schreef:
Julian haastte zich naar de haven, naar de plek waar hij jaren geleden niet als vijand kwam maar als vriend, bij jongens die hij vertrouwde. Hij wist waartoe de mannen in staat waren, hij had alleen nooit kunnen denken dat ze ooit tegenover elkaar zouden staan als vijanden, en dat ze Rosalia hadden gebruikt om te krijgen wat ze wilden.Julian liep snel, maar nam een omweg zodat hij ongezien bleef. Hij had geen plan, maar hij zou er alles aan doen om Rosalia hier uit te krijgen. Hij voelde het wapen in zijn zak, iets wat hij vaker bij zich had gedragen, maar nooit gedacht dat hij hem wellicht ooit echt zou gebruiken.Toen hij bij de haven kwam zag hij dat er twee mannen voor de deur stonden. Ongezien bleef Julian achter een ander gebouw en haalde zijn telefoon uit zijn zak. Hij zocht het nummer van Liam op en stuurde een bericht dat het geld op een andere locatie lag, aan de andere kant van de stad. Daarna opende hij de telefoon en brak de simkaart doormidden, zodat zijn locatie niet te achterhalen was. En niet veel later zag hij een busje het pand verlaten, wat betekende dat het voor hem nu makkelijker was om het pand in te komen. Daarna rende hij naar de achterkant van het terrein en klom daar over het hek heen. Zo stil als hij kon liep hij naar de voorkant van het gebouw, met de shotgun in zijn handen, en enkele seconde later had hij een van de mannen bij de keel gegrepen en drukte het wapen tegen zijn hoofd aan. Hij keek naar de andere man die een paar meter verderop stond en inmiddels ook zijn wapen had getrokken en op Julian had gericht. "Laat het los, gooi je wapen neer!" Schreeuwde hij woedend, en hij trok zijn arm nog dichter om de keel heen van de man die hij vast zat, zodat zijn hoofd rood aanliep en hij begon te sputteren voor een beetje zuurstof.De andere man tegenover hem leek te twijfelen maar gooide uit eindelijk zijn wapen op de grond en stak zijn handen in de lucht. "Goed," zei hij zachtjes en hij liet langzaam de man los die hijgend door zijn knieën zakte en met grote teugen naar adem hapte. Kort daarna gaf Julian hem een klap tegen zijn hoofd met het pistool zodat hij bewusteloos op de grond viel en richtte zich toen op de andere man die een poging deed om zijn wapen weer van de grond te pakken. Julian was net op tijd om het weg te trappen, maar ontving daarom wel een harde klap tegen zijn hoofd. Hij vloekte zachtjes, maar bleef niet stilstaan en even later lag ook de andere man buiten bewustzijn op de grond.Julian liep naar de deur en zwaaide deze zachtjes open. Hij was hier eerder geweest dus hij wist wat hij kon verwachten. En zoals hij al dacht was er niemand in de open ruimte en kon hij zo doorlopen naar de kantine waar hij even stil bleef staan voor de deur. Hij hoorde stemmen, hij hoorde de mannen lachen, en hij dacht dat er drie of vier binnen moesten zitten. Hij trok de capuchon over zijn hoofd en zuchtte zachtjes voordat hij actie ondernam. Het was niet verstandig om zo binnen te stormen want dan had hij dit sowieso verloren.Plots bedacht hij een plan en liep naar de meterkast, die in een hoek van de loods was geplaatst. Hij trok alle stekkers eruit en schakelde al het stroom uit. Hij hoorde hoe de mannen stil werden en langzaam actie ondernamen.Julian liep terug en bleef achter de kantinedeur staan terwijl hij wachtte tot er mannen naar buiten kwamen. Niet veel later kwamen er dan ook twee naar buiten maar zo stom als ze waren bleef Julian ongezien. Hij liep dan ook de kantine in en zag dat de deur naar de achterste ruimte geopend was. Het moest wel de ruimte zijn waar ze Rosalia gevangen hielden.Twijfelend bleef hij staan met het plan dat hij had bedacht, hij nam een risico maar waarschijnlijk was dit ook de enigste kans die hij zou krijgen... En dus ontlaadde hij het wapen en stopte de kogels in zijn zak.De enige lamp die nog scheen was die van de nooduitgang waardoor Julian in de hoek van de achterste ruimte twee figuren kon zien. Een van hun was Rosalia, ongetwijfeld. Julian richtte zijn wapen op de andere man die naar haar toe liep. "Ik zou het niet doen," waarschuwde hij hem toen. De man draaide zich geschrokken om, maar was al te dichtbij en greep Rosalia vast. "Als je iets doet gaat ze eraan," dreigde hij en hij drukte een mes tegen haar keel. Met kleine stappen kwam hij dichterbij, en keek nu voor het eerst in Rosalia haar ogen. Het raakte hem zo diep dat hij even ongelovig stil bleef staan. Hoe kon hij dit hebben laten gebeuren, dacht hij, toen hij zag wat ze allemaal met haar gedaan hadden."Doe geen stap dichterbij!" Schreeuwde de man en Julian zag hoe hij het mes dieper in haar keel zette. "Oke, oke..." zei hij zacht, en hij legde het wapen op de grond neer en schopte het naar hem toe. Zoals verwacht liet de man zijn mes vallen en drukte nu het pistool tegen Rosalia haar hoofd, niet wetend dat er geen kogels meer inzaten."Ik haal je hieruit Rosalia," zei hij toen, al wist hij dat het wel heel ongelovig moest klinken. "Je bent echt dom Julian, wat denk je nu nog te kunnen doen om jezelf en je meisje te redden," zei de man spottend. Julian schudde zijn hoofd, haalde een mes uit zijn zak en richtte hem op de man. "Hou je mond!" Schreeuwde hij boos, en hij kwam langzaam dichterbij. De man haalde de trekker over maar Julian was sneller, en wierp het mes op zijn hoofd. Het raakte zijn oog en hij schreeuwde het uit van de pijn. Julian liep naar hem toe en sloeg hem een paar keer tegen zijn hoofd totdat hij neerzakte op de grond.Daarna draaide hij zich om naar Rosalia en trok zijn vest uit en sloeg deze om haar heen. "Rosalia.." zei hij zacht en hij sloeg zijn armen om haar heen en trok haar dicht tegen hem aan. "Het spijt me zo erg het is allemaal mijn schuld,"