schreef:
Het voelde onnatuurlijk en vreemd om Leya hier te zien. In Cerdenda. Zo vaak had ze zich ingebeeld hoe het zou zijn als Leya haar wel gevolgd had, zo vaak had ze ergens nog een klein sprankje hoop vandaan gehaald. Toch wist ze dat het geen werkelijkheid zou worden, dat Leya nooit bij Cerdenda zou komen en dat ze elkaar nooit meer zouden spreken. Tot vandaag. Het was vreemd om te bedenken dat ze Leya vanmiddag nog buiten had willen sluiten en ze nu niets liever wilde dan met haar praten. Hoe meer tijd ze met de vrouw spendeerde, hoe meer dingen ze zag die ze ooit zo leuk gevonden had.
Ze moest er wel verbouwereerd uitgezien hebben toen Leya haar vertelde dat ze haar vergaf. Ze zei het niet op een bespottende manier. Ze was serieus. Ze kon zich niet herinneren dat Leya ooit zo mild met iemand geweest was. Ze had misschien zelfs geloofd dat Leya haar vergaf omdat ze er niets om gaf, maar toen kwam de welbekende koosnaam. Leya zou haar nooit een koosnaam geven als ze er niets om gaf en ze zou haar niet zo noemen als het haar nu niets meer kon schelen. Ietwat nerveus draaide ze haar haar rond haar vinger. Het was een welbekend trekje. De koosnaam riep meer herinneringen op dan ze eigenlijk wilde. Ze kon zich nog zo veel van Leya herinneren. Er waren zo veel herinneringen die ze liever had willen vergeten, maar die ze nooit vergeten was. Het waren pijnlijke herinneringen als je je bedacht dat de ander niet langer een deel van je leven uitmaakte.
'Je weet dat ik dat niet kan.' fluisterde ze. Ze kon het niet. Ze kon niet nog meer geluk vernietigen, ze kon niet nog meer gezinnen opbreken en ze kon niet nog meer onschuldige mensen vermoorden. Ze kon het gewoon niet meer, ze was er te zwak voor geworden.
'Ik vertrok niet omdat ik niet meer bij jou wilde zijn, Ley. Ik kan daar niet gelukkig zijn.' mompelde ze. Ze wilde altijd al gelukkig zijn. Het had haar nooit uitgemaakt met wie dat was. Ze wilde thuiskomen en een goedenavond gekust worden, ze wilde dat er iemand thuiskwam die om haar gaf, ze wilde niet in angst leven voor de dood van haar geliefde.
'En ik slaap niet met Dane omdat ik van hem houd. Of wel, ik houd wel van hem, maar niet op die manier. Ik ben gewoon niet goed in alleen zijn en hij ook niet.' ze wilde het verklaren, hoe stom dat ook was. Eigenlijk hoefde ze het helemaal niet te verklaren. Het maakte Leya waarschijnlijk helemaal niets uit, maar ze vertelde het toch, voor die kleine kans dat het haar wel iets kon schelen.
Het voelde onnatuurlijk en vreemd om Leya hier te zien. In Cerdenda. Zo vaak had ze zich ingebeeld hoe het zou zijn als Leya haar wel gevolgd had, zo vaak had ze ergens nog een klein sprankje hoop vandaan gehaald. Toch wist ze dat het geen werkelijkheid zou worden, dat Leya nooit bij Cerdenda zou komen en dat ze elkaar nooit meer zouden spreken. Tot vandaag. Het was vreemd om te bedenken dat ze Leya vanmiddag nog buiten had willen sluiten en ze nu niets liever wilde dan met haar praten. Hoe meer tijd ze met de vrouw spendeerde, hoe meer dingen ze zag die ze ooit zo leuk gevonden had.
Ze moest er wel verbouwereerd uitgezien hebben toen Leya haar vertelde dat ze haar vergaf. Ze zei het niet op een bespottende manier. Ze was serieus. Ze kon zich niet herinneren dat Leya ooit zo mild met iemand geweest was. Ze had misschien zelfs geloofd dat Leya haar vergaf omdat ze er niets om gaf, maar toen kwam de welbekende koosnaam. Leya zou haar nooit een koosnaam geven als ze er niets om gaf en ze zou haar niet zo noemen als het haar nu niets meer kon schelen. Ietwat nerveus draaide ze haar haar rond haar vinger. Het was een welbekend trekje. De koosnaam riep meer herinneringen op dan ze eigenlijk wilde. Ze kon zich nog zo veel van Leya herinneren. Er waren zo veel herinneringen die ze liever had willen vergeten, maar die ze nooit vergeten was. Het waren pijnlijke herinneringen als je je bedacht dat de ander niet langer een deel van je leven uitmaakte.
'Je weet dat ik dat niet kan.' fluisterde ze. Ze kon het niet. Ze kon niet nog meer geluk vernietigen, ze kon niet nog meer gezinnen opbreken en ze kon niet nog meer onschuldige mensen vermoorden. Ze kon het gewoon niet meer, ze was er te zwak voor geworden.
'Ik vertrok niet omdat ik niet meer bij jou wilde zijn, Ley. Ik kan daar niet gelukkig zijn.' mompelde ze. Ze wilde altijd al gelukkig zijn. Het had haar nooit uitgemaakt met wie dat was. Ze wilde thuiskomen en een goedenavond gekust worden, ze wilde dat er iemand thuiskwam die om haar gaf, ze wilde niet in angst leven voor de dood van haar geliefde.
'En ik slaap niet met Dane omdat ik van hem houd. Of wel, ik houd wel van hem, maar niet op die manier. Ik ben gewoon niet goed in alleen zijn en hij ook niet.' ze wilde het verklaren, hoe stom dat ook was. Eigenlijk hoefde ze het helemaal niet te verklaren. Het maakte Leya waarschijnlijk helemaal niets uit, maar ze vertelde het toch, voor die kleine kans dat het haar wel iets kon schelen.



0
0
0
0
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? 


18