Hier komen de laatste 3 forum topics
te staan waarop je hebt gereageerd.
+ Plaats shout
Mai
PAINT THE TOWN BLUE RIOTS ALL AROUND YOU!
0 | 0 | 0 | 0
0%
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? Klik hier om een gratis account aan te maken.

> Sluiten
Helper
13 van de 24 sterren behaald

Forum

ORPG, gedichten en schrijvers < Virtual Popstar
O | Other & Delutix
Delutix
Internationale ster



Water is the element of change. 
Earth is the element of substance. 
Fire is the element of power. 
Air is the element of freedom. 




~


Luca Blackburn

@Other 
Other
Internationale ster



Edina (Eden) Michaels 

@Delutix 
Delutix
Internationale ster



'De tijd is voor ons gekomen om op te rijzen uit het duister en de wereld te laten zien dat het anders kan!'  Vele stemmen juichten toen De Aardenaar zijn toespraak afsloot. Niet alleen mannen en vrouwen, maar ook kinderen waren gekomen om naar hem te luisteren. Als De Aardenaar sprak, was iedereen stil. Vanavond zou er eindelijk verandering komen. 
Luca keek een keer goed om zich heen, maar kon zijn vader niet vinden in de donkere menigte. Nogmaals speurde hij de gezichten af en dit keer ontdekte hij de grijze bos haren wel. Hij liep erheen en tikte op de welbekende schouder die altijd boven hem uit had gerezen, maar die nu, ondertussen al een paar jaar, een centimeter of tien onder die van hem zaten.
'Hoor je dat, jongen? Het gaat gebeuren! Vanavond!' Zijn vader keek hem met grote ogen vol  enthousiasme aan.
'Zullen we dan maar in formatie gaan staan?' vroeg Luca, terwijl hij al verder liep naar zijn positie. Ook hij voelde het enthousiasme dat zijn vader uitstraalde in zijn lichaam. Het had al zo lang geduurd voor dit moment was aangebroken, maar nu vond hij het niet erg om even een extra minuut de tijd te nemen om het in zich op te nemen. 
De kinderen die waren komen luisteren, waren naar huis gebracht door hun ouders. Nu waren er een tiental mannen en een handjevol vrouwen overgebleven die zouden vechten voor hun doelen,
'Zorg dat je klaar staat, zodat je op mijn signaal in actie kan komen!' klonk De Aardenaar boven de stoet mensen uit. 
Even was het stil, waarna Luca een grote trilling onder zijn voeten voelde. Dit was het teken. Hij begon te rennen en merkte dat de mensen om hem heen dat ook deden. Zij zouden de afleiding vormen, maar voor hem was dat niet weggelegd. Het enorme gebouw voor zijn neus was zijn doelwit. Hij trapte de zware deur in van het gemeentehuis en stormde de hoge, witte kamer in. Aan de achterzijde van de betegelde kamer zag hij een trap, waar hij zich heen haastte. Twee mannen in pak hadden hem echter gespot en richtten hun wapens op hen, maar het moment dat ze schoten, stuurde Luca een vlam op beide mannen af en sprong uit de weg. Het scheelde niet veel, maar hij was blij dat hij het eerste deel van het plan zonder kleerscheuren had overleefd. 
Snel sprong hij de trap met drie treden tegelijkertijd op en analyseerde de situatie vlug. Door de rel die er beneden op straat gaande was door de andere leden, kon Luca zich ongezien in de kamer van de burgemeester begeven. Daar stond een jongen, nog geen 17, in het midden van de kamer. Met tranen in zijn ogen, stond hij uit het raam te kijken. 
'Jullie zijn hier voor mij, toch?' vroeg hij met een bevende stem. Luca bevestigde dit en sloeg zijn arm om de jongen heen. 
'Er is nu niets meer om je zorgen over te maken, we gaan je niks aandoen. We zijn zoals jij.' De jongen keek hem verward aan. De blik van hoop in zijn ogen zei genoeg voor Luca. Dit was de blik van een jongen die zijn eigen potentie niet kende, omdat hij nooit aangemoedigd of überhaupt geaccepteerd was. Luca maakte een vuist en opende toen zijn hand met de palm naar boven. Een klein vlammetje danste in het midden van zijn hand en hij hoorde de jongen scherp inademen.
'Ik ben niet de enige?' vroeg hij, nog steeds ongelovig, ook al had Luca hem net het antwoord laten zien. 
'Zeker niet, maar we moeten hier weg. Nu!' beval hij en de jongen liep achter hem aan.
De twee mannen van eerder beneden waren bijgekomen en de trap op gestrompeld. Nu stonden ze weer met hun wapens gericht op Luca, maar een plotselinge windvlaag sloeg hen over de balustrade. 
Luca keek naar de jongen naast hem. 'Niet slecht, kiddo. Kom mee.' Vlug nam Luca hem bij zijn bovenarm en trok hem mee naar de brandtrap die naar beneden leidde. 
Het tweetal haastte zich naar beneden en Luca gaf een signaal aan de rest van de groep die zich snel terugtrokken. De Aardenaar stond plotseling naast Luca en hoewel hij de man niet had zien aankomen, gaf hij geen kik. 
'Goed gedaan, jonge vuurstuurder. De jongen kan nu met mij mee, hij zal grootse dingen gaan bereiken.' Luca knikte eenmaal en keek toen de jongen bemoedigend aan, waarna hij zich naar de rest van de groep snelde.

-

De ruimte waar Luca zich in bevond was rond. Hij wist niet zeker wat hij daarvan vond, maar hij wandelde rustig naar het bureau in het midden van de kamer toe. 
'Ga even zitten,' zei De Aardenaar. Bij de deur van de kamer zag Luca Adrian staan. De jongen die hij vijf jaar geleden uit het gemeentehuis had bevrijd, was ondertussen opgegroeid tot een jonge, zelfverzekerde man en hij gaf hem een scheef lachje.
'Zoals je weet, hebben we drie jaar geleden met Adrians hulp ons bestaan kenbaar gemaakt door de grote storm bij Nim. Ik ben blij dat de uitbreiding van de Namakeen goed gaat, maar ik wil graag een nieuw stuk land erbij betrekken.' Luca knikte. 'Ik wil dat jij de leiding van deze Bevrijding op je neemt.' Luca's ogen werden groot. Dit was een hele eer voor hem.
'Zeker, meneer,' zei hij standvastig. 
'Goed, neem Adrian met je mee en begin met plannen. De Bevrijding vind over drie dagen plaats en zal beginnen bij de stad Isna. Succes en stel me niet teleur.' 
Luca verstijfde een moment bij het horen van de plaatsnaam, maar knikte vlug. 'Ja, meneer,' sprak hij, waarna hij met Adrian door de deur liep om een plan te verzinnen.

@Other 
Other
Internationale ster



"Het is okay kiddo, you can cry. Je hoeft je niet in te houden" Eden schudde haar hoofd en beet op haar onderlip. "Mam en pap zouden dat niet willen," mompelde ze terwijl ze de bloemen aan de steen op de grond legde. Haar ogen gleden over de namen die erin gegraveerd waren. Eveline en Oliver Michaels. Het was nu een jaar geleden en ze bleef elke dag aan hen denken. Edina merkte pas dat ze haar vuist gebald hield toen de oudere man naast haar die vastnam. "Het spijt me lieverd," mompelde hij met een zucht. Ze ontspande haar vingers en keek hem aan. Hij sloeg zijn armen om haar heen en Eden begroef haar neus in de zachte stof van zijn trui. De enige reden dat ze de storm had overleefd, was omdat Jeb haar had gevonden en ze zich hadden verscholen in één van de bunkers. Voor de rest van de stad was het te laat geweest. Veel herinnerde ze zich er niet meer van. Het leek bijna alsof haar geheugen het haar niet toeliet de herinneringen opnieuw op te roepen. Als een soort verdedigingsmechanisme. Ergens was het misschien goed. Het stelde haar in staat om enkel de mooie momenten te blijven herinneren met haar ouders. Dat was voor haar meer dan genoeg. 
Eden schudde haar hoofd en keek op naar de man. "Is Annie thuis?" vroeg ze met een geforceerd glimlachje. Ze wist dat het hem pijn deed om haar treurig te zien en ze wilde het er niet langer over hebben. Annie was als een grote zus voor haar, en de dochter van Jeb. Eden keek enorm op naar de vrouw, die samen met een hele groep anderen het verzet leidde. Ze wilde later net zoals hen worden en Annie had haar beloofd dat ze dat mocht al ze genoeg oefende met haar krachten. Jeb zag haar toekomstdromen echter niet zo zitten. "Waarom? Ben je weer van plan kattenkwaad uit te steken?" Ze schudde braaf haar hoofd. "Nee oom Jeb," antwoordde ze lief, met een zucht. Haar ogen gleden verveeld over de straat. "Ze is thuis," grinnikte hij uiteindelijk, wat Eden meteen opbeurde. "Echt? Denk je dat ze nog wat mee heeft genomen om Zaqir?" 
Met een vrolijke pas liep ze voor Jeb uit. "Ik hoop dat ze wat te eten mee heeft, of nee, misschien één van die coole jassen,..." ratelde ze door, terwijl de man haar geamuseerd aankeek. Hij streek kort over haar haren en gaf haar een stootje. "Ben je ook zo blij om mij elke keer terug te zien?"

 
-------

Edina keek op toen ze haar naam hoorde en grijnsde breed bij het zien van Jeb. "Wat ben je nou weer aan het uitsteken?" bromde de man toen hij zag wat ze in haar handen hield. Ze gniffelde kort en ging verder met het slijpen van de dolk. "The usual stuff," antwoordde ze met een lach. Het bleef haar vermaken hoe chagrijnig Jeb werd wanneer ze bezig bleek te zijn met zaken voor het verzet. "Ben je jaloers?" grapte ze. Eden trok een wenkbrauw op toen Jeb niet antwoordde en een appel op de tafel naast haar zette. "Ze komen uit de tuin," meldde hij met een trotse glimlach. "De beste appels van Isna?" vroeg ze. "De allerbeste kiddo." Jeb klopte met zijn hand zacht op haar schouder en ging zitten op een boomstronk dichtbij. 
Beiden keken ze kort naar de grauwe lucht boven hen. Het zou elk moment kunnen stormen. "I don't like this weather." Edina knikte en haalde haar schouders op. Dat wist ze maar al te goed, maar voor haar zou het het ideale moment zijn om wat te trainen. Ze putte er voor een groot deel haar kracht uit, dus was die onweersbui maar al te welkom. 
Gehaaste voetstappen trokken haar aandacht en het duurde niet lang voordat ze het hek van hun tuin hoorde open en dichtslaan. "Eden, je moet meekomen, problemen aan de grens," hijgde Eric terwijl hij met zijn ellebogen op zijn knieën leunde. Meteen sprong ze op en richtte zich naar Jeb. "Naar de bunkers," knikte de man zich voordat ze de kans had om een woord uit te brengen. "Wees voorzichtig Eden," zei de man met een frons. "Ik denk toch dat ik de sterkste ben van ons twee," merkte ze plagerig op, in een poging om hem gerust te stellen. 

@Delutix 
Delutix
Internationale ster



Luca en Adrian liepen rustig naast elkaar de kamer uiten hoewel Luca dacht dat hij zijn gevoelens behoorlijk verborgen had, vroeg Adrian direct aan hem wat hem dwars zat.
‘Niks,’ zei Luca vlug. Hij hoopte dat het genoeg zou zijn, maar helaas kende zijn beste vriend hem daar te goed voor.
‘Je weet dat je daar niet mee wegkomt, Blackburn.’ Hij lachte en porde Luca in zijn zij. ‘Vertel op!’
Luca zuchtte diep en rolde met zijn ogen. Zijn roodharige vriend keek met zijn donkere ogen recht door hem heen. Niet alleen had hij een fantastische aanleg voor het besturen van lucht, maar hij leek soms ook het vermogen te hebben om je gedachten te kunnen leze nen dat kon Luca, zelfs na 5 jaar, af en toe nog steeds verrassen. In gedachten verzonken wilde hij weer doorlopen, maar Adrian bleef abrupt staan en vouwde zijn armen over elkaar terwijl hij zijn wenkbrauwen ophaalde.
‘In de afgelopen drie jaar zijn er al twee Bevrijdingen geweest in Isna, maar het enige wat we hebben bereikt is een hoog aantal slachtoffers en veel schade.’ Luca zuchtte nog eens. Het voelde slecht voor hem om tegen het verzoek van De Aardenaar in te gaan, maar hij wist dat hij zijn vriend kon vertrouwen om hem niet te verklikken en er was geen wacht te bekennen. Toch begon hij nog iets zachter te praten en zei aarzelend: ‘Ik weet niet zeker of Isna nog een keer Bevrijden de beste manier is. Ik denk niet dat ze nog een derde Bevrijding aankunnen. Wat we dan bereiken is waarschijnlijk meer slecht dan goed.’
Tot Luca’s grote verbazing, begon Adrian ineens te grinniken.‘Dit is de eerste keer dat je iets tegen De Aardenaar inbrengt, of niet soms?’ vroeg hij voor Luca een opmerking kon maken. Luca haalde een hand door zijn bruine haar en knikte. ‘Je hoeft niet zo bang te kijken. Je geheim is veilig bij mij, dat weet je toch.’ Luca knikte opnieuw. Zijn vriend klaagde wel vaker over plannen van De Aardenaar en hij was juist altijd degene die hem kalmeerde. Hij zag nu ook in waarom Adrian had gelachen.
 
Het plan kwam die dag niet. De volgende dag kwamen de twee jonge mannen ook niet met een plan en ook die daarna niet. De laatste dag voor hun deadline lagen Luca en Adrian op de bank in hun kamer.
‘Dus, wat is het plan?’ vroeg Adrian en keek Luca indringend aan. Luca kneep zijn ogen en staarde in de verte alsof het plan daar geschreven zou staan. Een aantal stille minuten kropen voorbij en Luca zag Adrian zijn geconcentreerd zijn ogen dicht doen terwijl hij kleine  draaikolkjes begon te maken met een draaiende beweging van zijn rechter wijsvinger in de palm van zijn linkerhand.
Opeens schoten Luca’s ogen wijd open. ‘Dat is het!’ riep hij uit en hij zag dat zijn vriend licht schrok.
‘Wat?’ vroeg hij verward toen hij weer bijgekomen was van de schrik en Luca hem nog niets verteld had omdat hij wild aan het zoeken was naar een pen voor bij zijn schrijfblok.
‘Oké, luister,’ zei hij, nog steeds ijsberend. ‘We gaan aan de randen van Isna windvlagen creëren. Op die manier zullen we de ruïnes aan de randen van de stad wat overhoop halen, maar kunnen we van het bos en de stad zelf afblijven.’ Eindelijk had hij een pen gevonden en begon te krabbelen tijdens het praten. ‘Daarna zullen we doorgaan naar het zuiden om de nieuwe stad te Bevrijden. Op die manier zal De Aardenaar tevreden zijn en hoeven we niet Isna te verwoesten.’
Toen hij klaar was met praten begon Adrian te knikken. ‘Klinkt goed, maar wat ben je nou aan het kriebelen met die pen van je?’ vroeg hij. In minder dan een minuut had Luca de buitenlijnen van de stad nagetekend en met pijlen aangegeven waar ze de windvlagen zouden plaatsen.
‘Dit is voor jou. Hier,’ hij wees naar een van de pijlen, ‘zijn de ruïnes en hier,’ hij verplaatste zijn vinger naar een andere pijl, ‘is de grens van het bos. Daar moeten we vanaf blijven.’ Adrian knikte.
‘Hoe kun jij dit zo snel tekenen?’ vroeg hij na een korte stilte. Deze vraag had hij niet zien aankomen.
‘Ik ben enigszins bekend met Isna,’ antwoordde hij na nog een korte stilte. Adrian kneep zijn ogen samen en kantelde zijn hoofd. Hij voelde aan dat zijn beste vriend belangrijke informatie verzweeg. ‘Het is de plek waar ik heb gewoond toen ik jong was.’ Meer had Adrian niet nodig. Hij wist wat hier was gebeurd en waarom Luca koste wat koste de bossen wilde behouden. Hij plaatste zijn hand op de schouder van zijn vriend.
‘Kom, laten we de groep gaan informeren,’ zei hij en stond op, waarna hij Luca zijn hand reikte.

@Other 
Other
Internationale ster



De sfeer op de muren was gespannen. Met vluchtige stappen liep Eden naar de groep bevelhebbers op de Noord-Toren. "Annie," begroette ze de vrouw die er op haar wachtte. Haar blik gleed over de persoon die ze al een lange tijd als zus beschouwde. Haar wilde gekrulde haren waren voor de gelegenheid ingevlochten in een strakke vlecht en een serieuze uitdrukking was te zien op haar gezicht. "Eden, we moeten ons klaarmaken," kondigde de vrouw aan terwijl ze haar een vest gaf. "Pap?" Eden knikte en omhelsde haar. "Je weet dat ik de enige 'normal' van onze familie niet in de steek zou laten," antwoordde ze met een lichte glimlach. Annie's moeder was begaafd, in tegenstelling tot Jeb. Het was niet iets dat je elke dag zag, maar Edina was blij dat ze daar deel van uitmaakte. Het toonde aan dat mensen en begaafden perfect samen konden leven, wat anderen ook beweerden. 
Eden liet Annie haar helpen haar vest te knopen en tuurde terwijl voor zich uit, de verte in. Voor het moment was er nog niets te zien, maar ze twijfelde er niet aan dat de Namakeen elk moment een aanval in kon zetten. Waarom ze zo graag Insa wilden veroveren, bleef haar een raadsel. De meeste rebellen zaten in Zaqir, in de ondergrondse gangen. Insa was echter van onschatbare waarde voor velen van hen. Het was een thuis en de meesten waren opgegroeid in de culturele stad. Ze zouden er hun leven voor geven. Ze keek op toen donder begon te weergalmen in de lucht en al snel de eerste regendruppels vielen. Het zou een hevige strijd worden.
Byrion, de commandant van de waterclan liep voor hen heen. "Ik hoef het jullie niet te vertellen dat we de laatste tijd veel hebben geleden en dat deze strijd verdomd moeilijk zal worden. Maar dit is Insa en Insa blijft van ons. Als we sterven, sterven we strijdend voor onze stad," riep hij terwijl hij zijn speer ophief naar de lucht. Eden schreeuwde mee met haar clan en maakte oogcontact met Annie op de andere muur, die haar een bemoedigende grijns toewierp en een vlam haar vingers liet likken. Eden trok een wenkbrauw op en maakte zich klaar. Simultaan richtte de groep hun handpalmen naar voren, waar het ijs uit de grond steeg en een muur vormde tussen hen en de Namakeen. De eerste luchtstoten raasden over de muur, net zoals de eerste water-, aarde- en vuuraanvallen. Eden hijgde en maakte gebaar naar Eric. "Help me naar beneden!", riep ze, het zweet parelend op haar voorhoofd. 
Ze sprintte naar voren en twijfelde geen seconde terwijl ze de muur afsprong. Haar val werd gebroken door Eric, die een bol van lucht creëerde onder haar. Ze was niet de enige die naar beneden was afgedaald en samen richtten ze hun handen op de muur, die ze probeerden te redden. Ze wist echter dat ze dat niet lang zouden kunnen volhouden. "Hou vol water!", schreeuwde Byrion terwijl hij verschillende regendruppels liet bevriezen en als harde hagel liet neerdalen op de Namakeen. 

@Delutix   
Delutix
Internationale ster



Iedereen was er klaar voor, de stuurders waren verdeeld over het grondgebied en alle mensen om Luca heen stonden alleen nog op zijn signaal te wachten. Hij was blij te kunnen zeggen dat ze een grote groep hadden verzameld voor deze Bevrijding. Ze verwachtten niet veel tegenstand, Isna was immers al twee keer bij een Bevrijding betrokken geweest. Ze hoefden alleen door het stadje heen dit keer, het ging niet om het stuk land op zich. Dat was immers wat Luca zichzelf bleef vertellen. Hij liep samen met Adrian naar de voorste linie, hij had net de laatste puntjes op de i gezet en nu waren ze er klaar voor.
De klamme handen die hij voelde, negeerde hij en schreef hij af als gezonde spanning voor een Bevrijding. 
Terwijl de vrienden de laatste meters overbrugde, haalde Luca diep adem en riep luidkeels de bekende strijdkreet van de Namakeen: 'Voor water!' Terwijl de waterstuurders de lucht langzaam donkerder maakten door het water in de wolken te verzamelen, werd de kreet nageroepen. 'Voor vuur!' Een bliksemschicht was zichtbaar aan de hemel terwijl ook deze kreet weergalmde door de mensen om hem heen. 'Voor lucht!' De luchtstuurders aan de voorkant lieten een windvlaag over de troepen heen gaan. Terwijl hij de frontlinie op stapte, riep Luca het startsein: 'Voor aarde!'
Om hem heen gebeurde van alles. Adrian stuurde de luchtstuurders aan terwijl hij een grote windvlaag richting de ruïnes voor hen gooide. De andere luchtstuurders volgden zijn voorbeeld en langzaam begonnen de stenen in de ruïnes te scheuren en af te brokkelen. De waterstuurders gooiden in alle macht regen naar beneden en begonnen met waterlasso's op de gebouwen in te slaan, terwijl de aardestuurders flinke aardbevingen die kant op stuurden. Een bliksemschicht sloeg in op een van de houten schuren naast de gebouwen en een wild vuur begon zich te verspreiden naar de andere houten installaties in de buurt. Op het moment dat Luca zijn handen naar voren bracht om het vuur naar de ruïnes te halen, klonk er ineens een luid geschreeuw. 
De stuurders keken naar rechts en een grote stofwolk rees op vanuit de heftige regen. Daar kwam een menigte hun kant op rennen vanuit de buitenste rand van het stadje. De regendruppels die naar beneden werden gestort, bevroren en er waren grote luchtballen te zien waar mensen zich omlaag lieten vallen vanaf de hoge muren zodat ze niet op de grond terecht zouden komen.
'De rebellen!' riepen een aantal mannen aan de rechterflank. Snel wisselden Adrian en Luca een blik, waarna ze onmiddellijk de rechterkant op begonnen te rennen. De troepen om hen heen draaiden een kwartslag om de groep rebellen recht aan te kunnen vallen. De ijsstenen die omlaag kwamen schakelden verschillende Namakeen uit, maar Adrian draaide ze met een handgebaar om en ze vlogen weg, terwijl de waterstuurders een groot schild vormden boven hun hoofden.
Luca was bijna aan de nieuwe voorkant van zijn linie gekomen en om hem heen begonnen de stuurders van plekken te wisselen. Luca had geen verzet verwacht en daardoor vooral aanvallers ingezet vandaag in plaats van verdedigers, daarom waren deze mensen nu zich naar de voorgrond aan het duwen. 
'Vuurstuurders, vlammenzee op mijn bevel,' riep Luca. 'Aardestuurders, val aan!' Brokken aarde begonnen de lucht in te komen en schoten op de menigte voor hen af. 'Nu!' riep Luca en grote vlammen wakkerden op tussen hen en de rebellen. De waterstuurders begonnen nu zelf ook ijspegels te vormen van de regen en deze op de tegenstanders af te vuren. 
Luca zag dat de vlammenzee op sommige plekken onderbroken werd doordat de rebellen het blusten. Verbaasd zag hij dat er ook een hele stoet stuurders op hen af kwamen rennen. Hij haatte het als het verzet opdook. Hierdoor vielen er altijd veel onnodige slachtoffers aan beide kanten. 
Terwijl stuurder tegen stuurder vechtte en verschillende mensen met en zonder wapens op de grond vielen, zag Luca een jonge vrouw met donker haar op hem afkomen, waar hij vlug een steekvlam op af stuurde. Zijn vlammen haalde de vrouw echter niet want ze bluste het vuur met een snelle beweging van haar hand. Al snel vormde ze een schild en Luca begon snelle vuistbewegingen naar voren te sturen om het te verwoesten, maar de vrouw stootte het schild naar voren en hij moest vlug uit de weg springen om het te ontwijken. Hij hoorde hoe een aardestuurder achter hem het schild verwoestte met een blok steen. 
Luca had amper tijd om even bij te komen toen nieuwe ijspegels naar zijn hoofd suisden. Gelukkig stond Adrian aan zijn zij die ze met wind rechtsomkeert liet maken en ze op de rebellen afschoot, waarbij hij de vrouw ook omver gooide. Ze bleek een vechter te zijn, want ze lag nog maar net op de grond en ze sprong alweer overeind en bleef Luca aanvallen. Hij ontweek elke klap en bleef ook vuurkogels op haar afvuren. Om hem heen bleken de rebellen steeds meer grond te winnen en zijn troepen begonnen zich enigszins terug te trekken, maar hij zag dat ze enkele rebellen hadden neergeslagen en nog altijd hard terug vochten.
'Adrian, weet je nog wat we geoefend hebben?' riep Luca, terwijl het zweet van zijn voorhoofd druppelde terwijl hij een grote vuurzee voor zich hield waar de tentakels niet meteen doorheen kwamen. Hij hoorde elke keer een sissend geluid en en gaten ontstonden langzaamaan in het vuurschild voor hem. Adrian knikte en ging achter hem staan. Hij begon eerst een kleine draaikolk op zijn hand te maken, maar maakte hem al snel groter, waarna hij hem kantelde en door Luca's vuurzee heen schoot. De grote, hete orkaan dreef de rebellen snel terug en Luca liet zijn handen vallen om de situatie om zich heen op te nemen. Veel van zijn mannen stonden nog, maar ze hadden al veel grond op moeten geven.
'Terug naar basis, neem gevangenen,' commandeerde Luca hard, waarna hij drie bewusteloze rebellen opgetild zag worden in de lucht.

@Other 
Other
Internationale ster



De muur was gevallen en wat er ontstond was groter dan chaos te noemen. Aanvallen vanuit elke hoek, met alle elementen werden opgevangen door beide kanten. Eden merkte een jonge vuurstuurder op die een steekvlam haar kant op stuurde. Met een snelle bewegingen van haar handen kon ze die blussen, terwijl ze op hem af sprintte. Hijgend beet ze op haar lippen toen ze als gevolg heel wat vuurkogels op haar af kreeg gevuurd, waarvan de ene de zijkant van haar been raakte. Ze vloekte luid en negeerde de pijn. Wie dachten ze wel niet dat ze waren? Eden deinsde terug toen een draaikolk van vuur hun richting uitkwam. "Terugtrekken!" hoorde ze Byrion schreeuwen. Ze zette een sprint in. De vuurdraaikolk stopte echter niet de andere aanvallen van de Namakeen, die bleven op hen afvuren. Een golf van steen kwam op hen af, waarbij nog eens brokken van de muur op hen afvlogen. Eden ademde hard, de vermoeidheid en hitte duidelijk hun tol eisend. Ze zakte op haar knieën. 

Eenmaal ze weer bijkwam, bevond ze zich niet langer op het slagveld van Insa. Met een schok probeerde ze haar handen te bewegen, die boven haar hoofd waren samengebonden met een ketting die aan de muur vast hing. Paniekerig keek ze om haar heen. Ze moest hier weg zien te raken, ze hoorde hier niet. Eden wist dat rebellen die gevangen werden door de Namakeen, meestal de week niet eens doorkwamen. Ze strekte haar benen uit en probeerde één van de tafeltjes dichtbij omver te duwen en vloekte luid toen ze in het proces haar verbrandde been nog meer bezeerde. Wanhopig probeerde ze haar element op te roepen, wat resulteerde in een elektrische schok die startte vanuit de halsband om haar nek. Eden verkrampte van de pijn en hijgde. Ze zat in grote problemen. 
Insa moest er erg aan toe zijn, daar was ze zeker van. Eden wilde dan ook zo snel mogelijk terug naar haar familie. Ze sloot haar ogen en leunde met de achterkant van haar hoofd tegen de koude muur achter haar. Ze wist niet waar ze zich bevond, of ze zelfs ook nog maar dichtbij de stad was. Ze kon niet nog meer mensen verliezen. Eden kon dat niet langer aan. De enige manier om iedereen veilig te houden, was door te zwijgen, wat ze haar ook zouden aanbieden van deal. Als ze zo moest sterven, het zij zo. Ze keek op toen ze de deur krakend hoorde opengaan en de vuurstuurder van eerder zelfzeker naar binnen kwam gewandeld. "Je verspilt je tijd, ik vertel jullie geen zak," beet ze hen toe. Ze wist niet hoeveel rebellen ze gegijzeld hielden, maar ze geloofde niet dat iemand van hen de gewenste informatie zou verschaffen. Als er iets was dat ze hadden geleerd, was het om loyaal te zijn. Eden sloot haar ogen toen de man voor haar ging zitten en even met wat vlammen tussen zijn vingers speelde. Ze voelde de warmte bij haar gezicht. Al snel parelden wat zweetdruppeltjes op haar voorhoofd, maar ze beet op haar onderlip en dwong haarzelf hem aan te kijken. "Jullie zijn gek, denkend dat jullie de wereld op deze manier naar jullie hand kunnen zetten," daagde ze hem uit. 

@Delutix 
Delutix
Internationale ster



Adrian had de hete lucht van hun vlammenorkaan over het slagveld gestuurd en het merendeel, afgezien van een paar vuurstuurders die nog net op hun benen bleven staan, van de rebellen viel op de grond. Luca had ervoor gezorgd dat de donkerharige vrouw die ook door de hitte flauwgevallen was, door Adrian opgetild werd, waarna ze in een hoog tempo terug naar hun voertuigen gerend waren om zich terug te trekken. Hij zag ook hoe hun doden door luchtstuurders opgepikt werden en meegedragen. Gelukkig leek het aantal niet al te hoog te zijn. Hij zag ook dat de aantal slachtoffers op het slagveld van de rebellen wat hoger was, maar hij zag ook dat sommigen ervan al rustig overeind probeerden te gaan zitten, dus hij schatte in dat minstens de helft slechts buiten bewustzijn was en de rest gewond. De overgebleven rebellen bleken zich ook half terug getrokken te hebben na de hittegolf en bleven aan de rand van de stad staan om hun gewonden te verzorgen. Luca verwachtte dat ze hun doden zouden verzorgen nadat de Bevrijders zich hadden teruggetrokken.
Toen ze eenmaal terug waren in hun basis, werden de krijgsgevangenen naar aparte geïmproviseerde cellen verplaatst in de gastvleugel. Het waren slaapkamers voor wanneer de leiders van de Namakeen in het Noorden op bezoek waren of mensen, die niet standaard in de barakken sliepen, zich tijdelijk bij hen begaven. De gevangenen waren met hun handen waren aan de muur gebonden en ze hadden twee hoofdchips op hun slapen bevestigd gekregen die elementsturen onderdrukten en een band om hun nek die een schok gaf wanneer ze toch probeerden te sturen. 
Luca zuchtte, hij had zich moeten melden bij De Aardenaar en had verteld over de mislukte aanval, maar de leider van de Namakeen was onverwachts niet boos geworden. Hij was blij geweest met de gevangenen, maar door zijn mislukking werd Luca samen met Adrian op de ondervragingen gezet. Ze hadden al drie van de vier gevangenen ondervraagd, maar niemand liet iets los. 
'Ik doe deze laatste wel, ga maar naar de kamer,' zei Luca. Hij had gemerkt dat zijn vriend het extra lastig had gehad tijdens de ondervragingen, doordat hij zelf lang in gevangenschap had moeten leven. Adrian twijfelde even, maar knikte toen dankbaar en wenste zijn vriend succes waarna hij de gang uit verdween en Luca de laatste gevangenenkamer binnenging, waar de vrouw al wakker geworden was en hem woest aan keek.
De andere gevangenen hadden stil en bang op het bed gezeten. Eentje had zijn stuurkunsten willen gebruiken, maar kwam erachter dat ze gedempt waren door de chips op zijn slapen. Ook de man was aan Luca en Adrians voeten gevallen en gesmeekt om vergiffenis en medelijden. Ze hadden echter niet kunnen helpen, want ze wisten niets. Ze hadden ze op hun kamers achtergelaten met wat brood en water. Hoewel ze gevangenen waren, kon Luca het niet over zijn hart krijgen om ze te laten verhongeren. Als de tijd kwam om zich van hen te ontdoen, zou hij het snel en pijnloos maken, hij had nooit geloofd in je vijanden te laten lijden. Wraak kende hij, maar hij wist ook dat het niet zo zoet was als het spreekwoord ging.
De vrouw was anders dan de andere krijgsgevangenen. Ze keek hem recht aan. Ze sloeg haar ogen niet neer, maar keek juist extra boos en vijandig toen hij haar aan bleef kijken. Luca hoorde haar brein bijna ratelen. Hoewel ze hem aan keek, zag hij ook dat haar handen een manier bleven zoeken om los te komen. Hij glimlachte scheef. De bewegingen waren klein, maar hij had het vaak genoeg gezien om het te kunnen herkennen. Zelf had hij het immers ook meegemaakt.
'Je verspilt je tijd, ik vertel jullie geen zak!' spuugde de vrouw uit, na een minuut die langzaam voorbij getikt was.
Luca liep rustig naar haar toe, pakte de stoel weg bij het bureau, draaide hem om en ging er achterstevoren op zitten om vervolgens zijn armen op de rugleuning te laten steunen. Hij liet een vlammetje tussen zijn vingers dansen en kantelde zijn hoofd. 'Ik wil de aantallen en de namen van het verzet. Geef ze aan me en ik laat je gaan.' Hij was nog niet vergeten dat ze een sterke stuurder was. Het idee was om eerst de informatie uit haar te krijgen en daarna haar te laten overtuigen om zich bij hen te voegen. Ze hadden een aantal waterstuurders verloren bij Isna, dus de vrouw zou goed van pas komen. Ze had de kracht van twee waterstuurders in haar, ook al zag ze er niet zo sterk uit op het eerste gezicht. Het liet hem denken aan wat zijn vader altijd had gezegd: "Schijn bedriegt, alleen omdat iets of iemand er goed of slecht uitziet, betekent dat niet dat ze echt zo zijn." Dat was zeker geweest bij deze vrouw. Toen hij haar voor het eerst had gespot, had hij niet verwacht dat ze zo sterk zou zijn. 
De Aardenaar zou het waarschijnlijk alsnog als een overwinning zien als hij deze informatie uit haar los zou kunnen krijgen, laat staan als ze zich tegen de rebellen zou keren. Luca's glimlach lag nog steeds op zijn gezicht en werd een kort moment wat wijder. 
De vrouw had hem nog steeds niet geantwoord, ze had slechts haar ogen wat meer samengeknepen. Hij had niet het gevoel dat zijn missie makkelijk ging worden, maar hij zou hoe dan ook een antwoord uit haar krijgen.
'Kom op, er moet iets belangrijks voor je zijn in Isna om er zo hard voor te vechten. Ik snap niet waarom jullie rebellen alles zo moeilijk moeten maken. Waarom moeten er zoveel doden vallen? Het lijkt wel alsof jullie het fijn vinden om het zo lastig mogelijk voor iedereen te maken.' 
De vrouw rolde met haar ogen en blafte een ongemeende lach. ' Jullie zijn gek, denkend dat jullie de wereld op deze manier naar jullie hand kunnen zetten,' zei ze.
Een frons stond op Luca's voorhoofd en hij lachte toen ze hen, de Namakeen, de schuld gaf en hij schudde zijn hoofd. Hij liet haar even praten en begon weer met een vlammetje te spelen. Hij vond het komisch dat de vrouw werkelijk scheen te geloven wat ze zei. Net alsof hij en zijn vrienden de boosdoeners waren. 

@Other 
Other
Internationale ster



Hij was een psychopaat. De grijns op zijn gezicht terwijl zij in pijn was, maakte haar furieus. Eden trok aan de kettingen die haar armen samen hielden, tevergeefs. Het enige wat het haar opleverde was een stekende pijn in haar polsen. Ze keek de man aan. "Ik wil de aantallen en de namen van het verzet. Geef ze aan me en ik laat je gaan." Ze perste haar lippen op elkaar en schudde haar hoofd. "Can't help you jackass, ik weet niets," loog ze. Als hij dacht dat ze ook maar één woord zou reppen over de groep die ze als haar familie beschouwde, had hij het goed mis. Ze fronste toen hij dichter bij haar kwam en haar bestudeerde. "Like what you see?," blafte ze hem toe. Eden blies wat haar uit haar gezicht toen hij terug op zijn stoel ging zitten. Beiden konden dit spelletje spelen. 
"Waarom moeten er zo veel doden vallen?" Een schorre lach ontsnapte uit haar keel. "Hoor wie het zegt," mompelde ze. Het was voor haar vrij duidelijk wie hier het meeste doden had veroorzaakt. Ze schudde haar hoofd. "De doden hebben jullie op je geweten," voegde ze eraan toe. Ze hield haar hoofd hoog. "Jullie proberen alles naar jullie hand te zetten en jullie hebben geen idee waarmee jullie te maken hebben. Al die slachtoffers zijn daar het gevolg van."  Als iemand de schuld had, was het hen wel. Stelletje breinloze stuurders... Ze begreep niet hoe het kon dat de Aardenaar zoveel volgers had verworven de laatste jaren. Zag niemand in wat zijn plan was? Of was iedereen gewoon achterlijk en volgden ze als robots de bevelen van de man? "Insa bloeide voordat jullie de stad besloten aan te vallen." Verbitterde ontmoette ze zijn blik. De stad had zwaar geleden onder de verschillende aanvallen en ze twijfelde er niet over dat dat nog zo zou zijn voor enkele jaren. Niet enkel de gebouwen waren vervallen, maar ook het land was verschroeid en de gewassen vernietigd. Het gewone leven was er tot een halt geroepen. Wat ooit zou uitgroeien tot één van de grootste culturele plekken in het land, was nu één van de meest vernielde.  
Eden staarde hem woedend aan toen hij naar haar toe liep en haar gezicht optilde met zijn hand. "Luister, je kunt dit makkelijk of moeilijk maken, maar de uitkomst blijft hetzelfde." Eden lachte schamper en schopte hem hard tegen zijn kuit, waarna ze de kettingen waarmee haar armen waren samengebonden gebruikte om hem te verstikken. "Dat had je gedacht," beet ze hem toe. De man duwde haar hard tegen de muur aan, waardoor ze haar grip wat verloor. Al snel voelde ze hoe zijn hand zijn weg vond naar haar hals en haar van zich afduwde. Eden hapte naar adem toen hij haar uiteindelijk losliet en hoestte. Ze voelde haar ogen branden. Ze kon en zou hem niets vertellen, hoe erg hij ook zou proberen. Hun doelen waren te belangrijk en te veel levens stonden op het spel. Als het haar leven zou kosten om zoveel anderen te redden, zou ze volhouden en ondergaan wat haar te wachten stond. 

@Delutix 
Delutix
Internationale ster



Luca schudde zijn hoofd. Natuurlijk gaven de rebellen hen de schuld. Het meisje leek wel gehersenspoeld, zo erg geloofde ze in haar zaak. Ieder mensenleven dat verloren ging in de strijd was een pijnlijk iets voor Luca. Hij was niet alleen een goede soldaat, hij was ook een empathisch persoon. Hij probeerde altijd te verbergen dat hij alles opving van anderen, want hij wist dat de Aardenaar het waarschijnlijk als een zwakte zou zien dat hij zich zo bezig hield met de offers van zijn tegenstanders, maar Luca kon het niet behelpen. Hij zag het aan de mensen eromheen, sneller dan anderen. Hij had het altijd al zo ervaren, maar de laatste jaren was het door de strijd heftiger geworden.
De donkerharige vrouw voor hem had een goed schild voor haar gevoelens, alsof ze wist dat ze niets te heftig moest voelen omdat het anders op haar gezicht te zien zou zijn. Helaas voor haar was haar gezicht niet het enige wat Luca nodig had om dat soort dingen te weten. 
'Ik denk dat je verkeerd geïnformeerd bent, want wij zijn juist stuurders. Mensen probeerden de elementen uit onze lichamen te dwingen en waren niet bang om daarvoor te moorden of erger. Wij zijn de reden dat stuurders een kans hebben in deze wereld. Ik snap niet waarom je daartegen bent. Hoe kun je als stuurder zelf het goedkeuren dat je soortgenoten en medemensen systematisch afgeslacht worden puur omdat ze in het oog van een ander een gezwel zijn op hun zogenaamd perfecte mensheid.' Luca voelde zijn handen kort trillen toen de herinnering van Adrians angstige gezicht voor zijn ogen verscheen, maar hij duwde het vlug weg. Hij was hier niet degene die zou bezwijken onder de druk van iemand die foute bedoelingen had met de wereld en de mensen erin.
'Isna bloeide voordat jullie de stad besloten aan te vallen.' Die zin raakte Luca. Hij had het namelijk nog niet lang geleden ook gebruikt tegen Adrian. Hij had Adrian proberen uit te leggen hoe de Bevrijdingen een prachtige stad hadden omgevormd tot slechts een schaduw van wat het ooit was geweest. Dat was ook de reden dat hij bij de Bevrijding van vandaag zo min mogelijk land had willen. Zijn ogen focusten weer op de vrouw en hij zag dat ze kort verslagen leek. 
'De wereld is nog niet verwoest, maar als het aan jullie had gelegen wel. Wij gebruiken de natuur om acties uit te voeren, niet om hem te verwoesten. Als het kan, sparen we de natuur,' antwoordde hij afwezig op haar vorige uitspraak. Toen herinnerde hij zich dat hij antwoorden uit haar moest krijgen. 'Wat is het?' vroeg hij, waarop de ogen van de vrouw opnieuw vernauwden. 'Wil je geen betere wereld? Wat is het dat je de oude wereld niet achter je kan laten? De natuur? De gebouwen? Familie?' De vrouw zoog sissend wat lucht naar binnen. 'Oké, dus het is familie.' Luca stond weer op en liep even naar het raam en keek neer op het binnenplein waar de vier elementen hard aan het trainen waren. 'Wat nou als ik beloof niemand naar Isna te sturen om te zoeken naar je familie, vertel je me dan wat je weet?' 
De vrouw had eindelijk haar tong gevonden. 'En wat als ik je niets vertel?' vroeg ze sissend. 
Luca draaide zich om en keek haar weer aan. 'Dan zoek ik elk gebouw af en ga ik elke bunker af.' De ogen van de vrouw sprongen open. 'Ja ik weet dat jullie de bunkers gebruiken en ik zal ze allemaal af gaan en ik zal je familie vinden. Misschien willen zij me wel helpen met wat informatie.' De vrouw keek omlaag en Luca kwam dichterbij en tilde haar kin op zodat ze hem moest aankijken. 'Luister, je kunt dit makkelijk of moeilijk maken, maar de uitkomst blijft hetzelfde,' vervolgde Luca. Hij wilde niet horen hoe hij zelf klonk. Hij wist dat het erg was, maar ze was de vijand en hij mocht niet zwak zijn voor iemand die hem datzelfde geen moment zou gunnen als de situatie omgekeerd was geweest.
Haar ogen waren gevuld met te veel emoties en Luca voelde ze langzaam zijn eigen lichaam binnendruppelen. Vreemd hoe haar emoties duidelijker leken te worden met de seconde. 'Dat had je gedacht!' riep ze ineens en Luca voelde een steek in zijn kuit van waar ze hem had geraakt. De kettingen die om haar handen gebonden waren, zaten strak om zijn nek en de kracht waarmee ze hem probeerde te wurgen verraste hem. Hij probeerde haar handen van zich af te rukken en hoewel hij duidelijk sterker was dan zij, deden de adrenaline en woede die ze voelde wonderen voor haar kracht. Vlug duwde Luca haar naar achteren tegen de muur en trok zichzelf uit haar handen. Hij draaide zich om en duwde ruw tegen haar hals met zijn onderarm waardoor de dunne jas die ze tot nu toe aan had gehad van haar schouder viel. Zijn ogen vielen kort op een oud litteken net naast haar sleutelbeen dat er pijnlijk uitzag. Een litteken dat eruit zag als een ster. Een litteken dat hem veel te bekend voor kwam. 
Zijn grip verslapte en hij duwde zichzelf van haar weg en hoewel ze hem nog steeds woest aankeek terwijl hij voor haar bleef staan, merkte hij dat haar adrenaline zakte. Ze had gefaald. Luca kon echter niet boos zijn. Hij merkte dat zijn ogen nog steeds enorm waren. Het kon niet. Edina Michaels was zijn buurmeisje en beste vriendin geweest vanaf het moment dat hij haar had leren kennen en later zijn stiekeme liefde voor hij door zijn vader weg was gesleept uit Isna. Hij had in het begin door zijn toen-nog-slissende tong haar naam niet goed kunnen uitspreken en had haar "Etina" genoemd voor de eerste zes jaar van haar leven.
'Eti?' fluisterde hij verwonderd en toen waren haar ogen ineens net zo groot als die van hem.

@Other 
Other
Internationale ster



"Ik denk dat je verkeerd geïnformeerd bent, want wij zijn juist stuurders. Mensen probeerden de elementen uit onze lichamen te dwingen en waren niet bang om daarvoor te moorden of erger. Wij zijn de reden dat stuurders een kans hebben in deze wereld. Ik snap niet waarom je daartegen bent. Hoe kun je als stuurder zelf het goedkeuren dat je soortgenoten en medemensen systematisch afgeslacht worden puur omdat ze in het oog van een ander een gezwel zijn op hun zogenaamd perfecte mensheid." Eden schudde haar hoofd bij het horen van zijn woorden. De man was gestoord als hij niet inzag wat hij verkeerd deed. "Natuurlijk ben ik er tegen, daar is iedereen tegen, het is jullie leider die het verkeerd aanpakt," kaatste ze terug. Ze schudde haar hoofd. De Aardenaar wilde iedereen onderwerpen en het was zo duidelijk. Het maakte hem niet uit hoeveel onschuldige slachtoffers daar moesten voor vallen. "Ik kan niet geloven dat jullie zo zijn..." mompelde ze. Eden fronste en spuugde op de grond naast hem. "Ik hoop dat jullie snel beseffen dat jullie aan de verkeerde kant staan."
Hij dreigde haar familie te vinden. De man bleek niet bang te zijn om een vuil spelletje te spelen. Eden luisterde naar hem en staarde hem aan. "Ben je klaar met praten?," daagde ze hem uit. Alhoewel ze geen familie meer overhad, betekenden de mensen in Isna veel voor haar. Ze moest wel geloven dat hij blufte. De bunkers waren toch niet zo makkelijk te vinden? En de rebellen zouden alles doen om die plekken te verdedigen. "Niemand in die bunkers kan je helpen, want het zijn gewone mensen, slachtoffers van jullie oorlogsvoering." Ze leunde wat naar voren en haalde diep adem. Hoe langer ze hier was, hoe lastiger ze het kreeg. Eden hoopte dat ze snel een einde aan haar zouden maken, maar ze wist niet in hoeverre ze haar zouden ondervragen. De kans was echter klein dat ze haar ooit zouden laten gaan. 
Eden leunde met de achterkant van haar hoofd tegen de muur en kuchte. Ze was doodop en de verwondingen die ze had opgelopen tijdens het gevecht hielpen niet veel. Ze fronste toen de man niet meteen iets zei en naar haar staarde. "Wat?" blafte ze hem chagrijnig toe. Haar wenkbrauwen schoten verward de lucht in toen ze hem hoorde fluisteren. Ze staarde hem aan. De bijnaam maakte wat los in haar. "Noem me niet zo," sputterde ze verward tegen. Dat het pijn deed om zo genoemd te worden, was zacht gezegd. Het deed haar denken aan betere tijden, toen alles nog liep zoals het hoorde en haar beide ouders nog bij haar waren. Haar ogen gleden behoedzaam over hem heen. "Luca?" Twijfelend keek ze hem aan. Hoe kon het? Ze schoot in de lach toen de man aarzelend knikte. "Fuck, dit is belachelijk", lachte ze. De situatie waar ze zich in bevonden was te gek voor woorden. Eden had niet verwacht dat ze elkaar ooit nog zouden zien nadat hij Isna had verlaten met zijn vader. 
Eden fronste toen de man naar haar schouder staarde en trok een wenkbrauw op. Hij had haar herkend aan haar litteken? Ze had niet verwacht dat hij het zich nog zou herinneren. Het was dan ook al jaren geleden dat Luca en zij hadden gespeeld in Isna. Ze waren niet altijd de braafste kinderen geweest en hadden vaak gevochten. Het litteken dat Edina had opgelopen, was daar dan ook het bewijs van geweest. Ze had het hem nooit kwalijk genomen. Ze waren beiden nog jong en wisten niet goed wat hun elementen konden aanrichten. Eden wist dat Luca zich heel lang schuldig had gevoeld om de brandwonde naast haar sleutelbeen.  Het was moeilijk te verbergen, de huid was nooit volledig hersteld. Edina zuchtte en schudde haar hoofd. "Hoe ben jij hier verzeild geraakt Blackburn?," mompelde ze. Eden had nooit verwacht dat van alle mensen, hij zich zou aansluiten bij de Namakeen. Hij was echter niet dezelfde jongen die ze kende en dat mocht ze niet vergeten. Ze kon niet zwak zijn, niet opnieuw. 

   @Delutix 
Delutix
Internationale ster



'Noem me niet zo,' zei ze verward. Luca kon het haar niet kwalijk nemen. Er was, zover hij wist, niemand die zijn bijnaam voor haar had overgenomen. Het was zo lang geleden, maar nu hij haar gezien had, echt gezien, kon hij de waarheid niet langer ontkennen. De sproeten en moedervlekken die ze vroeger zo had gehaat, maar die hij altijd als een prachtig deel van haar had gezien. Het donkere haar dat een beetje golfde. De ogen van haar moeder. Hij miste haar lach. Hij had haar lach al bijna twaalf jaar niet meer gehoord sinds hij op zijn dertiende afscheid had moeten nemen. Natuurlijk was ze verward, hij was het ook.
Hij zag hoe haar ogen langzaam over hem heen gleden tot ze terugkwamen bij zijn gezicht. 'Luca?' vroeg ze en hij knikte langzaam. Kort schoot ze in de lach, niet een echte lach, niet de lach waar hij naar verlangde om hem te zien en te horen. De lach was bitter en ongelovig. ' Fuck, dit is belachelijk!'  stootte ze uit en Luca kon het enkel met haar eens zijn. Hoe was het dat ze elkaar zo tegen waren gekomen. 
Luca zag dat ze haar wenkbrauwen fronste en haar wenkbrauw optrok. Kort keek ze naar haar litteken en zijn blik volgde die van haar. Hij herinnerde zich nog exact de dag waarop hij haar de wond had gegeven die eraan vooraf was gegaan. 
Het was al aan het schemeren, maar ze waren buiten gebleven ondanks de waarschuwingen van hun ouders dat het zou gaan regenen. Luca was tien en voelde niet veel voor regen, maar hij vond het prachtig hoe Eden de druppels met haar handen kon laten dansen. Dat het zou gaan regenen was voor haar juist een extra reden om buiten te blijven. Ze had hem uitgedaagd om vlammetjes op haar af te sturen en zij doofde ze keer op keer met een korte zwaai van haar hand met een druppel. 'Luuuuuk, geef me eens een uitdaging! Dit is veel te makkelijk en ik weet dat je meer kunt,' had ze gezegd toen de zoveelste vonk neergeslagen werd met een sisgeluid. Luca had met zijn ogen gerold en concentreerde zich om een vuurballetje te maken dat in de palm van zijn hand. Op het moment dat hij hem naar haar toe duwde, klonk er binnen ineens gerinkel en geschrokken hadden ze zich omgedraaid. Afgeleid, miste Eden de vuurbal en hij had haar schouder verbrand. Haar moeder had haar schouder enigszins kunnen helen met water, maar haar kracht was niet sterk genoeg geweest om een kleine wond, en een daaropvolgend litteken, in de vorm van een ster te voorkomen.
'Hoe ben jij hier verzeild geraakt, Blackburn?' vroeg Eden en Luca schudde zijn hoofd kort om uit zijn gedachten te komen. Nu hij van de eerste schok was bekomen, probeerde hij zijn gedachten te ordenen, maar er kwam niets. Hij wist niet wat hij moest doen. Voor hem stond iemand die hij kende, maar hij kende haar op het zelfde moment ook helemaal niet. Het lieve meisje dat hij gekend had, had plaats gemaakt voor een bittere vrouw, maar hij zag ook in haar gezicht dat er nog sporen van dat meisje waren.
Hij haalde zijn schouders op. 'Je kende pa, je weet dat hij altijd fel geloofde in gerechtigheid. We zijn al snel na de verhuizing mensen tegen gekomen die niks van onze soort moesten hebben. Kort daarna hebben we de beweging gevonden,' legde hij uit. Hij wilde niet te veel details vrijgeven, maar hij wist dat ze niks over zichzelf zou vertellen als hij dat niet ook zou doen. Hoewel hij midden in een ondervraging zat, wilde hij niets liever dan weten wat er allemaal met haar was gebeurd in de afgelopen jaren.  'En jij dan. Michaels? Hoe ben jij hier terecht gekomen?' Hij kwam wat dichterbij, maar bleef ver genoeg uit de buurt van haar handen. Hij wilde haar opnieuw leren kennen, maar hij moest niet vergeten dat hij een rebel voor zijn neus had. 
Hij moest dit op een rijtje zien te krijgen. Hij moest met Adrian praten. Jarenlang had hij dit deel van zijn leven verzwogen, maar hij had nu de hulp van zijn beste vriend nodig.

@Other 
Other
Internationale ster



Het was bijzonder vreemd om Luca zo terug te zien na al die jaren. Ze wist niet wat ze moest denken. Aan de ene kant was Eden blij om een bekend gezicht te zien op de onbekende plek, maar aan de andere kant was dat bekende gezicht nu wel de vijand. Het verwarde haar. Eden wist dat ze hem niet kon vertrouwen, maar ze kon ook niet geloven dat hij zodanig veranderd was dat hij nu bij de Aardenaar hoorde. Hoe was hij hier beland? De Luca die zij kende zou nooit zo'n gruwelijke praktijken steunen. 
Eden fronste bij zijn woorden en kon het niet laten om een wenkbrauw op te trekken. "Wel, als je echt gerechtigheid had gezocht, was je hier niet beland," merkte ze op met een frons. Tuurlijk kende ze zijn vader, maar ze hadden duidelijk de verkeerde keuze gemaakt. Of nou ja, het was toch vrij duidelijk voor haar. Het was gek om te denken dat de Luca van haar verleden niet kon inzien hoe verkeerd deze volledige situatie was. Eden vond het maar naar om er verder over na te denken.
Ze keek toe hoe Luca dichter naar haar toe kwam gelopen en trok een wenkbrauw op. Hoe kwam zij hier terecht? Ze stelde zichzelf ook die vraag momenteel. "Well, some things didn't really go according to plan." Eden keek hem recht aan. "Mijn ouders zijn beide gestorven, en ik had het geluk dat mensen me onder hun hoede namen. Dat zijn diezelfde mensen die jullie voortdurend aanvallen, voor de duidelijkheid," merkte Eden op zonder enige aarzeling. Op dit vlak toonde ze niet veel gevoelens. Het was haar zwakte niet. Eden ging wat rechter gaan zitten en beet op haar onderlip toen haar gewonde arm de uur zacht graasde. Heel haar lichaam deed pijn. Niet verwonderlijk na het gevecht. Ze was nou niet bepaald zachthandig behandeld. "Luca, laat me het duidelijk zeggen. Ik vertel jullie niets" zei ze een stuk rustiger. Ze moest het hem duidelijk maken dat het slimmer was om het op te geven. 

@Delutix 
Delutix
Internationale ster



Luca fronste zijn wenkbrauwen bij het horen van de harde woorden van Eden. Hoe was het dat ze vroeger zo hetzelfde waren geweest en nu aan twee volledig verschillende kanten stonden? Hij had zeker gerechtigheid gezocht, maar Eden bleek daar anders over te denken. Luca liet zijn ogen nogmaals over het bekende gezicht met onbekende gelaatstrekken glijden. Vroeger was Eti een en al kuiltjes in haar wangen en een eeuwige glimlach geweest, maar de vrouw die nu voor hem stond had bijna een permanente frons op haar gezicht en boze ogen. Hij schudde zijn hoofd. Nogmaals vroeg hij zich af hoe ze nu recht tegenover elkaar konden staan. 
'Mijn ouders zijn beide gestorven en ik had het geluk dat mensen me onder hun hoede namen. Dat zijn diezelfde mensen die jullie voortdurend aanvallen, voor de duidelijkheid,' sneerde ze. Luca zoog een hap lucht naar binnen en wendde zijn ogen af. Hij schudde zijn hoofd. Eti's ouders waren lieve mensen geweest. Haar moeder was een waterstuurder geweest, maar was nooit erg getraind geweest. Ze was altijd een vredelievend persoon geweest en was als een moeder voor Luca geweest toen zijn moeder er niet meer was. Hij had haar enorm gemist toen ze verhuist waren en was zich altijd af blijven vragen of hij haar en de rest van de Michaels nog ooit terug zou zien. 
'Nee,' ademde hij na een lange stilte en hij liet het verdriet even toe. HIj rouwde om de vrouw die hij al zo'n twaalf jaar niet meer had gezien, maar wiens stem hij nog altijd in zijn hoofd hoorde als hij moederlijk advies nodig had. Hij schudde zijn hoofd toen weer, zich bewust wordend van dat hij al te veel kwetbaarheden had laten zien in het bijzijn van een rebel. Edina was een rebel en hij mocht dat niet vergeten.
Zijn gedachten vormden opnieuw vraagtekens bij dat feit. Zeker nu hij wist dat mensen haar ouders hadden vermoord. 'Weet je zeker dat het Namakeen waren die schuld hadden aan hun dood?' vroeg hij, tegen zijn principes in. Hij moest het zeker weten. Hoe kon hij een kant steunen die onschuldige mensen vermoordde? Het moest een fout zijn, hij wist het zeker. Zijn vader had hem altijd verteld over de noodzaak van de Namakeen. De onderzoekers en mensen die tegen elementstuurders waren noemeden zichzelf de Jemazeen en ze dreigden hen allemaal te verwoesten. De verhalen van mensen die ontsnapt waren, waren soms nog gruwelijker dan hun ergste nachtmerries. Zij waren vast degene die bijgedragen hadden aan de dood van de ouders van Eti. 
Het moest wel, want anders wist hij niet meer wat hij moest doen.

@Other 
Plaats een reactie
Reageer
Om nieuwe berichten te laden: ingeschakeld