Dauntless schreef:
Arwens blik was genoeg om te weten dat het tijd was om te gaan. Zahur was wakker geworden tussen deze groep van vreemde mensen en een vreemd gevoel had hem overvallen. Misschien kwam het door de drukte, door de chaos, door de angst die nog na sidderde van zijn audiëntie met de demonen. Hoe dan ook een vreemd gevoel overviel hem en hij wist niet meteen hoe het te plaatsen. Het was in het moment dat Arwen zijn hand vastgreep, hem omhoog trok en in de tussentijd een dolk trok om zichzelf te beschermen dat het hem begon te dagen waar dat gevoel vandaan kwam. Een van zijn gaven was het zien van iemands sterfdatum. Nu was dit een erg omslachtige kracht. De toekomst staat immers niet vast. Mocht hij deze gave op één persoon focussen zou hij een nummer zien dat bij elke stap, bij elke beslissing zou veranderen. Veel nut had het niet. Het was meer een vloek dan een zegen. Zahur richtte zijn blik op Arwen, zag de laatste seconden bij haar wegtikken terwijl een kogel zich door haar borst boorde. Hij probeerde haar nog weg te trekken, riep haar naam, maar het was te laat. Ze viel achteruit, de grip van haar hand op de zijne verzwakte.
"Arwen, Arwen..." Zahur was naar haar lichaam toe gekropen. Hij schudde haar zachtjes heen en weer hopend dat het haar wakker zou maken uit deze eeuwige slaap. Ze had hem zo vaak beschermd, keer op keer was ze meegegaan op zijn gevaarlijke expedities. Als hij het niet in zijn hoofd had gehaald naar de rusalki te gaan, de kaarten hadden hem zelfs gewaarschuwd. Hoe kon hij zo dom geweest zijn, zo roekeloos. Hij besefte niet eens hoe tranen over zijn wangen rolden en zich vermengden met het bloed dat haar uitrusting een donkere rode kleur gaf.
Zijn verdriet maakte plaats voor woede. Hij zou haar dood niet zomaar aan zich voorbij laten gaan. Magie gevoed door emotie was vaak het sterkst van al, sterk maar onvoorspelbaar. De militairen waren zo op hem gefocust dat ze niet eens leken te merken hoe de schaduwen van de bomen rondom hen zich samen begonnen te klitten. Zahur keek niet eens op, fluisterend balde hij zijn vuisten en maakte zich klaar voor de aanval. Een tentakel schoot uit de opeenhoping van schaduw en spande zich om het been van de enige nog rechtstaande militair. De vrouw probeerde op de draad te schieten, maar raakte enkel haar eigen voet. Een tweede draad hechtte zich om haar hals, een derde rond haar middel. Ze werd naar beneden getrokken, meer en meer draden krulden zich om haar lichaam en deden zich te goed aan haar bloed. Zahur stond langzaam op. Hij was nog steeds zwak, maar werd aangevoerd door een nieuwe duistere energie. De militair die druppel voor druppel werd leeggedronken keurde hij geen blik waardig terwijl hij langzaam naar de andere militair wandelde, Arwens moordenaar. Een vrouw was zijn wonden aan het verzorgen, hoe kon ze. Hoe kon ze zich over hem ontfermen na wat hij Arwen had aangedaan. "Je krijgt één kans om bij hem weg te stappen."