Hier komen de laatste 3 forum topics
te staan waarop je hebt gereageerd.
+ Plaats shout
Anoniem
Ik wens jullie allemaal een hele fijne en veilige jaarwisseling toe
0 | 0 | 0 | 0
0%
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? Klik hier om een gratis account aan te maken.

> Sluiten
Helper
15 van de 24 sterren behaald

Forum

ORPG, gedichten en schrijvers < Virtual Popstar
RPG) ITHOTK Schrijftopic
Anoniem
YouTube-ster



Schrijftopic: Ik wil graag dat iedereen één keer zijn/haar personage nog even post hier. Daarna beginnen we met schrijven. 



Na jaren gevochten te hebben tegen het grote kwaad, de Schaduwheer Zylion en zijn leger, heeft het goede eindelijk overwonnen. De Elfen, Mensen en geheimzinnige Skylon's, draakmensen, vieren hun overwinning in de grote feesthal van de koning. Er is drank en eten in overvloed, en voor heel eventjes zijn alle verschillen tussen de volkeren vergeten. Iedereen weet dat ze hierna weer hun eigen weg zullen gaan, de oorlog is voorbij en de volken kunnen terug naar hun eigen landen. Elfen, die normaal met niemand overweg kunnen wegens hun koppigheid en ijdelheid, vertellen de mooiste verhalen en zingen liederen uit de eeuwenoude tijd. De Skylon's lachen luid, spuwen vuur voor de show en laten nieuwsgierige kinderen hun magische kunsten zien. De Mensen genieten van het moment van rust en vredigheid. 
Toch zit er ook verdriet in de harten van deze volkeren gekerfd, want ze zijn vele vrienden en bondgenoten verloren. Als de lucht donkerder word, en de kinderen zijn gaan slapen, vullen de klaagliederen van de Elven de hallen. Ze zingen over hun verdriet in de eeuwenoude Elfen taal. Ondanks dat Skylon's en Mens het niet kan verstaan, is het verdriet te voelen. 
Skylon's verwerken hun verdriet op een andere manier: ze vliegen buiten rond, hun krachtige vleugels doen de lucht dreunen, en spuwen blauw vuur. De hemel is verlicht door deze vuurwerkshow, en zo geloven de Skylon's dat de zielen van hun overleden vrienden de weg naar het hiernamaals makkelijker zullen vinden. 
De Mensen maken begraafplaatsen klaar voor hun dierbaren. Tranen lopen over hun wangen, niet bang om hun verdriet te tonen. 
Na het feest en het moment van rouw breekt de ochtend aan. Als elk volk zich gereed maakt om te vertrekken, vult een ijzige gil de hallen. 
De Elfenkoning is vermoord.
De Elfenprins schreeuwt het uit van woede en zweert om degene verantwoordelijk voor deze daad te vinden en straffen. Hij verdenkt een samenwerking tussen Skylon en Mens, en zijn woede maakt hem blind voor redelijkheid. De Elfen vertrekken naar hun eigen landen, hun overleden koning met zich meenemend, en zo is de net opgebouwde vertrouwensband tussen Elf en andere volkeren weer verbroken. 
Jarenlang laten de Elfen niets van zich zien. Hun prins, die nu de nieuwe koning is, kwijnt weg in het paleis door verdriet en woede, nog steeds wraak plannend tegen zij die zijn vader hebben vermoord. 
De Mensen herbouwen hun land, die hevig was aangetast door de toenmalige schaduwheer, en leven rustig verder. De Skylon's verdwenen in de nacht, en werden sindsdien niet meer gezien. Ze zijn teruggetrokken naar hun steden die diep in de bergen verstopt zijn. 
Na honderd jaar is de oorlog geschiedenis, en leeft er geen mens meer die er toen bij was. Alleen de nieuwe generatie mensen is er nog. De Elfen, die gemiddeld duizenden jaren oud worden, weten het echter nog al te goed. 
 
Dan word er opeens een gerucht verspreid, zacht gefluister dat door de landen heen trekt en ieder angst aan jaagt. 
Achter de bergen, over de zee, zou een nieuwe schaduwheer zijn verschenen. Een jong maar meedogenloos kwaad dat zich sneller verspreid dan een bosbrand. 
De eerste dorpen vallen, moord en vuur verspreid zich over de vlaktes. Kleine landen vallen en vele mensen overlijden. Het vuur van pijn en dood dreigt zich ook richting de Elfen en Skylon's te verspreiden, en dus word er een nieuw bondgenootschap gemaakt. 
 
Drie Elfen die hun wegkwijnende koning zat zijn. Drie Skylon's die naar avontuur smachten. Drie mensen die hun familie willen redden. Deze zes, die elkaar toevallig zijn tegengekomen tijdens hun eigen reizen, besluiten samen tegen het grote kwaad te vechten... of hebben ze andere motieven en redens die ze verborgen houden?
 
Elfen: Elfen zijn ijdele, koppige wezens. Ze zijn lang, beeldschoon en vooral erg gevaarlijk. Ze zijn ontzettend behendig en snel, ook zijn ze goed met magie. Hun zwakte is meestal hun koppigheid en zwarte magie. Hun eigen magie is puur en wit als de sterren, ze worden dus snel aangetast door zwarte magie. Elfen genezen snel en zijn ook goed in genezende magie. Het is voor hun gevaarlijker om mentaal geraakt te worden dan lichamelijk.
 
Skylon's: De draakmensen. Ze hebben vleugels die ze kunnen laten verdwijnen als ze willen, ademen vuur en zijn de beste magie gebruikers. Hun zintuigen zijn beter dan die van mensen en Elfen. Ze kunnen van nature goed overweg met draken en vechten vaak aan hun zijde. Ze kunnen zelf ook gedeeltelijk in een draak veranderden. Ze houden hun eigen grootte, maar krijgen een meer draakachtig uiterlijk. Hun grote zwaktes zijn water en lichte magie, aangezien ze zelf een donkerder soort magie gebruiken. Hun huid kan hard als schubben worden, maar als ze in hun hart worden geraakt is het voorbij. Ze hebben vaak moeite met emoties. Verder is er weinig over hun bekend. 
 
Mensen: Sommige mensen hebben talent voor magie, maar de meesten niet. Toch zijn mensen ontzettend handig en noodzakelijk. Ze zijn goed met wapens, jagen en helder nadenken. Ze volgen hun gevoel en zijn open en eerlijk. Ze worden vaak onderschat, wat hun gevaarlijke tegenstanders maken. Ze zijn ook goede koks! Ze zijn goed in het winnen van vertrouwen en hebben het snel door als mensen tegen hun liegen. Ze worden snel vertrouwd door andere volken. 
 
Elfen: 3/3 VOL
- Hoothoot - Vrouwelijk - Rélise Logue Raelyn 
- Felicia - Vrouwelijk - 
- Veela - Mannelijk - Lithos Ekar
 
Skylon: 3/3 VOL 
- Envy - Mannelijk - Aerthil Zyrac M'rthildas
- Savagery - Vrouwelijk - Aristae Repthaliae
- Xample - 
 
Mensen: 3/3 VOL 
- Seaweedbrain - Mannelijk - Brandon Pakars 
- Dauntless - Vrouwelijk - Johanna Valentine Strike
- Laryanue - Mannelijk - Delvin 
 
 
 
 
Samenvatting:
 
Deze RPG word een queeste waarin 6 wezen samen gaan reizen, trainen en vechten om uiteindelijk de nieuwe schaduwheer te verslaan. Keuzes moeten onderweg gemaakt worden, er kunnen vriendschappen of vijanden gemaakt worden, ook onderling.


Naam: Aerthil Zyrac M'rthildas
Bijnaam: Aerthil word ook wel Air of Ary genoemd.
Geslacht: Mannelijk 
Leeftijd: Ondanks zijn nogal jeugdige uiterlijk is Aerthil ontzettend oud. Zover hij zich kan herinneren is hij meer dan tweeduizend jaar oud, het precieze aantal jaren weet hij niet meer. 
Innerlijk: Aerthil is een mysterie, zelfs voor de Skylon's. Het ene moment kan hij de onschuld zelve zijn, het andere moment is hij dodelijk kil. Hij kent geen medelijden, is goed in manipuleren en er brand een haat in hem die hij goed verborgen heeft. Hij heeft verborgen motieven voor zijn acties en daden, motieven die hij niet zomaar met anderen deelt. Zijn hele leven in een toneelstukje, een act. Laat zijn schattige uiterlijk en honingzoete stem je niet betoveren, van binnen is hij een opkomend kwaad. 
Talent: Manipuleren, illusie-magie, morphen, snelheid (vliegen) en geheimen houden. 
Wapens naar keuze: Zijn magie, vuur en klauwen. 
img02.deviantart.net/a86c/i/2015/077/1/9/dragon_boy_by_sa_dui-d8m1il9.jpg
Extra: Is de bastaard zoon tussen de Skylon koningin en een onbekende Elfenman, iets wat hij geheim houd aangezien alle Skylon's denken dat hij het wettige kind is van de koningin en koning. Alleen zijn moeder, de onbekende Elfenman en hij weten de waarheid. Also: He's gay, yay! Ondanks dat hij het nogal leuk vind om spelletjes te spelen met anderen, ondanks hun geslacht c: 
Uiterlijk
Laryanue
Karaoke-ster



Naam: Delvin Mallory
Bijnaam: -
Geslacht: Mannelijk
Leeftijd: 24
Innerlijk: Net zoals alle andere wezens die onder zijn ras vallen, beschikt ook hij van nature niet over magische krachten. Hij is ook nooit in de leer geweest bij iemand die wel over deze krachten beschikte, hij had hier nooit het geld of de connecties voor, laat staan de vrijheid. Hij groeide op als wees in een van de weeshuizen die geleid werden door geestelijken, maar veel educatie buiten godsdienst boden ze niet aan. Van buiten leken de geestelijken misschien wel heiligen, maar de weeshuizen waren niet veel beter dan de straten zelf. Je moest goed op je weinige bezittingen passen, voor je het wist had een andere wees het al van je gestolen. Met beide handen moest je je aan je eten vastklampen om te voorkomen dat iemand het onder je neus weggriste. Tussen die geestelijke propaganda en de slechte manier waarop ze de wezen behandelden zag Delvin geen andere uitweg dan het weeshuis te ontvluchten. De buitenwereld kon niet slechter zijn en zou hem misschien nog een kans geven om een roeping of iets dergelijks te vinden. Hij wilde op zoek naar familie, antwoorden, maar met de vage hints die hij over zijn ouders had gekregen, kon hij niet veel vinden. Hij kende geen familie, had geen vrienden of oude buren waar hij van wist. Op straat was hij net zo verloren als in het weeshuis. Uiteindelijk kwam hij zelfs tot de conclusie dat het een domme keuze was geweest, het was echter een keuze die al gemaakt was en niet meer teruggedraaid kon worden. Sindsdien denkt hij wel beter na over de keuzes die hij maakt. Als hij niet zo'n geluk had gehad, dan was hij misschien beter af geweest in het weeshuis, maar toch kwam hij uit op een leven waar hij uiteindelijk redelijk tevreden mee kon zijn, ondanks de minder goede gebeurtenissen die hem zijn overkomen. Hij is uiteindelijk op een goede plek beland.
Op straat leerde hij te stelen van nietsvermoedende marktkoopmannen, kon hij zo een appel uit de mand van een voorbijlopende vrouw halen zonder dat iemand het zou merken. Hij leerde de wegen en regels van de straat, sloot bondgenootschappen en maakte ook enkele vijanden. 
Tijdens een vrij koude winter had hij geen andere keus dan om te overnachten in een verlaten gebouw. Omdat het huis erom bekend stond dat er eigenlijk niemand woonde, kwam er behalve de enkele dief of zwerver niemand. Voor een aantal weken ging het goed, zijn weinige bezittingen lagen goed opgeborgen, hij had een haard en was beschut voor weer en wind. Op een ochtend werd hij echter niet wakker in dit verlaten huis, maar op een veiling. Mensenhandel was in vele gebieden verboden, of werd niet getolereerd, maar toch werd het gedaan. Hij werd gekocht door iemand die vechters zocht voor arenagevechten, hij had geen andere keuze dan te doen wat deze man zei. Hij was een van de snelste vechters, heeft alle gevechten gewonnen, anders had hij nu niet meer geleefd. Met de tijd leerde hij zwakheden van anderen in te schatten en dezen te gebruiken. Hij viel onder de krijgers, maar toch bleef hij vast hangen aan zijn verleden op straat. Daar had hij namelijk dingen geleerd die zijn leven meerdere malen hadden gered. Daarbij was een gevecht nooit eerlijk, in een gevecht om leven en dood kon je niet over eerlijkheid nadenken, je moest doen wat je moest doen om te overleven. Zand strooien in de ogen van je tegenstander, deze onderuit halen, hem in de rug aanvallen als hij niet keek. Hij vond oplettendheid een verantwoordelijkheid, als je iets niet overleefde omdat je niet goed op je omgeving lette, dan was dat je eigen schuld, een domme fout. Eerlijkheid redt je leven niet, slim zijn en zwakheden gebruiken kan dit echter wel.
De man die hem had gekocht op de veiling was een goed man, Delvin kreeg te eten, training, zijn wonden werden verzorgd, hij kreeg zelfs een klein beetje geld met elk gevecht dat hij won. Tegen de verwachtingen in gebruikte hij dit echter niet om dingen voor zichzelf te kopen, hij spaarde het op om zijn vrijheid terug te kopen, want hoewel hij nog geen gevecht verloren had, hij was altijd bang dat de volgende zijn eind zou kunnen zijn. Hij liet zich niet verblinden door trots, veiligheid leek hem de beste keus. Met zijn nieuw gevonden talent voor vechten zou hij zich misschien ergens bij kunnen aansluiten, misschien bij de bewaking van de stad of als een schildknaap voor een edelman of misschien kon hij toch overleven als een zelfstandige huurling. 
Het duurde echter niet lang voor hij werd uitgekozen voor het toernooi. Net toen hij zijn vrijheid had teruggekocht, werd hij weer gedwongen om iets te doen. Deze keer deed hij het echter met minder weerzin, deze keer deed hij het voor de eer, zowel zijn eigen als die van de mens als ras. 
Van zijn verleden bestaande uit het leven op straat en zijn arenagevechten is niet veel te merken. Behalve enkele littekens van gevechten ziet hij er niet echt uit als iemand die zo veel mensen aan het einde van zijn zwaard heeft gehad, laat staan dat hij zich ernaar gedraagt. Hoewel hij het nooit vergeet en zelfs alle namen uit zijn hoofd weet, laat hij dit zelden doorschemeren. Want net zoals zij, was ook hij gedwongen om dat te doen. Het was zijn leven of dat van hun, vroeg of laat was er iemand aan hun hand gestorven, of zouden zij aan de hand van een ander sterven. Geen van beide had iets te verliezen, Delvin had misschien nog het geluk om nog iets te kunnen winnen aan die gevechten.
Talent: Vechten, gokken en drinken. Hij wint buiten klussen om een aardig zakcentje wanneer hij wedstrijdjes tegen anderen wint in herbergen en kroegen. Hij heeft over de jaren een vrij hoge alcoholtolerantie opgebouwd.
Wapens naar keuze: Het maakt niet uit wat voor wapen hij kan krijgen, hij kan alles waar hij zijn handen op kan krijgen gebruiken. Speren, zwaarden, messen, bijlen, knotsen of bogen. Van jongs af aan leerde hij al met deze wapens om te gaan. Desnoods vecht hij zelfs met zijn blote handen. Hij zelf draagt een bijl en dolk aan zijn riem en een zwaard op zijn rug. Het liefst zou hij ook nog een boog over zijn schouder dragen, maar erg praktisch is dat niet. Hij vindt zelf dan ook dat hij nog net niet te veel wapens draagt.
Uiterlijk: Hoewel hij een uitstekend vechter is, raakt ook hij wel eens gewond. Hij kan niet zeggen dat hij in oorlogen gevochten heeft, maar in de arena heeft mening tegenstander een poging op zijn leven gemaakt. Tot nu toe heeft geen van deze personen het overleefd en is Delvin er van af gekomen met luttele snij- en steekwonden. Deze wonden hebben hun littekens achtergelaten, velen op zijn armen en bovenlichaam en sommige littekens zijn op zijn benen te vinden. Enkele littekens vallen echter meer op dan de anderen, kleding kan deze oude wonden namelijk niet verhullen. Twee littekens ontsieren de rechterzijde van zijn gezicht. Eén naast en een schuin boven zijn donkerbruine ogen. De klappen die deze littekens hebben veroorzaakt, kan hij zich echter niet goed meer herinneren. 
Als ex-arenavechter is hij een uitstekend vechter en kan hij goed omgaan met wapens. Of deze wapens nu zwaarden of bogen zijn. Doordat hij op jonge leeftijd in het circuit is gekomen, heeft hij veel training gehad voor hij eindelijk kon vechten. Door deze training is hij echter sterker dan de meeste anderen en dit is dan ook duidelijk te zien als je naar zijn lichaam kijkt. Hij is dan ook vrij lang; 1.90, wat hem des te intimiderend maakt. Op zoek naar intimidatie is hij echter niet. Hij wordt liever onderschat aangezien dat leidt tot overmoedigheid bij zijn tegenstanders.
Delvin draagt eigenlijk altijd wapens met zich mee. Zijn arsenaal wisselt echter wel, regelmatig komt het voor dat bijvoorbeeld iets breekt of dat iets achtergelaten wordt. Hij heeft geen vast huis en heeft dus geen plaats om wapens op te bergen. Soms zal je hem dus met twee zwaarden zien, soms met één groot zwaard.
Extra: Delvin is een huurling, hij doet bepaalde klussen tegen een geldbedrag. Of dit nu inhoudt of hij iemand moet beschermen of een bepaald object moet vervoeren.

Dauntless
Wereldberoemd



Naam: Johanna Valentine Strike
Bijnaam: Joe
Geslacht: Vrouwelijk
Leeftijd: 21
Innerlijk: Johanna's vader is een bekende slager. Mensen komen van heinde en verre om bij hen vlees te kopen. Haar moeder was een generaal in het leger, maar is vroegtijdig op pension gegaan toen ze haar onderbeen verloor tijdens een interventie. Nu heeft ze een houten exemplaar in de plaats en helpt ze waar ze kan in de slagerij. Ze heeft haar kinderen met ijzeren hand opgevoed, maar was wel redelijk. 
Afgezien van haar moeder was Johanna het enige meisje thuis. Ze kwam goed overweg met haar broers en koos ervoor met hen te gaan ravotten in plaats van met poppen te spelen. Vandaar dat ze al snel de bijnaam Joe kreeg, een eerder mannelijke variant van haar eigen naam. Haar moeder leerde hen omgaan met wapens. Ze wou absoluut dat haar kinderen perfect in staat waren zichzelf te verdedigen indien nodig. Zeker met de elfen die vermoeden dat zij achter de dood van hun koning zitten en de Skylons die sowieso al voor geen haar te vertrouwen zijn. Voor het slapengaan vertelde ze ook vaak verhalen over de grote oorlog, die generatie op generatie waren doorgegeven. Johanna was enorm geïnteresseerd in deze andere soorten wezens, maar haar ouders verboden haar ten strengste naar hen op zoek te gaan. Al snel moest ook Johanna meewerken in de slagerij. En ze zou niet van het zware werk ontzien worden omdat ze een meisje was. Iedereen was gelijk voor de wet in de familie Strike. Johanna is stoer, onverschrokken, en ze spendeert een groot deel van haar tijd in de taverne in het dorp, waar ze menig man onder tafel kan drinken. Nee, een toonbeeld van elegantie is ze absoluut niet. Ze is ook gesteld op eerlijkheid en neemt zelf ook geen blad voor de mond. 
Talent: Johanna kan uiterst goed omgaan met messen. Al staat ze het meest bekend om haar kwaliteiten met het hakmes (butchets knife). Haar moeder heeft haar in verschillende vechtdisciplines getraind. Wat nog het meest opmerkelijk is aan haar is haar band met dieren. Ze kan niet met dieren praten, maar toch heeft ze het gevoel dat ze ze begrijpt. Ook voelen ze zich snel bij haar op hun gemak. Sommige grappen dat het een magische affiniteit zou zijn, maar het is niet sterk genoeg om echt iets voor te stellen.
Wapens naar keuze: Twee hakmessen, een zwaard, een jachtgeweer. Ze kan met veel wapens overweg behalve met een pijl en boog, daar faalt ze enorm in. 
Uiterlijk: Johanna is sterk gebouwd. Ze is 1m80 lang en gespierd. Haar lichaam is getekend door het werk dat ze in de slagerij verricht. Er staat wel wat eelt op haar handen, haar nagels zijn afgekloven. In de meeste van haar kledingstukken zitten bloedvlekken die er maar niet uitgaan.
Extra (geheimen, extra dingen etc): Johanna heeft een litteken op haar linkeroog. Dit heeft ze gekregen toen ze op een dag op jacht was in het woud. Ze was er alleen op uit en trok naar het gebied van de elfen. Dat deed ze wel vaker zonder dat haar ouders het wisten omdat hun schoonheid en elegantie haar intrigeerden. Ze bleef altijd ver uit de buurt, maar kwam net dicht genoeg om hun muziek te kunnen beluisteren. Vaak nam ze een houten fluit mee en probeerde het na te spelen of hun gezang na te bootsen. Maar Johanna is niet gemaakt voor deze verfijnde kunsten. Ze zingt zo vals als een kat en haar fluitspel is niet veel beter. Op een dag ontdekte een groepje elfen haar. Ze deed er alles aan om duidelijk te maken dat ze geen kwaad in de zin had, maar de elfen namen haar toch gevangen. Ze vonden het aandoenlijk hoe ze hun perfectie probeerde na te streven en wreven het er nog eens extra in dat zij nooit, maar dan ook nooit zo mooi zou worden als zij. Om dat nogmaals te benadrukken bezorgden ze haar dat litteken. Zij had niet de kracht om het te helen en zou het voor altijd met zich meedragen. Ze heeft altijd verteld dat ze het heeft opgelopen toen een groep veelvraten haar aanviel, dus niemand kent de echte rede.

Azelf
Straatmuzikant



Naam: Rélise Logue Raelyn
Geslacht: Vrouw
Leeftijd: Ze is pas een paar honderd jaar oud, wat nog redelijk jong is voor een elf.
Innerlijk: Rélise is een typische elf; koppig, ijdel, en vooral arrogant. Ze is erg overtuigd van haar eigen kunnen en kijkt soms neer op degene die wat minder behendig zijn of die iets op een andere manier doen dan zij. Haar ijdelheid komt naar voren in de arrogantie, net als haar koppigheid. Haar manier vindt ze het beste, dus dat is de manier waarop het gedaan moet worden. Ze staat vaak niet open voor andere oplossingen en er is veel voor nodig haar om te kunnen praten.
Ze is verder nogal gesloten. Hoewel ze het vanzelfsprekend niet erg vindt om te vertellen over al die keren dat ze een of andere fantastische daad heeft verricht, zodra het wat dieper gaat, klapt ze dicht. Ze heeft het niet graag over haar verleden.
Net als vele andere elven vertrouwt ze de andere rassen niet snel. Ze heeft haar oordeel vaak al snel klaar over de hen, waar het voorval van honderd jaar geleden nogal wat invloed op heeft, zelfs al is die hele generatie mensen al overleden.
Ze erg leergierig en ambitieus. Als ze ergens haar zinnen op zet, hoe moeilijk datgene ook is, ze zal doorzetten totdat ze haar doel heeft bereikt. Hoewel ze niet graag haar ongelijk toegeeft, neemt ze wel haar verantwoordelijkheid als ze iets fout doet. Ze heeft er dan ook een hekel aan als anderen excuses bedenken voor wat ze fout hebben gedaan.
Talent: Ze heeft altijd al een scherp oog gehad en kan dan ook goed omgaan met haar boog. Daarnaast houdt ze van muziek en heeft ze voor zichzelf als doel gesteld zoveel mogelijk instrumenten te kunnen bespelen, ze heeft toch zat tijd.
Wapens naar keuze: Pijl en boog, maar ze kan ook goed overweg met haar dolk.
Uiterlijk: Zoals de meeste elven is ze lang en slank. Ze heeft een hele lichte huid en lang, bijna wit haar. Ze heeft ijzig blauwe ogen.

https://jalantikus.com/assets/cache/0/0/userfiles/2015/01/07/…
Seaweedbrain
Internationale ster



Naam: Brandon Pakars
Bijnaam: -
Geslacht: Mannelijk
Leeftijd: 24
Innerlijk:
Omdat Brandon geen aanleg voor magie heeft, of ook maar geen druppel adellijk bloed heeft, moet Brandon zichzelf continu bewijzen. Hij zoekt altijd naar bevestiging van andere mensen. Hij is ook snel jaloers, en moet zich herinneren aan zijn beperkingen van een magieloos mens. Hij heeft naast jaloezie ook bewondering voor de andere twee rassen. Hij kent ze alleen maar van de verhalen, die zijn oudere zus hem voorlas. Hij liegt nauwelijks, en hoewel mensen er goed in zouden zijn, hij kan bijna geen leugen van waarheid onderscheiden, waardoor hij behoorlijk achterdochtig is. Hij durft mensen (en de andere rassen) niet zomaar te vertrouwen.
Talent: Zwaardvechten, kracht, paardrijden, boogschieten
Wapens naar keuze: eenhandig zwaard en pijl en boog
Uiterlijk: ik ben op plaatjeshunt. Ik kan niet vaak goede plaatjes vinden
Extra: Brandon is op zoek naar zijn zus, Alyssa. Zijn dorp is platgebrand, en daarbij is zijn zus verdwenen, omdat de mensen toen naar omliggende dorpen en steden vluchtten. Verder wordt hij gezocht voor paardendiefstal (daar gaat zijn mooie handje als hij gepakt wordt). Hij is hetero.

Toran Prichard - Fan Art for The Bastard Execution by Hellter-Skelter
Seaweedbrain
Internationale ster



Brandon
Het is verbazingwekkend hoe snel iemand een houten kont kon krijgen. Hij reed in volle galop op zijn gestolen paard door het bos. Drie dagen geleden. Het was drie dagen nadat hij de stad uitging, maar niet voordat hij even een paard stal. Het was niet zijn intentie om het te stelen, maar hij had geen ander idee hoe hij snel de stad uit moest komen. Hij had niets, helemaal niets te verliezen in Brethil. Hij haatte die stad. Hij was een vluchteling, en zo werd hij behandeld. Hij heeft het vier maanden uitgehouden in Brethil. Vier maanden gebedeld om werk. Hij heeft een paar keer geholpen als keukenhulp, maar hij was er snel uitgezet, toen hij ruzie kreeg met een werknemer. 'S nachts sliep hij in een kamp. Er was niet veel plek in Brethil, en zeker niet na de verwoesting van Fleorn, zijn oude dorpje. Hij kreeg een steek van heimwee. Hij miste die plaats echt. Als boerenzoon, simpel leventje, wel eens iets bijzonders, maar nooit iets spannends. Brandon stopte bij een beekje. Hij moest even van zijn paard af, en zijn paard was Brandon al helemaal zat. Jammer dan. Brandon klopte het paard op zijn donkerbruine vacht. Het was een merrie, dat kon hij zien. Zijn oude paard was dood. Hij miste haar. Die goede oude Sally. Sally leek verdacht veel op Brandons gestolen paard. "Ik noem je Sally, of je het nu wilt of niet." Hij kon haar ook geen andere naam geven. De kleur van de vacht, het gedrag... Precies hoe de oude Sally altijd reageerde. Alleen was de oude Sally iets aardiger tegenover Brandon. Het was alleen maar geluk wat Brandon uit Brethil kreeg. Het paard steigerde meteen toen Brandon erop ging zitten. Als Brandon niet zo vaak op een paard had gezeten, was hij eraf gegooid en was hij opgepakt voordat hij ook maar weg kon gaan. Brandon zakte op een rots. Hij hoorde geen achtervolgingsgeluiden. Mooi. Hij kon in principe rusten, als hij niet één enorm probleem had. Sally. Hoe kreeg hij dat paard zover dat ze niet wegrende, gaat hinniken of iets doms gaat doen wat in het nadeel van Brandon zou zijn? Hij had sinds hij vluchtte nauwelijks geslapen, omdat hij wist dat hij zo ver weg moest zijn. Nu hij op die rots zat, kon hij fatsoenlijk nadenken (die rots zat beter dan Sally, veel beter). Hij had geen plan, geen idee waarom hij weg was gegaan. Ook wist hij niet wat hij moest doen. Wat moest hij doen? Hij werd gezocht, en voor diefstal werd je hand voor afgehakt. Hij wreef over zijn handen. Hij wilde liever allebei zijn handen behouden. De warme namiddagszon scheen op zijn gezicht en hij ontspande weer een beetje. Hij dacht aan Fleorn, voordat het werd afgebrand. Hij miste het. Hij miste het te erg. 
Anoniem
YouTube-ster



Het geluid van brandend vuur en knapperend hout was zachtjes te horen vanuit het noorden. De geur van verbrandt vlees en as vulde de nu donker grijze lucht. Rookwolken vulden de lucht en as dwarrelde hier en daar naar beneden, meegenomen door de wind in de zuidelijke richting. Zelfs van deze afstand kon Aerthil de gedempte kreten van pijn en angst horen. Vrouwen die moord en brand schreeuwden terwijl ze werden weggerukt bij de lijken van hun mannen, en moesten toekijken hoe ook hun kinderen werden meegenomen door een onbekende vijand. Dit waren de vrouwen die er nog genadig vanaf kwamen, andere vrouwen lagen misbruikt en huilend in hun woning, andere vrouwen ademden helemaal niet meer. 
Aerthil keek neer op het platgebrande dorp en zag hoe vrouwen en kinderen werden meegenomen, waarschijnlijk om later als slaaf te worden verkocht op een zwarte markt. Vanaf de heuvel waar de Skylon stond was er een prachtig uitzicht, de omgeving was beeldschoon en in elk ander moment had Air er van kunnen genieten. Momenteel was hij vooral zwaar geïrriteerd door het gekrijs dat zijn rust verstoorde. 
Een verdwaald stukje as dwaalde zijn kant op en kwam tot rust in een wimper van Air, die met veel moeite probeerde het weg te blazen. 
Eindelijk kwamen de ijselijke kreten tot een stop, en onbekende soldaten reden het platgebrande dorp uit. Karren met daarin de gevangengenomen dorpelingen verdwenen uit het zicht en de stilte kwam terug. Air staarde even naar het vuur, maar ook dat verveelde hem al snel.
Het was nu al een maand geleden dat hij vertrok vanuit het Skylon paleis, en dit was de vierde keer dat hij had gezien hoe een compleet dorp werd platgebrand en leeggeroofd. 
De Skylonprins stond op en sloeg zijn vleugels uit. De felle zon scheen door de tere vliezen van zijn donkere vleugels heen terwijl de jongen opsteeg en het dorp naderde. De wind gierde door zijn witte haren heen en een grote glimlach verscheen op het onschuldige gezicht van de prins. Hij besloot te landden in het midden van het dorp, waar de lijken van de mannen waren opgestapeld. Een zacht gekreun was hoorbij toen hij even tegen een lijk aanschopte. 
'H-Hel-' een man, meer dood dan levend, probeerde zijn ogen te open. Bloed kleefde over zijn gezicht en had zijn kleding rood gekleurd. Het was duidelijk dat hij een zwaard door zijn lichaam had gekregen, en Air stond verbaasd dat de man nog leefde. 
'Help?' Mompelde de prins, die neerknielde bij de man en het bloed uit zijn ogen wreef zodat de man zijn ogen kon openen. 'Wil je mijn hulp?' 
De man opende zijn ogen en staarde naar het jonge gezicht van de Skylon. Te gewond en verzwakt om verbaast te kunnen zijn door de plotselinge verschijning van een Skylon, knikte de man eenmaal.
'H-Help alsjeblie-' Air gaf de man niet eens de kans om uit te praten, ook al waren het zijn laatste woorden.
'Waarom zou ik? Je hebt niets meer wat mij kan interesseren. Je vrouw en kinderen zijn meegenomen en zullen slaven worden. Je huis is platgebrand en al je goederen zijn gestolen. Er is niets wat jij hebt dat ik zou willen. In deze wereld krijg je niets gratis, beste man, dat zou je moeten weten.' Air toonde de man een meest zoete glimlach terwijl hij deze harde woorden uitsprak met een honingzoete stem. De ogen van de man werden groter.
'Niet te vergeten dat ik een hekel heb aan mensen zoals jou. Je bent te zwak om hetgeen waarvan je houdt te kunnen beschermen. Eigenlijk zou ik je in leven moeten laten, je wonden een beetje genezen en je daarna langzaam moeten martelen. Zou dat niet leuk zijn? We zouden voor eeuwig samen kunnen spelen. Je zou langzaam gek worden, wegkwijnen door het verlies van je gezin en de pijn van je wonden. Oh, of ik kan je vrouw kopen als slaaf. Vertel me eens, beste kerel, hoe is je vrouw in bed?' 
De man kon al niet meer antwoorden, het leven was al uit zijn ogen verdwenen en zijn lichaam lag slap in de armen van Air. Zijn bange en gepijnigde blik stonden vast op zijn dode gezicht. 
 
Dauntless
Wereldberoemd



De geruchten hadden zich als een lopend vuur door Cairn verspreid. Hoewel het een grote stad was, wist iedereen meteen dat er vluchtelingen gearriveerd waren. Veel waren het er niet. Het grootste deel van de bevolking had niet de kans gehad om te ontsnappen. Zij waren als slaven meegenomen of vermoord. De paniek onder de inwoners van Cairn was duidelijk voelbaar. Hoewel het dorp ver weg gelegen was van de locaties van de aanvallen, was het slechts een kwestie van tijd voor zij aan de beurt waren. Als ze de geruchten mochten geloven dan was er een nieuwe schaduwheer en deze zou niet stoppen tot hij elk plekje land had vernield. Johanna was nogal sceptisch over de hele kwestie. De schaduwheer was toch verslagen? Het zouden net zo goed Skylons of elven geweest kunnen zijn die, die dorpen aanvielen. Hoewel niemand de ware moordenaar van de elvenkoning kent. Ziet ze hen er wel voor aan, na al die jaren wraak te nemen op wie dan ook. Maar voor ze echt een oordeel over de kwestie kon vellen, moest ze meer informatie verzamelen. Waar kon je dat beter doen dan in de herberg. Meteen nadat haar werk in de slagerij erop zat ging ze er heen. Hoewel het nog vroeg was, was er al veel bedrijvigheid. De barvrouw, Giselle, tapte al meteen een frisse pint. Johanna was hier vaste klant, dus ze had zo haar privileges. Ze begroette iedereen vrolijk en nam plaats aan de bar. Na een grote slok te hebben genomen richtte ze zich tot Giselle. "Ik ben op zoek naar informatie over je weet wel." De mensen vermeden de platgebrande dorpen bij naam te noemen. Meestal spraken ze over het incident of iets dergelijks. 
Giselle knikte naar een tafeltje achteraan. Er zat een groep jonge mannen die haar niet bekend voorkwamen. "Ze doen zich voor als zeemannen, maar iedereen ziet dat het piraten zijn. Ik ga er nog spijt van krijgen dat ik ze hier heb binnen gelaten, maar ze waren in de buurt toen de aanval plaatsvond. Ze zullen je het wel kunnen vertellen, al zou ik wel oppassen voor hun soort." Johanna glimlachte en haar hand gleed even naar het handvat van het hakmes dat ze bij zich droeg. "Als er iemand is die moet oppassen zijn zij het wel." zei ze zelfverzekerd en stapte naar hen toe. Zonder zichzelf voor te stellen trok ze een stoel bij en ging zitten. 
"Wel ik heb gehoord dat jullie de aanval in detail hebben zien gebeuren en zou het fantastisch vinden hier meer over te horen."
De mannen keken haar verbaasd aan. Aan de lege glazen op hun tafel hadden ze al wel wat alcohol naar binnen gespeeld. Uiteindelijk nam één van hen het woord. Johanna nam aan dat hij de leider van het stel was.
"Dus jij wilt weten wat we gezien hebben. Ik moet toegeven het was allemaal enorm beangstigend. Ik weet niet of ik het me nog allemaal herinner, misschien zou je me daar bij kunnen helpen?" Zijn hand gleed naar haar dij, maar op het moment dat hij deze aanraakte trok ze haar met en plantte het tussen de vingers van zijn andere hand, die nog op de tafel lag.
"Denk maar niet dat dit het enige wapen is dat ik bij me heb. De volgende keer dat je zoiets probeert gaat hij door je hand. Ik denk dat, dat genoeg motivatie is om me te vertellen wat er precies gebeurt is."
De piraat keek haar met samengeknepen ogen aan, maar lachte toen.
"Een dame met pit, dat heb ik wel graag. Weet je wat, waarom maken we geen deal. Ik vertel je wat er gebeurd is en in ruil daarvoor reis jij met ons mee. Tijdens de aanval is ons schip gekapseisd. Vandaar dat we zo ver het land zijn ingetrokken. We zijn onderweg naar de volgende havenstad. Ga mee met ons en onderweg zal ik je alles vertellen wat je wil weten."
Om eerlijk te zijn had Johanna nog maar enkele keren de stad verlaten voor meerdere dagen. Hoe zouden haar ouders reageren als ze hen vertelde dat ze met een stel outcasts op pad ging? Wel ze was ondertussen 21. Haar ouders konden haar niet tegenhouden. Misschien werd het wel eens tijd dat ze op avontuur ging. Dat ze leerde op haar eigen benen staan.
"Deal. Wanneer vertrekken we?" zei ze en schudde de hand van de piraat.
"Morgenochtend, bij zonsopgang. We ontmoeten elkaar bij de herberg. Wees op tijd of we vertrekken zonder je, en dat zou jammer zijn, niet jongens." De groep lachte ingetogen. Johanna zou duidelijk van zich af moeten bijten, wilde ze dit tripje heelhuids overleven.  
Plaats een reactie
Reageer
Om nieuwe berichten te laden: ingeschakeld