Laryanue schreef:
Naam: Delvin Mallory
Bijnaam: -
Geslacht: Mannelijk
Leeftijd: 24
Innerlijk: Net zoals alle andere wezens die onder zijn ras vallen, beschikt ook hij van nature niet over magische krachten. Hij is ook nooit in de leer geweest bij iemand die wel over deze krachten beschikte, hij had hier nooit het geld of de connecties voor, laat staan de vrijheid. Hij groeide op als wees in een van de weeshuizen die geleid werden door geestelijken, maar veel educatie buiten godsdienst boden ze niet aan. Van buiten leken de geestelijken misschien wel heiligen, maar de weeshuizen waren niet veel beter dan de straten zelf. Je moest goed op je weinige bezittingen passen, voor je het wist had een andere wees het al van je gestolen. Met beide handen moest je je aan je eten vastklampen om te voorkomen dat iemand het onder je neus weggriste. Tussen die geestelijke propaganda en de slechte manier waarop ze de wezen behandelden zag Delvin geen andere uitweg dan het weeshuis te ontvluchten. De buitenwereld kon niet slechter zijn en zou hem misschien nog een kans geven om een roeping of iets dergelijks te vinden. Hij wilde op zoek naar familie, antwoorden, maar met de vage hints die hij over zijn ouders had gekregen, kon hij niet veel vinden. Hij kende geen familie, had geen vrienden of oude buren waar hij van wist. Op straat was hij net zo verloren als in het weeshuis. Uiteindelijk kwam hij zelfs tot de conclusie dat het een domme keuze was geweest, het was echter een keuze die al gemaakt was en niet meer teruggedraaid kon worden. Sindsdien denkt hij wel beter na over de keuzes die hij maakt. Als hij niet zo'n geluk had gehad, dan was hij misschien beter af geweest in het weeshuis, maar toch kwam hij uit op een leven waar hij uiteindelijk redelijk tevreden mee kon zijn, ondanks de minder goede gebeurtenissen die hem zijn overkomen. Hij is uiteindelijk op een goede plek beland.
Op straat leerde hij te stelen van nietsvermoedende marktkoopmannen, kon hij zo een appel uit de mand van een voorbijlopende vrouw halen zonder dat iemand het zou merken. Hij leerde de wegen en regels van de straat, sloot bondgenootschappen en maakte ook enkele vijanden.
Tijdens een vrij koude winter had hij geen andere keus dan om te overnachten in een verlaten gebouw. Omdat het huis erom bekend stond dat er eigenlijk niemand woonde, kwam er behalve de enkele dief of zwerver niemand. Voor een aantal weke ging het goed, zijn weinige bezittingen lagen goed opgeborgen, hij had een haard en was beschut voor weer en wind. Op een ochtend werd hij echter niet wakker in dit verlaten huis, maar op een veiling. Mensenhandel was in vele gebieden verboden, of werd niet getolereerd, maar toch werd het gedaan. Hij werd gekocht door iemand die vechters zocht voor arenagevechten, hij had geen andere keuze dan te doen wat deze man zei. Hij was een van de snelste vechters, heeft alle gevechten gewonnen, anders had hij nu niet meer geleefd. Met de tijd leerde hij zwakheden van anderen in te schatten en dezen te gebruiken. Hij viel onder de krijgers, maar toch bleef hij vast hangen aan zijn verleden op straat. Daar had hij namelijk dingen geleerd die zijn leven meerdere malen hadden gered. Daarbij was een gevecht nooit eerlijk, in een gevecht om leven en dood kon je niet over eerlijkheid nadenken, je moest doen wat je moest doen om te overleven. Zand strooien in de ogen van je tegenstander, deze onderuit halen, hem in de rug aanvallen als hij niet keek. Hij vond oplettendheid een verantwoordelijkheid, als je iets niet overleefde omdat je niet goed op je omgeving lette, dan was dat je eigen schuld, een domme fout. Eerlijkheid redt je leven niet, slim zijn en zwakheden gebruiken kan dit echter wel.
De man die hem had gekocht op de veiling was een goed man, Delvin kreeg te eten, training, zijn wonden werden verzorgd, hij kreeg zelfs een klein beetje geld met elk gevecht dat hij won. Tegen de verwachtingen in gebruikte hij dit echter niet om dingen voor zichzelf te kopen, hij spaarde het op om zijn vrijheid terug te kopen, want hoewel hij nog geen gevecht verloren had, hij was altijd bang dat de volgende zijn eind zou kunnen zijn. Hij liet zich niet verblinden door trots, veiligheid leek hem de beste keus. Met zijn nieuw gevonden talent voor vechten zou hij zich misschien ergens bij kunnen aansluiten, misschien bij de bewaking van de stad of als een schildknaap voor een edelman of misschien kon hij toch overleven als een zelfstandige huurling.
Het duurde echter niet lang voor hij werd uitgekozen voor het toernooi. Net toen hij zijn vrijheid had teruggekocht, werd hij weer gedwongen om iets te doen. Deze keer deed hij het echter met minder weerzin, deze keer deed hij het voor de eer, zowel zijn eigen als die van de mens als ras.
Van zijn verleden bestaande uit het leven op straat en zijn arenagevechten is niet veel te merken. Behalve enkele littekens van gevechten ziet hij er niet echt uit als iemand die zo veel mensen aan het einde van zijn zwaard heeft gehad, laat staan dat hij zich ernaar gedraagt. Hoewel hij het nooit vergeet en zelfs alle namen uit zijn hoofd weet, laat hij dit zelden doorschemeren. Want net zoals zij, was ook hij gedwongen om dat te doen. Het was zijn leven of dat van hun, vroeg of laat was er iemand aan hun hand gestorven, of zouden zij aan de hand van een ander sterven. Geen van beide had iets te verliezen, Delvin had misschien nog het geluk om nog iets te kunnen winnen aan die gevechten.
Talent: Vechten, gokken en drinken. Hij wint buiten klussen om een aardig zakcentje wanneer hij wedstrijdjes tegen anderen wint in herbergen en kroegen. Hij heeft over de jaren een vrij hoge alcoholtolerantie opgebouwd.
Wapens naar keuze: Het maakt niet uit wat voor wapen hij kan krijgen, hij kan alles waar hij zijn handen op kan krijgen gebruiken. Speren, zwaarden, messen, bijlen, knotsen of bogen. Van jongs af aan leerde hij al met deze wapens om te gaan. Desnoods vecht hij zelfs met zijn blote handen. Hij zelf draagt een bijl en dolk aan zijn riem en een zwaard op zijn rug. Het liefst zou hij ook nog een boog over zijn schouder dragen, maar erg praktisch is dat niet. Hij vindt zelf dan ook dat hij nog net niet te veel wapens draagt.
Uiterlijk: Hoewel hij een uitstekend vechter is, raakt ook hij wel eens gewond. Hij kan niet zeggen dat hij in oorlogen gevochten heeft, maar in de arena heeft mening tegenstander een poging op zijn leven gemaakt. Tot nu toe heeft geen van deze personen het overleefd en is Delvin er van af gekomen met luttele snij- en steekwonden. Deze wonden hebben hun littekens achtergelaten, velen op zijn armen en bovenlichaam en sommige littekens zijn op zijn benen te vinden. Enkele littekens vallen echter meer op dan de anderen, kleding kan deze oude wonden namelijk niet verhullen. Twee littekens ontsieren de rechterzijde van zijn gezicht. Eén naast en een schuin boven zijn donkerbruine ogen. De klappen die deze littekens hebben veroorzaakt, kan hij zich echter niet goed meer herinneren.
Als ex-arenavechter is hij een uitstekend vechter en kan hij goed omgaan met wapens. Of deze wapens nu zwaarden of bogen zijn. Doordat hij op jonge leeftijd in het circuit is gekomen, heeft hij veel training gehad voor hij eindelijk kon vechten. Door deze training is hij echter sterker dan de meeste anderen en dit is dan ook duidelijk te zien als je naar zijn lichaam kijkt. Hij is dan ook vrij lang; 1.90, wat hem des te intimiderend maakt. Op zoek naar intimidatie is hij echter niet. Hij wordt liever onderschat aangezien dat leidt tot overmoedigheid bij zijn tegenstanders.
Delvin draagt eigenlijk altijd wapens met zich mee. Zijn arsenaal wisselt echter wel, regelmatig komt het voor dat bijvoorbeeld iets breekt of dat iets achtergelaten wordt. Hij heeft geen vast huis en heeft dus geen plaats om wapens op te bergen. Soms zal je hem dus met twee zwaarden zien, soms met één groot zwaard.
Extra: Delvin is een huurling, hij doet bepaalde klussen tegen een geldbedrag. Of dit nu inhoudt of hij iemand moet beschermen of een bepaald object moet vervoeren.
