Hier komen de laatste 3 forum topics
te staan waarop je hebt gereageerd.
+ Plaats shout
Mai
Check het forum voor gezelligheid!!
0 | 0 | 0 | 0
0%
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? Klik hier om een gratis account aan te maken.

> Sluiten
Helper
11 van de 24 sterren behaald

Forum

ORPG, gedichten en schrijvers < Virtual Popstar Eerste | Vorige | Pagina: | Volgende | Laatste
O | Endure and survive
Amarynthia
Internationale ster



Het was waar. Samen stond men sterker dan alleen. Het moest ontzettend vermoeiend zijn om altijd maar alert te moeten zijn, zelfs wanneer je eigenlijk slaap nodig had. Wat, zelfs al zou hij slapen, dan nog geloofde ze dat hij alert was, dat hij slechts in een lichte slaap verzonken was. Nu zou hij misschien datzelfde gevoel hebben, gezien zij nog niet in staat was hen te beschermen, maar in de nachten zou hij met iets meer rust kunnen slapen. Althans, dat hoopte ze. Zijn woorden hadden een kleine glimlach op haar gezicht getoverd. Hij voelde zich verantwoordelijk voor haar. Ondanks dat hij haar niet had gekend, had hij haar beschermd tegen de wilde geïnfecteerde, terwijl Charlotte op het punt had gestaan om in te storten. Het was fijn om een persoon als hij bij haar te hebben, wetend dat hij voor haar klaar zou staan. Ze hoopte dat ze hem niet teleur zou stellen en uiteindelijk ook in staat was om hem te beschermen. Want, ze geloofde er sterk in dat er dan een enorme last van zijn schouders zou vallen.Voorzichtig nam Charlotte nog een slok van haar soep, die nog steeds vrij heet was. Ze had net een klein lachje niet in kunnen houden toen ze Dean had zien prutsen met het veel te hete kommetje. Kort staarde Charlotte naar het vuurtje, terwijl ze nadacht over zijn vraag. Voor haar gevoel had ze geen keus gehad, maar al die tijd was die er wel geweest. Er waren meerdere momenten geweest dat ze had kunnen besluiten om terug te gaan naar haar vertrouwde stadsleventje. Wat was dan haar motief? ‘Ik weet het eigenlijk niet zo goed,’ bekende ze. ‘Ik ben altijd bang geweest dat ik weg moest uit de stad en daar heb ik me nooit klaar voor gevoeld.’ Nog steeds niet eigenlijk. ‘Maar toen de muur viel en de geïnfecteerden zich de stad binnen drongen, voelde ik me behoorlijk… hulpeloos.’ Ergens schaamde Charlotte zich voor haar bekentenis. Ze gaf haar zwakte bloot. Maar, was dat iets negatiefs? Niet bij Dean, ze vertrouwde hem en waarschijnlijk was haar bekentenis toch al geen geheim voor hem geweest. ‘Ik ben nog steeds verbaasd dat ik dat brandende gebouw uit ben gekomen,’ zei ze met een flauwe glimlach. ‘En toen ik daarna jouw ontmoette en we de stad uit liepen, heb ik ook getwijfeld. Ik bedoel… hoe groot is de kans dat ik zou overleven? Ik houd het nog geen uur alleen vol hier. En, nou ja, zoals je vast wel gemerkt hebt vind ik alles nog steeds doodeng.’ Charlotte lachte zachtjes. ‘Maar, ik vind dat ik niet meer terug kan naar mijn oude leven, om het maar zo te noemen.’ Ergens wilde ze nog toevoegen hoe blij ze was dat ze hem tegen was gekomen, want ze had waarschijnlijk niet dezelfde keuze gemaakt bij ieder ander persoon. Ze wist alleen niet goed hoe ze het moest brengen en ze wilde de situatie ook niet onnodig ongemakkelijk maken. Daarbij hoopte ze dat haar dankbaarheid bleek uit haar gedrag. 

@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Toen ze begon te praten en zo goed en kwaad als het ging een antwoord op zijn vraag aan het formuleren was, keek hij weer in het vuur en probeerde hij een patroon te ontdekken in de dansende vlammen. Ze deden hem terugdenken aan die laatste dag in de stad, de gebouwen die als een kettingreactie achter elkaar ontploft waren. Charlotte, die blijkbaar ternauwernood aan zo'n gebouw ontsnapt was en daarna geconfronteerd was met een geïnfecteerde. Van de regen in de drup. Hij nam ditmaal een iets grotere slok van de soep, die nog steeds goed warm was en zijn gehemelte licht verbrandde. Hij gaf geen kick. De kom voelde wel al een stuk prettiger in zijn handen, zo lang hij de doek ertussen hield in ieder geval. Zo luisterde Dean naar wat ze vertelde en hij hoorde daarin wat hij ook zojuist gezegd had: keuzes in het leven. Ze had er consistent voor gekozen om op het pad van onwetendheid te blijven: Ze had zich nooit voorbereid op een eventuele val van de muren of een leven buiten de muren. Ze had er ook nooit over na willen denken. Zo'n gedachtegang intrigeerde hem. Het was zo verschillend van hoe hij de eerste jaren had geleefd, volgepompt met woede en met wraakzucht, dat hij zich er bijna voor zou schamen als hij haar dat moest vertellen. Misschien een andere keer. Ooit zou hij haar wel meer over zijn zus vertellen, maar niet nu. Hij knikte slechts. 'Zo heb jij dus ook de keuze gemaakt om een nieuwe weg in te slaan, in plaats van op het bekende pad van veilige muren te blijven,' concludeerde hij haar verhaal, doof voor de zin die ze uiteindelijk niet had uitgesproken. Echter, hij had niet dezelfde barrière die zij had. Hij keek dus ook op uit de vlammen en zocht haar blik op, voordat hij jongensachtig naar haar glimlachte. 'Ik ben heel blij dat ik jou tegen gekomen ben daar bij dat brandende gebouw, Charlotte. En dat je besloot om een nieuwe weg in te slaan. Misschien voel je je wel nutteloos of hulpeloos op dit moment, beroofd van alles wat je leven was achter de veilige muren, maar ik ben blij dat je hier bent. Niet met ieder persoon zou ik samen willen reizen,' besloot hij, waarna hij zijn kiezen op elkaar klemde en zijn blik weer afwendde. Goed, misschien was dat iets te enthousiast geweest. Misschien had hij iets meer terughoudend moeten zijn in plaats van dat open en bloot neer te gooien. Even kuchte hij, waarna hij zijn volle focus weer verplaatste naar de soepkom en een iets te grote slok nam. Heet. Té heet. Hij deed zijn best om de soep niet uit te spugen. Inschattingsfoutje.

@Amarynthia 
Amarynthia
Internationale ster



Een knoop vormde zich in haar maag. Niet negatief, zeker niet. Het was misschien maar goed ook dat het donker was. Zo kon hij niet zien hoe het bloed langzaam naar haar wangen steeg. Charlotte hield de kom met soep iets hoger en nam er opnieuw een kleine slok van. Ze had de woorden van Dean niet bepaald verwacht. Meerdere acties van deze dag had ze niet verwacht. De knuffel, de troostende woorden, de aanmoediging tijdens haar eerste schietles en nu dit. Ineens zag ze een hele andere kant van de jongeman, die er veel ruwer uitzag dan hij was. Zijn getatoeëerde lichaam gaf de associatie dat hij genadeloos was, wat misschien ook wel wat als het neerkwam op geïnfecteerden. Maar, vandaag had ze zijn masker weg zien gaan, had ze de zachte kant van de jongeman ontmoet. De waardering was fijn om te horen en ook zeker opbeurend. In een cultuur als deze werden dergelijke woorden maar weinig gebruikt. Niet vaak deelden mensen een complimentje uit, maar juist die complimenten konden een extra steuntje in de rug zijn. 
Een kleine glimlach was, alweer, op haar gezicht verschenen. Ze liet haar mok wat zakken en hield haar hoofd schuin. ‘Daar ben ik blij om,’ zei ze, als een soort bedankje voor zijn woorden. Ze hoopte dat de blos op haar wangen hem niet op zouden vallen – en zo wel, dan hoopte ze dat hij dacht dat het kwam door de warme soep of het kleine vuurtje. ‘Ik ben ook blij dat wel elkaar zijn tegengekomen en onze weg met z’n tweeën voortzetten.’ 
Heel even heerste er een ongemakkelijke stilte, terwijl Charlotte zocht naar een onderwerp om over te beginnen. Geen serieus onderwerp, maar een luchtig onderwerp om de spanning te doorbreken. Ze hadden genoeg serieuze onderwerpen aangeknoopt vandaag. Ergens was de stilte niet vervelend, maar tegelijkertijd kon Charlotte een goed gesprek ook wel waarderen. Plus dat de timing van de stilte het misschien een tikkeltje ongemakkelijker maakte. 
Er lag een korte, lichte frons op Deans gezicht, eentje die (als ze het goed inschatte) ontstaan was door de iets te hete soep, wat haar een verhaal deed herinneren over een van haar leerlingen. ‘In de stad gaf ik les aan de kinderen. Rekenen, schrijven, lezen, dat soort algemene vaardigheden leerde ik ze in kleine groepen,’ introduceerde ze haar verhaal. Ze vertelde over een kookles en over het feit dat een van haar leerlingen een hele peper naar binnen gewerkt had. Een luchtig verhaal, die hem hopelijk niet te veel verveelde. 


@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Enkele dagen waren verstreken zonder verdere incidenten. Het leven leek, hoe raar het ook moge zijn, zijn gangetje te gaan. Er waren geen incidenten voorgevallen, op een verdwaalde Stalker en wat Clickers na. Hij had Charlotte het daadwerkelijk te moeten vechten zo veel mogelijk bespaard, al ging ze goed vooruit met het pistool dat hij haar had gegeven. Na drie dagen had hij het niet meer teruggevraagd, dus nu hing het dodelijke wapen aan haar zijde. Dan kon ze ten alle tijde, wanneer het nodig was, in actie komen.
Het ging beter dan hij had gedacht. Op dit moment liepen ze op een drafje door de omgeving, richting een bunker die Dean als bestemming had gemarkeerd. Daar konden ze voorraden halen, nieuwe informatie opdoen en misschien zelfs een wat geschikter vuurwapen voor zijn reisgenote vinden. Het drafje was niet omdat ze vaart moesten maken, maar omdat ze gezamenlijk tot de beslissing waren gekomen dat af en toe wat conditietraining niet misplaatst was. 'Nog een klein stukje,' moedigde hij haar aan. Ze zouden ook niet té veel rennen, anders waren ze alleen maar zwakker als ze ineens in gevaar kwamen. Hij merkte wel dat het goed was dat ze dit deden, ook zijn conditie was niet meer wat het geweest was, al had hij zijn best gedaan om het bij te houden in de jaren dat hij in de stad had geleefd.
Hij wist dat deze redelijk ontspannen momenten voorbij zouden gaan. De wereld om hen heen was alles behalve gezond. Ze hadden al dagen gereisd zonder anderen tegen te komen. Grappig bijna, hoe de wereld vroeger bijna overbevolkt was geweest, maar nu bijna verlaten oogde. Dat betekende onheil, wist hij uit ervaring. Het was alleen maar de vraag wanneer het zou toeslaan. Misschien vandaag. Misschien morgen. Wie weet ging het vannacht wel mis, terwijl hij vredig dacht te kunnen slapen.
Hij stopte met lopen toen ze bovenop een heuveltje stonden en luisterde naar zijn eigen ademhaling, die iets versneld was, terwijl de omgeving afspeurde. Ongeveer honderd meter bij hen vandaan lag de bunker waar hij zijn zinnen op gezet had. Vanaf hier kon hij niet zo goed de details onderscheiden, maar het leek erop dat het er zo goed als verlaten was. 'Daar is het,' wees hij Charlotte, die naast hem op de heuvel was komen te staan. Hij nam een flinke slok water, waarna ze aan de afdaling begonnen. Ditmaal niet rennend, maar wandelend. Zijn hand lag op zijn wapens, voor het geval het nodig mocht zijn en zijn oren waren gespitst. Er leek iets niet te kloppen.

@Amarynthia 
Amarynthia
Internationale ster



Het waren zware dagen. Niet alleen fysiek werd Charlotte uitgetest, door de conditietrainingen, maar ook door de minimale voedingsstoffen waar ze op leefden. Daarbij was het duidelijk hoe weinig kracht Charlotte had. De eerste dag na haar eerste schietles had ze er zelfs spierpijn aan over gehouden. Niet dat dat haar ervan had weerhouden om verder te oefenen. Dat was waar het mentale om de hoek kwam kijken. Haar doorzettingsvermogen, het omgaan met teleurstelling en angst. De vermoeidheid die toesloeg. Het speelde allemaal op haar in, maar Dean hielp haar er doorheen. Zijn aanmoedigingen waren een goede motivatie. 
Tijdens de afdaling, probeerde Charlotte wat op adem te komen. Ondanks dat ze merkte dat Dean ook iets vermoeid was, was hij lang niet zo uitgeput als zij. Het leek hem allemaal behoorlijk makkelijk af te gaan. Was dat ook zo? Ging het hem echt allemaal zo goed af of wilde hij zijn zwakheden verbergen? Charlotte’s oog viel op zijn hand, die vlak boven zijn vuurwapen hing. Hij trok het wapen niet, maar was alert op gevaar. Waarom? Vertrouwde hij het niet? Waarom niet? Charlotte probeerde zijn gedachtegang steeds meer te begrijpen. Ze probeerde te ontdekken waar hij gevaren zag, wat ertoe leidde dat hij extra alert was. Een van de dingen was de stilte. De extreme stilte, waarbij zelfs dieren zich afgezonderd hielden. Een ander ding was het opgedroogde bloed dat de muren besmeurden, al was dat geen verrassing meer tegenwoordig. Het zou eerder opvallend zijn wanneer de muren spierwit zouden zijn. 
Kort wisselden ze een blik uit, ter controle of ze er klaar voor waren. Charlotte knikte, wat Dean de aanleiding gaf om de deur te openen. Zijn hand hing al die tijd boven zijn pistool, klaar voor actie. De scharnieren kreunden onder de beweging, alsof ze al in jaren niet gebruikt waren en uit een lange winterslaap kwamen. Een muffe geur kwam hem tegemoet, terwijl kleine stofdeeltjes door de lucht zweefden en hun weg naar buiten vonden. 
‘Shit, sporen,’ mompelde Dean, die direct zijn tas over zijn schouder hing om het gasmasker los te maken. ‘Pak je gasmasker.’ Charlotte volgde zijn voorbeeld. Sporen. Ze had er veel over gehoord, maar ze nooit zelf gezien. De infectie had tijd nodig om zich te verspreiden door een ruimte, iets wat meerdere weken duurde. Charlotte had in die tussentijd al lang veilig tussen de stadsmuren gewoond. Wel had ze genoeg gehoord over het principe. Lange blootstelling besmette de mens. Nu ze nog omgeven waren met de buitenlucht en nog amper iets van de sporen hadden ingeademd, waren ze nog veilig. Charlotte plaatste wat onhandig het masker voor haar mond en prutste wat met de klemmetjes. Dean, die natuurlijk binnen enkele seconden zijn masker op had, klikte de hare ook vast. Zijn wenkbrauwen stonden ernstig en Charlotte had zo’n vermoeden waarom. Sporen ontstonden niet zomaar. De kans was groot dat er geïnfecteerden in de buurt waren. De angst, die ze de afgelopen dagen redelijk onder controle leek te hebben, begon langzaam terug te komen. Maar, ze stond haarzelf niet toe om zich daardoor af te laten leiden. Ze ademde diep in, terwijl ze in het zijvakje van haar rugzak zocht naar haar zaklamp. Dean leek haar in de gaten te houden. Was hij bezorgd? Charlotte glimlachte, al besefte ze zich later pas dat hij dat niet kon zien, en klikte haar zaklamp aan. Ze knikte, ter bevestiging voor een vraag die hij niet gesteld had. Ze was er klaar voor. Ze kon dit. Ze moest dit kunnen. 
Voorzichtig liepen ze door de gang. De sporen hadden een geelgroene gloed en maakten de omgeving vrij donker. Het was als een dikke, chemische mist, waarbij het zelfs de zaklamp niet lukte om er volledig doorheen te dringen. De muren waren besmet met een dikke schimmel zoals ze die nog nooit gezien had. De schimmel, die normaal gesproken op de geïnfecteerde groeide, had zich nu ook op de muren gemanifesteerd. Zwammen stapelden zich op en rare slierten hingen in het gangpad. Charlotte had nog nooit zoiets gezien, wist niet eens dat zoiets mogelijk was. Ze vergrootte haar stap, zodat ze vlak naast Dean liep. De drang om zijn arm vast te grijpen onderdrukte ze. Was het een fout om hier naar binnen te gaan? Ze hoorde niks. Geen gekreun, geen geklik. Met een ruk greep Charlotte (alsnog) Deans arm vast, terwijl ze verstarde van angst en een golf van misselijkheid door haar lichaam trok. In de hoek van de gang lag een lichaam, al was het amper meer een lichaam te noemen. Uiteengereten en overwoekerd door schimmel. Het was slechts het bovenlichaam, waarvan ook de rechterarm ontbrak. Er was weinig herkenbaar, maar op de aan flarden gereten jas was het logo van de Fireflies te onderscheiden. Ook de ketting om zijn nek verklapte zijn afkomst. Charlotte probeerde haar angst opzij te zetten en verzwakte haar greep om Deans arm. Haar hele lichaam schreeuwde om weg te gaan, maar daar wilde ze niet aan toegeven. Het was goed om ook met dit soort situaties om te leren gaan. De vraag was alleen: was ze er klaar voor? 


@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Alles in hem schreeuwde dat ze niet verder moesten lopen, de bunker moesten sluiten en er gewoon vandoor gaan. Maar hij kon het niet. Ze hadden voorraden nodig en als er iets was dat hij wist, was het dat de geïnfecteerden die hier geweest waren of nog steeds waren, geen ingeblikt voedsel aten. Of vuurwapens gebruikten. Of munitie.
Ze bewogen langzaam door de gang die naar de hoofdruimte zou leiden, omdat Dean ieder verdacht plekje met de zaklamp bescheen en checkte. Niet alleen dat, hij luisterde ook nog eens intens geconcentreerd naar eventuele geluiden verderop. Hij was zich wel bewust van Charlotte die heel dicht bij hem bleef, maar doordat hij zich zo op andere dingen gefocust had, verraste ze hem toen ze ineens zijn arm greep. Bijna maakte hij een geluid, maar uiteindelijk wist hij dat in te slikken. Als hier inderdaad geïnfecteerden zaten, dan wilde hij ze niet op de aanwezigheid van twee mensen attenderen. Hij volgde Charlotte's blik zo goed en kwaad als het ging en zijn ogen vielen op het halve lichaam, verrot en overgroeid met sporen. Het moest hier al een tijdje liggen. Misschien iemand die de voorraden had moeten aanvullen of op zijn minst concentreren. De dode droeg geen gasmasker, het was een mogelijkheid dat hij de deur per ongeluk open had gelaten en toen gevolgd was door geïnfecteerden. In dat geval zouden de wezens zeker nog beneden zitten.
Bezorgd keek hij opzij, naar het meisje dat ineens weer heel klein en hulpeloos leek, zoals ze zijn arm vast had gegrepen. Op dit moment had hij geen woorden om haar op haar gemak te stellen, maar hij wachtte wel eventjes met verder lopen totdat ze iets gekalmeerd leek te zijn. Het zou waarschijnlijk nog veel erger worden dan dit en als ze hier al moeite mee had, was het misschien beter als ze weer terug zou lopen. Voorraden kon hij ook wel in zijn eentje tillen als het nodig was. Hij keek haar even afwachtend aan, maar ze leek meer vastberaden dan eerder. Voorzichtig nam hij zijn arm terug en hij haalde het pistool dat ze aan haar zij droeg, tevoorschijn. Hierna overhandigde hij het aan haar. Als ze het ding nog moest trekken als ze oog in oog stonden met hetgeen daarbeneden, was ze misschien te laat. Hij pakte zelf ook zijn pistool, manoeuvreerde het zo in zijn handen dat hij met de hand waarin hij de zaklamp hield, ook nog zijn hand met het wapen erin kon ondersteunen. Ze waren nu bijna bij de doorgang naar de hoofdruimte, waar de bedden en voorraden zouden moeten zijn. Met een beetje geluk zou het er verlaten zijn. Helaas had Dean niet zo veel vertrouwen in geluk en het bleek maar weer dat hij gelijk had toen hij met het licht de ruimte in scheen.
Een Bloater. Dean had er nog nooit een gezien, maar wist hoe ze eruitzagen en wat ze konden. Het ding was blind en traag en had Dean en Charlotte dus nog niet opgemerkt, maar dat gaf ze weinig voordeel. De geheel met sporen overgroeide, opgezwollen en nauwelijks meer menselijke figuur was moeilijk te doden. Het liefste zou hij er vuur op gooien, maar dat had hij niet. Wat moesten ze doen?
Een schuifelend geluid aan de andere kant van de ruimt. Hij draaide zijn licht, waarbij hij twee Clickers in het vizier kreeg. Een Bloater en twee Clickers. Geweldig. Direct zette hij twee stappen naar achteren, weg van de deuropening. Wat moesten ze doen? Hij had met zijn snelle inspectie de voorraden die ze moesten hebben, op een plank zien staan. Maar een Bloater én twee Clickers ombrengen, dat was voor hem onmogelijk. Voor hem alleen, in ieder geval. Hij keek zijn reisgenote aan, op zoek naar een manier om met haar te communiceren zonder de aandacht van de geïnfecteerden op hen te richten.

@Amarynthia 
Amarynthia
Internationale ster



Twijfels. Ineens werd Charlotte overspoeld door twijfels. Alle aanmoedigingen en complimentjes die Dean de afgelopen dagen gegeven had, vielen in het niets. De enige reden dat ze nog leefde, was omdat hij haar een kans had gegeven. Ze maakte een groei door, dat zeker, maar het was lang niet goed genoeg. Steeds vaker lukte het haar om haar doelwit te raken, maar het gebeurde bijna nooit op de plek die ze in gedachten had. Te bedenken dat haar doelwit stil stond en ze seconden de tijd nam om te richten, was het voor haar ondenkbaar om een geïnfecteerde te raken. Buiten dat was er iets wat ze niet hadden kunnen trainen, maar wat haar wel een stuk kwetsbaarder maakte: haar angst. Ze probeerde het te onderdrukken, maar het was duidelijk aanwezig. De dag dat ze voor het eerst een mes gebruikt had tegen een geïnfecteerde was er hetzelfde gebeurd. Ze was verstijfd en had enkel het mes vooruitgeduwd, ondanks de instructies die haar gegeven waren. 
En dat was ‘slechts’ een Clicker. Nog nooit had ze zoiets gezien. Ze had zelfs niet van gehoord. De infectie was in een volgend stadia gekomen, de schimmel lag als een soort harnas om zijn lichaam. Een kogel zou daar niet zomaar doorheen kunnen dringen, maar wat dan wel? De enige zwakte die Charlotte kon onderscheiden, was zijn traagheid. Daar waar de Clickers zich gehaast voortbewogen, zette de immense geïnfecteerde grote, trage stappen. Charlotte wierp een blik op Dean en direct zonk de moed haar in de schoenen. Zijn blik stond ernstig, iets wat vaker gebeurde, vooral met een geïnfecteerde in de buurt. Maar, ze bespeurde iets van angst in zijn blik. Angst. Zelfs Dean was bang. 
Ze hadden een plan nodig. Maar, hoe stelde je een plan op zonder te kunnen praten? Het gasmasker was niet het probleem, daarmee zouden ze, ondanks dat het misschien niet erg goed verstaanbaar was, kunnen praten. Echter kon elk geluid de geïnfecteerden hun kant op lokken. Praten was wel het laatste wat ze konden doen. Ineens kwam Charlotte op een idee. Charlotte plaatste haar wapen terug aan haar heup. Het bleef vreemd om zo’n gevaarlijk wapen aan haar heup te hebben hangen. Wat onhandig hing ze haar tas voor haar en graaide ze, zo voorzichtig mogelijk, in het te volle voorvakje. Uiteindelijk haalde ze een klein notitieblok tevoorschijn, met een klein potloodje eraan bevestigd. 
In grote blokletters begon Charlotte op het kleine boekje te schrijven, waarna ze het omdraaide naar haar reisgenoot. “Zwakte?” Ze overhandigde het voorwerp aan Dean, die haar voorbeeld volgde. “Vuur”. Niet iets wat het makkelijker maakte. Ondanks dat Dean een wonder was in het maken van kampvuren, was dat niet iets wat ze nu konden gebruiken tegen het geïnfecteerde monster. Als ze een vlammenwerper hadden, een fakkel of misschien zelfs iets van een molotov cocktail, dan was er misschien nog hoop geweest. Ineens herinnerde Charlotte zich iets. Iets wat ze in een flits gezien had toen ze de ruimte geïnspecteerd hadden. Voorzichtig zette Charlotte een stap richting de deuropening, waarna ze haar zaklamp rustig over de stelling liet glijden, tot ze had gevonden wat ze eerder gezien had. Benzine. Licht ontvlambaar en wat kon zorgen voor grote steekvlammen. Als ze iets hadden om een klein vuurtje mee aan te steken, een lucifer of vuurstenen, dan konden ze de brandstof gebruiken om een grotere vlam te creëren. Het was hun enige kans om de geïnfecteerden te verslaan, maar het was de vraag of het ze lukte om aan te komen bij de gevulde jerrycan. En voor dat antwoord vreesde Charlotte, wetende dat ze zich zouden moeten opsplitsen. Wetende dat er maar een manier was om aan te komen bij de stelling: afleiding.  


@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Het was een geniale oplossing, dat schrijven. Dean was er dan wel niet goed in, het was wel de meest effectieve manier om te communiceren in dit geval. Hij zag hoe Charlotte over hetgeen hij geschreven had. Hij zag ook hoe haar gezichtsuitdrukking iets veranderde en hij volgde haar blik de ruimte in. Nu merkte hij de jerrycan benzine op, die op één van de stellingen stond. Achter de Bloater, natuurlijk. Want het zou eens meezitten. Nu begon zich wel een idee te vormen en hij pakte het notitieblokje weer van haar over. "Ik leid ze af", kalkte hij met hanenpoten op het papier, waarna hij het weer aan haar overhandigde. Uit één van zijn zakken haalde hij een doosje lucifers met daarin nog welgeteld drie stokjes. Ook dit overhandigde hij aan haar, waarbij hij haar hand iets langer vasthield dan nodig. Hij zocht haar blik, zag de angst in haar ogen heus wel, maar wist dat er nu weinig keuze meer was. Hij knikte naar haar, ten teken dat hij er klaar voor was. Na een aarzeling beantwoordde Charlotte de hoofdbeweging. Ze leek er niet erg zeker van te zijn, net zoals hij. Maar hij kon dat niet toegeven. Hij was ook bang voor dit gruwelijke, gemuteerde wezen. Maar als ze beiden hun angst de overhand zouden laten nemen, waren ze ten dode opgeschreven. Dus in plaats van te blijven dralen, duwde hij Charlotte iets aan de kant, weg van de opening. Ze zou naar binnen moeten glippen als de geïnfecteerden hun volle aandacht op Dean hadden gericht. Hij haalde diep adem, verwijderde de demper van zijn pistool en maakte een handbeweging die moest suggereren dat Charlotte haar handen over haar oren moest doen, wat ze deed.
Hij richtte de zaklamp weer naar binnen, richting de twee Clickers in de ruimte. Hij richtte en vuurde. De knal was luid en zou ieder levend wezen doen opschrikken. De ene Clicker viel dood neer, maar de andere was gealarmeerd en kwam in een snel tempo op hem af rennen. De Bloater, die blind was maar niet doof, draaide zich ook naar Dean toe met zijn blinde gezicht, of wat daar nog van over was. 'Kom dan!' riep hij, dapperder dan hij zich voelde. Hij richtte nogmaals en schoot op de tweede Clicker, die toch wel erg dichtbij kwam. Deze stierf niet direct, maar was in ieder geval vertraagd door de kogel in zijn been. Dean bewoog naar achter, verder bij de opening vandaan en meer de gang op. Ondertussen schoot hij meerdere malen op de logge gestalte van de Bloater, maar die leek dit niet eens te voelen terwijl hij dichter en dichter naar Dean bewoog. De Clicker stopte na een volgende schot wel met bewegen.
Herladen. De kogels in het pistool waren op en hij had niet al te veel tijd. Met trillende handen pakte hij kogels, terwijl hij afstand tussen zichzelf en het wezen probeerde te houden. Er viel er één, maar de meesten kreeg hij in het vuurwapen. Hij kon weer door, maar dit had hem wel vertraagd. Waar was Charlotte? Hij was haar uit het oog verloren, maar bad dat ze snel zou zijn.

@Amarynthia 
Amarynthia
Internationale ster



Oh god. Dat was het enige wat door haar hoofd ging. Voorzichtig, zonder enig geluid te veroorzaken, verplaatste ze zich door de ruimte, zo ver mogelijk van de deuropening vandaan. Haar lichaam schokte iets bij de harde knal. Een knal die echode door de ruimte en haar de bevestiging gaven dat het plan begonnen was. Plan. Het was amper een plan te noemen. Eerder stommiteit, voor een paar objecten. Met een krakend en klikkend geluid stormde de nog levende Clicker op Dean af. De bloater, die ook duidelijk gealarmeerd was, draaide zich om. Het geluid dat hij produceerde was van een heel ander niveau dan die van zijn soortgenoot. Het was diep, doordringend en ruw. Meerdere schoten volgden en ze kon zien hoe elke kogel raak was, maar weinig tot geen effect hadden. Nu konden ze niet meer terug, maar Charlotte betwijfelde of dit de juiste keus was geweest of dat ze zichzelf hiermee de dood injoegen. 
Charlotte klemde haar kaken op elkaar en besefte zich dat het tijd was om in actie te komen. Ze rende op de stelling af, maakte zich ineens geen zorgen meer om het feit dat haar voetstappen geluid maakten. Nu Dean zoveel geluiden produceerde, zou de aandacht niet zomaar op haar gevestigd worden. Ze tilde de jerrycan van de stelling, die lichter was dan ze verwachtte. Het was slechts halfgevuld met brandstof, minder dan ze verwacht had. Met trillende handen draaide Charlotte de dop van de fles. Oké, wat was het plan? Gewoon op de grond gieten? Er was slechts een doorgang in de ruimte, dus ze kon het zich niet veroorloven deze te blokkeren. Wel moest ze ervoor zorgen dat de Bloater ook daadwerkelijk op het vuur af zou komen én zou zij nog weg moeten kunnen rennen. Charlotte scande de omgeving, terwijl ze opmerkte dat het afvuren van de kogels tijdelijk gestopt was. Ineens sloeg de angst om het lijf. Dean. Hij zou toch niet… Niet aan denken. Charlotte’s oog viel op de rijen stapelbedden en kwam op een idee. Ze rende eropaf, terwijl opnieuw de harde knal van een afgevuurde kogel klonk. Deze keer schrok ze niet en was ze eerder opgelucht door het geluid. Hij leefde nog. 
Eenmaal aangekomen bij de stapelbedden, goot ze een deel van de vloeistof op de grond tussen twee stapelbedden in. Ze zette de jerrycan aan de kant en nam iets achter de plas benzine plaats. De vloeistof verspreidde zich langzaam over de grond. Kort sloot ze haar ogen, probeerde ze genoeg moed te vinden om de Bloater haar kant op te lokken. Alles in haar wilde haar tegenhouden. Haar overlevingsinstinct begon op te spelen en zorgden ervoor dat ze stijf stond van de spanning. Maar, wetende dat de Bloater steeds dichterbij Dean kwam, wetende dat zijn munitie beperkt was, zorgden voor de doorslag. Met haar zaklamp sloeg ze tegen de stalen spijl van het stapelbed. De kogels stopten en opnieuw bekroop haar het akelige gevoel dat er iets met Dean was. 
‘Hé!’ riep ze, waarna ze opnieuw met de zaklamp tegen het bed sloeg. Het harde geluid echode door het gebouw en ze was ervan overtuigd dat de Bloater het gehoord had. Dapper, terwijl ze zich op het moment allesbehalve dapper voelde, bleef ze met het kleine voorwerp in haar handen tegen het staal slaan. Ze kon de voetstappen dichterbij horen komen, waardoor alle spieren in haar lichaam zich aanspanden. Zodra ze de Bloater in de deuropening zag, stopte ze haar handeling. Ze stak haar zaklamp achter haar riem en nam het pakketje lucifers vast. Met trillende handen haalde ze er een stukje uit en streek deze langs de zijkant van het doosje. Mislukt. Ineens stonden de tranen in haar ogen. Waarom lukte het niet? Waarom uitgerekend nu? Poging twee zorgde ervoor dat ze het stokje liet vallen, waardoor ze onbewust zacht jammerde. Terwijl ze het tweede stokje uit het doosje haalde, keek ze omhoog. Iets wat ze misschien beter niet had kunnen doen. De Bloater kwam met stampende voeten op haar af lopen, maakte een brullend geluid en spuwde een soort zuur uit. Net op tijd sprong Charlotte opzij, waarna ze bijna struikelde. Met een snelle vaart liet ze de lucifer langs het strijkvlak glijden, deze keer succesvol. Drie keer is scheepsrecht. Ze gooide het stokje echter niet weg, ze wachtte tot het wezen dichtbij genoeg was en ze er zeker van was dat de vlammen hem zouden raken. Pas toen hij nog vijf meter van haar vandaan was en er opnieuw een zuurbom uit zijn lichaam gevuurd werd, gooide ze het stokje weg. Grote, oranje vlammen rezen de lucht in. Even werd Charlotte teruggebracht naar de brand in het gebouw, maar zodra ze het gebrul van de Bloater hoorde, werd ze teruggebracht naar het heden. Zo snel ze kon rende ze bij de geïnfecteerde vandaan, die brandend overeind stond. Dean. Waar was hij? 


@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Hoe cool en rustig Dean zich ook had geprobeerd voor te doen op het moment dat ze dit plan in werking lieten treden, hij was uiteindelijk toch lichtelijk in paniek geraakt. En hij was gestruikeld toen hij even niet oplette waar hij zijn voeten neerzette. Het wapen was uit zijn handen gevallen toen hij hard op de grond landde en er schoot door hem heen dat dit het dan was. De Bloater, die nu zo dichtbij was dat Dean alle details in de vreemde, grijze huid kon zien, spuwde een raar goedje op hem dat hij maar net kon ontwijken door aan de kant de rollen. Achter een half vergaan muurtje, met zijn neus bijna in de schimmel die erop groeide. Hij hield zelfs zijn adem in, voelde hoe zijn hart in zijn keel klopte. Dat was het dan, hij had gefaald. Het rare, doordringende geluid dat de Bloater maakte, was veel te dichtbij.
Hij kneep zijn ogen dicht, wilde het gore ding niet meer zien. Hij hoopte maar dat Charlotte nog op tijd weg zou komen. Misschien wist ze nog wel een vuur te maken en dit ding in haar eentje te verslaan. Hij hoopte het, hij zou er niet meer zijn om haar te helpen of te beschermen. Stomme, achterlijke idioot, waarom lette je niet gewoon op waar je je voeten neerzette? Waarom hield je dat wapen niet beter vast?
Ineens klonken er doffe klappen een eindje verderop. De Bloater, die op nog geen vijftig centimeter afstand had gestaan, werd er direct door afgeleid en produceerde weer zo'n bizar geluid. Nog steeds durfde Dean geen adem te halen, bang de aandacht van het wezen weer op zichzelf te richten. Was het Charlotte? Was het haar gelukt?
Nu hoorde hij haar stem ook en de Bloater leek alweer vergeten te zijn dat er een makkelijke prooi voor zijn neus lag. Het ding waggelde in de richting van het geluid en toen Dean zeker was dat hij de aandacht van de geïnfecteerde kwijt was, probeerde hij overeind te komen. Een scheut van pijn schoot door zijn enkel en hij staakte de poging om te gaan staan, direct. In plaats daarvan zocht hij naar zijn zaklamp, die nog steeds een licht verspreidde. Toen hij die eenmaal had, was ook zijn pistool zo gevonden.
Ineens hoorde het geluid van een steekvlam die oplaaide en een gevoel van opluchting verspreidde zich door zijn lichaam. Het was gelukt. Hij leefde nog. Er was vuur. Het moest haar gelukt zijn, anders zou er geen vuur zijn. Nogmaals probeerde hij overeind te komen, waarbij hij zo min mogelijk kracht op zijn enkel probeerde te zetten. Het deed zeer, maar eindelijk stond hij. Waar was Charlotte? Een figuur kwam hem tegemoet, vanuit de ruimte waar het vuur brandde, tengerder en kleiner dan de Bloater. Dat moest ze wel zijn. En ze leek ongedeerd. Ze leefden nog. 'Is het gelukt?' vroeg hij, al wist hij het antwoord op die vraag al. Het vuur in de ruimte werd al weer minder fel, nu de benzine waarschijnlijk opgebrand raakte en er weinig andere dingen waren die in de fik konden vliegen. De Fireflies hadden hun bunkers heel tactisch ingericht.

@Amarynthia 
Amarynthia
Internationale ster



Met grote, snelle passen rende ze de gang in, haar snelle ademhaling negerend. In de verte zag ze een schim door de dikke laag sporen. Wankelend kwam de schim dichterbij. Het moest Dean zijn, dat kon niet anders. Wat was er gebeurd? Zijn rechte houding was verdwenen en even was Charlotte bang dat hij gebeten was en hij langzaam veranderde in een geïnfecteerde. Toch liet die gedachte haar niet afremmen. Met een snelle vaart kwam ze dichterbij, terwijl ze zijn stem hoorde. Zijn stem klonk normaal, niet gebroken of wat dan ook. Zonder zijn vraag te beantwoorden vloog ze hem in de armen. Charlotte sloot haar ogen terwijl haar armen strak rond zijn lichaam lagen. Na een korte seconden, omsloot de jongeman haar ook in de omhelzing. 
‘Je leeft nog,’ fluisterde ze. Hij leefde nog. Zij leefde nog. Het was hen gelukt. Samen hadden ze de geïnfecteerden verslagen. Ondanks dat Charlotte niet nogmaals achteromgekeken had om te zien hoe de Bloater zichzelf staande hield in het vuur, was ze ervan overtuigt dat hij dood was. Niet alleen omdat de schimmel op zijn lichaam vlam had gevat en het harnas zodoende langzaam weggevaagd was, maar ook omdat het stil was achter hen. Te stil. Indien het afgrijselijke wezen nog in leven was geweest, had hij waarschijnlijk opnieuw gebruld en waren zijn voetstappen deze kant op gekomen. Het was gelukt. Het moest wel gelukt zijn. 
Dean beëindigde de knuffel en legde zijn handen op haar schouders. Zijn gezicht stond bezorgd. Sterker nog, ze zag iets in zijn ogen wat ze nog niet eerder gezien had. Was het paniek? ‘Ben je oké?’ vroeg hij. 
Charlotte knikte haastig. Niet alleen leefde ze nog, ze was ongedeerd gebleven. Geen nieuwe brandblaren, geen nieuwe wonden, zelfs geen verrekte spier. Dean daarentegen leek er iets minder goed vanaf gekomen te zijn. Zijn houding was niet bepaald optimaal en op zijn handen waren wat schaafwonden terug te vinden. ‘En jij?’ Haar stem trilde. Het gevolg van de verschillende gevoelens die door haar lichaam stroomden. De angst, de bezorgdheid, de adrenaline, de ontlading. 
Ook Dean knikte, al wist Charlotte dat er iets was. Haar blik gleed over zijn lichaam. Ze zag geen bloed, geen teken op iets dat wees op een beet. Hij was in orde. Hij leefde nog, was onbesmet gebleven. Ze had de neiging hem opnieuw te knuffelen, bedenkend dat ze hem kwijt had kunnen raken als ze iets langer gewacht had. Maar ze hield haarzelf in, wierp in plaats daarvan een blik over haar schouder. ‘Ik hoop dat de voorraden het waard waren,’ zei ze met een klein lachje, al kon hij die natuurlijk niet zien. Ze begon te lopen en toen pas merkte ze wat er aan de hand was. Dean leunde maar weinig op zijn enkel, zakte daarbij iets ineen en zijn gezicht versprong iets van de pijn. Deze keer was het haar beurt om hem bezorgd aan te kijken. ‘Gaat het?’ 
Hij knikte. Natuurlijk knikte hij. Zelfs als zijn voet eraf zou liggen zou hij zichzelf ertegen verzetten. Charlotte ging naast hem staan en legde een arm rond zijn middel. ‘Je kunt op mij leunen?’ stelde ze voor. 


@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Ze was erg.. enthousiast. De knuffel had hem bijna uit zijn evenwicht gebracht, vooral omdat hij zijn best deed zijn enkel niet te veel te belasten, maar hij klemde zijn kaken op elkaar en beantwoordde de enthousiaste knuffel alsof hij nergens last van. Niet te lang, hij moest zeker weten dat alles echt goed met haar was. Nu ze dichter bij hem stond, was het goed te zien dat ze ongedeerd was. Dat was een opluchting. In de hitte van de strijd had hij er niet heel erg over na kunnen denken, maar er was een grote kans geweest dat één van beiden zou sterven, of op zijn minst geïnfecteerd zou raken. Dat ze beiden ongeschonden waren gebleven in dat opzicht, was al een klein wonder te noemen. Omdat hij niet wilde dat ze zich zorgen om hem ging maken, zei hij niets over zijn enkel. Het was niet haar taak om zich zorgen om hem te maken, dat was belachelijk. Hij moest zich zorgen om haar maken, niet andersom. Daarom wachtte hij tot ze geheel omgedraaid was en terug liep naar de ruimte met voorraden, voordat hij achter haar aan begon te lopen. Strompelen. Toch moest ze gemerkt hebben dat er iets niet klopte, want ze draaide zich om en zag dat er iets was. Maar zelfs toen probeerde Dean het nog weg te wuiven, al kon hij haar er niet van weerhouden een arm om hem heen te leggen zodat ze hem kon ondersteunen. Het was bijna aandoenlijk, dat het tengere meisje hém probeerde te ondersteunen. En hij moest toegeven dat de ondersteuning, hoe minimaal ook, het makkelijker maakte om vooruit te bewegen. 'Het is niets,' zei hij nog, wat hem slechts een argwanende blik opleverde. Dat leugentje ging ze echt niet geloven. Hij haalde zijn schouders op. Alsof hij ging toegeven dat hij eigenlijk had gedacht dat hij dood was. Dan zou ze zich alleen maar meer zorgen gaan maken. 'Straks een stevig verbandje eromheen leggen en ik ben weer zo goed als nieuw.' Hij had niet het idee dat het gebroken was, waarschijnlijk was het niet meer dan een flinke verzwikking of een verstuiking.
Wat langzamer dan normaal bereikten ze de ruimte. In een hoek lagen de nog brandende resten van de Bloater, maar hij was zeker weten dood. Voorzichtig liet hij Charlotte los en hij liep naar één van de stellingen tegen de muur, die nu eindelijk beter geïnspecteerd konden worden. Blikken met voedsel, flessen water die nog ongeopend waren en munitie. Van de medicijnvoorraad bleek weinig over te zijn, de meeste van de steriele spullen waren overgroeid met de dodelijke schimmel, dus die liet hij liggen. 'Pak de dingen waarvan je denkt dat we ze nodig hebben én die we nog kunnen meenemen,' zei hij tegen Charlotte. Ze moesten ook niet té veel meenemen, dat zou veel te zwaar worden. Wel pakte hij uit dezelfde kast waar de munitie had gelegen, een aantal pistolen. Ze waren nutteloos, omdat hij al prima wapens had, maar eentje stopte hij toch bij zijn spullen. Hij zou Charlotte daar later wel over vertellen. Voor nu ritste hij de tas weer dicht en hij keek afwachtend naar het meisje dat zojuist één van de meest gevaarlijke geïnfecteerden die er bestonden om het leven had gebracht. Zou ze zich realiseren dat hij zich zo veel zorgen had gemaakt? Zou ze weten wat ze gedaan had, de omvang van haar prestatie? Hij betwijfelde het. 'Klaar? Dan kunnen we weer wat frisse lucht inademen.' Ze knikte, dus hij begon weer richting de uitgang te strompelen, nog altijd koppig.

@Amarynthia 
Amarynthia
Internationale ster



De spullen waarmee Charlotte haar rugtas vulde, waren vooral uitputtende producten geweest. Dingen die op raakten, waar ze continu opnieuw naar op zoek zouden moeten. Voedsel, drinken en munitie. Al had Charlotte weinig besef van de verschillende soorten kogels en welke paste bij de wapenvoorraad van Dean. Ook had Charlotte een setje kleding gevonden in haar maat, wat ook een hele opluchting was. Ze droeg al dagenlang hetzelfde setje en het zou fijn zijn daar wat verandering in aan te kunnen brengen. Het maakte haar niet uit hoe de kleding eruitzag, haar uiterlijk was een van haar laatste zorgen op dit moment. Het ging er meer om dat het een stuk hygiënischer was. 
Charlotte wierp nog een laatste blik op de resten van het monster, die zwartgeblakerd op de grond lagen. Ze kon amper geloven dat het gelukt was, dat ze het immense wezen hadden omgebracht. Het had een hopeloze zaak geleken, haast een zelfmoordpoging, maar het was gelukt. Opnieuw probeerde Charlotte de jongeman iets te ondersteunen, al voelde het alsof het weinig uitmaakte. Daarbij maakte hij er weinig gebruik van en leunde hij alsnog veel op zijn bezeerde enkel. Was het zijn trots? Wilde hij haar niet belasten? Ze wist niet wat het was, maar het was eigenwijs en zou het helingsproces in de weg kunnen zitten. Misschien dat ze hem later over zou kunnen halen wat meer gebruik te maken van de hulp die ze hem bood, maar eerst wilde ze dit gruwelijke gebouw uit. 
Een last viel van haar schouder toen de deur in zicht was, alsof ze bang was dat er nog een stel geïnfecteerden de hoek om zouden komen. Charlotte achtte de kans klein dat ze die zouden kunnen verslaan, helemaal nu Dean gewond was. Charlotte liet haar reisgenoot los en opende de deur, waar het zonlicht haar kort verblindde. Pas toen ze de deur gesloten had, durfde ze haar gasmasker af te doen. Frisse lucht. Veiligheid. Al was dat laatste slechts schijn, elk moment zou er een nieuwe geïnfecteerde op hun af kunnen stormen. 
Charlotte klikte het masker vast aan de zijkant van de tas en wierp daarna haar blik op Dean. Zijn mond was vertrokken tot een dun spiertje, zichzelf verzettend tegen de pijn. Ze had geen bruikbare medicatie kunnen vinden, noch een steriel stuk verband. ‘Heb je iets voor je enkel kunnen vinden?’ vroeg ze. Hij schudde zijn hoofd. ‘Ik ook niet. Misschien kunnen we een stuk stof van onze kleding eromheen binden?’ Op dit moment zou Saskia een goede aanwinst geweest als reisgenoot, met haar ervaring als verpleegkundige, had ze precies geweten hoe de getatoeëerde jongeman geholpen kon worden. Charlotte voelde zich nutteloos. Het was alsof ze hem niks kon teruggeven na alles wat hij voor haar gedaan had. 


@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Eenmaal buiten ontspande hij pas weer. Toen de deur eenmaal dicht was, durfde hij zijn gasmasker weer af te zetten en voordat hij überhaupt een moment nam om het masker weer aan zijn tas te hangen, haalde hij een paar keer diep adem. Nu ze eenmaal buiten waren, drupten de laatste beetjes adrenaline weg en hij voelde zijn enkel bonzen van de pijn. Ook had hij rode plekken op zijn ellebogen, waar hij op geland was toen hij struikelde. Geen schaafwonden, maar het deed wel een beetje zeer. Niets vergeleken met de enkel.
Even keek hij rond, alsof hij zich op die manier kon oriënteren. De bunker was vlak naast een vrij diepe beek gebouwd en iets verderop was een klein bos, met bomen die redelijk dicht op elkaar stonden. Dean wist dat hij rust moest nemen, moest controleren hoe ernstig de schade was en sowieso, hij voelde zich ongelofelijk vies na de tijd die ze in de bunker hadden doorgebracht, alsof de onnatuurlijke mist nog steeds op zijn huid kleefde. Hij begon weer te lopen, onder protest van Charlotte. 'Moeten we niet eerst naar je enkel kijken?' vroeg deze, met een stem waar twijfel in doorklonk. Dean schudde zijn hoofd. 'Ik wil het niet zien,' zei hij grappend, al was het alles behalve amusant. Hij zette nog een paar stappen en Charlotte liep mee, maar hij merkte dat het niet ging lukken. Uiteindelijk zou hij haar hulp toch moeten accepteren. Met haar arm om zijn middel ging het bewegen wel iets makkelijker, al was iedere stap nog steeds een strijd.
Eenmaal bij de bosrand aangekomen, liet Dean zich op een omgevallen boom zakken en hij trok zijn shirt uit. Misschien had hij daar normaal wel een tweede keer over nagedacht, maar de pijn sprak zijn rationele denkvermogen tegen. Hij reikte Charlotte het shirt aan. 'Maak die maar even nat, ik heb zo het vermoeden dat ik mijn enkel zo moet koelen.' Het klonk een beetje grimmig en dat was het ook. Toen ze weggelopen was, trok hij met veel moeite zijn schoen uit. De enkel was helemaal opgezet en het deed zeer om de stevige leren laars eraf te trekken, maar hij ging ze niet slopen. Dan de sok. Dat viel nog wel mee, omdat de stof makkelijk rekte.
De enkel was heel erg gezwollen en was al mooi aan het verkleuren. Verstuikt dus en niet zo'n beetje ook. Het feit dat de enkel blauw begon te worden, was een goede indicatie van de ernst van de verstuiking: Hier ging hij nog wel even last van hebben. Hij legde zijn voet op de boomstam en probeerde zich te herinneren hoe de regels ook al weer waren bij een verstuiking. Niet belasten, direct koelen, zo mogelijk een drukverband aanleggen en hoog houden. Nou, daar had hij al mooi in gefaald maar misschien viel er nog wat te redden als hij het nu begon te koelen. Daarna zouden ze er inderdaad maar een kledingstuk omheen moeten binden om een geïmproviseerd drukverband aan te kunnen leggen. Wat een idioot was hij, dat hij gestruikeld was daarbinnen. Hij had nota bene geweten dat het halfvergane lichaam daar had gelegen en alsnóg was hij eroverheen gevallen. Nu was hij degene die hulp nodig had en langzamer was dan zij, en als ze pech hadden, zaten ze hier nog een paar dagen vast. Verdomme.

@Amarynthia 
~~
p.s. have some eyecandy, Char.
Amarynthia
Internationale ster



Zonder enige waarschuwing, trok hij zijn shirt uit. Een handeling die Charlotte niet bepaald aan had zien komen. Voor het eerst zag ze de tekeningen die schuilgingen onder de dunne stof. De kunstwerken die elk een verhaal met zich meedroegen. Het was ergens maar goed dat Dean haar beval – hij moest veel pijn hebben, dus vergaf ze hem zijn ietwat bittere humeur – zijn shirt nat te maken. Zo niet, dan had ze waarschijnlijk ongemakkelijk lang naar zijn lichaam gestaard, waarbij haar wangen rood zouden kleuren. Ze aarzelde dan ook geen seconde toen hij het shirt naar haar uitreikte. Ze draaide zich om en haastte zich naar het beekje iets verderop. Hij was precies goed gespierd. Niet mager, maar ook niet opgepompt. Precies goed. Charlotte betrapte haarzelf erop dat ze alsnog rood aanliep, maar dat kwam meer doordat ze zich er bewust van was dat ze nóg steeds over zijn shirtloze lichaam nadacht. Waarom? Hij was haar reisgenoot. Misschien was hij zelfs een goede vriend te noemen, maar niet meer dan dat. Bovendien zou dat alles kunnen verpesten en dus weigerde ze dergelijke gevoelens toe te laten. Ze vond hem niet leuk. Niet op die manier. 
Charlotte hurkte neer bij het beekje, dat vrij diep was en waar een goede stroming in te vinden was. Het was een gunstige plek om te verblijven. Niet alleen was het helder water wat van een berg afstroomde en daarmee drinkbaar was, ook maakte het beekje vrij veel geluid en zouden hun gesprekken dat niet snel overstemmen. Geïnfecteerden zouden daarmee enigszins minder snel gealarmeerd hoeven te worden. Het water was daarnaast vrij koud, wat ook een goed teken was. Als het natte kledingstuk niet zou helpen, zou hij zijn enkel zelfs nog onder water kunnen stoppen. Charlotte gooide wat water in haar gezicht, om haarzelf wat af te koelen en om haarzelf wat te verfrissen nadat ze minutenlang in die ranzige mist had gelopen. Daarna kwam ze overeind en liep ze met het kletsnatte shirt terug naar Dean. 
Ondertussen had Dean zijn laars en sok uitgedaan, waardoor zijn enkel goed zichtbaar werd. Het zag er niet veelbelovend uit. Opgezwollen en blauw. Het baarde haar zorgen. De verstuiking zou hen enorm afremmen, de kans was zelfs groot dat ze enkele dagen hier vast zouden zitten. Dat was op zich geen probleem, maar indien er geïnfecteerden zouden komen, zou het op haar aan moeten komen. Charlotte betwijfelde of dat goed zou komen. Daarnaast wist ze zeker dat Dean de tijd niet zou nemen om het te doen genezen. Hij zou stug door blijven gaan, zelfs wanneer zij in protest zou gaan. Ze nam haarzelf voor dat niet toe te staan, ook al vond hij haar dan bloedirritant. 
Charlotte hurkte voor de getatoeëerde man, probeerde zijn naakte bovenlichaam te negeren. ‘Sorry,’ zei ze alvorens ze het natte doek tegen zijn enkel plaatste. De warmte straalde ervan af, een teken dat het goed pijn moest doen. Al was dat iets waar ze sowieso al niet over twijfelde. Ze liet het natte shirt liggen en deed haar rugzak af en legde die iets voor hem neer. ‘Je kunt, als je wilt, daar je voet op leggen zodat hij wat hoger ligt.’ 


@Hadesu 
Plaats een reactie
Reageer
Om nieuwe berichten te laden: ingeschakeld
Eerste | Vorige | Pagina: | Volgende | Laatste