Hier komen de laatste 3 forum topics
te staan waarop je hebt gereageerd.
+ Plaats shout
Anoniem
Ik wens jullie allemaal een hele fijne en veilige jaarwisseling toe
0 | 0 | 0 | 0
0%
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? Klik hier om een gratis account aan te maken.

> Sluiten
Helper
16 van de 24 sterren behaald

Forum

ORPG, gedichten en schrijvers < Virtual Popstar
Catasetum and Ninurta ORPG
Ninurta
Straatmuzikant



Here we go!
Anoniem
YouTube-ster



Lillith

Mijn lippen zijn droog en mijn gehoor is gedempt. Ik probeer me het laatste dat ik me nog herinner voor de geest te halen. Maar het een zwart gat vormt zich in mijn geheugen. Rondom mij bevind zich alleen een kleur wit die pijn doet aan mijn ogen. Een stekende pijn achter mijn ogen zorgt ervoor dat ik me meer bewust wordt van mezelf. Wanneer mijn blik op mijn polsen valt zie ik hoe deze zijn toegetakeld. Rood met striemen en hier en daar een vleugje bloed dat naar beneden drupt. Ik weet niet waar ik ben. Ik weet niet hoe ik hier gekomen ben. En ik weet al helemaal niet hoeveel tijd er is verstreken. Wanhoop borrelt op in mijn lichaam. Met al mijn kracht sta ik recht en probeer ik een beter beeld van de ruimte rondom mij te krijgen. Buiten een emmer is er niets aanwezig. In mijn achterhoofd begint er een vaag idee op te komen van waar ik me zou kunnen bevinden, maar dat is zeker niet aanlokkelijk. Nerveus zoek ik naar een deur of op zijn minst een klein raam, beide zijn ze niet aanwezig. Met een extreme hoofdpijn en bloedende polsen van vastgebonden te hebben gezeten begin ik op de muren te kloppen. Wanneer er geen reactie komt besef ik zeer goed wat er aan de gang is. 
Ze hebben me eindelijk te pakken gekregen. 


---------
Ik weet niet hoe ik een foto moet toevoegen haha sorry. 
Het is ook nog wat brak omdat het nog het begin is, maar ik kom over een paar reacties wel in mijn schrijfmode. haha
Ninurta
Straatmuzikant




Naam: Erin
Geslacht: meisje

Achter me hoor ik ze. Hun voetstappen weergalmen door het verder verlaten bos. Ik hijg van vermoeidheid, maar moet doorgaan. Poot voor poot. Ik hoor ze iets onverstaanbaars schreeuwen, maar ik hoor niet wat ze zeggen. Ik spring bovenop een omgevallen boom en zet me behendig af, waardoor ik over een struik heen vlieg en vervolgens weer op mijn poten landt. De adrenaline giert door mijn lijf. Als ze me vangen ben ik nog niet jarig... Ik had het ook kunnen weten, toen ze... Nee, niet nadenken. Doorrennen Erin, ren voor je leven. Door mijn haast struikel ik over een boomwortel. Ik krabbel weer overeind, maar intussen zijn ze dichterbij gekomen. Hun honden zitten me op de hielen en de mensen met hun geweren kunnen me ieder moment neerschieten. Zigzaggend schiet ik tussen de bomen door. Mijn poten beginnen intussen te branden. Ik spring over een beekje en moet mijn best doen om mezelf in bedwang te houden en niet even wat te drinken. Maar ik heb geen tijd om te rusten of te drinken. Mijn tong hangt buiten mijn bek en voelt aan als schuurpapier. Mijn adem veroorzaakt kleine wolkjes in de koude lucht. Ik durf eindelijk eens achterom te kijken en zie tot mijn schrik dat de afstand tussen mij en de honden steeds kleiner wordt, hoe hard ik ook ren. Ineens neem ik een scherpe bocht naar rechts en ren ik verder. Achter me opnieuw geschreeuw van mensen. Ergens hoor ik een schot, maar die een paar tiental meters verder van mij in een boom eindigt. Het einde van het bos komt in zicht en ik zie de zon al duidelijker. Ik gebruik al mijn kracht om de laatste meters in recordtijd af te leggen en hijgend verlaag ik mijn tempo iets. Ik kan niet meer, ik ben kapot. Ik bijt op mijn tong en trippel voort. Maar te laat realiseer ik me dat naast het bos de snelweg lag. Hoe stom kon ik zijn. Ik hoor het geluid van voorbijrazende auto's en zie een rode vlek met een rotvaart op me afkomen.
Anoniem
YouTube-ster



Lillith
http://nl.tinypic.com/view.php?pic=v7b2vp&s=8#.VXXtzKZ796A

Mijn angst is levendig. Ik zit vast en waarschijnlijk voor de rest van mijn leven. Als vampier betekent dit een oneindigheid en ik besef dat de dood zich net op een zilveren plateau aan me is komen aanmelden. Ik zou kunnen huilen, schreeuwen en roepen. Zonder effect weliswaar, dus ik houd mijn mond en probeer de stekende pijn te vergeten. Met een verbitterd gezicht ga ik zitten in de hoek tegenover de emmer. Hoe lang zou ik hier al zijn ? Het is een vraag die herhaaldelijk in mijn hoofd opspeelt. Met mijn hand ga ik door mijn haar dat losjes over mijn schouders valt. Aan de schoonheid als vampier zal ik hier niet veel hebben. Ik zal hier wegrotten in de vergetelheid. Er is geen familie die me zoekt en vrienden al evenmin. Ik ben alleen en dat komt nu harder aan dan ooit. Het leven is niet makkelijk, om anders te zijn dan de mensen. Eerder een vloek. Een verdoemenis. Ik veracht al heel mijn leven de persoon die me heeft gebeten. Een vrouw. Midden in de 20, of zo zag ze er toch uit. Onschuldig en zonder kwaad. Tot ik haar dichter bekeek en ze naar me hapte. 
Een geluid trekt mijn aandacht. Het is vaag en ver weg, maar het is er zeker. Met mijn oor tegen de muur kruip ik op mijn knieën de kamer rond. Zoekend naar waar dat kleine toon vandaan kwam.
Ninurta
Straatmuzikant



Zonder na te denken spring ik weg en al toeterend rijdt de rode Fiat 500 voorbij. Ik lig nu weer in de berm, maar veel tijd om uit te rusten heb ik niet. Misschien dat de geur van afvalstoffen de honden tijdelijk kan misleiden, ik weet het niet. Het gras strijkt langs mijn poten en ik voel de sneeuw aan mijn vacht kleven. Door al die gladheid rijdt het verkeer heel wat minder snel, wat het makkelijker maakt om over te steken. Want misschien zijn mijn achtervolgers vastberaden, maar of ze levensmoe zijn is een tweede. Ik kijk naar links en rechts en zet er de vaart in. Ik vlieg over de weg, dit keer zonder dat ik bijna wordt aangereden. Voordat ik het weer ben ik al aan de overkant en zie ik de mensen aan de overkant wat hulpeloos naar mij kijken. De honden zijn echter wat minder bang aangelegd. Ik zie ze halsoverkop op mij afschieten, op hun prooi. Ik vervolg mijn vluchtweg, op zoek naar het dichtstbijzijnde dorp. De bordjes langs de weg geven bepaalde dorpen en steden aan. Het dorp dat het meest dichtbij ligt is maar 1 kilometer lopen. Dat is niks vergeleken wat ik eerder heb afgelegd. Ik zie de mensen die langs me heen rijden verbaast opkijken. Niet gek ook, de laatste wolf die in Nederland is gesignaleerd en vastgelegd was in Groningen en die zit waarschijnlijk al weer 'veilig' in Duitsland. Een paarse auto schiet voorbij en de bestuurder gooit klakkeloos een flesje weg. Ik weet nog net op tijd mijn kop in te trekken, anders had ik hem tegen mijn kop gekregen. Het dorp nadert. Gelukkig. Ik ren eropaf en hoe dichterbij ik kom, des te rustiger het wordt. Als ik het dorp betreedt valt me de rust en stilte op. Je zou bijna niet denken dat het bij de snelweg ligt. Mijn oog valt op de fontein en ik storm erop af. Water, dat is precies wat mijn lichaam wil. Ik drink met grote slokken en algauw ben ik verzadigd. En dat wordt ik overvallen door vermoeidheid. Ik knipper met mijn ogen, maar mijn lichaam kan niet meer. Ik val weg in een dromen-loze slaap.
Anoniem
YouTube-ster



Lillith

Mijn oor volgt de muren tot het geluid sterker word in de hoek van de emmer. Alsof mijn gehoor wordt uitgeschakeld stopt het geluid. Lichtelijk verbaasd kijk ik naar de plek waar ik net nog heel duidelijk iets hoorde. Is mijn gehoor soms echt afgekapt ? Nerveus knip ik met mijn vingers. Een dof klakkend geluid verlaat mijn handen en ik besef dat het niet aan mij ligt. Voor ik mijn oor terug tegen de muur kan leggen vult een luide schreeuw de kamer. Hij klinkt wanhopig, smekend om hulp. Mijn hart wordt verscheurt en ik weet niet wat te doen. Er zijn dus nog mensen, en te horen aan hun gegil worden ze niet bepaald geweldig behandeld. De schreeuw siddert nog na in mijn lichaam en ik voel hoe kippenvel zich vormt over mijn armen en nek. Ik zou me willen schuldig voelen voor de persoon die deze marteling ondergaat, maar het enige dat in me omgaat is het feit dat dit me straks ook te wachten zal staan. Meedogenloze ogen zullen me waarschijnlijk aankijken en ruwe handen zullen steriele naalden in mijn lijf drukken om meer te begrijpen over mijn "ras". Ze noemen het humaan. Nodig voor de maatschappij. Maar iedereen beseft dat dit een leugen is. 
Ze doen alsof ik een monster ben. Een monster zonder geweten. Maar wetenschappers zijn veel erger dan ik ooit zou kunnen zijn. 
Ninurta
Straatmuzikant



Als ik wakker wordt, durk ik mijn ogen niet te openen. Ik ben bang voor wat ik zal aantreffen, bang voor de waarheid. Ik voel een stekende pijn in mijn zij en mijn hoofd bonkt als een gek. Langzaam open ik roch mijn ogen. Ik wordt verblind door een fel licht en mijn handen schieten voor mijn ogen. De zon. Het is gewoon de zon die naar binnen schijnt. Ik wrijf met mijn handen in mijn ogen en alles wat er was gebeurd werd weer helder. Ze zouden me roch niet...? Nee, of ze waren zo stom dat ze me in een gezellig ingerichte kamer zouden stoppen met nota bene een open raam. Ik kom langzaam overeind en stap uit het bed. Mijn ogen vallen op de doto aan de muur, met drie mensen erop. Een roodharig meisje kijkt glimlachend mijn kant uit en een oudere man heeft zijn arm om haar heen geslagen. Naast het tweetal staat een vrouw, vermoedelijk de oma. Zij lacht niet heel breeduit op de foto, maar toch straalt ze iets vriendelijks uit. Ik bal mijn handemn tot vuisten. Ooit zal ik ze toch onder ogen moeten gaan komen. Ik slik, sluit mijn ogen eventjes, maan mezelf tot rust en strompel richting de trap. Op weg naar de onbekende helden die mijn leven hebben gered.
Anoniem
YouTube-ster



Lillith

Alsof ik mijn kracht hervind in mijn monoloog open ik mijn mond: "Hallo ? Is daar iemand ? Hallo !!"
Er komt geen antwoord, maar ik geef niet op. Met een zucht ga ik met mijn rug tegen de muur zitten en blijf ik roepen. Het begint allemaal mooi en duidelijk, maar na een tijdje verstomd het geluid en klink ik eerder als een klein kind dat het heeft opgegeven. Als het kon zou ik het liefst overkomen als een sterk persoon, maar veel kracht krijg je niet in deze omgeving. De tijd verstrijkt en mijn stem wordt hees. Van vermoeidheid ga ik liggen. Mijn oogleden zijn zwaar en ik voel hoe de uitputting me naar beneden haalt. Ik ga nog even door met zachte kreetjes, maar zak dan weg in een diepe slaap. 

Het is koud en rondom mij reizen de gebouwen hoog. Ze raken de hemel en de wolken. Blauw, zwart, wit, grijs. De meeste mensen dragen geen felle kleuren. Hun jassen zijn donker en zonder emotie. Ik volg de menigte naar een stoplicht en besef dat ik in het centrum van Antwerpen ben. Ik steek over en sta op de keyserlei met mijn gezicht naar het station. Over tien minuten zou ik een trein nemen naar Engeland. Daar zou ik onderduiken en ze zouden me nooit meer vinden. Uit paranoïa kijk ik nog eens rondom mij om te zien of er iemand verdacht me volgt. Ik zie niemand en wandel voort. Voor me doemt de prachtige structuur van het station al duidelijk op. Een ruwe mannenhand neemt mijn schouder vast. Geschrokken kijk ik naar achter, en aan zijn grijns te zien heeft hij net zijn handen gelegd op een dure cheque. Voor ik nog verder kan nadenken duw ik zijn hand van me af en sprint ik naar het station. Verwoed duw ik mensen opzij die me verontwaardigd nakijken. Achter me hoor ik een man vloeken en naar zijn vrienden roepen. Aan de ingang komen er twee mannen op me af, noodgedwongen ga ik naar links. Het astridplein op. Ik adem zwaar door mijn neus en loop naar de chinese straat. Als ik deze kan bereiken kan ik misschien terug opgaan in de menigte. Het kan mijn ontsnapping of mijn ondergang betekenen. 
Ninurta
Straatmuzikant



Eenmaal beneden aangekomen komt de geur van verse tomatensoep me tegemoet. Onwillekeurig begint mijn maag te rammelen. Ik doe voorzichtig een stap naar voren en kijk om het hoekje van de deuropening die toegang geeft tot de keuken. Hrt is een klein, maar knus keukentje die wordt verlicht door het schijnsel van een kaars. Mijn oog valt onmiddelijk op het oude vrouwtje dat ik zojuist op de foto had gezien. Hoewel ze niet extreem is veranderd, zie je dat ze toch niet meer dezelfde persoon is. Het is haar zachte stem die mij uit mijn gedachten trekt. `Ah je bent wakker,` glimlacht ze. `Ga maar zitten, het eten is zo klaar,` zegt ze terwijl ze naar een stoel wijst. Ietwat overdonderd ga ik zitten. Ik kijk toe hoe ze met een trillende hand de soep over twee kommetjes verdeeld en tegenover me aan tafel komt zitten. De vrouw maakt een kruisje voordat ze voorzichtig aan de soep begin te nippen. `Streng gelovig?` vraag ik haar, maar ze wuift mijn vraag weg. `Niet belangrijk, mijn kind. Jij bent op dit moment een atuk interessanter. Wat is je naam?` vraagt ze me.  `Erin,` antwoordt ik verlegen. Opnieuw glimlacht ze naar me. `Mijn naam is Elizabeth, maar de meeste kinderen uit de buurt noemen me Granny.` Onder het praten door neemt ze kleine slokjes van haar soep en kijkt me aan. `Ik denk dat we elkaar een hoop te vertellen hebben.`
Anoniem
YouTube-ster



Lillith

Mensen kijken boos, maar op dit moment kan me dat niets schelen. Nog 20 meter en ik ben er. Nog 15 meter. Nog 10. Een hand grijpt mijn haar vast en sleurt me naar achter. Ik krijs van pijn en woede. De menigte kijkt geschokt, maar doet niets. Ze beseffen dat ik een vampier ben. De hand laat mijn haar los, maar voor ik weer weg kan sprinten ben ik omsingeld. Woest kijk ik rond me heen en mijn ogen vinden die van de man die mijn haar vast had. Een vampier. "Verrader." Spuw ik hem toe. Zijn gezicht straalt geen enkele emotie uit en ik vraag me af wat ze hem hebben aangedaan om zijn eigen soort te verkopen aan laboratoria. Mijn soort wordt schaars en ik besef heel goed dat daarmee de prijs ferm omhoog gaat. In paniek zoek ik naar een uitweg. Een weg naar mijn trein. De mannen komen dichter, en ter verdediging laat ik mijn tanden zien. Ik weet heel goed hoe beestachtig ik er zo uitzie. Maar het is mijn enige hoop op verdediging nu. De mannelijke vampier laat als antwoord zijn tanden zien en sist naar mij. Mijn ogen fixeren zich op hem. Als ik hier wou ontsnappen zou ik hem moeten verslagen, dan zou ik hier wel weg raken. Hij komt gevaarlijk dichtbij en haalt een klauw naar me uit. Adrenaline ruist door mijn lichaam en ik ontwijk. Hij klauwt nog eens en nog eens tot hij me aan mijn schouder raakt. Bloed drupt van mijn arm naar beneden en in een fractie van een seconde spring ik op hem af. Ik vecht met hem en hij vecht terug. Dit gaat voort tot ik een harde klap achter op mijn hoofd voel. De wereld wordt zwart en wazig. Mijn hand schiet naar mijn achterhoofd en een warm plakkerig spul verspreid zich over mijn vingers. Ik bloed. Met een klap zak ik op mijn knieën. Mijn ogen schieten nog een keer omhoog en ik kijk in de ogen van de vampier. Met alle kracht die ik nog heb probeer ik zijn gezicht te onthouden. Er zou een moment komen dat ik hem terug zou pakken voor wat hij me heeft aangedaan. 

Met een schok word ik wakker. In mijn kamer is het nog even licht, en mijn hoofd doet nog evenveel pijn. Al weet ik nu wel waardoor. Mijn droom heeft me verteld hoe ik hier ben gekomen, maar het blijft een raadsel hoe ik hier ooit zal kunnen ontsnappen. 
Ninurta
Straatmuzikant



'En dat is zo'n beetje mijn levensverhaal,' eindigt Granny. Ik staar haar met open mond aan. Ze heeft me zojuist verteld over haar verleden, over de gruwelijke dood van haar man en de verdwijning van haar kind. Ze was ongeveer mijn leeftijd, had ze me verteld en dat vond ik misschien nog het ergste. Waarom zijn ze zo laf om een onschuldig, jong meisje te grazen te nemen? De vrouw legt een hand op mijn arm en ik voel haar lichtjes beven. 'Ze hebben mij kapot gemaakt, mijn kleindochter is me afgepakt. Men zegt dat ik moet doorzetten, maar waarom. Oh gut, die mensen hebben geen idee wat er gaande is.' Haar ogen worden waterig en ik klopt op haar hand. 'Het komt allemaal wel weer goed,' beloof ik haar. Zwijgend veegt ze de tranen van haar gezicht en kijkt me aan. 'Je bent te vertrouwen, al weet ik niet waarom,' fluistert ze zachtjes en vanbinnen schiet ik in de lach. Wolven staan bekend om hun loyaliteit en trouw. Hoewel ik haar niets heb verteld over mijn dubbelleven, weet ik dat ze zeker niet dom is. Haar dochter is immers waarschijnlijk door dezelfde organisatie ontvoerd als die nu achter me aanzit. Bovendien: niet veel onbekende meisjes uit een dorp van ver weg komen hiernaartoe om vervolgens halfdood neer te vallen bij een fontein. 'U weet het, hè?' vraag ik haar voorzichtig. Haar lippen krullen omhoog en ze knikt. 'Ik mag dan misschien wel oud zijn, maar ik ben zeker niet gek. Oh gut, nee, zeker niet!' 

Nadat ik heb geholpen met de afwas loop ik vermoeid de trap weer op. Ik voel me verzadigd, maar op een goede manier. Eenmaal boven aangekomen laat ik me met een plof op het bed vallen. Ik kan er niets aan doen, maar er groeit iets van respect voor haar in mijn binnenste. Om niet op te geven, ondanks het verliezen van de personen die het meest voor je betekenen... Een zucht ontsnapt uit mijn mond en mijn ogen staren naar het plafond. Wat nu? Waar moet ik nu heen? Het liefst zou ik hier blijven, maar ik wil Granny niet in gevaar brengen. Als er één iemand is die dat niet verdiend is zij het. Ze waagt gewoon haar leven voor mij, zonder dat ze me kent. Onvoorstelbaar. Maar wat als de rollen omgedraaid waren geweest? Zou ik dan hetzelfde hebben gedaan als ik Granny had gevonden? De gedachte maalt door mijn hoofd en langzaam val ik in slaap.


Anoniem
YouTube-ster



Lillith
De minuten gaan langzaam maar zeker over in uren. Ik zit en ik kijk. Er is niets in de ruimte meer aanwezig dat om mijn aandacht zou kunnen vragen. Het komt zelfs zo ver dat mijn angst wat wegvaagt en over gaat in verveling. 
Wanneer de enige deur open gaat en er twee mannen mijn kamer binnenkomen borrelt paniek weer omhoog. Het lijkt eeuwen te duren voor ze me bereiken, maar dan trekken ze me ruw omhoog en doen plastic strips rond mijn polsen. Ik word half gesleept door mijn deuropening. De gang waar ik me nu in bevind is even sober aangekleed als mijn kamer. Wit met aan weerszijde deuren. Hier en daar loopt er een verpleegster rond, maar voor zover ik kan zien zijn er geen andere vampiers in de gang. Nerveus kijk ik rondom mij terwijl de mannen me ruw met zich mee trekken. We slagen links, links, rechts, door een deur, links, rechts,... Na een tijdje raak ik de tel kwijt en heb ik geen flauw idee meer waar we zijn. Al mijn moed bijeen schrapend open ik mijn mond: " War brengen jullie me naartoe ?" Ik verbaas me over het geluid dat uit mijn keel komt. Het is schor en lijkt niets op mijn stem. De man aan mijn rechterkant gromt iets en mijn blik gaat naar de man aan mijn linker kant, die me geen blik waardig gunt. Ze vinden me het vuil van de straat besef ik. Iets meer wanhopig dan daarnet kijk ik nog eens naar de man aan mijn rechter kant:" Sorry ik heb je niet verstaan." probeer ik, goed wetend dat ik een klets kan verwachten. Abrupt stoppen we en grijpt hij me vast aan mijn t-shirt. "Ik ga je één ding vertellen dus luister goed juffertje. Het kan me niet schelen wat je wilt weten, hoe bang je ook bent. Jouw soort is ongedierte en je hebt geen enkel recht op kennis. Ik hoop voor jou dat je een goed leven hebt gehad voor je hier kwam. Want hier zal je leven hoogst waarschijnlijk eindigen. Dus hou gewoon je mond en doe wat je gevraagd wordt." Zijn adem ruikt naar koffie en zijn hese stem wijst op een kettingroker. Zijn woorden zijn intimiderend, maar ik weet niet of het me nog angstiger heeft gemaakt dan daarnet. Waarschijnlijk niet. Geirriteerd laat hij me los aan mijn kraag en neemt mijn polsen weer vast. In stilte wandelen we verder tot we voor een deur komen te staan die "Experiment DCXLVIII" spelt. En ik besef zeer goed dat ik vanaf nu waarschijnlijk alleen nog maar bekend zal staan als proefpersoon... van Experiment DCXLVIII.
Ninurta
Straatmuzikant



Ik wordt wakker van een bonkend geluid. Ik draai mezelf op mijn zij en leg mijn kussen over mijn hoofd, maar het bonkende geluid gaat door. Ik vloek binnensmonds en kom kreunend overeind. Buiten is het nog pikkedonker, dus het is niet echt tijd voor bezoek, maar toch is het bonkende geluid niet opgehouden. Wat is het toch? Ik duw mijn deur open en loop zachtjes naar beneden. Het gebonk wordt luider en gaat nu gepaard met geschreeuw van buiten. Wat is er toch aan de hand?! Granny staat bij de deur en spiekt door het kijkgaatje naar buiten. Als ze mij ziet staan gebaart ze heftig dat ik stil moet zijn. Geluidloos haal ik vragend mijn schouders op en Granny wijst naar het kijkgaatje. 'Je moet hier weg,' fluistert ze dringend. Ik kijk haar verbaasd aan, niet in staat om te bewegen. Ik kom op haar aflopen en kijk wie er zich aan de andere kant bevinden. Mijn hart slaat een slag over. Mijn hele lichaam begint te beven en ik deins achteruit. 'Je moet hier weg,' herhaalt Granny nogmaals, maar koppig schudt ik mijn hoofd. 'Ik laat u hier niet zomaar achter,' antwoordt ik terug, maar ze wuift mijn antwoord weg. 'Ga,' is het enige wat ze nog zegt, voordat we allebei schrikken als er nog harder gebonk klinkt. Al mijn spieren trillen, klaar om in actie te komen. Ze zijn bezig met de deur open te breken. Vluchtig pak ik Granny's hand vast en kijk haar aan. 'U bent geweldig,' fluister ik en ze kijkt me ontroerd aan. Daarna laat ik haar hand los en loop naar de achterdeur. Tranen biggelen over mijn wangen. Ik doe net de achterdeur open, als ik een ijselijke gil hoor die van Granny afkomstig lijkt te zijn. Even verstijf ik, wil ik haar te hulp schieten. Maar het beste voor mij is om te vluchten. Razendsnel verander ik van gedaante en spring de schutting over, terwijl ik mezelf beloof om wraak te gaan nemen.
Plaats een reactie
Reageer
Om nieuwe berichten te laden: ingeschakeld