schreef:
Samuel
Hier zat ik dan, in de trein. Eigenlijk had ik het niet zo groot verwacht -het was enorm. Ik zat in een coupe, samen met Effie, Haymitch -de man van district 12 die de 50e hongerspelen overleefde- en het meisje, Katy. Ze kwam iets later dan mij binnen; tot nu toe hebben we nog niets tegen elkaar gezegd. De sfeer is hier onprettig: Effie probeert een gesprek te beginnen -Katy en ik willen dat niet, dus we negeren haar. Haymitch zit te drinken, te drinken, te zuipen. Ik negeer hem ook. Alles wat hij tot nu toe gezegd heeft is: 'Jullie gaan dood'. Fijn. Heel aangenaam om ons zo te begroeten. We zitten met z'n vieren aan een tafel, op die tafel ligt eten. Vanaf het begin dat we vertrokken waren, zat ik al te eten. Dat is het enige prettige hier, het vele eten. Straks tijdens de spelen wordt dat waarschijnlijk anders, maar dat maakt niet uit. Ik kan het beste nu van dit eten genieten, dan niets te eten. Dit wordt toch het laatste eten wat ik ooit gegeten heb.
''Ughm,'' zegt Effie, als teken dat ze aandacht wil. ''We zitten nu al drie kwartier in deze trein en het enige wat jij, Samuel, hebt gedaan is eten. En je smakt, je eet met je handen, kan je alsjeblieft netter eten? En minder lang?''
''Laat hem toch,'' Haymitch bemoeit zich er weer eens weer mee. ''Thuis was hij waarschijnlijk al verhongerd, in district 12, en straks in de spelen verhongerd hij ook. Laat hem gewoon eten.'' Ik zei niets; ik at gewoon door. Laat hen maar praten, ik bemoei me er niet mee. Ze mogen het dan wel over mij hebben, maar toch vind ik het mijn zaken niet. Mij maakt het niets uit dat Effie dit niet leuk vind, helemaal niets. Niets maakt me meer uit. Ik ben toch een niemand meer. Over een paar jaar is iedereen me vergeten, afgezien van moeder. Moeder zal me nooit vergeten. Aisha ook niet, maar ik hoop dat als ik weg ben, ze een leuk en aardig nieuw vriendje vindt. Ik mis haar nu al. Mijn hand glijdt even in mijn broekzak waar de broche in zit. Ik raak het zilveren oppervlakte aan en ik voel de vormen van de vogel.
''Ik-houd-van-je,'' mompel ik.
''Sorry, wat zei je?'' Vraagt Effie.
''Ik had het niet tegen JOU, laat me met rust,'' zeg ik als reactie. Ik heb het gevoel dat ik moet huilen, maar ik wil niet zwak overkomen. ''Ik ga naar mijn slaapplaats.'' De trein heeft verschillende coupes en ik heb een ruimte voor mezelf, om te slapen. Ik sta op, negeer Effie, Haymitch en Katy en ik ga naar mijn kamer.
''Doei,'' zeg ik droog als ik de deur open doe en weg loop. Ik voel een bui opborrelen en ik voel een traan over mijn wang rollen. Nee, ik wil niet huilen. Maar ik kan het niet stoppen. De tranen stromen. Aisha, ik mis je. Mama, ik mis je.