, waarna ze kort knikte. Dean streek met zijn duim over haar wang, waarmee hij de resten van haar tranen weghaalde. ‘Als jij dat ook oké vindt?’ vroeg ze aarzelend. Ze had hem meegesleept in deze emotionele trip en kon zich voorstellen dat hij er niet direct op zat te wachten. 
Een meelevende blik verscheen in zijn ogen, een zachte glans lag rondom zijn ogen. Het was een aandoenlijk gezicht en zodra hij zijn vingers door haar haren streelden, laaiden de vlinders in haar buik op. ‘Tuurlijk vind ik dat oké.’ 
Dankbaar glimlachte ze naar hem, waarna ze haar voorhoofd tegen het zijne liet leunen. ‘We kunnen dan ook direct de informatie met ze delen,’ fluisterde ze. Ergens scheelde het een hoop dat ze nu wisten waar ze de Fireflies konden vinden. Daarbij vertrouwde ze erin dat Christian haar op haar woorden zou geloven en de aantekeningen niet zou wantrouwen. Ze stelde zich voor hoe hij er nu uit zou zien, hoe hij was geworden als persoon. Zou ze hem direct herkennen? Ze hoopte van wel. 
Ineens bedacht ze zich iets. Ze liet Dean los en boog zich naar haar nachtkastje, terwijl ze de tranen van haar wangen veegde. Ze schoof het laatje open en met een zwakke glimlach tilde ze er een ketting uit. Een ijzeren ketting, met een rond hangertje. Op de voorkant was het logo van de Fireflies gegraveerd en op de achterkant stonden haar initialen gegraveerd. C.E.M. Charlotte Elisabeth McCoy. Charlotte zuchtte zacht, waarna er een opgelaten glimlach op haar gezicht verscheen. Ze was oprecht opgelucht om de brief die ze had aangetroffen. ‘Ik stel voor dat we vanavond hier blijven. Ik weet niet hoe lang het duurt voor we het pand gevonden hebben en dan kunnen we vanavond misschien iets lekkers klaarmaken hier in de keuken?’ Plus, ze wist niet goed of ze nog een emotionele trip zou overleven. Nu kon ze haarzelf nog even tijd geven om bij te komen van alle emoties. 


@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Ook na een nacht in het huis geslapen te hebben, voelde hij zich deels een inbreker in het vroegere leven van Charlotte. Ze had het misschien wel een beetje gemerkt, dat hij zich niet helemaal op zijn gemak voelde, maar kon er weinig aan doen. Het was in ieder geval fijn dat ze een dak boven hun hoofd hadden gehad, een stuk warmer dan het overnachten in de buitenlucht. Ze hadden gezeten, samen gegeten en gepraat, zoals wel vaker. De ietwat gespannen sfeer was blijven hangen, maar het was allemaal niet zó erg. Het leek alsof zij haar best deed om normaal te zijn, te blijven. Dat was misschien wat makkelijker voor haar dan voor hem, omdat dit nu eenmaal haar oude thuis was geweest en ze voor een deel nog steeds hier hoorde. Het bleek uit de dingen die ze deed, het gemak waarmee ze zich door het huis bewoog, zelfs al was het duidelijk dat ze de rest van haar familie miste in dit huis. Hij kon ze niet vervangen, dat realiseerde hij zich wel degelijk. Dat was ook niet iets dat hij wilde proberen, al maakte hij zich zorgen om het moment dat ze haar broer zouden ontmoeten. Wat zou hij moeten zeggen? Hoe zou hij geïntroduceerd worden? Wat als deze geliefde grote broer van Charlotte een negatief beeld van hem had, door de tatoeages afgeschrikt zou worden of zelfs zou denken dat Dean de dame niet waard was? Het waren geen prettige gedachtes, geen dingen die hij met Charlotte durfde te delen. Misschien maakte het hem wel net zo nerveus om de man te ontmoeten als zij was.
Die avond hadden ze weinig gekke dingen gedaan. Charlotte was moe van de emotionele achtbaan, maar had blijkbaar toch nog de kracht gevonden om haar oude gitaar tevoorschijn te halen en een stukje te spelen. Hij had ernaar geluisterd, zoals hij ook in de winkel had geluisterd. Hij had haar mooi gevonden, de muziek mooi gevonden, net zoals de vorige keer dat ze gespeeld had. Eventjes had hij de -stomme- zorgen kunnen vergeten, zich kunnen ontspannen. Uiteindelijk waren ze samen in slaap gevallen, hij geteisterd door de nachtmerries zoals hij ze wel vaker had. Zelfs de aanwezigheid van Charlotte leek daarbij niet te helpen.
In de ochtend was het nog erger. Met het vooruitzicht voor Charlotte om haar broer weer terug te zien, rees de spanning in het huisje aanzienlijk. Dean was ergens ook wel blij dat ze weer zouden vertrekken, omdat dit niet zijn thuis was en nooit zou zijn. Hij had hier geen herinneringen, alleen beelden mogen zien. Toch begreep hij het dat Charlotte iets meer moeite zou hebben met het afscheid nemen van de plek, al zou het, als hij de woorden van haar broer mocht geloven, niet permanent hoeven zijn. Ze kon hier makkelijk nog eens terugkeren. Geduldig wachtte hij tot ook zij haar spullen bij elkaar had gepakt, zijn tas al over zijn schouder gegooid. Zij zou de weg moeten wijzen naar deze boomhut, waar die ook mocht wezen.

@Amarynthia 
Amarynthia
Internationale ster



Het was een vreemde gewaarwording. Aan de ene kant was het ontzettend fijn om in haar ouderlijk huis te zijn, om precies de weg te weten, om precies te weten waar alles verstopt lag. Het was fijn om herinneringen op te halen. Sommigen was ze oprecht vergeten. Tegelijkertijd was het raar, want ze was nooit alleen thuis geweest. Ze had nooit zonder een van haar gezinsleden in het huis gezeten, waardoor er een missend gevoel aanwezig bleef. Daarbij kwam nog de wetenschap dat haar broer nog leefde, terwijl ze al die tijd gedacht had dat hij overleden was. Ze kon niet wachten hem te zien, al beangstigde het haar ook. Wat als ze niet was wie hij gedacht had dat ze was? Wat als hij niet was wie zij dacht dat hij was? Ze herinnerde hem als de lieve, beschermende, grote broer, die af en toe in staat was het bloed onder haar nagels te halen. Maar wat als hij veranderd was. Bijgeschaafd door de gruwelen van de infectie? Zou hij haar herkennen? 
Charlotte had nog een laatste afscheidsrondje genomen door het huis, pakte wat dingen die ze niet kwijtwilde en waarvan ze dacht dat het nog van pas kon komen. Uiteindelijk hees Charlotte ook haar rugzak op haar rug en ging ze naast Dean staan. Ze wierp nog een blik door de ruimte en knikte uiteindelijk met een opgeluchte glimlach. Ze was blij dat ze dit gedaan had. Het voelde alsof ze dit hoofdstuk eindelijk goed had kunnen afsluiten, met een ontzettend fijne plottwist: de brief die haar broer haar had achtergelaten. Als ze het huis niet opgezocht had, zou ze daar waarschijnlijk nooit achter gekomen zijn. Heel misschien via de Fireflies, maar dan was het kwartje waarschijnlijk nooit gevallen. 
Ze verlieten het huis. Dean had het slot nog redelijk kunnen repareren, maar het inbreekgevaar was wel drastisch verhoogd. Ach, ze verwachtte niet dat het huis veel aandacht zou trekken. Daarnaast had zijzelf niet direct de behoefte om terug te gaan. Maar, misschien Christian wel. Ze zag er wel tegenop hem te vertellen over hun ouders. Hij had hen ook een brief achtergelaten. Ze had het niet gelezen, vond het niet eerlijk om die brief te lezen. Maar, hij dacht dus nog wel aan ze, had ergens nog wel stille hoop op hun terugkomst. Die hoop zou zij de grond in boren met de waarheid. 
Charlotte pakte Deans hand vast en leunde kort iets tegen hem aan. ‘Bedankt voor alles, Dean,’ zei ze. Misschien kwam het een beetje vanuit het niets, maar ze had ontzettend veel gehad aan hem. Hij had haar gesteund, zonder zich op te dringen. Hij had naar haar geluisterd, haar de ruimte gegeven en de situatie geaccepteerd. Zonder hem was dit avontuur een stuk zwaarder geweest en ze was hem dankbaar voor alles wat hij gedaan had. Het minste dat ze kon doen was hem daarvoor bedanken. 


@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Ja? Waren ze dan nu klaar om te vertrekken, richting deze boomhut te gaan en een ontmoeting met de Fireflies te doorstaan? Op dat laatste durfde Dean geen antwoord te geven, maar het was nu eenmaal zo dat er weinig keuze over was gebleven. Hij moest nu wel mee gaan met Charlotte, die haar broer wilde ontmoeten. Daarbij was het zijn eigen voorstel geweest om de Fireflies op te gaan zoeken, dus zou het alleen maar raar zijn als hij nu ineens terug begon te krabbelen op dat idee. Nee, dat was geen optie. Hij was ook niet van plan om nu een soort van zwakte te gaan tonen, een aarzeling te laten zien. Charlotte wilde dit doen, dus hij ook. Simpel.
Het bedankje was overbodig, aangezien hij niet het idee had dat hij daadwerkelijk iets gedaan had. Tenminste, hij was er geweest. Hij had naast haar gezeten, had haar rug gestreeld en had gezwegen. Was dat een bedankje waard? Voor iets wat van nature zou moeten komen, aangezien ze een.. een relatie hadden? Was dat hoe hij het moest noemen, een relatie? Officieel had hij haar nooit gevraagd om zijn vriendin te zijn, noch had zij het er specifiek met hem over gehad. Of gebeurde zoiets tegenwoordig niet meer, werd er gewoon aangenomen dat je een stel was als je samen dit soort momenten had? Vragen, veel vragen zonder antwoorden. Hij beantwoordde haar glimlach maar gewoon, kneep in haar hand. 'Het is al goed,' zei hij zachtjes, daarmee het bedankje afdoende als niets. Dat was het ook niet. Hoe ongemakkelijk de afgelopen 24 uur voor hem dan ook gevoeld mochten hebben, ze hoefde hem er niet voor te bedanken. Het was niet dat hij ergens anders had moeten zijn.
Ze begonnen te lopen, lieten het ouderlijk huis van Charlotte achter zich. Hand in hand, nog steeds. Dean, gewapend met de alertheid die hij als van nature had. Het kostte hem geen moeite om de omgeving in de gaten te houden, te luisteren naar de geluiden en te zien wat er onnatuurlijk was. Het was een tweede natuur, een instinct om op te letten. Het deed niet af aan het feit dat hij naast Charlotte liep, haar weg moest volgen naar deze boomhut die in de brief stond genoemd. De weg was rustig. Logisch, op zich. Als de Fireflies hier in de buurt een basis hadden, zouden ze de omgeving waarschijnlijk schoon willen houden van geïnfecteerden.
De boomhut was weinig spectaculair. De planken waren deels verrot en hoewel het vroeger vast een prachtige speelplek was geweest voor kleine kinderen, had het nu een treurige en verlaten uitstraling gekregen. Dit was de plek, nu moesten ze een spoort gaan vinden dat hen naar de basis zou leiden. Hij had geen idee waar hij het zoeken moest.

@Amarynthia 
Amarynthia
Internationale ster



Er was weinig over van de boomhut. Sterker nog, het was amper een boomhut te noemen. Een paar losse, verrotte planken hingen in de boom. Niemand die erop zou kunnen staan zonder er doorheen te breken. Toch herinnerde Charlotte zich dat ze vroeger wel degelijk op het plateau had kunnen zitten, zelfs nog met een persoon ernaast. Het was krap en het was niet geheel gemakkelijk en veilig om het te bereiken, maar het was wel een zelfgebouwde boomhut geweest. 
Een spoor. Charlotte liet haar blik rondom de omgeving glijden. Wat was het spoor waar hij het over had? Het zou vast niet te opzichtig zijn, want dan had ieder ander het ook kunnen volgen. Nee, het zou een spoot moeten zijn die alleen zij kon ontcijferen. Misschien iets dat haar ouders zouden kunnen ontcijferen. Het was alleen de vraag wat dat kon zijn. Twijfelachtig liet Charlotte Deans hand los, liep ze rondom de boom waar hun vroegere hut zich bevond en zocht ze naar iets wat leek op een spoor. Iets wat haar deed denken aan haar grote broer. Ze legde haar hand op de boomschors, liet haar blik glijden over de omgeving. Een spoor. Een spoor dat het voor meerdere dagen moest overleven. Ze dacht na over de dingen die ze in de boomhut beleefd hadden, iets wat kon wijzen op een teken. Vaak hadden ze gewoon gekletst, maar ook hadden ze regelmatig verstoppertje gespeelt, waarbij de boomhut de veilige haven was. Tikkertje, dat was ook zo’n terugkomend spel. Maar, ze verwachtte niet dat hij een spoor had achtergelaten die daarbij paste. Tenminste, ze zou niet weten wat. 
Haar blik gleed door de omgeving. Er was niks bijzonders om hen heen. Niets anders dan een paar bomen, bosjes en op de grond gevallen bladeren. 
‘Char?’ Dean had zijn blik op de grond gericht, terwijl er een bedenkelijke frons op zijn gezicht getekend stond. Ze volgde zijn blik en een opgelaten glimlach verscheen op haar gezicht. Bedolven onder een roodbruin dek, lag er een mooie, gladde steen op de grond. Als het een steen was geweest, was het niet vreemd geweest. Het waren de stenen die volgden die het herkenbaar maakten als een spoor. Niet zo dichtbij dat het opvallend was, maar dichtbij genoeg om voor haar te herkennen. Ja, dat moest het zijn. Charlotte stapte op Dean af en pakte zijn hand vast, kneep er zacht in. Zenuwen kwamen in haar naar boven. Het was tijd. Ze zou haar broer weer zien. 


@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



In eerste instantie had de steen zijn aandacht niet getrokken, al was het een mooie, glanzende steen geweest die het zonlicht weerkaatste en een regenboog van kleuren op de grond wierp. De steen had verborgen gelegen onder een aantal bruin geworden bladeren, dus Dean had pas opgemerkt dat er iets lag toen hij zijn voet erop zette. Zelfs toen had hij nog niet door dat de steen een spoor vormde, tot hij iets verderop een soortgelijke steen vond. Wederom met een glanzend oppervlak en de regenboog van kleuren op de grond. Hij betwijfelde of het hem überhaupt opgevallen zou zijn als er geen waterig zonnetje had geschenen, want op het eerste gezicht leken ze niet veel bijzonders.
Toch was dit het. Dit was het spoor, de weg naar de basis van de Fireflies. Charlotte wist het, hij wist het. Wat nou als ze daar aankwamen en de basis bleek overlopen te zijn? Of erger nog, ze werden neergeschoten voordat ze de kans kregen om uit te leggen wie ze waren? Correctie, wat als ze werden neergeschoten voordat Charlotte de kans kreeg om uit te leggen wie ze was? Aan Dean had ze wat dat betreft niets. De papieren konden ze ook pakken zonder eerst met het tweetal te overleggen. Dean kon niet ontkennen dat het hem licht nerveus maakte. Wat als deze broer het niet accepteerde dat Charlotte iemand meegenomen had? Bullshit. Zonder Dean had ze het nooit zo ver gered, dat wist Charlotte ook. Hij vertrouwde erop dat ze het uit zou leggen voordat hij doorzeefd werd door kogels. Hij had niet zo'n mooie ketting om hem te beschermen.
Zacht kneep hij terug in haar hand. Ze zou zenuwachtig zijn, hij kon het bijna zien aan de blik in haar ogen. Logisch. Haar verloren familie was op enkele tientallen, misschien honderden meters afstand. Iedere stap die ze samen zetten, kwamen ze dichterbij. Een ontknoping zou al snel volgen. Ze begonnen te lopen, volgden het spoor van glanzende stenen een stukje. Soms was het lastig, maar het was duidelijk dat iemand ervoor had gezorgd dat het spoor niet zomaar uitgewist was geraakt. Alsof er iedere week gecontroleerd werd of de stenen er nog lagen. Dat was een goed teken, dat betekende dat de Fireflies hier nog zaten. Dat betekende dat haar broer hier nog was.
Uiteindelijk stopte het spoor bij een zware, metalen deur. Dean aarzelde, liet de rampscenario's weer door zijn hoofd gaan en stopte met lopen. 'Dit is het dan,' zei hij. Op de deur was het logo  van de Fireflies gespoten, met felrood afstekende verf. Er was geen twijfel over mogelijk dat dit de plek was waar ze moesten zijn.

@Amarynthia 
Amarynthia
Internationale ster



Dit was het dan. Wat als het tegenviel? Jarenlang had ze gedacht dat ze de laatste van haar gezin was en had haar doen afvragen hoe het geweest zou zijn als ze nog leefden. Hoe zou haar moeder eruitzien? Zouden haar donkere haren al grijskleuren? En haar vader? Zouden die kraaienpoten onder zijn ogen nog meer geaccentueerd worden? Maar bovenal haar broer. Hij was nog zo jong geweest toen hun wegen scheidden. Hij kon een lange slungel zijn, die zich bezighield met de technologie en wetenschap. Hij kon een gespierde motorrijder zijn, volgetekend met tatoeages en een lange baard. Hij kon een soldaat zijn, niet bang om te doden. Zou hij een moordenaar zijn? ‘Ja,’ zei Charlotte, haar stem was niets meer dan een zachte fluistering, ‘dit is het dan.’ 
Voor ze er een tweede keer over na kon denken, bonsde ze driemaal luid op de metalen deur. Shit. Was ze er wel klaar voor? Wat moest ze zeggen? Hoe wist ze wie hij was? Krakend ging de deur open. Twee mannen stonden voor hen, met het vizier van hun geweren op hun lichaam gericht. De een had blond haar. Dat kon hem niet zijn. De man naast hem had bruine krullen. Had hij krullen gekregen? Het was niet onmogelijk. Zou het? Haar hart bonsde in haar keel, waardoor het spreken voor geen mogelijkheid goed zou gaan op dit moment. 
‘Wat moeten jullie?’
Erg verwelkomend. 
Haar stem stokte in haar keel, wat mogelijk ook kwam door het feit dat ze niet wist wat ze moest zeggen. Wat kon ze zeggen? “Hoi, ik ben Charlotte, het zusje van Christian. Aangenaam!” Nee. Dat zou stom zijn. Maar, wat kon ze wel zeggen. 
De veiligheidspal werd van het geweer gehaald. ‘Zeg op.’ Het was niet bepaald een toegankelijke groep. Hoewel de groep van Sam ook beschermend was geweest, hadden ze wel iets menselijker gereageerd. 
Dean, die haar reactie in de gaten had gehouden, aftastend op wat ze zou zeggen, leek door te hebben dat de woorden haar mond niet zouden verlaten. Waarom? Waarom blokkeerde ze ook nu weer? Waarom bevroor ze zo snel, was ze zo ontzettend afhankelijk van die jongen naast haar? Het was frustrerend, maar het lukte haar niet goed om uit die vicieuze cirkel te ontsnappen. 
‘We komen in vrede,’ begon Dean. ‘We hebben informatie die wellicht relevant is voor jullie.’ Hij liet het bestaan van haar broer achterwege en daar was ze hem dankbaar voor. Dit was iets wat ze zelf moest doen, als het haar zou lukken haarzelf niet te laten bevriezen door haar gevoelens. 
‘Informatie waarvan?’ 
‘Een wetenschapper. Hij heeft onderzocht hoe het virus zich verspreidt. Ook in dierenlichamen.’ 
Er verscheen een alerte frons op het gezicht van de gekrulde soldaat. Zou hij de ketting om haar nek herkennen? Ze had geen idee, maar ze had wel het idee dat het die ketting was die hen de doorslag gaf hen te vertrouwen. 
Nog alert wenkte de blonde soldaat hen naar binnen. ‘Kom binnen. Onze leider zal besluiten wat hij met de informatie kan.’ 
Ze werden naar binnen begeleidt, maar dat was niet omdat ze hun vertrouwen gewonnen hadden. Een van hen liep voor hen, terwijl de ander het vizier op hun rug gericht had. Het was een grote basis, blijkbaar. Ze liepen door een gang met verschillende ruimtes. Sommige werden gebruikt als slaapplek, anderen om getraind te worden. Het was er vrij druk. Verschillende mensen liepen aan hen voorbij, hielden hen scherp in de gaten. Hoe zou ze hem hier ooit moeten vinden? Als hij een van de vele soldaten zou zijn, zouden ze vast niet van haar bestaan af weten. De moed zonk haar in de schoenen. 
Ze kwamen aan in een grote hal, waar verschillende voorraden in kratten op elkaar gestapeld waren. Er stonden zelfs enkele voertuigen in de ruimte, die waarschijnlijk via de grote garagedeuren naar buiten konden. Het was lang geleden dat ze in een auto gezeten had. Het was haast vreemd de voertuigen te zien staan. 
Terwijl een van de twee soldaten er vandoor ging, sloten andere soldaten zich bij hen aan, zorgden ze ervoor dat Dean en zij niks vreemds uit konden halen. Een verkeerde handeling en er zou een kogel door hun lichaam geboord worden. Charlotte liet haar blik door de omgeving glijden, zocht naar bruine koppen van haar leeftijd. Dat waren er meer dan ze verwacht had. 
De gekrulde soldaat kwam terug. Achter hem liep een vrij lange jongeman. Zijn haren waren donker en zaten wat door de war. Hij droeg groengele kleding, passend bij de kleding van de meesten hier. Een donkere schaduw lag over zijn gezicht, waardoor zijn oogkleur onduidelijk was en hij een wat duister uiterlijk kreeg. Echter was dat niet waar haar oog op viel. Een duidelijk litteken tekende de linkerkant van zijn gezicht en hals. Alsof zijn huid gesmolten was en nooit helemaal hersteld was: een brandlitteken. 
Op enkele meters afstand ging hij bij hen vandaan staan, legde hij zijn armen over elkaar en liet hij zijn blik over het tweetal heen glijden. ‘Dus. Jullie hebben informatie.’ Er lag een afkeurende blik in zijn ogen toen hij Dean zag. De man leek zelf vrij van tatoeages en leek de tekeningen op de huid van Dean niet erg te waarderen. Vervolgens gleed zijn blik naar Charlotte, bleef het hangen op haar tatoeage. ‘Wie zegt dat wij die informatie kunnen vertrouwen?’ vroeg hij. Zou hij…? Hij was doorgegroeid binnen de Fireflies. Hij had een spoor achtergelaten, iets wat behoorlijk gevaarlijk kon zijn als het gevolgd werd door de verkeerde mensen. Iets wat je niet deed als je slechts een soldaat was. Toch? Zou hij…? De jongeman zette een stap vooruit, werd daardoor iets beter verlicht door de tl-buis boven hem. Hij had dezelfde donkerbruine ogen als zij. Dezelfde donkerbruine ogen als haar vader. Dezelfde dikke haren als haar moeder. Haar maag kneep samen. Hij moest het zijn. Herkende hij haar niet? ‘Wie zegt dat het niet verzonnen is en…’
‘Chris?’
Dat was een fout. 
Charlotte’s lichaam schokte en ze was direct verstijfd van angst en adrenaline. Het vizier van de jongeman rookte na terwijl hij het op haar richtte, nadat hij een kogel had afgeschoten die vlak langs haar hoofd was geracet. Ze merkte dat Dean instinctief naar zijn pistool had gereikt, maar hij had zich nog op tijd bedacht, godzijdank. Ze verwachtte niet dat ze erover zouden twijfelen een kogel door Deans lichaam te doen jagen. 
‘Onderbreek me niet nogmaals.’ Zijn stem was hard en kil. Hij was intimiderend en liet niet met zich sollen. Hij leek een perfecte leider. De woorden die opgeschreven stonden in die brief leken in geen enkel opzicht afkomstig van deze jongeman. Zat ze ernaast? Had ze gedacht hem te herkennen, maar was hij het niet? 
‘Sorry,’ zei Charlotte, haar stem breekbaar als glas. Haar handen trilden. 
Een glimp van herkennen leek in zijn ogen te verschijnen. ‘Hoe weet je hoe ik heet?’ Er scheen argwaan door in zijn stem. Nogmaals gleed zijn blik over haar heen, observeerde haar van top tot teen. ‘Charlotte?’ Ditmaal klonk zijn stem een stuk zachter. Hij liet het wapen zakken, maar liet zijn harde blik niet varen. Hij richtte zijn aandacht op de soldaten om hen heen, die door haar onderbreking allen hun geweer geheven hadden en op hen hadden gericht. Hij gaf hen allen een taak, zorgde dat het voorval van daarvoor vergeten werd. Zodra iedereen zijn taken oppakte, kwam hij dichterbij. Hij liep op haar af, legde zijn handen op haar schouders. Zijn blik was bezorgd, maar ondanks dat scheen er een glimlach door op zijn gezicht. ‘Char, je bent het echt.’ 
Charlotte, die amper kon geloven dat dit moment echt was, knikte. Haar lichaam stond stijf van de schrik, zenuwen en opluchting. Dat knikje was alles wat hij nodig had. Hij sloot haar in een stevige omhelzing. Tranen stonden in haar ogen, terwijl een glimlach op haar gezicht lag. Hij was het echt. Haar lang verloren broer, verenigd met zijn lang verloren zusje. 


@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Je schiet niet op mensen omdat ze je naam noemen. Tenminste, dat leek Dean niet de normale gang van zaken. In iedere andere situatie had hij de man een flinke dreun verkocht, of de kogel beantwoord met nog meer lood. Hij was zich echter heel erg bewust van de andere geweren die op Charlotte en hem gericht waren, dus hij deed het niet. De hand rustte wel op zijn pistool, klaar om het alsnog te trekken als deze arrogante kwal besloot nog een kogel af te vuren. Dit was de reden dat hij hier niet heen had willen gaan. Hij voelde de blikken, de vooroordelen over zijn huid. Er waren Fireflies geweest die in aanraking waren gekomen met Sam, Evan of één van de andere mannen. Het verhaal van de mannen met tatoeages moest ook hier bekend zijn. De wilden, die iedere moord vierden en leefden als barbaren in een wereld die al vernietigd was. Het oordeel dat deze jongeman over hem velde, leek niet anders te zijn. Dean voelde hoe zijn hand zich als van nature tot een vuist balde, maar verborg de rest van de frustratie. Het zou niemand goeddoen als hij hier en nu een uitbarsting van woede kreeg. Daarbij, de kogel die uiteindelijk op Charlotte gevuurd was, was mis geweest. Dat maakte het niet goed, integendeel, maar ze leefde nog. Ze had de opmerking, het noemen van de naam, niet met haar leven hoeven bekopen. Misschien was dat al een godsgeluk.
De menigte mensen die zich om hen heen had verzameld, brak langzaam maar zeker op. Het gaf Dean de mogelijkheid om weer adem te halen, nu er niet zo veel verschillende pistolen op zijn hoofd gericht waren. Eindelijk ontspande de hand die hij om het pistool had gehad, al was hij nog niet zo ver dat zijn gehele lichaam van spanning ontdaan was. Hij vertrouwde deze kerel niet. Je schiet niet op mensen omdat ze je onderbreken, of je naam noemen. Niemand niet, op wie dan ook. Dean had nogal wat kritiek op de leefwijze van de Fireflies, op hun stijl van werken. Dit was er één van. Ze zeiden in opstand te komen tegen de hypocrisie van de overheid, maar hadden zelf een regime dat vergeleken kon worden met een communistische dictatuur. Dean zelf mocht zich dan misschien niet bewust zijn van de betekenissen van die termen, hij wist wel dat hij geen respect kon opbrengen voor mensen die op zo’n manier leefden en dan ook nog pleitten dat ze het beter deden dan de overheid. Beide groeperingen hadden gefaald, wat hem betreft. De enige reden dat hij hier was, was voor Charlotte. En, zodat hij van die papieren af kon. Ze zouden er geen medicijn mee kunnen maken, maar ze zouden er meer mee kunnen dan hij. Het liefst zou hij hier ook niet al te lang meer blijven, maar binnen enkele uren vertrekken. Hij begreep echter wel dat Charlotte dat nooit met hem eens zou zijn, niet nu de nukkige, gevaarlijk ogende man met het litteken zichzelf geïdentificeerd had als haar broer. Chris. Christian. Wist Dean veel, hij hoorde hier niet. Al helemaal niet toen deze vriendelijke, lieve jongeman zich in een omhelzing wierp met Charlotte. Het kleine zusje, de grote broer. Dean stond ernaast en keek ernaar, niet zo goed wetend wat hij nu moest doen. Zojuist had die vent nog geprobeerd op haar te schieten en nu ineens moesten ze elkaar platknuffelen? Dit was zo’n moment waarop Dean heel blij was dat hij geen familie meer had. Dit soort momenten kon hij toch niet begrijpen. De kilheid, de woede, die omgeslagen was in een omhelzing van twee oude bekenden. Shit, hij hoorde hier helemaal niet te zijn. Dat hij met haar mee was gereisd, zou geen verandering brengen in het feit dat iedereen hem hier met minachting aan zou kijken. De tatoeages waren een veel duidelijkere en makkelijkere beoordelingsmanier dan het thuisbrengen van het zusje van de baas. Als je het zo kon noemen. Dean wist niet of hij zich bij die woorden wel zo prettig voelde.
Uiteindelijk liet het tweetal met de donkere haren elkaar los. In hun ogen leken tranen te staan, hun monden leken vol tanden te zijn. Sprakeloos. Het duurde dan ook eventjes voor men zich herinnerde dat Dean hier ook stond. Chris had overduidelijk veel vragen, wilde zo veel weten, maar kon ze niet uitspreken. Niet echt. Het waren verhalen voor later, niet voor nu. ‘Wie heb je meegenomen, Char?’ vroeg hij aan zijn zus, die nog altijd wat overrompeld leek door alle dingen die in de afgelopen twee minuten gebeurd waren. Begrijpelijk.


@Amarynthia 
Amarynthia
Internationale ster



Jaren waren voorbijgegaan. Jaren waarin ze er alleen voor had gestaan. Ze had zich binnen de muren van de stad goed staande weten te houden. Ze had kennissen gehad, nietsbetekenende relaties, niet gehechte vriendschappen. Zolang ze mensen om haar heen had gehad, had ze zich staande weten te houden. Het lesgeven had voor afleiding gezorgd, zorgde ervoor dat ze niet opgezogen werd door alle herinneringen en de gevoelens die daarbij hoorde. Ze had zich gered zonder haar broer, maar had hem gemist. De jongen die altijd op haar gepast had, die ondanks zijn pestbuien wel voor haar opkwam. En nu? Nu was hij blijkbaar de leider van een grote Firefly-basis. En wie was zij? Zij was een ondergedoken vluchteling, die nu pas geconfronteerd werd met deze wereld. Niet eens echt, want met Dean naast haar had ze altijd nog een vangnet. Ze voelde zich een mislukking tegenover haar broer en dat terwijl hij er pas echt alleen voor had gestaan. Dat hij op haar geschoten had, had ze hem allang vergeven. Haar lichaam misschien niet, die stond nog steeds strak van de adrenaline, maar zij wel. Ze had niet het idee dat hij haar had willen raken, zelfs niet als hij haar niet herkend had. Het was misschien ook niet haar slimste actie geweest om zomaar door hem heen te praten. 
Hij liet haar los, zag hoe hij geëmotioneerd was door haar komst. Hij had nooit geweten wat er met hen gebeurd was, waar ze naartoe waren gegaan en of er een kans was dat ze nog leefden. Ze kon zich niet voorstellen hoe dat geweest moest zijn voor hem. Hij wierp een blik op Dean, leek zijn best te moeten doen om de afkeuring te onderdrukken. Zou hij vooroordelen hebben om het agressieve uiterlijk van de jongen? Zou hij het idee afkeuren dat ze een stel waren? Waren ze eigenlijk wel een stel? Enerzijds kon het haar geen moer schelen wat hij van Dean zou vinden; haar liefde voor hem zou niet veranderen. Het zou haar enkel wel teleurstellen. Ze zou het vervelend vinden dat Christian hem niet accepteerde, terwijl hij wel de enige was die haar gelukkig kon maken. 
Een zwakke glimlach verscheen op haar gezicht, terwijl ze de hand van Dean vastpakte en hun vingers verstrengelden. Ze hadden het er nooit over gehad, hadden nooit daadwerkelijk uitgesproken wat ze van elkaar waren, maar haar gevoelens waren overduidelijk. ‘Christian, dit is Dean, mijn vriend. Dean, dit is mijn broer, Christian.’ Ze kneep zacht in zijn hand, wetende dat haar woordkeuze hem op zou vallen en hopend dat ze hem met het zachte kneepje kon overtuigen dat ze achter elk woord stond. 
Christian leek niet heel blij met dat nieuws. Zijn glimlach verstrakte iets, maar liet zich niet kennen. Vriendschappelijk sloeg hij met zijn hand tegen de bovenarm van Dean. ‘Aangenaam. Bedankt dat je al die tijd een oogje in het zeil hebt gehouden op mijn kleine zusje.’ Deans blik was niet bepaald… hartelijk. Chris negeerde het en richtte zijn aandacht weer op haar. ‘Wat zeg je ervan als ik jullie een korte rondleiding geef? Dan kunnen we daarna verder praten,’ stelde hij voor. 
Dat klonk als een goed plan. Charlotte was al bijna vergeten waarvoor ze hier eigenlijk gekomen waren. ‘Lijkt me prima!’


@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Haar vriend. Ze noemde hem haar vriend. Ze hadden het er nooit zo over gehad, maar hij wilde het wel zo zien. Had het al zo willen zien, maar tot voor kort had het toch niet echt uitgemaakt hoe ze zichzelf noemden naar de buitenwereld toe. Nu wel en het maakte hem blij dat ze het zo zei, dat ze blijkbaar in dat opzicht hetzelfde voelden. Hij wilde dat ze zijn vriendin was. Hij wilde haar vriend zijn. Dat Chris er ietwat afkeurend op leek te reageren, al was het maar een heel subtiel trekje van zijn mondhoek, deerde daardoor al niet meer. Even was het alsof ze een officieel moment deelden, al had hij haar nooit officieel gevraagd om zijn vriendin te zijn. Hij had het wel willen doen, maar het moment was er nooit geweest. Misschien.. Misschien zou hij het ooit proberen. Voor iets anders. Maar dat was een verre toekomstdroom en hoe wist niet hoe Charlotte daarin stond. Wie weet vond ze het wel stom. Voor nu kneep hij zachtjes terug, de glimlach op zijn gezicht kon hij niet verbergen. Hij was haar vriend, Chris. Deal with it.
'Het genoegen was geheel aan mijn kant,' zei hij tegen de andere man. De woorden waren oprecht, maar op één of andere manier kon hij zich er niet toe zetten om tegen Chris te glimlachen. Het schot lag nog te vers in zijn geheugen en hij begreep niet dat Charlotte daar zo vlot overheen leek te zijn, al waren er wel meer dingen die hij niet begreep. Het zou wel een dingen tussen broers en zussen zijn, iets wat Dean toch nooit zou begrijpen. Zijn familie was dood. Geen mysterie, geen verloren familie die vijftien jaar na de uitbraak weer op zou duiken. Dood. Simpel. Niet dat hij niet blij voor Charlotte was, hij begreep gewoon niet dat het simpele feit dat ze vroeger familie geweest waren, zou moeten rechtvaardigen dat Chris op haar geschoten had. In zijn ogen niet, in ieder geval.
Ook hij stemde in met het voorstel, al vermoedde hij dat het eigenlijk niet had uitgemaakt wat hij ervan had gevonden. Ze begonnen te lopen, de grote hal door. Aan één zijde was een gigantische garagedeur, waardoor de voertuigen die in de hal stonden makkelijk naar buiten gereden konden worden. De drie andere zijdes van het gebouw hadden doorgangen naar trappen, gangen en andere ruimtes. Chris vertelde het één en ander over het gebouw, over de verschillende ruimtes en faciliteiten. Dean merkte wel dat er vooral tegen Charlotte gesproken werd, niet tegen hem. Het deerde niet, dit was exact wat hij had verwacht na de eerste afkeurende blikken. Nog steeds voelde hij ze, verbazing vermengd met minachting. Zelfs al was hij de vriend van Charlotte, die de zus van één van de grote bazen was, het maakte niet dat de blikken ophielden. Vooroordelen.
'We hebben een paar honderd man in deze basis,' vertelde Chris aan Charlotte. Dean luisterde wel mee, maar voelde duidelijk dat er niet tegen hem gesproken werd. 'Velen zijn soldaten, doen het praktische werk. Ze verkennen het gebied, zorgen dat het vrij blijft van geïnfecteerden en trekken erop uit om voorraden te verzamelen. De begane grond is de basis voor deze mensen. Hier trainen ze, slapen ze, leven ze. Op de eerste verdieping werken onze medici en technici aan wapens en natuurlijk aan een tegengif voor de infectie. Tot nu toe helaas zonder al te veel resultaat.' Even liepen ze zwijgend verder, de trap op naar de genoemde eerste verdieping. De omgeving was hier anders, deed meer aan als die in een ziekenhuis. Beneden had het een legerbasis geleken, hier een heus onderzoekscentrum.
Chris stopte met lopen toen ze bij twee grote klapdeuren aankwamen. 'Dit is een soort van kantine, als je het zo wilt noemen. Hier worden de meeste maaltijden genuttigd.'
Dean moest toegeven dat het allemaal best redelijk georganiseerd leek. Het was een grote basis, met veel mensen, maar het leek erop dat iedereen wist wat ze moesten doen en dat iedereen van elkaar ongeveer wist wie ze waren en wat ze deden. Dat maakte zowel hem als Charlotte vreemdelingen. Hij nog iets meer dan haar.

@Amarynthia 
Amarynthia
Internationale ster



Het was best indrukwekkend. Charlotte had al bewondering gehad voor het kamp van Sam, hoe zij zich staande wisten te houden in deze wereld en genoeg eten voor een grote hoeveelheid mensen verzorgden. Laat staan wanneer er honderd mensen op je schouders rustten. 
De kantine was vrij groot. Groot genoeg om honderd man in kwijt te kunnen, al zaten er nu slechts een paar enkelingen. Ze zag hun blikken wel. Niet alleen op Dean, maar ook op haar. Doordat ze haar mouwen opgestroopt had, was haar tatoeage zichtbaar geworden. Nu was zij niet zo extreem als Dean, maar ze had het idee dat ze haar niet zagen als een van hen. Het feit dat ze naast de grote baas liepen, leek hun argwaan des te meer te vergroten. 
Chris leidde hen door de tweede personage, vertelde over enkele projecten die ze hadden. Het vinden van een geneesmiddel was hun grootste bezigheid, maar daarnaast deden ze hun uiterste best de infectie beter te begrijpen. Charlotte voelde zich ineens een stuk meer onzeker over de informatie die ze meebrachten. Waarschijnlijk zou het oud nieuws voor ze zijn. 
Chris stopte voor een deur waar hij driemaal op klopte, terwijl hij zijn aandacht op het tweetal richtte. ‘Hier werkt het hoofd van alle onderzoeken. Ze is op de hoogte van alle lopende projecten. Zij zal het beste kunnen beoordelen wat we met de informatie kunnen doen die jullie hebben meegebracht.’ 
De deur werd geopend door een lange, tengere vrouw. Ze droeg een lange laboratoriumjas. Ze schoof de bril op haar neus iets dichter tegen haar voorhoofd. Haar blonde haren zaten in een slordig knotje en zagen er ietwat vettig uit. Er lagen wallen onder haar ogen, wat haar een vermoeid uiterlijk gaf. ‘Christian?’ Ze leek ietwat verrast door het plotse bezoek. Haar blik viel op het tweetal. ‘Je hebt bezoek meegenomen?’ 
‘Ingrid, dit is mijn zusje, Charlotte, samen met haar vriend, Dean. Charlotte, Dean, dit is het brein van onze basis, Ingrid.’ 
Ze begroette elkaar formeel, waarna Ingrid de deur wat verder openhield en ze naar binnen konden lopen. Het was een vrij grote ruimte. Er stond een ligstoel in de ruimte, met daarnaast een tafeltje met wielen eronder. Er stond een whiteboard bij het raam, die volstond met aantekeningen. Tegen de muur was een heel keukentje, die de vrouw als een soort scheikunde tafel had ingericht. Tegen een andere muur stond een bureau, dat vol lag met papieren. Waren al die wetenschappers zo rommelig? 
‘Charlotte en Dean vertelden dat ze wat informatie hebben.’
Ingrid glimlachte niet gemeend. Alsof ze vaker gestoord werd door dit soort mensen, vertellend dat ze nieuwe informatie hadden, die zijzelf allang onderzocht had. ‘Oh? Wat maakt het dat jullie denken dat het nieuw is?’


@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Even had hij een schuldgevoel, omdat Charlotte dankzij hem dezelfde blikken toegeworpen kreeg als hij. Ze werd direct beoordeeld op de zwarte inkt op haar huid en dat was geen positief iets. Had hij dit geweten, al die weken geleden, dan had hij haar geen voorstel gedaan voor de tatoeage. Dan had hij het erbij gelaten, enkel zijn eigen huid getekend. De inkt liet hen minderwaardig zijn aan anderen. Om iets te bewijzen, zouden ze waarschijnlijk twee, of misschien wel drie keer zo hard moeten werken als anderen. Als ze zich hier al zouden gaan bewijzen. Dean betwijfelde op dit moment of hij hier lang zou willen blijven, niet met de blikken die hij toegeworpen kreeg.
Het ontvangst in het kantoor van het hoofd van onderzoek was ongeveer net zo hartelijk als het ontvangst dat ze hadden genoten bij de ingang van de basis, met de twee kerels die maar al te graag een kogel door hun kop hadden willen jagen. Hoewel de vrouw zich nog aan formaliteiten leek te houden, zou iedereen kunnen zien dat ze moe was en geen zin had in dit soort onzin, mensen die dachten dat ze informatie hadden maar dat helemaal niet bleken te hebben. Even leek het alsof ze weer terug waren bij af, net zoals op het eerste moment dat Chris voor hun neus had gestaan en een preek had lopen afsteken over de bruikbaarheid van informatie. Dit was exact hetzelfde. Alleen was deze vrouw veel verveelder, geïrriteerder. Het was duidelijk dat ze vond dat ze haar tijd beter te besteden had. Ergens kon Dean het wel begrijpen, al had hij weinig geduld met dit soort mensen. Mensen die vonden dat ze belangrijker waren, hoger stonden dan anderen. Het had hem vanaf het eerste moment dat hij hier binnen kwam lopen al geërgerd en het was er niet beter op geworden. Charlotte had de papieren bewaard, die ze nu uit haar tas begon te halen.
Dean fronste even. Dit betekende dat hij moest vertellen waarom ze dachten dat dit nieuwe informatie was. Hij haalde zijn schouders op, misschien niet het meest geschikte gebaar in deze situatie. 'In de vijftien jaar na de uitbraak van de infectie, ben ik zoiets nog nooit tegen gekomen.' Dat leek weinig indruk te maken op deze Ingrid, die steeds meer haar interesse leek te verliezen. 'Het ging over infectie van dieren...' Er werd met ogen gerold. Dit was overduidelijk geen nieuwe informatie. '...En het effect van gewicht en bouw van dieren en personen op de ontwikkeling van de infectie.' Het was een lange, lastige zin die hij er met wat moeite uit kreeg, maar het leek de aandacht van deze Ingrid te hebben getrokken. Ze pakte de papieren aan die Charlotte uit haar tas had gehaald, scande ze snel door. Het moest onmogelijk zijn om zo snel te lezen, maar een wetenschapper was vast beter in het begrijpen van andere wetenschappers dan de gemiddelde mens. Ze maakte een zacht geluidje van verbazing, voordat ze de papieren op het bureau legde. 'Interessant,' concludeerde ze. Dat zei helemaal niets.

@Amarynthia 
Amarynthia
Internationale ster



Dat was alles? Interessant. Geen bedankje. Geen toevoegingen. Het feit dat Dean die dag bijna overleed aan een geïnfecteerd monster, leek voor hen niks te betekenen. Het frustreerde haar. Het was niet zo dat ze de lucht in geprezen wilde worden, maar ze had wel gehoopt op iets meer dan alleen het woordje “interessant”. Helemaal nadat de vrouw in eerste instantie niets van hen leek te willen hebben. 
De vrouw pakte haar klapbord op en schreef iets op. ‘Als jullie mij willen excuseren, dan ga ik graag verder waar ik gebleven was.’ Een ongemeende glimlach lag op haar gezicht. Charlotte mocht haar niet en eerlijk gezegd gebeurde dat niet vaak. 
Chris, die tegen de stoel in het midden had geleund, veerde overeind. ‘Tuurlijk. Als je me nodig hebt, je weet me te vinden.’ Hij wenkte hen mee de ruimte uit. Hij sloot de deur achter zich en terwijl hij hen naar een nieuwe plek begeleidde, begon hij te praten. ‘Sorry, Ingrid is misschien niet de meest sociale persoon, maar ze bedoeld het niet zo. Voor haar doen was deze reactie enthousiast.’ Hij grinnikte. Nou, dat was absoluut niet te merken. Het bood haar een beetje geruststelling dat Christian wel erg dankbaar leek voor de papieren. Daarnaast leek hij het wel te waarderen dat de informatie ook daadwerkelijk nuttig bleek. Waarschijnlijk zouden ze vaak genoeg oninteressante informatie verkrijgen. 
Ze waren terug naar de eerste verdieping gegaan, aan het einde van het gebouw. Chris opende de deur, waardoor ze in een relatief groot kantoor kwamen. Er stond een bureau, die redelijk geordend vol lag met verschillende papieren. Iets verderop stond een lange tafel, met daarop een uitgestrekte plattegrond, die vol gekrabbeld stond. Er was een klein zithoekje gecreëerd naast de meterslange boekenkasten. Hij had het goed voor elkaar. 
Christian moest haar verwonderde gezicht gezien hebben. ‘Best indrukwekkend, nietwaar?’ 
Glimlachend keek ze over haar schouder naar haar grote broer. Dean leek minder gecharmeerd van de ruimte, liep naar de plattegrond om die te bestuderen. ‘Absoluut. Hoe lang ben je al leider hier?’ 
‘Een paar jaar. Nadat onze voormalige leider om het leven kwam, heb ik zijn plaats overgenomen.’ 
Charlotte ging achter zijn bureau staan en een glimlach verscheen op haar gezicht. De missende foto. Chris en zij. Jong en onbezorgd. 
‘Ik kon die foto niet in het huis achterlaten,’ zei hij. Zijn stem klonk zacht en warm. De kille houding die ze vanaf het begin gezien hadden, leek compleet verdwenen. ‘Ik wil alles weten. Maar eerst, willen jullie een kop koffie?’ 
Abrupt keek Charlotte op. ‘Hebben jullie dat?’ Ze had nog nóóit koffie gehad. 
Geamuseerd knikte Chris. ‘Zeker. En voor jou, Dean?’
Dean keek wat verrast op toen hij zijn naam hoorde. ‘Doe maar water.’ 
‘Water? Wil je niks anders?’ 
‘Water is oké.’
Chris haalde zijn schouders op. ‘Oké, twee koffie en een water. Ik ben zo terug.’
Zodra Christian de kamer verlaten had, liep Charlotte richting Dean en sloeg ze haar armen om zijn middel. ‘Ben je oké?’ vroeg ze, terwijl ze zich iets uitrekte om hem een kus te geven. Ze merkte aan hem dat hij zich niet op zijn plek voelde. Zij ook niet, maar zij had haar broer. Iemand die toch wel behoorlijk wat aandacht van haar vroeg, waardoor Dean zich zo mogelijk nog meer buitengesloten voelde. Zij wilde hier het liefst nog een tijdje blijven, zodat ze haar verloren tijd met haar broer wat kon inhalen, maar ze begreep het ook als Dean het niet wilde. Ze wilde hem ernaar vragen, maar wist niet goed hoe. Misschien moest ze het niet eens voorstellen. Het zou voor Dean beter zijn als ze vanmiddag weer zouden vertrekken. Het feit dat hij zich al niet op zijn plek voelde bij Sams groep, voorspelde weinig goeds voor deze plek. Ze waren een duo, geen groepsleden. 


@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Het kantoor deed bijna aan alsof het normaal was. Alsof er buiten geen infectie speelde, maar dit gewoon een directeur van de eerste beste grote onderneming was. Het enige wat opviel, was de grote plattegrond. Deze leek een beetje op de kaart die Dean in zijn tas had gehad, maar dan met meer. Er stonden dingen aangegeven, er waren aantekeningen gemaakt. Plaatsen die ze al bezocht hadden voor voorraden, potentiële gevaren en hun eigen bunkers, met daarbij of ze nog veilig waren of niet. In het midden van dit alles, de basis waar ze zich nu bevonden. Het was nogal een netwerk, bleek.
Het verraste hem dat Chris hem niet subtiel over had geslagen bij de vraag of hij wat wilde drinken. Daarom hield hij het maar bij water, hij had geen zin om in het krijt te staan bij deze mensen. Koffie was geen normaal goed, niet iedereen had de luxe het te mogen nuttigen. Dat ze het hier hadden en uitdeelden, gewoon dronken alsof er niets aan de hand was, was een unieke gewaarwording. Toch hoefde hij het niet. Koffie. Water was vertrouwder, daar kon weinig mis mee zijn. Het was neutraler, hij wist tenminste zeker dat hij het zou lusten. Koffie was.. bitter. Tenminste, dat was wat hem wel eens verteld was door Sam en Evan. Die hadden regelmatig koffie gedronken voor de uitbraak. Ook herinnerde hij zich de geur van het spul nog wanneer zijn vader weer eens een kan aan het zetten was. Koffie. Het sprak hem totaal niet aan.
In gedachten verzonken merkte Dean niet op dat Charlotte naar hem toe was gelopen. Hij schrok dan ook eventjes toen hij haar handen om zijn middel voelde, maar ontspande al snel weer. Een flauwe glimlach verscheen op zijn gezicht. Eventjes waren ze alleen, eventjes kon hij eerlijk zijn. Hij haalde adem, sloot zijn ogen eventjes toen ze hem kuste. Er zat meer achter haar woorden verborgen dan een simpele vraag. Hij hoorde het verlangen om te blijven, maar daarbij ook de wil om rekening te houden met zijn wensen. Hij streek met zijn hand door haar lange, donkere haren. Dezelfde haarkleur als Chris, had hij opgemerkt. Daar wilde hij liever niet aan denken. 'Ze hebben vooroordelen tegen de mensen die leven zoals Sam, Evan en ik. Alsof we een stel wilde rebellen zijn, die ongecontroleerd en ongestuurd maar wat doen.' Dat was geen antwoord op haar vraag. Hij haalde zijn schouders op. 'Ik had het moeten weten, had het kunnen verwachten. Ze zullen er maar gewend aan moeten raken, want ik ben niet van plan om weg te gaan. Je broer is hier, Char. Waarschijnlijk je enige levende familielid.' Hij had ze niet meer, kon ook niet begrijpen hoe belangrijk het zou zijn. Maar het leek belangrijk voor haar, dus dan zouden ze blijven. Ze moesten maar wennen aan de tatoeages.

@Amarynthia 
Plaats een reactie
Reageer
Om nieuwe berichten te laden: ingeschakeld
Eerste | Vorige | Pagina: | Volgende | Laatste