Kyoshi schreef:
Sirius Zwarts
De dag was aangekomen om terug te keren naar Zweinstein.Eindelijk, dacht Sirius Zwarts bij zichzelf. Sirius Zwarts was een vrolijke
jongen die er plezier uit haalde om “kattenkwaad” uit te halen op school. Samen
met zijn beste vriend James Potter, die hij al lange tijd niet meer gezien had.
In de zomervakantie van het afgelopen jaar, was Sirius met zijn familie
weggeweest om even te ontspannen van de hectiek.
Met een goed gevulde trolley liep Sirius het perron op.Perron 9 ¾. Een gevoel van zenuwen vulde zijn buik. Zoals ieder jaar was het
weer hetzelfde. Dezelfde vrolijke gevoelens om terug naar school te keren. Iets
wat dreuzels waarschijnlijk niet zouden hebben.
In de verte kon Sirius het bekende gezicht van zijn beste vriend al zien.
Hierdoor ontstond er een grote grijns op zijn eigen gezicht. ‘James!’ Riep hij
in de hoop dat hij gehoord zou worden. Het was druk op het perron en dat maakte
het lastig om bij James in de buurt te komen. Helemaal door alle trolleys die
her en der verspreid stonden. Vrij snel had Sirius gemerkt dat zijn beste
vriend hem niet kon verstaan door het lawaai op het perron. Daarom besloot hij
zich een weg te banen door de menigte en naar hem toe te lopen. Het was
makkelijk te zien welke leerlingen en welke mensen hier voor het eerst waren.
De meeste mensen vielen van de ene verbazing in de andere als ze zagen waar ze terechtkwamen
door de muur bij perron 9 ¾.
Zodra hij James bereikt had, legde hij zijn hand op deschouder van zijn beste vriend. ‘James!’ Zijn vriend sprong op en viel Sirius
gelijk in de armen. Hij klopte op Sirius’ rug en grijnsde breed terwijl hij hem
weer losliet. ‘Ha, Sirius! Klaar om weer terug te keren naar school? Heb jij
Severus al gezien? Peter staat daar verderop. Oh, en Lily?’ James ratelde wat
vragen achter elkaar door en Sirius begon hierdoor te lachen. ‘Ja, nee, oh en
nee.’ Had hij lachend geantwoord. ‘Ik ben hier pas net. Zag jou toevallig
staan, meer niet. Ik denk dat Severus en Lily de trein al in zijn. Daarover
gesproken… Wij moeten ook echt haast gaan maken.’ Na deze woorden vertrok het
tweetal met koffers richting de trein. Terwijl zij in wilde stappen, liepen ze
tegen Remus Lupin aan. ‘Remus!’ Riep het tweetal in koor. ‘Hoe was je vakantie?’
Remus Lupin
Doorgaans was het niet zozeer zin te noemen om terug tegaan naar school. Remus Lupin had er echter wel de hele vakantie naar
uitgekeken. Zo snel als hij had gekund, was hij zijn boeken gaan halen op de
Wegisweg. Dit had hij gedaan zodat hij zich al kon voorbereiden op het komende
schooljaar. Hard werken werd meestal beloond met goede beoordelingen en dat was
waar Remus naar streefde.
Op het perron was het aardig druk, maar in de verte konhij een bekend gezicht zien. De jongen in kwestie stond er wat verloren bij en
leek zich niet prettig te voelen tussen de drukte. Remus, aardig dat hij was,
liep richting hem toe. Om Peter tot zijn vrienden te benoemen was een beetje te
hoog gegrepen, maar Peter vond het fijn om zichzelf dat wel te noemen. Als hij zich
daar beter door voelde, hield Remus hem niet tegen. Dit in tegenstelling tot
Sirius en James. ‘Hey Peter, ga je de trein niet in?’ De ietwat stevige jongen
draaide zich verward om en keek Remus eerst een tiental seconde in zijn ogen
aan. ‘Och, ja! Ja natuurlijk. Ik… Ik wachtte op jou!’ Remus trok zijn lip deels
op en forceerde een glimlach naar de jongen met het ratachtige uiterlijk. ‘Nou,
dan laten we maar gaan.’
Remus vertrok naar de ingang van de trein, Peter volgdehem op enkele meters afstand. Bij de ingang van de trein zag hij Sirius en
James staan. Ook zij hadden hem opgemerkt. ‘Hoi. Mijn vakantie was erg goed. Ik
heb me goed kunnen voorbereiden op aankomend schooljaar. Ik hoop jullie ook.’
Hij keek beiden doordringend aan, maar wist dat zij niet zo gedreven waren in
school als hij was.
Aan de blik van beide jongens kon hij zien dat ze Petergespot hadden. ‘Wat heb jij nou meegenomen?!’ Vroeg James verontwaardigd aan
Remus met een veelzeggende blik in zijn ogen. ‘Ja, sorry. Laten we hem maar
gewoon negeren ofwel normaal tegen hem doen. Het is de eerste dag. Op school
zullen we weinig last hebben…’ Remus vond het doorgaans erg vervelend dat Peter
zo gepest werd. Toch kon hij het wel begrijpen. Peter kon soms zo enorm
irritant zijn.
Het, inmiddels, viertal liep de trein in en zocht naareen coupé om te gaan zitten. Het was al aardig vol geworden en het was lastig
een plek te vinden waar je met zoveel kon zitten. Gelukkig hadden ze geluk en
konden ze gaan zitten in een coupé aan het einde van de gang. Remus plofte op
de bank neer en trok een boek uit zijn tas. ‘Ga je echt lezen, Remus?’ Vroeg
James verontwaardigd. ‘Nee, maar ik wilde jullie iets laten zien wat ik in deze
vakantie ontdekt heb.’