Literacity schreef:
Ayah:
Een jongen stelde zichzelf voor als Milan, waarbij hij meteen ook de andere twee voorstelde als Romeo en Kayla. Ah, dus dit is Kayla. Perfect. Kwetsbaar en dus beïnvloedbaar. Ze kan later nog goed van pas komen dacht ze. Haar vader leerde haar dat ze altijd de zwakste het beste kon pakken. Zij zouden snel overstag gaan om hun geliefden geen pijn te laten doen.
'Aha, wat leuk. Nou, het gaat vast te gek worden hier' zei Ayah. Ze begon vast te denken wat ze met Kayla aan zou kunnen en keek haar aan met een geheimzinnige glimlach, wat tot een wantrouwende blik leidde van Milan.
Vrij snel had Ayah door dat dit niet de types waren waar ze snel mee zou omgaan en besloot om naar buiten te gaan. 'Ik ga even een frisse lucht scheppen en ga even deze muffe zaal uit. Jou zie ik nog wel, Kayla. Of beter gezegd: buurmeisje' lachte ze en liep weg.
Onderweg naar een beekje net naast de school kwam ze buiten een ander groepje tegen waar er onder andere geknuffeld werd. 'Ik mag hopen dat het een knuffel uit vriendschap is?' vroeg ze de jongens. 'Even vergeten, Ayah, dochter van Jafar' stelde ze zich voor. Eén van hen nam het voortouw en stelde hen beide voor. Chris en Rafaël. Hallo daar, Rafaël dacht ze. Hoewel Chris sprak, had Ayah alleen aandacht voor Rafa en dit viel Chris waarschijnlijk ook op, want hij was al snel weer weg.
'Nou, wie weet..' lachte Ayah. 'Ik ben er ook pas net. Had ik geweten dat de school toezichthouders zou gaan sturen, dan was ik wel ergens anders geweest dan thuis. En zou ik hier dus ook niet zijn' zuchtte ze. Wat een charmeur. Maar hij mag er zijn dacht ze bij zichzelf.
Langs Rafa heen keek ze een stukje het bos in, waar er mensen liepen naar een klein vonkje van licht. Zo dacht ze ook een bekende schim te zien. Nee! Zou het..? Als ze zag wat ze dacht te zien dat ze zag, dan was dit een groot probleem. Een probleem dat opgelost moest worden.
'Verleidelijk aanbod en ik loop wel met je mee naar binnen, maar ik heb een appeltje te schillen met iemand. De volgende keer maak ik meer tijd' knipoogde ze.
Ayah liep naar binnen met Rafa, nam afscheid en liep naar haar kamer toe. Bij binnenkomst zag ze een meisje staan en daarbij ook haar spullen die overhoop door de kamer lagen.
'Vind je dit normaal ofzo?' vroeg ze kwaad. 'Zomaar aan mijn spullen zitten, ben je soms gek? Dit is privé, verdomme!' Ayah was woest. 'Het is dat ik iets anders te doen heb, want anders had je grotere problemen gehad' zei ze boos. Ze raapte haar spullen bij elkaar en zocht naar een bepaald sieraad, die ze wilde gebruiken bij het kampvuur. Echter kon ze deze niet vinden doordat alles overhoop gehaald was. Bah, dan haal ik wel een emmer water bedacht ze zich.
'Luister, dit flik je me nooit meer. Anders zijn er nare gevolgen voor jou.' Ayah raapte haar spullen bij elkaar, deed ze terug in de koffer en gooide die op haar bed, maar deze keer wel met een magisch goed slot erop. Uit de badkamer pakte ze een emmer, vulde die met water en ging op weg naar het kampvuur.
Vlakbij het kampvuur stopte ze achter een boom om eerst te kijken wie er waren en om zeker te zijn dat het de persoon was die ze dacht dat ze zag. Het waren er 4. Ayah bekeek ze aandachtig en haar ogen stonden stil bij één persoon.
Samuel! Waarom Samuel? Wat moest hij hier? Was hij hier voor Ayah? Ze twijfelde geen moment meer, stapte op het vuur af en gooide de emmer erop leeg.
'Samuel, leuk je weer te zien. Heb je me gemist?'