ladybambi schreef:
Wat zou Thomas eens zeggen? School? Was niet echt iets voor hem. Helaas was hij verplicht om naar school toe te gaan. Hij was nog te jong voor zijn diploma en om aan het werk te gaan. In het bos leven als vos? Tsja, dat was niet echt iets voor hem. Het wilde leven en het jagen? Dat was iets waar zijn broertjes dol op waren, maar hij? Hij niet. Hij hield er niet van om onschuldige dieren te doden, voor zijn eigen eten. Dieren die een ander had gedood? Daar had hij geen probleem mee. Dan was hij zelf niet diegene die het gedood had. In zijn ogen was het dier dan toch al dood. Zonde om er niet gebruik van te maken, dan was het dier voor niets gestorven tenslotte.
Toch was het wel zijn natuur, een prooi doden. Soms deed hij het dus ook, als hij zich overgaf aan zijn vosseninstinct. Toch sprak hij daar weinig over. Niet tegen zijn familie en niet eens tegen zichzelf! Op sommige momenten wou Thomas dat hij een normaal mens was. Een mens zonder een duister geheim. Wat vrij was van geheimen. Mocht hij toch een geheim hebben, zou hij er anders met iemand over kunnen praten. Nu kon hij dat niet. Buitenstaanders mochten er niets vanaf weten tenslotte.
Daarom moest Thomas naar school. Om niet op te vallen en te studeren. Een diploma te bemachtigen en te gaan werken. Een 'normaal' mens proberen te zijn. Een leugen voor zichzelf en de rest van zijn omgeving. Een leugen tegenover zijn toekomstige baas, mogelijke menselijke vriend of vriendin en misschien zelfs zijn kinderen! Hij en zijn familie waren geheimen. Geheimen die het daglicht nooit mochten zien.
Langzaam liep Thomas het schoolgebouw in. Mensen die hem niet konden, zouden hem omschrijven als een stille jongen. Een jongen die nooit zomaar iets zei, alsof hij een geheim had en bang was dat het verraden zou worden door zijn woorden. Schattig van de buitenkant, maar binnen mysterieus. Op zijn vorige school liepen vele meisjes achter hem aan, maar hij negeerde ze. Iets wat hij vandaag ook zou doen, op zijn nieuwe school. Vorige maand was Thomas namelijk verhuisd. Iemand leek een vermoeden te hebben over zijn geheim en ze konden niet meer langer blijven. Het was een te groot risico. Voor hun zelf, als voor de persoon die hun geheim dacht te weten. Een risico dat zijn ouders niet wilden nemen.
Boeken, schriften en een plattegrond met rooster had Thomas via de post al gekregen, dus daar hoefde hij zich geen zorgen over te maken. Waar hij zich wel zorgen over maakte? Hoe hij in dit rot gebouw het juiste lokaal kon vinden. Het was zo groot! Met zoveel lokalen en onderwijzers. Af en toe vroeg hij een docent, die bij de deur stond, of hij wel goed liep en allemaal zeiden ze het zelfde. "Loop maar door tot het einde van de gang. Je vindt het zo" Einde van de gang, urg. Een lange gang was het wel. Toch was hij uiteindelijk bij het lokaal aangekomen. op het moment dat de deur op het punt stond gesloten te worden.
Snel glipte Thomas het lokaal binnen en ging zitten op de enige vrije plek. Naast een jongen met sneeuwwitte haren. Hij zat naar buiten te staren, verzonken in zijn eigen wereldje. Afgesloten van de rest. Een goed idee, als je het Thomas zou vragen. De klas was druk. Overal werd gelachen en gesproken. Af en toe vloog er een vliegtuigje door de klas, tot de docent om aandacht vroeg en het langzaam stil werd. Toch kon Thomas het zachte gefluister nog steeds horen. Gefluister wat hij vanaf zijn stoel eigenlijk niet had moeten verstaan, of zelfs had moeten horen! Toch deed hij het, met onbewuste hulp van zijn vossen zintuigen.