schreef:
Peeves schreef:
Capitaine schreef:
Peeves schreef:
er was ook een optie dat je een film kon maken van een boek, ik zou dat aangeven
Hoezo op een boek? Dit zijn gewoon twee historische figuren? Er zijn toch ook films gemaakt over Julius Caesar? Dat zijn toch ook zelfverzonnen verhalen? Er worden alleen waargebeurde evenementen in gebruikt, zoals zijn dood of speciale/memorabele veldslagen.
maar het is niet zelfverzonnen. het is gebaseerd op een historisch verhaal.
“Caracalla, wacht op me!”, roept Geta, terwijl hij zo snel mogelijk door het bos rent. De bomen vliegen langs hem heen, de wind waait door zijn bruine krullen. De jongen springt over boomstronken en ontwijkt lage takken terwijl hij zijn oudere broer, Caracalla, volgt. Caracalla is al een heel eind uitgelopen en is al bijna uit het zicht van de kleine Geta verdwenen. Na een tijdje mindert Geta vaart en kijkt bedenkelijk om zich heen. Caracalla is in geen velden of wegen te bekennen, het enige wat de kleine jongen ziet zijn de bomen die door het vallen van de nacht een steeds dreigender wordende uitstraling krijgen. Zijn hart bonst hem in de keel, waar is Caracalla nou? Geta’s blik wordt steeds angstiger en angstiger. De bomen komen naar hem toe, de donkerte van de nacht drukt hem op het hoofd en doet hem duizelen. Zijn ogen schieten alle kanten op terwijl hij ongerust rondjes draait in de hoop ergens zijn broer te spotten. “Caracalla! Waar ben je!”, Geta’s stem slaat over van angst, wat als er iets gebeurt is? Ineens schrikt Geta op van een laag, brommend geluid, vlak achter hem. Zijn moeder had hem verteld over de wolven die in het bos woonden, pas geleden hadden ze een jong meisje verslonden die met haar vader door het bos wandelde, op weg naar Rome. Ze zou gegrepen zijn door vier wolven, haar vader had haar niet meer kunnen redden. Verloren kwam de vader in Rome aan, en het nieuws verspreidde zich al snel: de wolven zwierven weer door het rijk. Zweetdruppeltjes stromen langs Geta’s gezicht naar beneden, de angst in zijn bruine ogen neemt toe naarmate het brommende geluid dichterbij komt. Hij weet het zeker, het zijn de wolven.
Met een ruk word ik wakker en zit ik rechtop in bed. Zwaar ademend en met zweetdruppels op mijn voorhoofd kijk ik de donkerte van mijn grote kamer in. Het licht van de maan valt door de grote ramen naar binnen, maar verlicht enkel en alleen het gedeelte waar mijn bed staat. Ik kijk naar mijn lakens, ze zijn doorweekt door het zweet. Angstzweet. Terwijl de paniek mijn lichaam nog niet uit is probeer ik mijn bed uit te stappen. Met trillende handen til ik de zware lakens van mijn lichaam af en leg ze naast me neer, waarna ik met knikkende knieën uit bed stap. Ik doe een paar stapjes, maar merk al snel dat mijn lichaam op dit moment nog te vol van de schrik zit om goed te kunnen functioneren. Ik grijp snel het einde van mijn bed vast en ga op de sofa die ervoor staat zitten. Ik leun voorover, met mijn hoofd tussen mijn knieën, en probeer weer een beetje op adem te komen. Vanuit mijn ooghoeken zie ik geglinster. Het zijn de sterrenbeelden die weerspiegelen in mijn spiegel. De flonkerende bolletjes trekken mijn aandacht en met veel moeite sta ik op. Zonder dat ik het voel zet ik de ene voet voor de andere, het gaat niet snel, maar langzaamaan kom ik bij de spiegel aan. Mijn ogen speuren het gedaante in de spiegel af en ontmoeten uiteindelijk een paar lichtblauw gekleurde ogen. De twee paar ogen staren naar elkaar, alsof ze iets dergelijks nog nooit eerder gezien hebben. De blauwe ogen zien er bezorgd en angstig uit, en hoewel de duisternis de kamer vult zijn de pupillen klein.
Misschien snap je het nu. De basis zijn waargebeurde evenementen, alles eromheen is verzonnen. Het verhaal is zelf verzonnen. Zwierven er toen wolven in de bossen naast Rome? Geen idee, zelf verzonnen. Is Geta echt alleen in het bos achtergelaten door Caracalla? Geen idee, zelf verzonnen.