Hier komen de laatste 3 forum topics
te staan waarop je hebt gereageerd.
+ Plaats shout
Anoniem
AWAEAEA3AEA3A3A3AEAEAWAWAEAW
0 | 0 | 0 | 0
0%
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? Klik hier om een gratis account aan te maken.

> Sluiten
Helper
18 van de 24 sterren behaald

Forum

ORPG, gedichten en schrijvers < Virtual Popstar Eerste | Vorige | Pagina:
ORPG // First.
Anoniem
Landelijke ster



Alex:
Elke spier die ik in mijn lichaam had, werd aangespand. Elk kleine beetje kracht wat ik nog over had probeerde ik te gebruiken. Ik moest en zou dit beest dood krijgen, voordat het ons zou doden. En dat zal niet lang meer duren, dat wist ik zeker. Het beest bleef maar tegen spartelen, en zijn tanden bleven in mijn been steken. Met elke seconde leek de pijn erger te worden. De tanden voelde ik verder amper. Het enige wat in me opkwam was dat ik door moest gaan. Ik was niet van plan om vandaag dood te gaan. Niet nu ik zo dichtbij ben om te weten waar dit spel om draait. Waarom ik hier was en wat de bedoeling is dat ik moet doen hier. Er moest een reden voor zijn dat juist ik hierheen ben gebracht. Ik ben niet de persoon die je zou verwachten in een spel als deze. En ik weet diep vanbinnen wel dat ik hier ook niet thuis hoor. Ik grijp de tak wat beter vast en sla op het beest in. Zijn ademhaling versnelde, dat kon ik van ver al horen. Die ogen, die me zo woedend en ijskoud aankeken dat ik geen moment zou twijfelen of het me wel wilde doden. Die blik zal voor altijd in mijn geheugen geprent staan. Blijkbaar had ik in mijn wanhopige pogingen het monster toch goed weten te raken, want een paar momenten later viel het met een klap op de grond. De grip van de tanden op mijn been verzwakte, en het kwam levenloos op de grond terecht. Een grote plas bloed verschijnt om het lichaam, dat het ijs donkerrood liet kleuren. Het was een vreselijk gezicht, maar ik wist dat ik niet anders kon. Het was hem of ons, en het was geen moeilijke keuze om te maken. Ik kijk nog even een beetje geschokt naar het lichaam, en wend mijn blik dan af. Ik kan de bende die ik heb aangericht gewoon niet meer aanzien. Mijn ogen werden naar een donkere verschijning tussen de bomen getrokken. Het leek wel erg op het beest wat ik net heb gedood. Er waren er meer, dat moest wel. Ik had het moeten weten dat we niet zo gemakkelijk ervan af zouden komen. Het bewoog richting ons, en kwam langzaam uit de schaduw vandaan. Net zo woedend als de vorige keek het me aan. Een koude rilling ging over mijn rug. Toenet was het geluk geweest dat het me liet overleven. Maar of ik nu hetzelfde geluk had was maar de vraag. Hope had het blijkbaar ook opgemerkt, want ze begon ineens weg te rennen. Ik wist genoeg over haar om te weten dat ze nooit iets doet zonder plan. Ik ken haar amper en weet behalve haar naam niets over haar. Vertrouwen had ik ondanks alles wel. Ze wist wat ze deed, dat heb ik wel doorgehad. Het monster kwam keihard op me afrennen, en ik bal mijn vuisten. De tak heb ik nog steeds in mijn handen geklemd. Deze leek groter en sterker dan de vorige. Of ik het met deze tak ga redden weet ik niet. Maar ik moet het tenminste proberen. Ik kan niet gewoon niets doen, en me overgeven. Nee, opgeven,
dat doe ik niet zo snel. Ik blijf op de plek staan en kijk niet weg. Ik laat het niet uit mijn zicht verdwijnen. Ik heb bij de vorige al gemerkt dat ze erg onvoorspelbaar zijn. Ik hoor Hope wat roepen en moet er een beetje door grijnzen. Ze had dus toch wel een plan, zoals ik al had verwacht. Die meid begon me steeds meer te verrassen. Ze was totaal niet wat ik van haar had verwacht. Het monster kwam intussen steeds dichterbij. Ik doe nog niets en wacht op het goede moment. Het leek Hope te achtervolgen, waar ik geluk mee had. Zo kan ik het vanaf een goede hoek raken, en heb ik meer kans om het te kunnen doden. Als het nog ongeveer een paar meter van me vandaan is, haal ik diep adem. Het was nu of nooit.. Ik stap naar voren en druk de tak tegen de vacht van het monster aan. Ik zet zoveel kracht op de tak als ik kan. Het is een taaie, want erg gemakkelijk gaat het niet. Mijn handen beginnen helemaal te trillen van de kracht. Mijn hart klopt in mijn keel, en mijn hartslag lijkt steeds sneller te gaan. Met verbazing kijk ik naar beneden, waar het monster nog maar amper beweegt. Ik had het precies goed weten te mikken. De tak was in de hals terecht gekomen. Hoe ik het voor elkaar heb gekregen, ik heb geen idee. Ik hoor nog een kleine piep en dan word het helemaal stil. "H-het is gelukt" stamel ik bijna onhoorbaar. Het was echt een wonder dat ik nog niet dood was gegaan met dit alles. En dat had ik te danken aan Hope, die me tot zo ver had geholpen. Ik begin steeds meer respect voor haar te krijgen.
First
Internationale ster



Hope:

Het monster kwam als maar dichterbij. Toch was ik niet bang. Sterker nog, ik had alle vertrouwen in Alex. Zoals ik Alex geadviseerd had rende hij mijn richting in. Het monster was hem voor en dus stond hij aan de achterzijde van het beest. Alex versnelde zijn pas terwijl het monster juist vertraagde aangezien ik stil was gaan staan. Het beest hapte een keer en nog een keer in de lucht. Toen Alex op een meter of twee van het beest stond keek hij me aan. Bemoedigend maar toch klein knikte ik hem toe. Het moest nu gebeuren, anders lag ik over enkele seconden op de grond te zwemmen in mijn eigen bloed. Voor het eerst in afgelopen weken voelde ik me moe. Een golf van twijfel overspoelde mijn lichaam. Was het dan toch genoeg geweest? Zou ik het hierbij moeten laten? Ik was op. Keer op keer heb ik het spel gespeeld. Deel voor deel had ik het telkens weer weten te overleven. Wanneer zou het einde komen? Wanneer zou ik verlost worden uit deze hel? Misschien was het wel genoeg. Misschien moest ik het hier bij laten. Maar veel tijd om nog verder te denken had ik niet. In een waas zag ik Alex alles op alles zetten om met de schamele tak met de spitste punt vanuit een onverwachte hoek het beest te doorboren. Het beest was stug. Slaakte een huil die een kilometer verder te horen moet zijn geweest en viel na nog een kleine piep en enkele lange seconden met een doffe klap op het ijs. We hadden het geflikt. Weer hadden we het overleefd. Het drong nog niet echt tot me door. "h-het is gelukt" Ik knikte traag. Het was ons gelukt. Nog een moment bleef ik naar het beest op de grond kijken. Tot ik een por aan mijn arm voelde. Ik schrok wakker uit een waas en besefte weer opnieuw dat we door moesten. Het was niet ver meer. We konden nu niet opgeven. Nog steeds sprakeloos keek ik om me heen. Er waren geen andere beesten te bekennen. Ik pakte Alex's hand en rende richting de grot. Deel 4 hebben we overleefd. Nog één deel, moesten we doorstaan. Dan zat onze taak erop voor vandaag en konden we rusten. Morgen zouden we weer moeten. Ik probeerde daar vooral niet aan te denken. We wurmden ons door een kier in de ijsgrot. Toen we daar uit kwamen was alles voor ons zwart. Het was alsof iemand het licht had uitgedaan. Deel 5 lichtte een bordje op aan het begin van deze uitgestrekte zwarte vlakte. Het licht onthulde niets. Het enige wat we zagen waren de letters "Deel 5" en verder niets.
Anoniem
Landelijke ster



Alex:

Nog even staar ik helemaal beduusd naar het levenloze lichaam, dat voor me op de grond ligt. De wereld om me heen leek te vervagen in mijn ogen. De tijd leek haast stil te staan, voor zover ik dat kon beseffen. De geluiden om me heen klonken steeds zachter in mijn oren. Het enige waar ik me op kon richten was de schade die ik net heb aangericht. Nog steeds voel ik de adrenaline door mijn lichaam pompen. Ik haal diep adem en sluit mijn ogen voor kort. Mijn hoofd was één grote chaos. Vanalles ging door me heen. Waar kwamen die monsters vandaan? Waarom moet ik hieraan meedoen? En wat als ik dit niet ga overleven? Maar één vraag bleef zich maar herhalen in mijn hoofd. Het was hetgene waar ik me het meest druk over maakte van alles. Waar ik koste wat het kost achter wilde komen. Wat doe ik hier? Ik werp nog een laatste blik op het vreselijke beeld voor me en kijk dan om me heen, zoekende naar Hope. Ik had me zo afgesloten van alles dat ik haar voor een moment vergeten was. Lang hoefde ik niet te zoeken, ik spotte haar op een klein afstandje van me af. Ze stond daar met een blik die ik van ver nog had kunnen lezen. Geschokt en tegelijkertijd ook opluchting. Opluchting dat we het tot nu toe hadden overleefd. Dat we nog niet bezweken waren onder de vele hindernissen in dit spel. Maar ik wist al te goed dat we niet te vroeg moesten juigen. Ik heb dan wel geen idee waar dit spel over gaat en wat de bedoeling is. Wat ik wel wist was dat je nooit te voorzichtig kon zijn als het op leven en dood aankwam. En al zeker niet in deze omstandigheden. Ik probeer me over het feit dat ik zowat ter plaatse neer kon vallen heen te zetten en ren naar Hope toe. Die lijkt zich nog steeds niet bewust te zijn van haar omgeving. Ik porde haar arm en trok haar met me mee, weg van het bloedbad. Hoe moeilijk het ook was, we moesten doorgaan. We mochten nu niet opgeven. Dan zouden we de gestoorde bedenkers van dit spel er alleen maar een groot plezier mee doen. Zo gemakkelijk gingen we het hen niet maken. Ik merk dat ze mijn hand vastpakt en knijp er zachtjes in. Ik wist niet wat me te wachten stond en ik voelde de spanning stijgen. Toch was ik niet bang, wat me ergens wel verbaasde. Voor mijn gevoel kon het allemaal niet meer erger worden. Dat was in elk geval wat ik bij mezelf dacht, het moment dat ik doorkreeg dat we naar een grot aan het rennen waren. Was dat het nieuwe deel? Was dat het nieuwe obstakel wat we moesten overwinnen? Ik zag geen mogelijke ingang behalve een smalle kier. Ik dacht er verder niet bij na en wurmde me door de kleine opening. Met veel moeite wist ik me erdoorheen te slepen. Het licht vaagde langzaam weg tot een zwarte omgeving. Er was helemaal niets te bekennen. Zelfs vage vormen waren niet onderscheiden van de rest van de ruimte. Enkel een klein bordje met daarop Deel 5 was te bekennen. Er was een doodse stilte, wat een rilling over mijn rug liet lopen. Ik had hier totaal geen goed gevoel over. "Waar zijn we nu weer beland" mompel ik tegen mezelf. Voorzichtig zet ik een paar stappen vooruit. Het geluid van mijn voetstappen weerkaatste vrijwel meteen terug. Het was geen grote ruimte, kon ik eruit opmaken. Verder was ik er niet veel wijzer uit geworden. Het bleef één groot raadsel dat haast niet op te lossen viel.
First
Internationale ster



Hope:

Ik merkte aan Alex's manier van praten dat hij geen flauw idee had waar hij beland was. Ik dacht terug aan de eerste keer dat ik hier was. Net als Alex had ik geen flauw benul. Ik herinner me de vragen die door mijn hoofd schoten. *Waarom ben ik hier?* *Hoe ben ik hier gekomen?* *Waarom ik?* en *Wat als ik het niet overleef?* Een andere vraag die vanaf de eerste keer dat ik het spel had uitgespeeld door me heen ging was: *Wat als ik het wel overleef, maar straks mee moet.* Alle kandidaten die op tijd deel 5 hadden weten te overleven en aangekomen waren bij het eindspel maakten kans om 'meegenomen' te worden. Niemand wist wat er met je zou gebeuren als je mee mocht. Niemand wist of het überhaupt positief was om te gaan. Het enige dat ik wel wist was dat hoe langer ik hier zat, hoe meer ik ernaar snakte om hier weg te gaan. De eerste dagen waren het ergst voor me geweest. Het was nu een soort dagelijkse routine om dit spel te overleven. Wel werd ik steeds nieuwsgieriger. Wat nu als we vrij waren als we mee mochten? Wat als we ons leven weer terug kregen en nooit meer hoefden te strijden? Ik verlangde naar mijn oude leven. Mijn eigen knusse kamertje. Mijn boeken die ik allemaal minstens 100x gelezen had. Ik verlangde zelfs naar mijn bloemetjesjurk, die ik erg lelijk vond en alleen droeg omdat mijn moeder erop aandrong. 'Je bent zo mooi.' Zei ze eens met tranen in haar ogen toen ik hem droeg. Sinds dat moment ben ik de jurk vaker gaan dragen. Ik hield van mijn moeder en miste haar ontzettend. Ik kon niet wachten om haar in mijn armen te nemen. Als ze tenminste nog leefde. Verder wilde ik niet nadenken. We moesten onze hoofd erbij houden.
'De truc is,' begon ik Alex uit te leggen, 'aan de andere kant van het deel te komen.' Zo simpel dat het klonk, zo moeilijk was het. Je zag geen hand voor ogen. De kans dat we per ongeluk halverwege van koers zouden veranderen was groot. Het lukte niet zomaar iedereen een aantal kilometer in een kaarsrechte lijn naar voren te bewegen. De kans dat we hier niet uit zouden komen en zouden verdwalen was heel zeker aanwezig. De eerste keer dat ik dit deel betrad kwam ik een medespeler tegen. Hij gaf me een tip over hoe niet te verdwalen. Zonder hem had ik het waarschijnlijk de eerste keer niet eens gered. Als je het eenmaal doorhad was het zo moeilijk niet. Het enige wat ons nu nog tegen kon houden was de tijd. Ik wist dat we veel tijd verloren hadden, omdat we met zijn tweeën waren. We moesten tempo maken. 'Schakel je innerlijke kompas in.' Fluisterde ik naar mezelf. Ik sloot mijn ogen en begon te rennen. 'Volg mij!' Ik rende in een snel tempo richting het einde van deel 5. Ik hoopte dat mijn voetstappen en mijn ademhaling genoeg aanwijzingen gaven voor Alex. Hij kon me immers niet zien.
Anoniem
Landelijke ster



Alex:

Ik begon me echt te irriteren aan dit alles. Al die delen die ik niet kende, de vele obstakels die we moesten overwinnen. Mijn herinneringen, die niet verder terug reikten dan, grofweg gezegd, een jaar geleden. En dan heb ik het nog niet eens over de vreemde wezens daarnet. We hadden nu wel dood kunnen zijn, en voor wat? Voor de plezier van andere mensen? Voor dit vage spel waarover we amper iets wisten? Ik wist niet eens hoe ik hier terecht was gekomen, laat staan waarom ik hier was. Waar dit spel voor diende was ik óók nog niet achter. Het idee om gewoon weg te rennen en een uitgang te zoeken, klonk steeds aantrekkelijker in mijn oren. Gewoon weg van deze stomme grot, weg uit deze zogenaamde 'arena' waar alle omstandigheden in één klap konden veranderen. Nee, het klonk zeker niet verkeerd, nu ik er zo over nadacht.
Ik hoorde de stem van Hope door de grot galmen, waardoor ik weer eens uit mijn gedachten werd gewekt. Het kwam wel vaker voor dat ik met mijn hoofd ergens anders zat, helaas. Een slechte gewoonte van kinds af aan waarschijnlijk. Fronsend draaide ik me om naar Hope. Althans, waar ik dacht dat ze stond. Door het donker kon ik niets zien. Enkel het luisteren naar haar stem kon me naar de goede richting leiden. "Dat was het? Geen boobytraps, gaten in de grond, lava dat op ons afstroomt, vleesetende vleermuizen of het in elkaar storten van deze verdomde grot?" zei ik, lichtelijk geïrriteerd. Al vanaf het moment dat ik hier terecht was gekomen, wist ik niet wat me te wachten stond. Alles wat er was gebeurd, was echt bizar geweest. Niets wat ik ooit eerder had meegemaakt. Hoe moest ik dan geloven dat dit deel alleen maar ging over het einde van deze grot bereiken?
Nog voor ik iets tegen haar kon zeggen ging er een windvlaag langs me heen. Voetstappen vormden een echo in deze ruimte. Ze leken steeds sneller te gaan. Met de seconden klonken ze verder van me af. Hope riep naar me dat ik haar moest volgen, maar hoe? "Ik kan hier niets zien, hoe moet ik je dan volgen" mompelde ik gefrustreerd tegen mezelf. Ik kon niet eens zien waar ik heen liep. Dan heb ik het nog niet eens over het feit dat ik Hope niet kon zien en haar dus moeilijk kon achtervolgen. Toch klaagde ik verder niet en begon ik een random richting uit te rennen. Of het de goede was, dat wist ik niet. Ik zou het vanzelf wel zien, dacht ik bij mezelf. Het was niet dat ik een andere keuze had, ik kon moeilijk hier midden in de grot in mijn eentje blijven staan. Als ik dood wilde, dan moest ik dat vooral gaan doen. Ik sprintte weg van de plek waar ik stond, niet wetend waar ik heen rende. Het was maar de vraag of ik ook écht van de ingang wegrende. Ik zou ook zomaar rondjes kunnen rennen. 'Damn it Alex, focus' vloekte ik binnensmonds. De gedachten die door mijn hoofd gingen, waren het laatste waar ik me nu op moest richten. Hier levend uit komen, dat was waar ik me op moest focussen. Ik ademde diep in en versnelde mijn tempo om niet te ver achter te raken. Ik hoorde haar voetstappen al bijna niet meer. Veel goeds kon dat niet betekenen.
First
Internationale ster



Hope;

Ik zette mezelf tot het houden van mijn mond. Alex's geërgerde toon en geïrriteerde manier van praten spraken mij niet aan. Hij kon niet weten wat er allemaal om hem heen gebeurde, dat snapte ik wel. Maar ik had geen tijd om alles uit te leggen, dat ging nu gewoon niet. Bovendien was ik niet een verplicht íets uit te leggen.
Een ander iets waar ik me zorgen over maakte, was dat we het einde van het spel nog niet bereikt hadden. Ik zette extra grote stappen in de richting van mijn gevoel. Ik denk niet dat ik ooit zo lang over het spel heb gedaan als nu. Misschien was het één keer eerder voorgekomen. De keer dat Katy, mijn beste maatje, zich opofferde voor mij en Steven. We gingen altijd met drieën. Steven zat er al het langst. Hij kende het spel op zijn duimpje en deed zijn uiterste best ons alles te vertellen wat hij wist. Ongeveer twee weken geleden mocht hij mee. Hij was een van de 'uitverkorene'. Ik hoopte dat het hem goed ging. Hij had hard gestreden en had niets anders verdiend dan het allerbeste. Katy kwam tegelijk met mij in het spel terecht. We hadden samen al snel door dat het ging om een overlevingsspel en met behulp van Steven werd de rest van het spel ook snel duidelijk. We hadden hem vastgegrepen toen hij in het water met de piranha's dreigde te vallen. Later had hij ons geholpen bij het vinden van de weg in het donker. Vanaf dat moment waren we close. Maar het moment dat Katy haar leven op het spel had gezet om mij en Steven te redden veranderde alles. Ik zie nog voor me hoe haar levenloze lichaam tegen de grond smakte nadat ze geraakt werd door een bliksemschicht. De bliksem achtervolgde ons al enige tijd en ze wist het.  Ze nam een andere route, hopend dat de bliksem haar zou volgen. Het was zij of wij geweest. Van de rest van het spel weet ik niets meer af. Steven heeft me naar het eind van deel 5 gesleept en net op het moment dat de deuren sloten, glipten we ertussendoor. Drie dagen later mocht Steven mee en bleef ik alleen achter. Toch ging ik door, ik kon niet opgeven. Ik moest dit doen voor Katy. Ze had niets anders gewild.
Ik floot een deuntje toen ik Alex op fluitstertoon hoorde vloeken. En versnelde nogmaals mijn pas. Ik zou het redden, voor Katy. Het moest en ik zou het doen. Dat was wat Katy gewild had. 
Na een minuut of 20 in een zo recht mogelijke lijn doorgerend te hebben, kwamen we bij een gigantische poort. We moesten een code intoetsten. Ik typte 0300. De code sloeg niet aan. Rustig blijven Hope. Ik voelde Alex's lichaamswarmte naast me. Hij had het gered. Mijn lichaam ontspande en ik probeerde het opnieuw. 0250. Dit keer ging de poort met wat gepiep en gekraak open. ongeveer 100 meter verderop zag ik de deur van het einde van het spel. Hij begon al te sluiten. 'Snel!' Riep ik gepanikeerd. We renden zo hard we konden en wurmden ons net op tijd door de deur. Hier stonden nog enkele andere honderden spelers. 'Gefeliciteerd!' Ik voelde een hand op mijn schouder. 'Ik miste je al Hope, wat maakte dat het zo lang duurde? Meestal ben je er al veel eerder!' 'Nice gedaan Hope, wie weet is het vandaag jou lucky day!' Iedereen feliciteerde elkaar. Ik knikte stilletjes naar de mensen die me feliciteerde en zag dat Alex inmiddels ook omringt was door wat oudere kandidaten die nieuwsgierig waren naar de nieuwe overlever.
Anoniem
Landelijke ster



Alex:

Het geluid van Hope's voetstappen voor me, vaagde steeds verder weg. Ergens hoorde ik ze nog, maar ik kon er niets meer uit opmaken. Ik kon niet weten of ze dichtbij was, of juist ver weg. Of ik de goede richting uit liep, of zoals ik net al dacht, rondjes aan het rennen was. Ik kon haar niet zien door het donker, en kon dus ook niet weten waar ze was. 'Goddomme Alex, focus!' siste ik binnensmonds. 'Rennen, gewoon rennen.' Mijn voetstappen versnelden, net als mijn ademhaling. De adrenaline pompte weer door mijn lichaam, waardoor ik niets meer voelde. Ik voelde niet meer de pijn die net nog in mijn been te bekennen was, op de plek van de beet. Ik voelde niet meer dezelfde spierpijn, die ik had gehad nadat we ons te barstens hadden gerend daarbuiten. Het enige wat door me heen ging was dat ik moest doorgaan. Ik mocht niet opgeven, niet nu ik zo dichtbij was. Nee, zo gemakkelijk zou ik die mensen niet van me af laten komen.
Een fluitje weerkaatste langs de wanden van de grot, en kwam in mijn oor terecht. Ze had me op geen beter moment kunnen seinen. Ik zette mijn laatste kracht in en rende zo snel als ik kon naar het geluid. Hoe lang ik al aan het rennen was, was onduidelijk voor me. De tijd ging aan me voorbij, en voor ik het wist zag ik Hope al staan. Althans, ik dacht dat het Hope was. Een klein beetje licht kwam van een grote poort, waardoor het mogelijk was om vormen te onderscheiden. Ik kwam tot stilstand en ademde diep in, denkende dat het nu voorbij was. Helaas bleek, een paar momenten later, het spel nog niet klaar was na deze hel. De code was correct, en de poort voor ons ging met veel lawaai open. Meteen scheen er fel licht in mijn gezicht. Voor een paar seconden was ik compleet verblind door al het zonlicht, met mijn ogen samengeknepen. 'Snel!' hoorde ik Hope nog roepen. Ik zuchtte diep en zette het, ondanks mijn beperkte zicht, op het sprinten. De deur was al aan het sluiten, enkel een klein kiertje was nog te zien. Haastig wurmde ik me erdoorheen, achter Hope aan. Het ging maar nét goed.. Nadat ik een stap buiten de deur had gezet, ging hij met een harde klap dicht. Mensen begonnen zich om Hope heen te verzamelen, schreeuwend en juichend. Ik zelf bleef staan waar ik stond. Ik had geen behoefte aan sociaal doen op dit moment. Ik liet mezelf neerzakken tegen de poort, met mijn hoofd rustend tegen het harde gesteente. Mijn ogen sloot ik voor kort, beide vermoeid maar tegelijkertijd opgelucht. Ik had geluk gehad dat ik het tot nu toe nog had overleefd, maar ik wist niet hoe lang ik dit nog vol zou kunnen houden.
'Hé, goed gedaan!' Een stem liet me opschrikken uit mijn gedachten. Meteen opende ik mijn ogen en keek ik rond. Voor me stond een jongen, van zo te zien mijn leeftijd. Hij zag er ook uit alsof hij elk moment kon neervallen. Grote wallen stonden onder zijn ogen, het zweet liep hem van zijn voorhoofd. Ondanks alles zag hij er nog aardig blij uit, voor iemand die had kunnen sterven. "Thanks" mompelde ik terug, met een zwakke glimlach op mijn gezicht. Hij ging naast me zitten en stak zijn hand naar me uit. "Ik ben Jake. Je bent een nieuwe, of niet?" Ik schudde hem de hand. "Alex" Ik kon het niet laten om even te grinniken om zijn opmerking. "Is het zo duidelijk?"
First
Internationale ster



Uitgeput zoek ik een rustig plekje op. Het was de 88e keer alweer dat ik het 'einde' had bereikt. Ik herinner me nog goed hoe ik hier binnenkwam. Totaal overdonderd was ik toen we in deze witte kamer waren met alle medeoverlevenden. De kandidaten die onderweg pech hadden, heb ik nooit meer terug gezien. Wat was er met ze gebeurd? Kwamen ze ooit nog terug? Het was toch een spel? Ik had geluk dat ik mijn gedachten met Katy kon bespreken. Ik vroeg aan Steven wat er aan de hand was toen een man in een witte doktersjas de witte kamer binnenliep en namen opnoemde. Steven gebaarde me stil te zijn. Toen de man gestopt was met praten zuchtte Steven. Hij was overduidelijk teleurgesteld. 'Hoe lang moet dit nog duren..' Hoorde ik hem tegen zichzelf mompelen. Eens heb ik hem gevragen hoe lang hij er al zat. Hij antwoordde toen dat hij de tel kwijt was geraakt, zijn ogen gericht naar de grond. Enkele dagen later werd hij meegenomen. Hij zag er blij uit, maar of het echt zo goed was, dat wist niemand. Wat iedereen wel wist, was dat je dit niet eeuwig vol zou houden. Elke dag opnieuw dit gruwelijke spel. Sommigen die hier al maanden vastzaten gaven op en besloten zich te voeren aan de monsters. Anderen deden expres langzaam zodat ze niet op tijd terug zouden zijn voordat de deuren dicht gingen. Het was een trieste bedoeling. Toch bleef het merendeel, die zeker twee weken overleefde, volhouden dat ze op een moment vrijgelaten zouden worden. Op een moment had je het spel zo door dat het zo moeilijk niet meer was. Het grootste gevaar dan is je vermoeidheid. Ik wist dat ook ik moe was, maar wilde er niet aan toegeven. Ik moest doorzetten, volhouden voor Katy. Ik zou hier levend uitkomen en de debielen die ons hier geplaatst hebben opsporen. Het was een onmenselijk gruwelijk spel dat geen enkel persoon ooit zou mogen spelen.
Op de witte muur aan de andere kant van de gigantische kamer vol overlevenden verscheen een projectie van een man in een witte jas. Het werd meteen muisstil. Voorzichtig stond ik op en liep ik een stukje naar voren om de man beter te kunnen zien. Het was dezelfde man als altijd, dezelfde projectie als altijd. 'Ik wens stilte en niets meer dan dat. De personen met de namen die ik noem lopen zodra ik klaar ben met spreken door de rechterdeur.' Aan de overkant onder de projectie bevonden zich twee witte deuren naast elkaar. 'De andere kandidaten blijven wachten tot de deur sluit en de linkerdeur opent. Geen vragen, geen gepraat, geen gefluister.' In mijn hoofd volgde ik wat hij zei. Ik kende het riedeltje uit mijn hoofd. Zijn strenge blik gleed over ons heen. Het leek of hij ieder van ons even aan wilde kijken. Zijn lippen waren streepjes. Er hing een gespannen sfeer. Na een korte stilte begon hij met het noemen van namen. 'Shane Williams.' Er volgde een korte stilte. Niemand durfde iets te zeggen. Niemand keek elkaar aan. 'Brad Hamilton..' 'Lawrence Henderson...' Verbaasd dat de man in de witte jas alle namen uit zijn hoofd wist te noemen, was ik niet meer. Na een naam of 11 genoemd te hebben keerde de man ons de rug en verdween de projectie van de muur. De genoemde personen liepen richting de rechterdeur die al openstond. De anderen bleven teleurgesteld achter. Het bleef nog enkele seconden stil tot de laatste door de deur was gelopen. De deur sloot waarna de linkerdeur opende. Er klonk zacht gezucht van enkele kandidaten en teleurgestelde blikken keken elkaar aan. Morgen moesten we weer.
Plaats een reactie
Reageer
Om nieuwe berichten te laden: ingeschakeld
Eerste | Vorige | Pagina: