Azelf schreef:
Excuses voor het lettertype, m'n laptop werkt even niet mee.
Direct toen Hunter Vayentha's keel vastnam, bewoog haar hand zich naar haar dolk, klaar om de man voor haar neer te steken, maar iets hield haar tegen, en dat ene moment van twijfel zou ze later berouwen.
Hunters woorden maakten haar woedend. Voordat ze echter kon reageren, leidde de plotselinge pijn haar af. Ik ben vervangbaar. Hunter is uniek. De woorden bleven nog een tijdje in haar hoofd hangen, maar ze weigerde ze uit te spreken. De man was gestoord als hij dacht dat ze hem serieus zijn zin zou geven – niet dat hij zo niet gestoord is. Hoewel ze absoluut niet wilde toegeven, werd de pijn steeds heftiger en daardoor steeds lastiger om te negeren. Ze had al ergere pijn meegemaakt, maar die concentreerde zich meestal op een punt, terwijl dit gevoel door haar hele lichaam raasde; overal deed het pijn. Steeds als ze dacht dat het niet erger kon, bleek al gauw dat ze het mis had; het kon wel degelijk erger, veel erger zelfs. Haar hand klemde zich met alle macht om de dolk, maar ze kon hem niet gebruiken; ze stond daar maar, weerloos, verlamd door de pijn. Hoe meer pijn hij haar deed, hoe meer ze wilde opgeven, maar ze liet zichzelf de woorden niet uitspreken, ze kon ze niet over haar lippen krijgen. Ze hoopte maar dat als ze lang genoeg haar mond hield, Hunter verveeld zou raken en haar los zou laten. Hoewel dat nog even niet leek te gebeuren, werd hij op een andere manier afgeleid, en net op tijd. Vayentha verloor even bijna haar evenwicht, maar het maakte haar niet eens uit. De afgrijselijke pijn was eindelijk weg, en ze kon de jongeman wel zoenen – bij wijze van spreken, in werkelijkheid was het wel zo'n beetje het laatste wat ze zou doen. Ze was al genoeg vernederd, ze hoefde haar reputatie niet nog meer te verkloten.
Nu de pijn eindelijk was verdwenen, kon ze weer een stuk helderder nadenken. Ze herkende de jongen wel, dat was Joel, die zoon van Shai'tan, maar heel veel meer wist ze ook niet van hem. Ook kon ze zich zo weer beter concentreren op wat Hunter te zeggen had. Ze kon het niet laten toch haar wenkbrauw op te trekken, zelfs na waar ze net doorheen was gesleept. Ze wisten allemaal wel dat wat hij zei klinkklare onzin was. Hij was gestoord, een gek, hij zou zichzelf nooit in toom kunnen houden. Toch had hij wel ergens een punt, een nieuwe opdracht zou ook zij heel erg op prijs stellen. Ze had zo onderhand wel genoeg van die kleuter, die haar zo respectloos behandelde.
Na nog een laatste blik op Joel geworpen te hebben, draaide ze zich zwijgend om, ze had geen behoefte om nog maar een woord aan hen vuil te maken. Hoewel ze nog wat wankel op haar benen stond, lukte het haar zonder te vallen de ruimte uit te benen, op weg naar de bevelhebbers.