HowlingMagic schreef:
Miyuki
Ik voelde een propje in mijn hand. Onopgemerkt stopte ik het propje in een binnenzak van mijn jas. Wachtend aan de balie kwam een jongen aanlopen die net bij Kenji stond. Was hij wel te vertrouwen aangezien zijn eerdere daden dat we gezien hadden in de controle kamer.
Ik keek naar de kamer achter en vroeg me af wat er was aangezien Kenzi nou juist naar Kenji riep. Meteen keek Kenzi naar me en herkende me meteen. ‘‘Miyuki weer je zwaard in vergif smeren?’’ Vroeg hij gelijk en wist wat ik hier kwam doen. Ik knikte en keek wat rond in de winkel nu hij toch bezig was met het insmeren.
Ik keek of er misschien een ander zwaard was aangezien deze wat versleten was. Het was nog steeds bruikbaar maar als het begeeft dan had je altijd een back-up nodig.
Mijn ogen schoten op een mooie zwaard dat boven lag. Ik probeerde het te pakken wat me amper lukte en mijn krachten in de winkel gebruiken was te riskant aangezien er nog iemand was. Eventjes keek ik naar Yuwaku maar ik bedacht me dat het teveel zou opvallen. Ik ging op mijn tenen staan en kon er net niet bij. Stilletjes vloekte ik in mezelf dat ik mijn krachten niet zomaar kon gebruiken. Met een kleine sprong kon ik het zwaard net raken en vangen.
Kenzi knikte en smeerde het andere zwaard snel in. ‘‘Zo jouw spullen zijn klaar dat is dan 1000 Yen.’’ Ik glimlachte en wist dat hij me gematst had. Ik legde het geld neer met wat extra en nam alle spullen mee. Als gewoonlijk kon ik mijn eigen zwaard ergens verstoppen maar de nieuwe moest ik op mijn rug dragen.
Ik dacht nog aan het papiertje dat Kenji aan me gegeven had. Ik pakte het papier er snel bij en las wat er stond. Ik sprak niks uit en nam het briefje stevig in mijn zak mee. Ik wist dat ik de mogelijkheid was om achtervolgd te worden en daarom nam ik de speciale snelle en extreem gevaarlijke route, dak springen en rennen. Ik nam de dichtstbijzijnde trap op naar de daken en sprong lenig heen en weer dat ik binnen een paar minuten uit het oog was.
Ik kwam neer voor de deur. ‘‘De gouden vlier…’’ Zou ik of zou ik niet? Steeds twijfelde ik over of ik het zou doen. Een maal binnen is er geen weg meer terug. Ik nam diep adem en opende de deur.
Zelf had ik vragen voor hem en dit was een moment om ze te stellen. Misschien kon ik hem ook vragen naar het festival. Het werd georganiseerd door belangrijke mensen maar het was altijd leuk en Ryuu was vast al bezet.
Met een stap binnen was het net een oude bar wat ik niet gewend was. Een vrouw stapte meteen naar me toe. ‘‘Hallo kan ik u helpen?’’ Met een glimlach begon ik te praten. ‘‘Ja, ik zoek iemand en we hebben hier afgesproken.’’ Het meisje keek me aan daarna naar een tafel en weer terug. ‘‘Mevrouw als het een man is zit hij aan die tafel daar.’’ Ze wees naar een tafel dat helemaal uit het zicht stond. Langzaam liep ik erna toe denkend waar ik in godsnaam mee bezig was. Ik zette mijn zwaard naast de stoel neer en nam plaats aan de tafel waar Kenji zat. ‘‘Zo.. wat wou je me vragen?’’