Paran0id schreef:
Wat de precieze reden achter haar uitvlucht in de buitenwereld was, was voor hem schimmig. Vage voorstellingen kon hij wel in zijn hoofd toveren, voornamelijk gesproken over brandende nieuwsgierigheid of een drang om aan haar familie te kunnen ontsnappen. Als hij zou vertellen dat hij het in dat opzicht niet kon begrijpen, zou daarbij een leugen zijn geweest. Waarom ze werkelijk dacht buiten rond te moeten lopen in het grote gevaar dat er heerste, echter, kon hij betwijfelen of hij het slim had gevonden. Sinds de regering er grote macht had en wel zeker tientallen nieuwe veranderingen had gemaakt in het dagelijks leven na alle onderzoeken, was geen mens meer veilig, ofwel het een outsider was of een 'doodnormale' burger.
De uitgestraalde verbazing van Adamaris zag hij aan. Sceptisch teruggekeken, dieper nagedacht over of het wel zo'n goed plan kon zijn om haar gelijk over vanalles en nog wat in te lichten. De waarheid was dat Christian nog altijd geen idee had van het gehele verhaal waar het om leek te draaien. De troeven had hij enigszins in handen, een paar details waar anderen hoogstwaarschijnlijk voor zouden moorden bevonden zich in zijn gedachten, maar waar zij naar vroeg, was een vraag waar hij amper antwoord op kon geven. "That's something for later. We don't have the time to talk about the army, because I think our friends are still looking for us outside." Een welwillende knik liet hij blijken op haar bedankende woorden. Een reactie waar hij nooit echt goed mee om wist te gaan, omdat hij nooit echt leefde op andere mensen maar eerder op zichzelf gesteld was. "No problem. I appreciate the offer, though I don't need anything." Zijn zwijgen behield hij intussen voor kort. Wantrouwig keerde zijn gelaat zich ietwat opzij, naar achteren gekeken langs het boomschors heen om naar de drie gedaanten van de vijand te kijken. De paranoia in zijn lijf nam in grote hoeveelheden toe. Hij vertrouwde geen steek van de locatie eveneens de mensen in het openbaar, en een ander resultaat dan het opstaan van zijn plek had het niet kunnen hebben. De hand die hij naar het meisje uitstak, zowel uit beleefdheid als om haar omhoog te helpen, gaf zijn haast aan om van de plek weg te kunnen komen.
"Christian. My name is Christian."
Wat de precieze reden achter haar uitvlucht in de buitenwereld was, was voor hem schimmig. Vage voorstellingen kon hij wel in zijn hoofd toveren, voornamelijk gesproken over brandende nieuwsgierigheid of een drang om aan haar familie te kunnen ontsnappen. Als hij zou vertellen dat hij het in dat opzicht niet kon begrijpen, zou daarbij een leugen zijn geweest. Waarom ze werkelijk dacht buiten rond te moeten lopen in het grote gevaar dat er heerste, echter, kon hij betwijfelen of hij het slim had gevonden. Sinds de regering er grote macht had en wel zeker tientallen nieuwe veranderingen had gemaakt in het dagelijks leven na alle onderzoeken, was geen mens meer veilig, ofwel het een outsider was of een 'doodnormale' burger.
De uitgestraalde verbazing van Adamaris zag hij aan. Sceptisch teruggekeken, dieper nagedacht over of het wel zo'n goed plan kon zijn om haar gelijk over vanalles en nog wat in te lichten. De waarheid was dat Christian nog altijd geen idee had van het gehele verhaal waar het om leek te draaien. De troeven had hij enigszins in handen, een paar details waar anderen hoogstwaarschijnlijk voor zouden moorden bevonden zich in zijn gedachten, maar waar zij naar vroeg, was een vraag waar hij amper antwoord op kon geven. "That's something for later. We don't have the time to talk about the army, because I think our friends are still looking for us outside." Een welwillende knik liet hij blijken op haar bedankende woorden. Een reactie waar hij nooit echt goed mee om wist te gaan, omdat hij nooit echt leefde op andere mensen maar eerder op zichzelf gesteld was. "No problem. I appreciate the offer, though I don't need anything." Zijn zwijgen behield hij intussen voor kort. Wantrouwig keerde zijn gelaat zich ietwat opzij, naar achteren gekeken langs het boomschors heen om naar de drie gedaanten van de vijand te kijken. De paranoia in zijn lijf nam in grote hoeveelheden toe. Hij vertrouwde geen steek van de locatie eveneens de mensen in het openbaar, en een ander resultaat dan het opstaan van zijn plek had het niet kunnen hebben. De hand die hij naar het meisje uitstak, zowel uit beleefdheid als om haar omhoog te helpen, gaf zijn haast aan om van de plek weg te kunnen komen.
"Christian. My name is Christian."



0
0
0
0
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? 


19