AmeliaDumond schreef:
Rick:
Mijn gigantische gitzwarte vleugels trok ik terug in toen ik met mijn voeten op de aarde was geland. Ik had een taak, dat was haar vinden en haar een van ons maken voor ze naar 'het licht' ging. Of haar doden, dan werd ze sowieso 1 van ons als ik haar doodde. Ik zou wel zien wat me beter leek. Híj had alles al geregeld. Mijn plek om te overnachten, een busabonnement , mijn inschrijving op de school waar zij naartoe zou gaan. Het had wel even geduurd voor ik de stad had gevonden waar alles om te doen was, ik had het vanuit de lucht moeten zoeken. Zolang mensen me niet met mijn zwarte vleugels zouden zien wisten ze nog niet eens dat ik onsterfelijk was. Zelfs uit mijn charme zouden ze niet vermoeden dat ik een demon was. Maar ja, dat hielp me alleen maar. Ik keek even op de chique horloge die ik gekregen had om er 'bij te horen' als 'mens' en zag dat het bijna tijd was om naar de dichtstbijzijnde bus te vertrekken. Ze zou daar nog niet opstappen, maar iets verderop wel.
Ik rende met een onnozele schooltas door het stukje bos voor de bushalte door en was nog net op tijd en ging bij de rest van de busreizigers staan. Tuurlijk was ik overal sneller als ik mijn vleugels zou gebruiken maar dat zou te fel opvallen. Dat kon dus niet. Ik stapte de bus op als die voor ons stopte , liet mijn abonnement zien en nam plaats waar twee plaatsen langs elkaar open waren. Na een tijdje begon de bus te rijden en ik zuchtte even door de traagheid waarmee dit ding vervuld was. Mijn vleugels zouden me veel sneller bij de school brengen. Maar ja, het mocht en het kon niet. Na een langere tijd stopte de bus voor een andere bushalte en gingen de deuren weer open en een meisje kwam naast me zitten. Ik voelde vanuit mijn rug dat zíj het was. Zij was het. Hij keek even om en glimlachte zijn bekende glimlach naar haar. Ze was best een knap ding voor een mens. De bus begon weer te rijden en in nog een langere tijd waren ze bij de school.
David:
Na wat een eeuwigheid leek landde ik in een bos. Het bos dat het dichtste bij haar school zou zijn. Met een zachte kreun ging ik recht staan. Mijn vleugels waren een beetje geschaafd door de val, maar voor de rest was er niets. Ik strekte mijn vleugels even uit en de pijn verdween en ze werden weer hun gezonde zelve. Ik klopte een beetje stof van me af en begon met mijn vleugels te wieken want de beste manier om snel tot bij de school terecht de komen ging via de lucht. Mijn vleugels tilden me van de grond op en in no-time kwam ik hoog boven de bomen uit. Daar in de verte zag ik al snel de school. Ik begon in de richting van de school te vliegen. Zo snel als dat mijn vleugels het me toe lieten, en hoog genoeg zodat geen mens me zou zien.
Ik keek even onder me om te zien waar ik kon landen zonder gezien te worden en vond snel een plek achter het schoolgebouw. Ik zette de daling in en van zodra ik met mijn voeten op de grond landde trok ik mijn vleugels weer in en een kleine zucht verliet mijn lippen aangezien ik liever had dat ik gewoon kon blijven vliegen, alleen ging dat jammer genoeg niet. Ik keek om me heen om te zien of iemand me gezien had maar zag tot mijn opluchting dat dat niet zo was. Snel staote ik richting de juiste ingang van het schoolplein waar ik al heel veel leerlingen zag. Ik wachtte dus maar even hier en keek naar het lessenrooster dat ik meegekregen had.
Ik zou , net zoals haar, chemie krijgen als eerste lesuur, en dat was in lokaal 5. Chemie, een klein glimlachje vormde zich om mijn lippen. Daarin vonden mensen zogezegd 'nieuwe' dingen uit die we in de hemel al lang kenden . Maar ja, het waren dan ook maar mensen. Ik vertrouwde niet echt iedereen. Mensen hadden de reputatie gewelddadig te zijn. Er waren al vele oorlogen geweest en dit maakte het me niet gemakkelijker om ook maar iemand te vertrouwen. Maar háár moest ik wel vertrouwen, alleen háár.