schreef:
"Ciara, verdomme, waar verstop je je? Als ik je zal vinden zal ik je vermoorden, jij misbaksel. Jij bent degene die mijn geweldige leven tot een hel heeft veranderd!" schreeuwde hij. Ciara verstopte zich in het kamertje waar haar vader niks van wist. De tranen stroomden ondertussen ook over haar wangen, maar ze wist dat haar vader dit niet meende. Dat verdomde virus had ervoor gezorgd dat hij er alles aan wou doen om Ciara te vermoorden aangezien zij zogenaamd zijn 'leven had verpest'. Maar zij wist ondertussen beter, hij meende het niet, dat wist ze natuurlijk wel. Maar het raakte haar nog steeds. Hoe kon een virus zo veel effect hebben op een persoon? Haar moeder was er zelfs aan overleden, maar ergens vond Ciara het niet eens zo erg dat zij er niet meer was. Ze was vreemdgegaan met een of andere man die aan het zelfde virus leed. Het was dus honderd procent haar eigen schuld, had ze haar man maar niet moeten laten zitten. Na haar ouders na was haar oom haar enige familielid, haar ouders hadden blijkbaar al genoeg aan het hebben van één kind waardoor Ciara het enige kind thuis was. Haar oom was ook de gene die ervoor gezorgd had dat ze momenteel in een trein zat, onderweg naar een of andere stad waar ze niks vanaf wist. Haar oom wou voorkomen dat zij ook besmet zou raken met het virus. "Ik zal het mezelf anders nooit vergeven, ga Ciara, hier is wat geld en pas goed op jezelf. Ik weet dat je het zal overleven in je eentje, je bent een sterke vrouw." de woorden van haar oom dwaalden nog rond in haar gedachten. Hij zelf kon niet vertrekken aangezien hij een vrouw had die er ook mee besmet was. En hij wou ervoor zorgen dat zijn broer en vrouw het zouden gaan overleven zonder dat ze iemand zouden vermoorden. Maar Ciara had de hoop al verloren, er was geen tegen gif. Als je er eenmaal mee besmet raakte zou je overlijden en ervoor zorgen dat iemand anders ook overleed. De speakers die het standaard zinnetje herhaalden waarin werd gezegd dat ze aangekomen waren op hun bestemming, zorgde ervoor dat Ciara uit haar gedachten werd getrokken. Ze raapte haar versleten tas op en liep langzaam de trein uit. Ze had er totaal geen vertrouwen in. Ze was niet bekend met grote steden, ze hield meer van dorpjes waarin de mensen elkaar goed kenden. Ook merkte ze op dat mensen haar met misprijzende blikken aankeken aangezien ze rond liep met een versleten broek, maar aangezien dat de nieuwe trend was was dat nog niet het erge. Maar haar shirt bestond uit honderden kreukels en scheuren, ze was arm, dat was te merken. En ergens schaamde ze zich voor haar zelf, in haar dorp was dat nooit een probleem geweest aangezien iedereen ongeveer het zelfde bedrag geld bezat. Maar er was in de grote steden blijkbaar een groot verschil tussen arm en rijk. En dat Ciara nu bij het arme gedeelte behoorde zorgde voor een brok in haar keel. Ze had geld, maar dat was misschien wel genoeg om één nacht te overleven in een hotel, maar ze had ook zeker nieuwe kleding nodig. Hoe was ze van plan dat allemaal te betalen zonder een baan? Een baan zou ze moeilijk vinden omdat ze geen diploma bezat. "Hallo, kan je aan de kant? Ik moet deze trein nemen." snauwde iemand naar Ciara waardoor ze diegene met grote ogen aankeek en verlegen zich verplaatste. Ze was normaal nooit verlegen, maar deze stad, deze nieuwe mensen, dit was haar huis niet. Dit was niet haar vertrouwde plek waar ze zichzelf kon zijn.