ladybambi schreef:
In het licht van de maan zag Milan iemand wegrennen. Een meisje zo te zien, aan de lange haren die wapperden in de wind. Milan vermoedde dat het Kayla was, tenminste dat hoopte hij. Hij had geen zin in leraren, ondanks dat diegene duidelijk naar de school toe liep. Om precies te zijn de geheime gang waar hij door naar buiten kwam. Tenminste, zoals hij dat nu kon zien. Hoewel het een slimme weg was om het schoolgebouw weer binnen te komen, zou waarschijnlijk iedereen die route nemen. Hierdoor viel hij beter op bij de docenten en werd die route nog gevaarlijker dan de hoofdingang. Daarom besloot Milan om die route niet te nemen. Ook de hoofdingang was niet handig. Dat was waarschijnlijk de route waardoor docenten naar buiten gingen om hen te zoeken. "Zijn er nog andere ingangen?" vroeg Milan zachtjes aan het kleine trolletje naast hem en op dat moment rolde er een grote steen naar hem toe, wat veranderde in een vrouwelijke trol. "Ik heb er net één gevonden, hij komt vlak bij jou kamer uit volgens mij" sprak de trol en even keek Milan haar aan. Dit klonk nu al perfect. Niemand mocht nog zien.
"Ik volg je wel" sprak Milan met een zwakke glimlach en glipte stilletjes achter de trolin aan, naar een ingang aan de achterkant van de school. De ingang zat verstopt achter een rozenstruik, dus was bijna niet te vinden. Zelf was Milan niet zo dol op rozen. Die doorns deden pijn en vernielden zijn kleren. Toch was dit een route die de docenten zeker niet zou verwachten, waar Milan erg blij mee was en daarom bedankte Milan de trollen ook netjes. Snel kroop hij door de rozenstruik naar binnen, maar beschadigde daardoor zijn pak, waar een kleine scheur in kwam. Die scheur kwam uit op zijn huid, waar een druppel rood bloed uit kwam. Ja, Milan had rood bloed, niet verwacht zeker he? Blauw bloed was misschien ook logischer geweest. Er werd altijd gezegd dat adel blauw bloed had en met hem was het ook logisch geweest. Als je bedacht dat hij ijskrachten had. Toch had Milan normaal bloed, net als iedereen en daar was hij ook best blij mee.
De snee deed best pijn, maar dat negeerde hij. Die pijn was zo weer voorbij, hoewel zijn pak niet meer gebruikt kon worden. Gelukkig had hij meer van dit soort kledij bij zich.
De rozenstruik kwam uit op een tunnel. De tunnel was niet bepaald hoog of licht, waardoor Milan voorovergebogen moest lopen in het donker. Graag had hij gewild dat sneeuw en ijs licht gaven, zoals vuur. Helaas gebeurde dat alleen als er al licht op scheen en op deze plaats was geen druppeltje licht, wat hij niet erg prettig vond.
Gelukkig kwam de tunnel al snel uit op een trap, waardoor hij weer rechtop kon staan. Stil glipte hij de trap op, tot hij bij een deur kwam, die hij opende. De deur kwam uit in de gang, in de schaduw van een groot standbeeld was de deur eigenlijk niet te zien. Stil glipte Milan de gang op en veegde het kleine beetje stof van zijn pak af. Gelukkig was hij niet tegen spinnenwebben of zo aangelopen. Hij had geen zin om zo laat nog te douchen en dat was ook behoorlijk riskant met de docenten in de buurt.
Zolang de stemmen nog klonken, hield Milan zich stil achter het standbeeld. De stemmen kwamen hem nog niet bepaald bekend voor, maar het konden zo leraren zijn of zoiets. Milan was niet zo'n type dat grote risico's nam als de risico's niet genomen hoefden te worden. Wat moest dat moest, maar wat niet hoefde gebeurde ook zeker niet en soms moest je maar even geduldig wachten. Dan kwam het meestal eerder goed dan ongeduldigheid.
Niet veel later zag Milan een flakkerende vlam en voelde hij een hitte. Normale mensen zouden het waarschijnlijk niet voelen, aangezien de vlam best klein was, maar hij was best gevoelig voor warmte. Naja, je kon het niet gevoelig noemen. Milan kon wel tegen de zomerse temperatuur van 20 graden. Dat was geen probleem. Het was niet zo dat hij meteen de schaduw op zocht of op vakantie ging naar een besneeuwde plaats, maar goed. Hij kon wel gewoon hitte voelen die anderen niet meteen zouden voelen.
Milan was een beetje schuw geworden door de vlam, tot hij Kayla haar stem er ook bij hoorde. Zo te horen sprak ze niet tegen leraren. Zoals de andere stemmen ook tegen haar spraken. Daarom kwam Milan maar te voorschijn. Als het schurkenkinderen waren, was het waarschijnlijk beter om direct tevoorschijn te komen, dan wanneer ze hem zouden vinden en denken dat hij hen afluisterde.
Milan merkte al snel dat hij aan de kant van zijn kamer tevoorschijn was gekomen. Deze geheime gang zou hij onthouden, op die rozenstruik na was het echt een geweldige gang. Misschien dat hij ook nog wel iets kon verzinnen voor de struik. Eerst de doorns bevriezen en dan erdoor gaan bijvoorbeeld. Ijs deed hem niets, maar het mocht niet opvallen voor de leraren.
Rustig liep Milan, daar nog over na aan het denken, richting zijn eigen slaapkamer. Hij was benieuwd of Rafa het al gehaald had en of hun andere kamergenoot nog ergens was.