First schreef:
Dawson:
*Piep piep piep.* Ik ontwaakte in het ziekenhuis. Gek genoeg had ik amper pijn. 'Je hebt geluk gehad meneer.' Ik zag een dokter mijn kant op komen. 'Als alles zo doorgaat, kun je vanavond al naar huis.' Ik dacht aan mijn huis. Het was zo gezegd meer een hutje. Mijn huis had een kamer of drie, waarvan er één het toilet was. Ik had genoeg om te overleven, maar daar was ook gelijk alles mee gezegd.
'Voor zo'n vier uur heb je in het water gelegen, maar je hebt niet eens onderkoelingsverschijnselen. Het is ongelooflijk. De klap alleen had je al kunnen doodden.' Ik glimlachte zwakjes.
'Is er iemand die we kunnen bellen om u op te halen?' De dokter keek me kort aan. 'Ik red me wel,' antwoorde ik. Even keek ik naar beneden. Er was niemand die me op zou kunnen halen.
Toen ik jong was, probeerde ik alles te duiden. Een reden voor het bestaan. Veel gebeurtenissen leken me willekeurig. Vandaar dat ik mijn geloof verloor. Toen ik dit ongeluk overleefde, vroeg ik me toch af of mijn leven een doel had. Wellicht liep ik op een voorbestemd pad, wat ik echter nog niet zien kon.