lena schreef:
Hermelien:
Ik word wakker en ik doe mijn ochtend ritueel. Ik loop naar beneden, naar de grote zaal. Ik zie Ron en Harry zitten en ga bij ze aan tafel zitten.
Harry:
'Goeiemorgen' zegt ik tegen Hermelien. 'Goeiemorgen' zegt ze terug. We aten ons ontbijt op en horen van professor anderling dat we de eerste uur vrij waren.
Draco:
Als ik wakker word, doe ik mijn ochtend ritueel. Ik kijk of er iemand is in de leerlingen kamer, en als ik zie dat er niemand is ren ik naar de deur en loop door de gangen van Zweinstein. 'Als ik litteken weer pijn begint te doen, loop ik naar Sneeps kantoortje. Ik klop op de deur en hij zegt 'kom binnen'. Ik loop naar binnen. 'Professor mijn litteken doet weer pijn'. Ik laat mijn litteken zien. 'De heer heeft een opdracht voor je Draco'. Ik slik en knik. 'Dank u wel' en ik loop zijn kantoortje uit. Ik weet niet wat ik moet doen. 'Moet ik naar de lessen of naar de heer van het duister? '. Ik denk na over wat ik het beste kan doen. Ik loop terug naar Sneep. 'Professor ik moet naar u weet wel wie, zou u me ziek kunnen melden zodat ik er heen kan' ? Hij kijkt me bedenkelijk aan. 'Ja is goed, ga maar, maar morgen wil ik dat je weer al je lessen volgt'. Ik knik 'dank u wel'. Ik loop zijn kantoor weer uit en ik loop ongezien naar het kasteel waar de heer verblijft. Ik klop op de deur. Zenuwachtig en met een raar gevoel wacht ik op zijn antwoord. 'Kom binnen Draco'. Ik loop naar binnen. 'Ik heb een opdracht voor je, ik heb begrepen dat er veel modderbloedjes in de school lopen bij jouw, je moet alle die je kent naar mij brengen'. Ik slik. 'En als ik dat niet doe' stotter ik. Hij pakt zijn toverstaf en richt op een harnas die ik de hoek staat. Ik hoor het ijzer rammelen en een seconde later ligt de harnas in 1000 stukjes op de grond. 'Dat gebeurt er dan, maar dan met jou'. Ik slik en zeg 'alles komt voor elkaar'. Ik loop snel de kamer uit. Het zweet stond op mijn voorhoofd. Het was nog maar 1 uur 's middags, ik kon niet naar school gaan en de lessen weer volgen dat zou te opvallend zijn. Ik tover mezelf naar zweinsveld en loop door de straten die niet verwoest waren. Als het 4 uur s'middags is tover ik mezelf naar Zweinstein. Over een kwartier zou Zwadderich klaar zijn met hun lessen. Als ik de leerlingen kamer in loop, schrik ik.