schreef:
Malia
Ik pak de tand en het voorwerp aan en slik moeilijk. Het is nog steeds bizar dat zij mij in vertrouwen hebben genomen en hebben besloten mij zoveel mogelijk te beschermen tegen het kwade.
Op de avond dat iedereen weg verdwijnseld was en wij onze stokken in de lucht staken, had Voldemort mij werkelijk in vertrouwen genomen. Ik was immers de moordenaar, de gene die het geflikt heeft om Dumbledore om te leggen. Hoe, dat begrijp ik zelf ook nog steeds niet. Ik moet van dag naar dag leven met de schuld en last op mijn schouders. Ik heb het zelf gedaan. Het is bizar, ik haat mijzelf er nog elke dag om en vergeven zal mij nooit lukken. Huilen doe ik, elke dag minstens één keer. Niet dat iemand dat weet, dat doe ik niet in het bijzijn van een ander. Mijn gevoelens uiten ben ik nooit goed in geweest, maar hoewel zij mij vertrouwen, vertrouw ik hen niet. Mijn rol als spion is blijven bestaan en hoewel ik mijn schulden aan Hogwarts af probeer te betalen door de gruzelementen op te sporen en te helpen ze te vernietigen, moet ik mij aan mijn eed houden. Draco is niet meer op Hogwarts te vinden, niet sinds die avond. Dus ben ik de enige die hun van binnen uit informatie kan verschaffen. Ze zijn tot nu toe tevreden te stellen met kleine beetjes informatie waar ze net niks mee kunnen, maar ik weet zeker dat ze binnenkort wel meer van mij zullen gaan eisen. En ik heb geen idee hoe ik dat aan moet zal gaan pakken. Ik heb mijzelf aardig binnen het netwerk van Harry kunnen krijgen, terwijl ik dat niet verwacht had nadat ik Dumbledore had vermoord.
Met trillende handen houd ik mijn stok in de lucht en doe mee aan het eerbetoon voor Dumbledore. Vele zijn in tranen, zelf doe ik net zo hard mee. De leraren maken een symbool en uiteindelijk laat iedereen zijn stok weer zakken. Ik berg hem op in mijn broek en blijf een tijdje op de reling leunen en staar naar het uitzicht. Ik weet niet meer waar ik heen moet. Zij zijn verdwijnseld, maar waarheen? Zelf heb ik dat nooit geleerd, slechts op bepaalde punten waar het mogelijk is voor iedere tovenaar. En al zou ik het kunnen, dan nog weet ik niet waar zij heen zijn gegaan. Uiteindelijk, nadat het lichaam is verplaatst, laat ik mijzelf op de grond zakken en barst werkelijk in tranen uit. De pijn die ik voel is onwerkelijk. Het liefst zou ik zo achter hem aan gaan. Hoe zou ik met deze pijn, met dit lot, kunnen overleven? Hoe kan ik mijzelf vergeven? Of beter nog, hoe zou een ander mij ooit nog kunnen vergeven? De enige plek die nog op mij staat te wachten is wel de laatste plek waar ik naartoe zou willen. Hier heb ik mij altijd thuis gevoeld. Een thuis heb ik nooit gehad. Nooit werkelijk wat ik mij echt zou kunnen herinneren. Maar hier, op Hogwarts, heb ik mij thuis kunnen voelen. Dumbledore heeft mij geholpen met zoveel verschillende dingen. Hij heeft er voor gezorgd dat ik hier kon blijven, ondertekende mijn briefjes zodat ik mee kon gaan met uitstapjes en we bouwden een echte vriendschap op. Ja, dat is iets wat ik kwijt ben. De vriendschappen die ik hier had heb ik direct verbroken door de spreuk uit te spreken. De vervloekte spreuk waarvan in de woorden nooit meer terug kan nemen. Waarvan ik de daden nooit meer kan laten vergeten. Dit zal in de geschiedenis boeken komen te staan, met grote letters zal de moordenaar belachelijk worden gemaakt. En de motieven voor deze dood? Op de dood van de meest geliefde man in de toverwereld die zoveel goed voor de moordenaar heeft gedaan? Nee, motieven had ze niet. Met mijn handen in mijn haar blijf ik voor mij uit staren. Ik denk aan Hagrid, die ooit had gezegd dat als er wat was, maakt niet uit wat, ik naar hem zou kunnen gaan. Die afspraak zal ook wel niet meer gelden. En dan heb ik Sirius Black nog, de man die mij uit de brand heeft geholpen en waarvan ik een bericht aan Harry moest geven, wat ik nooit heb gedaan. Hij sprak kwaad over vele mensen, maar Dumbledore was zelfs voor hem een heilig man. Iedereen die ik ken, iedereen die ik lief heb ben ik in één klap kwijt. Door de domste fout die ik ooit heb gemaakt.
Minerva McGinagall staat plots voor mij en port mij in mijn zij met haar stok. Haar lippen getuit, hoedje ietsjes scheef en haar kleding recht aan haar lichaam gestreken. Precies zoals zij er altijd uit ziet, zonder enige emoties. Toch weet ik dat ook zij gehuild heeft om het verlies van het geliefde schoolhoofd. Ik denk direct terug aan het gesprek dat ik een jaar geleden met hem had in zijn kamer over dat het hem speet, maar hij er niets aan kon doen en dat ik wel een nieuwe familie moest hebben als ik hier zou willen blijven. Als verloren had ik mijzelf opgeschreven, maar Dumbledore had ik mij geloofd en mij gesteund tot het bittere eind. Hoewel ik het niet wilde, stond hij er op mij als familielid van Pansy te maken. Mijn nieuwe familie. Daar zal ik ook wel direct van verbannen worden. De woorden van Pansy dreunen nog na in mijn oren "Jij vuile moordenaar" had zij geroepen. Gelijk had ze.
En nu staat Minerva voor mij. Ik weet niet goed wat ik moet doen. Ik leg mijn handen in mijn schoot en blijf naar mijn nagelriemen staren. Haar aankijken durf ik niet, dat zal ik ook wel nooit meer durven. Een koude rilling glijd over mijn lichaam en ik weet niet goed wat ik moet doen. Ik had hier weg moeten gaan. De school moeten verlaten en terug naar het leven in de muggle wereld moeten gaan. Daar had ik geld moeten stelen, zoveel als mogelijk voor een opleiding te kunnen doen. Ik zou mijzelf in het systeem werken en weer als geregistreerd staan en er voor zorgen dat ik een uitkering of wat dan ook zou krijgen. Achttien zou ik dan wel al zijn. Dan had ik een baan gezocht en had ik een leven kunnen beginnen. Nee. Nee dat had ik nooit gekund. Mijn gedachten zouden enkel en alleen uitgaan naar Hogwarts, naar Dumbledore en iedereen die ik hier ken. Dat zou mij nooit gelukt zijn.
"Hoe durf jij je hier nog te vertonen?" zegt zij met een bulderende, gebroken stem. Ik sta langzaam op, met mijn handen omhoog om te laten zien dat ik haar niets aan zal doen. Ik blijf naar mijn schoenen staren. "U heeft gelijk, ik moet vertrekken." zeg ik en wil bij haar vandaan lopen. Ze grijpt mij vast aan mijn kraag en trekt mij direct terug. "Dat zal gij niet! Jij zal hier blijven, je daden recht in de ogen kijken en leven met wat jij hebt gedaan! Denk maar niet dat ik jou terug stuur naar de dreuzelwereld waar jij niets zal hebben om naar te verlangen. Nee, de gevolgen met open ogen zien, dat zal jij."
Ik leg de beker op de grond en denk terug aan wat er allemaal wel niet gebeurd is. Iedereen heeft mij maanden lang vuil aan gekeken, er alles aan gedaan mij te pijnigen. Velen is het gelukt, mijn lichaam zit vol met littekens door de pijnigingen en martelingen. Minerva heeft geprobeerd mij daar tegen te beschermen, hoewel ik denk dat zij het niet eens erg vond dat het mij is overkomen. Nee dat vindt ze niet, dat zal ze ook nooit vinden. Maar ze wilde niet dat ik mijzelf om zou leggen of dat een ander dat voor mij zou doen. Zij heeft altijd gewild dat ik dit met eigen ogen zou zijn. Maar ík was de enige met de lijst waar Dumbledore mee aan het werk was. Op een gegeven moment ben ik alleen op pad gegaan en heb medaillon gevonden, geheel alleen. Vernietigen, dat lukte niet. Ik heb er alles aan gedaan om het te vernietigen maar het lukte niet. Uiteindelijk ben ik met hangende pootjes naar Harry gegaan. Niemand, maar dan ook niemand accepteerde het dat ik in zijn buurt zou komen en iedereen begon mij gewelddadig weg te slaan. Maar het lukte. Door hem. Hij accepteerde het zelf. Uitleggen waarom ik Dumbledore had vermoord kon ik niet, dat kan ik nu nog steeds niet. Maar ik liet hem de lijst zien en legde uit dat Dumbledore er mee bezig was en dat ik één van de gruzelementen heb gevonden, maar vernietigen nooit is gelukt. Hij keek mij vuil aan, nee vernietigend is het juiste woord. Hij vertrouwde mij voor geen meter, maar ik zei dat ik het hem wilde laten zien maar niet met al deze mensen. Midden in de nacht sproken we af in het verboden bos. Dat hij is gekomen, geheel alleen, heeft mij altijd verbaasd. Hij had mij op de een of andere manier vertrouwd, anders was hij niet gekomen. Ik had hem net zo goed in de handen van Voldemort kunnen brengen. Maar dat deed ik niet en samen zijn we gaan brainstormen wat te doen. En het lukte hem. Vanaf dat moment besloot hij een verbond met mij te maken. Hij heeft er een paar mensen over ingelicht omdat hij niet wilde dat iedereen het wist, de volgende dag was de hele school er van op de hoogte. Geaccepteerd werd ik niet, nee bij verre na niet. Maar bespreken konden mensen wel met mij, af en toe dan. En zo doende is het groepje mee gaan doen met de zoektocht naar gruzelementen. We zijn al goed bezig geweest. En zo kunnen we er weer één afstrepen.
Ik leg het gruzelement voor mij op de grond en pak de tand met twee handen stevig vast. Ik kijk de andere even aan en glimlach zwak. Dan haal ik uit en steek de tand in de beker. Schokken vliegen door mijn lichaam. Ik voel van alles aan mij trekken en in mijn hoofd kruipen. Stemmen, zoveel stemmen! Mijn handen zijn geneigd de tand los te laten, maar ik weet dat ik door moet zetten. "Verrader!" hoor ik. Ik open mijn ogen, maar alles wat ik zie is een extreme waas om mij heen. "Jij hebt mij verraden en in de steek gelaten. Gij zal gedood worden. Laat los. Laat los!" Voldemort. Het is hem echt. Hij is op dit moment in mijn hoofd, hij weet précies waar ik op dit moment mee bezig ben. Een deel van zijn ziel te vermoorden. Een deel van hem. Zonder deze gruzelementen is hij net zoals wij, een gemakkelijk doelwit om te doden. "Laat los!" sist de stem in mijn hoofd. De tranen stromen over mijn wangen. Ik zit gevangen tussen twee kampen. Ik wil mijn eer aan de heer niet verliezen, ik heb een eed afgelegd en kan deze niet breken! Dat gaat tegen al de wetten en regels met mijzelf in. Maar dit is de enige manier om een beetje schuld af te lossen. Mijn handen beginnen te branden, alsof ze in de brand vliegen. Dan laat ik los. De tranen stromen over mijn wangen. Mijn hele lichaam suddert. De stem in mijn hoofd spreekt nog een laatste paar woorden. "Dat is zoals het hoort, Malia. Losss." Ik begin alleen nog maar meer te huilen als ik denk aan de afspraak die ik over een paar dagen met hem heb. Hij zal mij haten.
"Ik kon het niet. Ik kon het niet! Het spijt met, het ging niet!" roep ik huilend en zak geheel in elkaar.
Draco
Na zijn dood is er niet veel meer gedaan dan gefeest. Het is bizar om zulke feesten mee te maken als deze. Hoewel Voldemort toch zijn plichten volmaakt en wij onze plichten moeten voldoen, is en blijft het één feest. De begrafenis is geweest en Voldemort is van plan de staf van Dumbledore te stelen. De zegenvlier. De staf die alle macht geeft. Hoe hij dit wil gaan doen, wat hij van plan is, dat weet niemand. Ik weet alleen dat ik bang ben voor wat er komen gaat. Strijden zullen we, dat zit er aan te komen. De enige connectie op Hogwarts is Malia en ik weet niet of wij haar volledig kunnen vetrouwen. Maar Voldemort gelooft in haar. Zij is immers de moordenaar. Niemand anders dan Malia zelf. De zwakkeling zonder ouders en zo arm als maar kan. Zij heeft dat gedaan. Ik begrijp er nog steeds niets van en kan haar motieven ook niet plaatsen. Verder bekommert niemand zich er om. Wat zou hun het nou uitmaken waarom zij dat gedaan heeft, hen maakt het alleen maar uit dát zij het heeft gedaan. Waarom zij nooit met ons mee is gekomen kan ik ook niet plaatsen. Maar blijkbaar vindt niemand dat vreemd en het alleen maar uitstekend dat er nog een spion op Hogwarts is. Toch merk ik bepaalde spanningen. Er is iets met de heer, maar ik begrijp niet goed wat. Ik had wat opgevangen over objecten die aan zijn ziel zijn verbonden, maar veel kan ik daar niet van maken. Ik zit hier gevangen in zijn nest. Geen enige vrijheid, vastgeketend aan hem. Mijn ouders zijn op alle gebieden afhankelijk van hem geworden en dat maakt de gehele situatie alleen nog maar erger. Er wordt gefeest, Veel gefeest. Maar het enige wat ik doe is bang wezen voor wat er komen gaat. Een onvermijdelijke oorlog, die is dichterbij dan ooit.