schreef:
Daar zit ik dan, in een van de rijkelijke koetsen van de koning met twee van zijn bewakers voor mij. Ik bekijk de stoffen bankjes en de gouden gordijnen, waar gouden frutsels aan hangen. Ik laat mijn handen er doorheen glijden terwijl ik de waarde ervan probeer te schatten. Het zou mij veel geld op kunnen leveren, misschien zou ik dan een lange reis kunnen maken. Ver weg van hier een nieuw bestaan opbouwen. Ik kijk voorzichtig omhoog, maar de twee bewakers kijken mij indringend aan. Geen lange reis voor mij. Gauw trek ik mijn hand terug en staar uit het raam naar buiten. We rijden door een groot stuk natuurgebied, het is hier prachtig. Dat is ook de reden dat ik besloot zo dicht bij de grenzen te wonen, niet om dichtbij de koning te kunnen zijn, maar om dichtbij de natuur te kunnen zijn. Het is enorm mooi en straalt veel rust uit, iets wat ik wel nodig heb. De koning zijn paleis staat niet al te ver bij de grenzen vandaan, maar het is voor alsnog een lange rit.
Na ongeveer een uur hoor ik van voren:"We zijn er over enkele minuten!"
Zodra ik naar buiten kijk zie ik het overweldigende paleis, het is prachtig. Een fijn gevoel verwarmd mij van binnen en een schuine glimlach komt op mijn gezicht. Is het niet prachtig? Al gauw moet ik uitstappen en wordt ik door het paleis heen begeleid. Uiteindelijk kom ik voor een grote deur te staan met gouden deurknoppen en prachtige versieringen. "De koning verwacht u hier." Zegt de bewaker, hij maakt een buiging en vertrekt. Voorzichtig laat ik mijn hand over de gouden knop glijden en staar naar het prachtig houtwerk voor mij. Mijn ogen schieten alle kanten op, er is zoveel te zien in slechts een hal, laat staan wat er in de ruimtes achter al deze mooie deuren te vinden is. Het pracht en praal zal van top tot teen uitstralen.
Ik klop hard op de deur en er wordt direct geantwoord door de koning hemzelf. Hij is degene die de deur opent en mij verwelkomd in zijn paleis. Hij is degene die mij naar binnen leidt en een kop thee voor mij inschenkt. Ik bedank hem vriendelijk, maar ik heb nu al door dat dat nette gedoe niets voor mij is. "Dus u wilde mij spreken, of wat?" Zeg ik uiteindelijk terwijl ik op de stoel wiebel.
"Ja meneer Broock, u bent hier gebracht voor een speciale opdracht. Mijn mannen hebben u voor een lange periode van vijf jaar in de gaten gehouden." Er valt een korte stilte.
"Hierdoor hebben wij vele geheimen ontdekt, waar ik zelf niet altijd even blij mee ben. Zoals het feit dat jij vele bezittingen van een ander afgenomen hebt." Ik slik moeizaam, ben ik hier om terecht gesteld te worden? Waarom liet hij mij dan niet gelijk de eerste keer dat ze de harde feiten met eigen ogen hebben gezien opgepakt?
"Maar dat was precies waarom wij jou in de gaten hebben gehouden." De koning loopt met langzame en geduldige stappen naar een bureau aan de wand. Hij opent een la en haalt hier een envelop uit. De envelop wordt geopend en de inhoud wordt er uitgehaald. Mijn ogen worden groot, dat is het mooiste wat ik ooit gezien heb. Twee bijna identieke kettingen bungelen voor mijn ogen, de ene van water, de ander van lucht. Ze glinsteren in het zonlicht dat door de grote ramen naar binnen valt. Het goud straalt, de diamanten en parels weerspiegelen mijn eigen gezicht. Ik hef mijn hand om ze aan te raken, maar de koning trekt zijn arm terug.
"Deze kettingen zijn van water en lucht, wij hebben een bondgenootschap en deze ketting was ter ere van het vertrouwen. Maar deze kettingen zijn gevaarlijk en koningen streven altijd naar absolute macht. Door een oorlog, lang geleden, zijn de verschillende elementen uit elkaar gegaan en hebben een eigen wereld opgebouwd. Om ieder toch dezelfde hoeveelheid macht te geven, zijn deze bedrieglijke dingen gemaakt. Ze zijn zo mooi, ze zijn zo prachtig, maar ook oh zo machtig. Wij, water en lucht, hebben besloten deze allen te willen vernietigen." Zomaar. Zomaar word ik van mijn roze wolk getrapt en wordt mij verteld dat deze schoonheden vernietigd moete worden. "Maar..." Begin ik, maar de koning heft zijn hand.
"En jij moet de andere twee voor mij stelen. Je tocht zal vandaag nog beginnen, vuur zal jouw eerste doelwit worden. Wanneer jij, meneer Broock, deze opdracht zal weigeren zal gij terechtgesteld worden voor alle daden in het verleden. Maar wanneer jij er in slaagt deze opdracht te voltooien en de kettingen te vernietigen, zal gij beloont worden met al het rijkdom wat u maar kan wensen. De wereld moet verenigd worden, voordat wij de grond in worden geboord."