Hier komen de laatste 3 forum topics
te staan waarop je hebt gereageerd.
+ Plaats shout
Anoniem
AWAEAEA3AEA3A3A3AEAEAWAWAEAW
0 | 0 | 0 | 0
0%
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? Klik hier om een gratis account aan te maken.

> Sluiten
Helper
14 van de 24 sterren behaald

Forum

ORPG, gedichten en schrijvers < Virtual Popstar Eerste | Vorige | Pagina: | Volgende | Laatste
O // Be aware of the choices you make
Rosalie33
YouTube-ster



Maerlynn
Langzaam lopen we door het dorp heen. De zenuwen gieren door mijn lijf, maar ik probeer zo rustig mogelijk over te komen. Ik ben geen mietje, alleen een beetje bang voor wat komen gaat. Hij heeft gezegd dat hij mij geen pijn gaat doen, dus vertrouw ik hem daar volledig op. Dan voel ik dat hij het touw rond mijn polsen wegsnijdt. 'Eindelijk,' mompel ik ietwat opgelucht, terwijl ik over mijn polsen wrijf. Ze doen best zeer door het touw, dus ik ben blij dat het eraf is. Ik kijk de jongen gelijk aan als hij mijn pols beetpakt en wil hem gelijk terugtrekken, maar zie adn dat er mensen voorbij lopen. Zal ik dit maar gewoon meespelen? Ik kan er ook voor kiezen om te gaan gillen, maar dat vind ik zo... Laf. Als ik weg wil van hem, vecht ik het één op één met hem uit aangezien dat wat eerlijker is. 
Mijn blik scant iedere burger die we passeren, maar blijft bij drie mannen hangen die er vrij chique uitzien. Ik kom tot stilstand en staar ze even aan. Waarom zij wel en de rest van het dorp niet? Schiet er door mijn hoofd. Mijn gedachtes worden ruw onderbroken waneer de jongen een ruk aan mijn arm geef. Hij schudt snel nee en trekt mij weer verder de straat door. Wat nors kijk ik over mijn schouder naar de mannen, die lachend staan te praten met elkaar. Walging, dat is wat ik voel. Ik haat de mannen niet, maar het feit dat zíj wel rijk zijn en er gezond uitzien, en de rest van het dorp gewoon niet. Als zij nou wat meer aandacht voor het volk hebben, dan is het probleem hier ook weer opgelost. 
Na een tijdje merk ik pas hoe zeer mijn voeten doen. We lopen al een behoorlijke tijd naar mijn idee, en ik heb het gevoel dat ik elk moment in elkaar kan storten. Wat vermoeid kijk ik opzij naar de jongen, die nog altijd vrij relaxt lijkt ondanks het feit dat hij een dief bij zich heeft. Hoe hij het hoofd zo koel houdt, is en blijft een raadsel voor mij.
Account verwijderd




Luke
Eindelijk komen we bij mijn huisje uit, die niet midden in het dorp ligt, maar aan de rand van de andere kant van het bos én het dorp. Waarom we niet gewoon dóór het bos hier heen liepen, en persee een omweg moesten nemen? Ik vertrouw het niet helemaal meer, ondanks ik nu zo maar iemand bij me heb, waarvan ik het idee heb dat ze mij al langer achtervolgt in het bos. Wie weet zit er wel nog meer verschuild in het bos? Nou ja, oké dat kan ik niet zeker weten, maar ik heb zo'n idee... Het gaat me er meer om dat als ik mensen om me heen heb, die haar niet kennen, dat ik wéét ik dat mij niks kan overkomen in ieder geval. Ik weet dat mijn vader rond deze tijd is gaan werken. Hij werkt als smid, zo'n 9,5 uur per dag. Van 13.50 t/m 22.00 en is altijd ook súper moe als hij na een lange dag werken thuis komt, maar gelukkig krijgen we er wel genoeg geld voor, vergeleken de meer arme mensen. Dus we hebben niet echt te klagen, vind ik. Ik stap het plateautje op, met nog steeds het meisje haar arm in m'n hand. De voordeur is nooit open, omdat ik weet dat hier toch nooit iemand komt, behalve mijn vader en Devy. Dus waarom zouden we? Ik maak de voordeur open, en zet een stap naarbinnen, terwijl ik weer een ruk aan m'n arm krijg, omdat ze blijft staan. Ik zucht, en trek iets harder aan haar arm, waarna ze voorzichtig meeloopt naar binnen. Ik ben nog niet van plan om haar méteen op te sluiten in mijn kelder, wat ook wel laf zou zijn als ik haar nog niet eens haar verhaal heb laten doen. 'Kom maar mee'. Ik win haar vertrouwen, en krijg het voor elkaar dat ze met mij mee loopt naar een kamer, waarna ik naar een stoel wijs waarop ze mag gaan zitten. Tijd voor de ondervraging.

Rosalie33
YouTube-ster



Maerlynn
Een zucht van opluchting verlaat mijn mond wanneer we naar een huisje lopen, maar tegelijkertijd wordt mijn angst ook weer groter. Wat wil hij in vredesnaam hier binnen doen? Ik wil niet meer, ik wil terug naar het kamp toe. Verstijfd blijf ik buiten staan, en ik voel dat de jongen naar binnenloopt. Ik geef geen kick en staar met grote ogen naar het huis. Ik dúrf gewoon niet. Wat nerveus kijk ik hem aan, maar toch zet ik een stapje naar binnen. Langzaam loop ik achter hem aan, terwijl ik goed om mij heen blijf kijken. Het eerste wat ik heb geleerd toen ik met Arthur in het bos ging leven was dat ik alert moest blijven. We wisten nooit wat zich verschool in het bos, dus hielden wij één voor één de wacht. Langzaamaan vertrouwden wij het wat meer en gingen we ook beide slapen, maar alsnog krijg ik soms de kriebels als ik 's nachts in mijn hut lig en buiten de hut wat geritsel hoor. We komen tot stilstand bij een kamertje waar een stoel staat. Hij wijst een stoel aan als teken dat ik daar kan gaan zitten. Langzaam schud ik mijn hoofd, en ik merk dat de moed in mijn schoenen zakt. Ik dacht dat ik dit wel aankon, maar blijkbaar niet. Ik sta erbij als een verslagen iemand, die geen kant meer op kan. Toch loop ik de kamer binnen in de richting van de stoel. Nu kan ik echt geen kant meer op. De uitgang wordt versperd door hem dus ik kom daar sowieso niet meer langs. Ik leg mijn hand op de rugleuning en kijk de jongen aan. Ik wil dit niet, echt niet. Ik weet ook niet wat er komen gaat, wat mij dus nog banger maakt. Ik kijk langs hem heen naar de ruimte die ik heb om te vluchten. Ik ga het gewoon proberen, denk ik bij mijzelf. Het kan lukken, maar ook niet. In één keer ren ik om de stoel heen en loop ik de jongen half omver, terwijl ik de kamer uitren en op een gangetje terecht kom. Even weet ik niet meer waar ik vandaan kom, en kijk ik wat verward om mij heen. Veel tijd heb ik niet, ik heb geen tijd als ik er zo over nadenk. Ik besluit maar om linksaf te slaan en ren gauw door. Tot mijn grote opluchting zie ik de buitendeur al. Mooi, ik ben zo weg hier. Ik moet en zal wegkomen hier, al is dit het laatste dat ik doe.
Account verwijderd




Luke
Eindelijk, ze zit. Tot mijn grote opluchting leun ik wat met m'n rechterschouder tegen de smalle muur aan, die best gespierd is terwijl ik wacht totdat ze gaat zitten. Nu kan ze mij eens haarfijn uitleggen tot in de details waar ze allemaal mee bezig is. Ik hou het goed in de gaten, terwijl ik constant haar richting uit blijf kijken, en frons m'n wenkbrauw. 'Komt er nog wat van?' Het begint een beetje lang te duren... Ze blijft maar staan, en scheef wegkijken, met haar donkere ogen... Wat wilt ze toch in vredesnaam bereiken? Ze weet hopelijk nu toch wel dat ik haar overmeesterd heb? Totdat ze mij tóch op een gegeven moment te snel af is, en langs me weg zoeft. Ik probeer haar nog beet te pakken, maar grijp net ernaast. Shit! Snel draai ik mij om, en ren zo snel mogelijk als ik kan achter haar na. Ren, eerder een sprint! Damn... Hoe heb ik dit nu kunnen laten gebeuren!? Ik blijf eventjes staan, en begin te hijgen. Opeens besef ik me dat ze niet erg ver weg kan zijn, in deze halve minuut. Ik sta zo 15 meter voor m'n huis, in het bos. Een diepe zucht verlaat m'n mond, met de gedachten dat ik haar niet meer zal gaan vinden met al die bomen om me heen... Het is al redelijk donker, de halve maan schijnt fel. Ik houd m'n rechterhand als een kapje voor m'n voorhoofd, maar nee, ik zie niemand. Ugh, ik zat zó dichtbij. Ik had haar gewoon moeten vasthouden, grrr... Met wat gemompel kijk ik nog wat om me heen, ook al heeft het geen zin meer. Accepteer het gewoon. Het is nu gebeurd. Ik heb niet meer genoeg adem om nog verder te gaan sprinten. Het is al een wonder dat ze zich de eerste keer over gaf, maar ze is mij gewoon te slim af geweest. Ik ben een verliezer, dát ben ik. Misschien is die andere jongen ook wel gewoon beter af. Iemand die niet met zich een spelletje laat spelen... Ik sluit m'n ogen even, en haal diep adem. Ik kan maar beter naar binnen gaan. Het begint koud te worden, en ik ben erg moe. Het is voorbij.
Rosalie33
YouTube-ster



Maerlynn
Ik ren zo hard ik kan het dichtbegroeide bos in zonder op of om te kijken van de weg voor mij. Ik moet doorzetten nu. Straks verpest ik het door achterom te kijken of zo. Na een tijdje, als ik zeker weet dat ik ver genoeg ben van de jongen, draai ik mij even om. Hijgend tuur ik in de duisternis, maar ik zie niets anders dan de bomen om mij heen. Het is mij gelukt, hij is weg. Met een beverig lachje leun ik tegen een boom aan. Niet te geloven dat ik het geflikt heb. Plotseling schiet er door mijn hoofd dat dit huisje niet in de buurt van mijn kamp zit, wat dus kan betekenen dat ik aan de andere kant ervan zit. Ik gaap kort en kijk vervolgens naar de maan. Ik ben ontzettend moe nu, en ik ben bang dat ik het niet volhoud om de weg nog te vinden naar mijn kamp. En daarbij, je ziet gewoon niet waar je loopt nu het zo donker is, dus ik kan maar beter in een boom klimmen en gaan slapen straks. 
Geschrokken kijk ik achterom als ik wat in de bosjes hoor ritselen ik trek gelijk mijn mes uit mijn laars. Met het mes in mijn hand geklemd focus ik mij op de bewegende struiken, terwijl ik er langzaam naar toeloop. Net voordat ik er ben komt er wat uitgesprongen. Ik slaak een kleine kreet, maar zie algauw dat het gewoon een konijn. Zuchtend kijk ik naar het diertje. 'Laat mij toch niet zo schrikken kleintje,' grinnik ik ietwat opgelucht terwijl ik het mes weer wegdoe. Het beest huppelt snel langs mij heen richting een holletje in de grond. Ik zucht een keer onhoorbaar en blijf een tijdje naar het holletje staren, maar ga vervolgens een boom in. Ik zoek een boom uit met wat lage takken, aangezien ik niet al te lang ben en daarom niet bij de langere takken kom vanaf de grond. Wanneer ik hoog genoeg zit in de boom en het gevoel heb dat niemand mij kan zien vanaf de grond, kijk ik weer even door het bladerdak heen naar de heldere hemel boven mij. 
Account verwijderd




Luke
Ik ontsluit mijn ogen, en kijk nog even of ik wat ziet, in de donkere 'diepte' van het bos. Maar helaas, er valt weinig op te merken nu het al zo donker geworden is. Ik draai me om, en besluit naar binnen te gaan, want het wordt inmiddels ook al koud. Langzaam leg ik m'n vingers over de deurknop heen, en trek de deur open. Mijn vader zit binnen, in de woonkamer. Onze woonkamer is eigenlijk best gezellig, maar niet al te groot. Rode gordijntjes, lantaarntjes en kaarsjes op de vensterbank... Een zwarte, kleine, ouderwetse tv, en tot slot 2 groene banken waar je zó in wegzakt. Ik plof neer, op de andere bank en glimlach naar mijn vader die links van mij zit. 'Zoon! Waar kom jij vandaan?' Een kleine, bescheiden glimlach verschijnt op mijn mond, omdat ik me nu eigenlijk besef dat ik teminste véél moeite ervoor gedaan heb. Ik heb het teminste geprobeerd. M'n vader gaat verder: 'Ik maakte me zorgen om je.' hoor ik, wanneer ik zijn moedloze blik zie. Die arme man denkt soms dat ik beter zonder hem af ben. Ik sta op, en ga naast hem zitten terwijl ik mijn linkerhand op zijn schouder leg. -'Dat hoef niet, vader.' Laat ik hem maar niks vertellen over mijn mislukte actie vandaag, denk ik, totdat hij mij nogmaals vraagt waar ik was. Oké oké, ik kan niet liegen tegen mijn vader. Het is bijna het enige wat ik heb, aan liefde... Ik vertel hem wat er gebeurd is vandaag, van vanochtend in de area, tot 's avonds in het bos. Eerst kijkt hij mij even verbaasd aan, maar dan voel ik een geruststellend klopje op mijn rug. 'Ik ben trots op je, zoon'. Gelukkig dat ik vader nooit telleur stel. -'Maar ik wil wel dat je het morgen aan de koning gaat opbiechten.' Een kleine zucht verlaat mijn lippen wanneer ik die zin goed opneem. Hmpff, dit is nog het moeilijkste van alles. Mijn vader zegt dat ik naar bed moet gaan, dat het al laat is en ik morgen vroeg weg moet, dus ik gehoorzaam hem, en ga slapen. Hoe zou de koning wel niet reageren, vooral nu? Ik denk super teleurgesteld, of misschien zelfs wel kwaad... Ik heb hier zó geen zin in. Maarja, ik moet doen wat goed is. Zo ben ik nu eenmaal.
Rosalie33
YouTube-ster



Maerlynn

Just close your eyes
The sun is going down
You'll be alright
No one can hurt you now
Come morning light
You and I'll be safe and sound

Neuriënd kijk ik nog steeds naar de sterren boven mij. Het maakt mij altijd zo rustig, ik weet niet waarom. Waarschijnlijk komt het doordat mijn moeder en ik vroeger veel naar de sterren keken samen. Ze leerde mij ontzettend veel. Van de stand van de planeten tot aan de sterrenbeelden aan de hemel. Dat is dan ook altijd wel een zwakte voor mij geweest, omdat ik altijd aan mijn moeder moet denken door de sterrenhemel. Een klein glimlachje vormt zich op mijn gezicht, en ik merk dat al mijn spanning voor een moment helemaal weg is. Ik heb mij in tijden niet meer zo gevoeld, en ik moet toegeven dat ik er echt ontzettend van geniet. Meestal heb ik geen tijd om zo stil te staan bij dit soort dingen, omdat ik 's avonds wel eens de wacht houd in ons kamp. We hebben een tijd gehad waarin we bijna onze plek hadden verraden, en daarom moesten er iedere nacht wat mensen op de wacht staan. Het was een verschrikkelijke tijd, maar gelukkig heeft niemand ons ontdekt. 
Ik gaap kort en voel dat ik mijn ogen moeilijk open kan houden. Het is al heel laat, dus ik moet ik denk ik maar eens een poging gaan wagen om te slapen. Ik ga wat beter tegen de boom aan zitten en leg mijn handen in mijn schoot. Wanneer er een klein, koud briesje langs mij heen strijkt, pak ik gauw mijn cape en sla ik hem wat meer om mij heen, zodat het wat minder koud is. Vervolgens sluit ik mijn ogen, en val ik in een diepe, rustige slaap.

Door wat fluitende vogels word ik wakker. Ik knipper een aantal keer met mijn ogen en kijk eerst wat verbaasd om mij heen, maar snap dan waarom ik in een boom zit: het was te laat om dat hele bos nog door te lopen naar mijn kamp. Voorzichtig klim ik de boom uit, waarna ik mij even uitrek. Hier ergens in de buurt zit volgens mij wat water, dus loop ik maar in oostelijke richting. Na een tijdje zie ik inderdaad een bron, waar ik mijn gezicht even was. Ik zat nog onder de modder van gisteren toen ik achterna werd gezeten door die jongen, dus voelt het wel even goed om mij te wassen. Misschien kan ik mij ook helemaal wassen... Ik kijk gauw om mij heen en merk dat er niemand is. Wat verwacht je dan ook zo vroeg in de morgen? Voorzichtig kleed ik mij uit en ga ik het water in. Ik blijf er niet al te lang in, maar lang genoeg om mijn lichaam schoon te krijgen. Dan, als ik helemaal klaar ben, stap ik het water uit en kleed ik mij zo snel mogelijk aan. Weer kijk ik om mij heen, maar er is echt niemand. Ik had wel mijn ondergoed aan toen ik het water in ging, dus de dieren die mij hebben gezien zagen mij, gelukkig voor hen, niet naakt. Ik grinnik zacht bij die gedachte, maar zet hem weer gauw mij af. Ik kijk even om mij heen en loop vervolgens weer terug naar de boom waar ik in sliep vannacht. Het mes heb ik daar blijkbaar op de grond laten liggen toen dat konijntje de struiken uitkwam en naar zijn holletje ging. Ik raap het op en steek het weer in mijn laars. In mijn laars zit een dik, lederen vakje waar ik het mes altijd in stop, aangezien het veel te gevaarlijk is om hem los in mijn laars te steken. Straks bezeer ik mijzelf nog voor niets. 
Account verwijderd




Luke
-PLOF-
Ik schrik wakker, en schiet overeind. Wat was dat? Volgens mij kwam het van de kant af bij mijn raam... Rustig sta ik op, en leg m'n handen leunend op het venster, en trek het raam open. Ik leun even uit t' raam, en buig voorover. Een dooie duif maar. Zeker met een smack tegen het raam aangevlogen. Ik trek het raam dicht, op een kier, en rek m'n armen hoog in de lucht uit, terwijl ik de woonkamer inloop. Vader is er niet, naar de stad zeker, om groente en brood bij te halen. Het is namelijk bijna op, want ik had gister ook geen ontbijt meer gegeten. Nou ja, het is prima te doen voor iemand die zoveel energie heeft. Ik pak wat allerdaagse kleding uit de kast, die mij een stuk aantrekkelijker maken dan mijn gele riddergewaad met mijn zwarte, lange, stoffen jas. Mijn kleding ligt nog buiten te drogen aan de waslijn, ik zie het zonnetje schijnen dus dat zal geen probleem zijn. Ik trek een grijze trui aan, met een korte broek aan. Mijn fijnste kleding die ik heb. Ik loop naar de keuken, en pak de doos met cornflakes en een pak nieuwe melk. Eigenlijk moet ik eerst altijd het oude pak opmaken... maar aangezien vader toch naar de stad gaat vandaag, maak ik daar even een persoonlijke uitzondering voor. Ik gooi het bij elkaar, roer wat, en eet op mijn gemak terwijl ik er een krantje bij pak. Ik ben al vergeten wat er gister gebeurd is, maar weet wel dat ik zo nog even iets moet gaan doen. Wanneer m'n eten op is, ga ik meteen naar buiten. Hoe ga ik dit het best vertellen? 'Ik ben hem gesmeerd omdat ik Maerlynn McLean op de hoede zat, maar ze mij ontglipt is?' Dat is toch een voorschut... Dat kan ik echt niet maken. Hmm ja, ik heb nog een hele tijd om er over na te denken in de buitenlucht, terwijl ik door het bos loop. Ik steek m'n handen in mijn trui, en besluit maar van het positieve uit te gaan. Ik loop fluitend over het grindpaadje, alsof er nooit wat aan de hand geweest is. Sterk blijven is héél belangrijk.
Rosalie33
YouTube-ster



Maerlynn
Ondertussen heb ik al een klein ontbijtje samengesteld van wat brood dat ik blijkbaar nog van gistermiddag in mijn kleine heupzakje had, wat bessen die ik heb geplukt en een aantal noten. In alle rust eet ik ze op, zittend op een boomstronk. Wat er gisteren is gebeurd was eenmalig, aangezien ik niet meer in contact wil komen met die jongen. Hij is waarschijnlijk ontzettend boos doordat ik aan hem ben ontsnapt, dus ik wil niet weten hoe het afloopt als ik hem straks tegen het lijf loop. Nadat ik mijn ontbijtje op heb, kom ik weer overeind. Ik baal er wel van dat ik mijn boog niet meer heb, die heeft de jongen van gisteren van mij afgepakt. Ook mijn pijlen zijn er niet meer, die liggen ergens kapot in het bos als het goed is. Zuchtend staar ik naar wat takken die verspreid over het grondoppervlak liggen. Voorzichtig raak ik er eentje op en bekijk ik het is goed. Hier kan ik misschien wat nieuwe pijlen van maken. Er ontstaat een zwakke glimlach op mijn gezicht bij die gedachte. Tja, je moet ergens beginnen. Het is slimmer als je met de boog zelf begint, maar ik heb hier helaas geen touw om de boog mee aan te spannen. Zuchtend laat ik mijn armen weer zakken. Wat heeft het dan voor een zin om takken te slijpen? Ach, ik kan het altijd doen voor het geval dat, maar alsnog. In het kamp hebben we nog genoeg bogen. Het kamp. Mijn ogen worden groot als mijn gedachtes er weer naar afdwalen. Arthur zal wel doodongerust zijn. Straks is hij mijn gaan zoeken en is hij nog iemand tegengekomen... Het takje valt uit mijn handen bij die gedachte en komt met een doffe klap op de aarde onder mijn voeten terecht. Shit, straks is hij nog gewond geraakt omdat hij mij wilde zoeken. Eerlijk gezegd heb ik geen idee waar ik mij nu bevind in het bos, aangezien ik dit deel nog nooit heb bewandeld. Ik weet wel door de tocht die de jongen en ik gisteren liepen, dat ik heel ver van het kamp zit op dit moment. Even kijk ik om mij heen, denkend in welke richting ik het beste kan gaan. Ik besluit maar om richting het noorden te lopen zonder enig idee te hebben van waar het kamp nu precies is.
Account verwijderd




Luke
Mijn voeten knisperen over het grindpad, terwijl ik stevig doorloop. Ik voel me best nerveus nu eigenlijk... Wat zal ik gaan zeggen? is de grootste vraag voor mij nu. Eigenlijk vraag ik mij niet eens meer echt af, waar het meisje nu naartoe is gevlucht, dat boeit mij ook niet meer echt. Even veeg ik wat zweet van m'n voorhoofd af, het is vandaag weer eens zo'n warme dag, en ik kán slecht tegen de warmte...Tijd voor een pauze. Soepeltjes laat ik mijn rugzak van mijn ene schouder afglijden, terwijl ik mijn andere arm eruit steek, en hem neerzet op de grond. Ik hurk op m'n knieeen neer om hem open te ritsen, en zoek mijn flesje water. Ah, found it. Terwijl ik de dop eraf draai, neem ik een grote slok en schud mijn hoofd eenmaal, waarna ik een hand door mijn haren haal om het glad naar achteren te strijken. Rustig kantel ik het flesje omlaag, en vang wat water in mijn handpalm op, dat ik in mijn gezicht wrijf. Verfrissend! Ik maak m'n hand een beetje droog aan mijn broek, en draai de dop terug. Het flesje stop ik in het zij-vakje van mijn rugzak, en hang hem weer over mijn schouders heen. Oké, let's go. Ik loop weer verder, terwijl mijn rugzak wat op m'n rug mee-hobbelt door mijn passen. Ik voel me meteen al wat beter, door deze frisse verkoeling. Mijn haren zitten n' beetje ruig, met wat bruine lokken voor m'n gezicht. Ik heb Devy al een tijdje niet meer gezien. Hoe zal het nu met hem gaan, en waar zal hij zich nu bevinden? Ik hoop voor hem dat hij terug gekeerd is naar zijn huis... Hij zal vast ook opzoek naar mij zijn, aangezien wij elkaar niet meer gezien hebben sinds gisteren. En Gizmo? Misschien ligt dat arme dier wel ergens onder een afgebroken boomstam, ik wil er niet aan denken pff... Ik weet dat het een sterk paard is, en veel kan hebben, maar toch. Het weer van gister, was echt noodweer. Hij zal wel helemaal natgeregend zijn en kou gevat hebben. Ik moet hem echt terug vinden... dat is belangrijker dan mijn fouten voorleggen aan de koning. Het liefst hoop ik natuurlijk dat ik hem hier nog levend tegenkom, maar het bos is zo gróót... die kans is wel heel klein... Ik loop nog een aantal meters verder het bos door, en mijn blik valt op een paar druppels bloed in het gras. Met grote ogen, geschrokken, kijk ik er na, en zie een klein baby-vosje er naast liggen. Aww, dat arme ding! Zijn hele voorpootje ligt open... Die is waarschijnlijk aangevallen door een wild zwijn, of een stroper... Of door het noodweer van gister? Langzaam buk ik, zet een klein glimlachje op. 'Hey kleine.' en houd m'n hand voor. Haha, het kriebelt, die snorhaartjes van hem terwijl hij mijn hand van top tot teen besnuffeld. Ik weet dat ik hem niet zomaar hier kan achterlaten. Zo'n beestje is nog te onverantwoordelijk om zichzelf te redden. Weer laat ik m'n rugzak rustig afglijden, en trek mijn grijze trui uit, waarin ik vervolgens het kleine beestje wikkel. Ik hang m'n rugzak weer om, en til hem in mijn trui op. Ik kan beter er mee terug naar huis lopen dan maar... en draai me vervolgens weer om. Ik klem hem een beetje in m'n armen vast, en hoor hem zachtjes piepen terwijl ik wat moed influister, maar dan...
Rosalie33
YouTube-ster



Maerlynn
Na een tijdje te hebben gelopen geef ik de moed op. Voor mijn gevoel loop ik echt rondjes zonder dat ik dat ook echt wil. Met een diepe zucht ga ik tegen een boom aan staan. De gevolgen zijn best groot van het noodweer dat gisteren hier over trok. Vele takken versperren sommigen paadjes en hier en daar liggen er ook bomen om. Hoe het met het kamp is weet ik ook niet, aangezien ik nu écht de weg kwijt ben. Wat vermoeid ga ik tegen de boom aan zitten met mijn gezicht in mijn handen. Waarom was ik gisteren zo stom geweest om naar dat riddergevecht toe te gaan? Tot nu toe heeft het alleen maar voor ellende gezorgd. Als ik gewoon met Arthur was meegelopen, was er niks aan de hand geweest. Dan waren we allemaal nog veilig in het kamp zonder dat er iemand opeens spoorloos verdwenen was. Ik schrik als ik plotseling wat hoor vallen naast mij, maar zie tot mijn grote opluchting dat het maar een dennenappel was die uit de boom viel waar ik nu tegen aan zit. Langzaam hijs ik mijzelf weer omhoog. Ik kan hier moeilijk de hele tijd blijven zitten. Als ik het kamp niet kan vinden, kan ik altijd nog naar het dorp gaan... Ja, het dorp! Vanaf daar weet ik de weg wel weer. Met een opgelucht glimlachje loop ik weer terug naar waar ik vandaan kwam, om vanaf daar de weg naar het dorp te vinden. Het is wel een risico dat ik neem omdat ik weer dicht in de buurt van de jongen zijn huis kom, maar het zal wel goed gaan dit keer. Als ik gewoon wat beter oplet en mij niet overgeef overleef ik het heus wel. 
Het grind onder mijn voeten knispert redelijk hard. Er lijkt wel geen eind te komen aan dit pad. Ik heb dit pad nog nooit bewandeld, maar het zal waarschijnlijk wel buiten het bos eindigen. Dat vind ik eerlijk gezegd ook al prima, aangezien ik dan alleen nog maar naar het dorp hoef te zoeken. Zachtjes begin ik weer wat te neuriën, iets wat ik maar al te graag doe. Toen ik wat jonger was, zong ik best vaak met Arthur om de kinderen in slaap te krijgen. Hij omschreef mijn stem als warm en rustgevend. Sindsdien durf ik eigenlijk niet meer te zingen. Het klinkt gek, maar hij heeft mij echt in verlegenheid gebracht daarmee. Ik verzon iets anders om de kleinere kinderen te laten slapen, en gelukkig werkte dat ook. Tja, verhaaltjes doen het altijd wel goed. 
Mijn gedachtes worden ruw onderbroken wanneer ik voel dat ik tegen iemand opbots. Met een harde klap kom ik met mijn gezicht op het grindpaadje terecht. Let toch eens een keertje op waar je loopt, Lynn, denk ik bij mijzelf. Wat moeizaam duw ik mij overeind met mijn armen, waardoor ik dus op de grond zitten. Ik kijk even omhoog naar degene waar ik tegen op ben gebotst en zie tot mijn grote schrik dat het de jongen van gisteren is. Mijn instinct zegt dat ik moet vluchten, maar hetgeen dat hij in zijn armen heeft trekt gelijk mijn aandacht. Het is een gewond vosje. Langzaam kom ik overeind en ik van het vosje naar de jongen. Wat doet hij in vredesnaam zo vroeg in het bos? Heeft hij niets beters te doen of gaat hij gewoon ergens naartoe?
Account verwijderd




Luke
Wanneer ik even niet oplet, voel ik dat iemand tegen mij aanbotst, en ik vervolgens een harde klap in het grind hoor. Snel kijk ik omlaag, en zie tot mijn grote verbazing het meisje van gisteren voor mijn neus liggen. Dat was een smack, zeg. Ze kijkt nu omhoog naar mij, en bekijkt mijn gezicht met van top tot teen... Luke, je mag haar niet wéér uit het oog verliezen! Maar in mijn beide handen heb ik het vosje vast, dus haar op de grond duwen en vasthouden gaat mij niet lukken... Wat doet zij hier nog in het bos? Als ze slim was, was ze al lang terug gekeerd naar haar kamp. Ik vraag mij nu af of ze de weg misschien kwijt geraakt is, of dat ze het gevaar juist misschien wel opzoekt? Dat zou dom zijn van haar, als dat zo is... Net zoals dit meisje, zouden de mensen in mijn dorp nu trouwens zéker een slechte indruk op mij hebben. ''De jongen die gevlucht is omdat hij t' niet aan durfde en ook nog eens verliest van een meisje'' Ugh, die gedachte al... Ze zullen wel n' hekel aan mij hebben nu, en denken dat ik niet veel voorstel... Maar ik ben niet slecht, of zo... In tegen deel, ik help juist graag mensen, vooral die goed doen... Ik neem het vosje in mijn ene, best wel gespierde arm. Het enige wat ik aanheb is een blauw t-shirtje, waarin mijn buikspieren redelijk goed opvallen. Langzaam buk ik, en voorzichtig leg ik mijn duim op haar schaafwond, en ga er overheen. 'Heb je je bezeerd?' Ik weet niet waarom, maar ik krijg een lichte blos op mijn wangen, en voel mijn wangen gloeien. Ik schud een keertje met m'n hoofd zodat een aantal lokken half voor mijn gezicht vallen. Ik kan maar beter even vriendelijk blijven tegen haar nu ik toch niet kan ingrijpen Een dier dat half op sterven ligt is mij nu belangrijker dan een ''dief'' oppakken. Ja, ik heb ook een hart voor dieren. Totdat mij hand wegduwt wordt, met een schuwe blik. Maar ze blijft staan, terwijl ze mij intimiderend aan blijft kijken en ik mij blijf afvragen; Waarom?
Rosalie33
YouTube-ster



Maerlynn
Zijn aanraking wekt tot mijn grote verbazing wat angst bij mij op, en uit reflex duw ik zijn hand weg. 'Blijf van me af.' Ik tril van top tot teen en sta vastgenageld aan de grond. Waarom ren ik nou niet weg? 'Wat doe jij hier?' Vraag ik uit het niets aan hem. Ik kijk kort om mij heen, maar richt mijn aandacht algauw weer op de jongen. Dit keer laat ik mij niet zomaar pakken. Kort kijk ik weer naar het diertje. Het is best sneu om het zo te zien, maar toch ontstaat er een lichte grijns op mijn gezicht. Niet zozeer omdat dat diertje gewond is, maar omdat hij niks kan nu. Hij is druk bezig met het vosje en zal het verzorgen totdat het beter is. Daarna zal hij waarschijnlijk wel weer opzoek gaan naar mij of zo. Met nog steeds een grijns op mijn gezicht, kijk ik de jongen aan. 'Toch bizar dat ik steeds weer weet te ontsnappen aan je hm? Ook nu kan ik gewoon weglopen omdat jij dit vosje in je armen hebt.' De toon waarop ik het uitspreek is erg spottend, wat totaal niet mijn bedoeling was. 'Je moet meer pit en woede in je hebben om mij tegen te houden, want jouw gouden hartje zal mij nooit meekrijgen,' zeg ik vervolgens schouderophalend. Ik zet een aantal stappen achteruit en doe mijn cap weer op. Als ik achter mij kijk, zie ik in de verte al wat huisjes. Het dorp. 'Hey eh, ik ga er maar weer eens vandoor. Leuk je weer eens gezien te hebben en ik hoop stiekem ook dat dit echt de laatste keer was,' zeg ik vervolgens tegen hem. Een klei lachje verlaat mijn mond als ik weer in mijn hoofd haal dat ik voor de tweede keer zowat aan hem ontsnapt ben. Hij ziet er zo sterk uit, maar zijn hart houdt hem echt tegen. Als hij het gevoel van medelijden nou eens aan de kant zet, kan hij behoorlijk wat schade aanrichten... Ik slik kort bij die gedachte, draai me om en ren weer weg van hem. Ik ga maar eens in het dorp kijken of er nog wat te beleven valt, en daarna ga ik weer terug naar het kamp. Terug naar mijn huis.
Account verwijderd




Luke
'Uhm, sorry...' en ik haal m'n arm weer van haar weg. Wat maakt dat jou uit, wat ik hier doe? Ik ga er maar niet op in. Ik klam het diertje goed tussen m'n armen vast, wanneer ik haar grijns zie. Alsof ze iets van plan is... 'Het is dat ik een gewond dier vast heb, maar anders dan had ik je. En nu for real. Je hoeft trouwens niet te zeggen wat ik wel en niet moet doen, want ik weet heel goed zelf wat ik wil doen.' Wanneer ze zegt dat ze hoopt mij niet meer terug te zien, knijp ik een oog halfdicht en frons met m'n wenkbrauw. Scheiterd... Wanneer ze zich weer omdraait, en hard wegrent, laat ik haar gaan. Ik heb namelijk een idee in petto. Ik grijns lichtjes. Ik ga haar namelijk niet verminken, maar doen alsóf. Ik wil haar namelijk nog wel een keertje terug zien en haar de angst van haar leven bezorgen. Het voelt nu als een soort van strijd tussen ons. Wie hier nu de 'winnaar' is van ons beide. Wandelend loop ik rustig terug naar mijn huis, om het diertje eerst een tijdelijke huisvesting te geven totdat het oud genoeg is om de natuur in te gaan. Ik kan wel wat gezelschap gebruiken eigenlijk! Ik zie dat het beetje in slaap gevallen is, en streel zachtjes een aantal keren door zijn vacht. Wanneer ik weer terug kom, en binnen kom, loop ik naar m'n slaapkamer, waar ik mijn kast opentrek en een dikke laken uithaal. Die leg ik neer als een soort 'nestje' naast mijn bed, en haal het beestje uit m'n trui die ik over m'n stoel hang. Maar, nu nog de vraag... wat eten ze eigenlijk? Nadenkend loop ik naar de keuken, pak een emmer van de kast af, en vul hem met koud water. Die zet ik naast het vosje neer, en leg m'n armen tevreden over elkaar heen. Hij zal nu vast nog geen honger hebben, dus dat komt later wel. Maar eerst... Ik hoorde dus dat die meid eerst even een kijkje in het dorp ging kijken, en daarna terug naar haar kamp gaat. Dus ik weet wat mij te doen staat, haha. 'Hmm...' ik denk even na. Ik ga mij zelf niet zoals haar vermommen. Ik ben niet zo laag. Mensen mogen best weten wie ik ben, en ik ben trots op wie ik ben. Ik hang m'n rugzak weer over mijn schouders heen, waar een flesje water in zit en wat touw. Veel zal ik niet nodig hebben. In mijn broekzak zit tenslotte nog mijn hand mesje, die zo scherp geslepen is inmiddels dat als ik hem op iemands huid zet het al een snee veroorzaakt. Tijd om te laten zien wie hier nou het slimste is. Ik trek de houten poort achter me dicht, wanneer ik naar buiten loop.
Rosalie33
YouTube-ster



Maerlynn
Het is aardig druk op straat en ik baan me een weg door de menigte. Ik heb nog nooit meegemaakt dat het zo druk was, maar ik vind het wel fijn aangezien ik minder opval zo. Eén keer ben ik herkend in een dorpje, en dat heb ik geweten ook. De meeste armen waren mij dankbaar en waren zo hard aan het praten, dat zij de aandacht van de wachters bijna trokken die er rondliepen. Sindsdien probeer ik zo onopvallend mogelijk te doen en hier en daar wat van de rijken weg te halen. Tja, ik wil niet opgepakt worden na jaren mooie prestaties te hebben geleverd. 
Wanneer ik in mijn heupzakje voel, merk ik dat er nog wat goudmunten in zitten. Wat verward haal ik ze eruit. Ik dacht dat ik alles al had uitgedeeld de laatste keer. Ik kijk even om mij heen, zoekend naar een persoon die het nodig zal hebben nu. Er ontstaat een kleine glimlach op mijn gezicht als ik een klein meisje bij de bakker zie staan. Langzaam loop ik op ze af. 'Meneer, ik heb maar drie goudmunten,' hoor ik haar vanaf hier zuchten. 'Het spijt mij echt lieverd, maar dit kost zes goudmunten,' zegt de bakker hoofdschuddend. 'Hey,' zeg ik wanneer ik bij ze sta. Ik ga door mijn hurken en kom zo op ooghoogte van het meisje. Haar ogen worden groot als ze mij herkent. 'Jij bent-' ze haalt diep adem en maakt een klein sprongetje van vreugde. 'Dat klopt,' grinnik ik. 'Maar tegen niemand zeggen hè? Dit is ons geheimpje,' zeg ik vervolgens tegen haar, waarna ze hevig knikt. Ze wendt zich weer tot de bakker en houdt haar munten voor haar uitgestrekt. 'Mag ik alstublieft dat brood voor drie goudmunten meneer?' Vraagt ze op een wat wanhopige, maar ook smekende toon. De bakker schud langzaam zijn hoofd. 'Wacht, ik heb wel wat voor je,' zeg ik, terwijl ik haar mijn heupzakje overhandig met de munten erin. Wat nieuwsgierig neemt ze het aan en kijkt ze in het zakje. Haar ogen worden groot als ze de vijf goudmunten zit. 'Zijn die voor... Mij?' Ik knik als antwoord en kijk haar met een grote glimlach aan. 'Ga je brood maar kopen, hm? Ik denk dat je moeder ongerust wordt doordat je zo lang wegblijft,' zeg ik vervolgens. Ze rekent het brood af en kijkt met een glimlach naar de munten die ze overheeft. 'Dank u wel mevrouw,' zegt ze tegen mij. 'Dat zit wel goed hoor.' Plotseling slaat ze haar kleine, magere armpjes om mijn nek heen. 'Echt dank u wel,' fluistert ze tegen de capuchon van mijn cape aan. Ik wrijf over haar rug heen en merk dat mijn glimlach steeds groter wordt. Langzaam laat ze mij los en kijkt ze mij met haar twinkelende blauwe oogjes aan. 'Tot ziens!' Zegt ze tegen de bakker en mij, waarna ze zich omdraait en lachend wegrent. Zuchtend kijk ik haar na, maar dan draai ik mij om en loop ik het dorpje weer uit. Het voelt geweldig om de mensen hier zo blij te maken, vooral omdat ze het ook zo nodig hebben.
Met mijn armen over elkaar geslagen en een goed gevoel loop ik ondertussen weer over het grindpad heen. Ik ben nog niet bij het bos, maar dit pad begint al vanaf het dorp. Het grind knispert onder mijn voeten, wat mij eerlijk gezegd niets doet. De glimlach die het meisje op haar gezicht had, maakt mijn hele dag weer goed. Ze was er zo blij mee en kon het brood betalen wat ze voorheen niet kon. Ergens ben ik wel benieuwd naar de reactie van haar moeder als haar dochter plotseling vertelt dat ik langs ben geweest in het dorp. Er ontstaat een zwakke glimlach op mijn gezicht en ik doe mijn capuchon weer af, zodat de zonnestralen mijn gezicht verwarmen. Hier geniet ik gewoon van. 
Plaats een reactie
Reageer
Om nieuwe berichten te laden: ingeschakeld
Eerste | Vorige | Pagina: | Volgende | Laatste