Dauntless schreef:
Gabriëlle werd wakker in een donkere, stinkende ruimte. Ze was vastgebonden aan een stoel en worstelde om zich los te krijgen, maar dat bezorgde haar alleen een stekende en snijdende pijn. "Het touw bevat engelenhaar dus spartel maar niet teveel tegen" zei een stem achter haar en nu herinnerde ze zich weer hoe ze hier gekomen was. "Uriah waar ben ik" zei ze kwaad al was ze vooral bang. "Op een plek waar die vriendjes van jou niet binnenkomen, je verleden" zei hij sluw en Gabriëlle werd nog bleker dan ze al was. Haar vrienden konden hier enkel komen wanneer zij dat toestond, maar door hier te komen stelde ze zich helemaal aan hen open, ze zouden haar grootste geheimen te weten komen en dat was iets wat ze altijd vermeed, maar ze wist dat ze nu geen keuze had. "En je hebt me ontvoerd omdat" "Wel" zei de duistere Uriah die een andere stoel nam en tegenover haar kwam zitten. "Je huilt nu al een tijdje samen met die vrienden van jou, maar waarom kom je niet aan bij ons, de slechte kant of toch zo bekijken jullie het he. Maar ja die vrienden van jou zijn toch allemaal zo'n rijke stinkerds, die hebben ons altijd al als vuil bekeken." "Ze zijn anders" protesteerde Gabriëlle maar Uriah drukte zijn vinger op haar lippen. "Ben je dan zo naïef, ze maken gebruik van je, van ons dat hebben ze altijd al gedaan. Als we samenwerken kunnen we ze wel aan, het wordt weer hetzelfde als vroeger en nu zullen we het allebei overleven en dan zijn we voor eeuwig samen." Voor eeuwig samen, dat klonk te mooi om waar te zijn. Gabriëlle twijfelde, ze hoorde opnieuw de Uriah in haar droom, maar ze was nu eenmaal altijd onderdrukt en mishandeld door de rijken.