ladybambi schreef:
Haar hele leven had Edith de mensen bestudeerd. Als kind was ze gefascineerd geweest van hun kracht. Zulke simpele lichamen en zoveel kracht. Dat was gewoon interessant om te zien. Zelf kon Edith ook een menselijke gedaante aannemen, als een van de weinige monsters, al wist ze niet hoe dat kon. Haar moeder had ze nooit ontmoet, maar ze geloofde niet dat die een mens was. Toch waren de enige monsters die in mensen konden veranderen, half mensen. Die ouders werden dan vaak beide gestraft, dat ze omgingen met de vijand. Haar vader liet ze meestal onthoofden. De kinderen konden er echter niets aan doen. Die werden vaak op jonge leeftijd geadopteerd door andere monsters en monsterlijk opgevoed. In de hoop dat ze zichzelf nooit in een mens zouden veranderen en hun zouden verraden.
Toch had ze nu geen tijd over haar 'menselijke vorm' drama. Ze moest zich gaan voorbereiden en liep daarom naar een kamer met gestolen goederen van krijgsgevangenen. Hier werden alle menselijke spullen bewaard. Met snelle stappen liep Edith er doorheen, tot ze bij de vrouwelijke afdeling kwam en rommelde tussen de troep.
Er zat veel tussen. Burger kledij, soldaten kledij en ga zo maar door. Zowel kleren van 50 jaar geleden als kleren van nu. Edith zelf besloot een mengeling tussen soldaten kledij en burger kledij te pakken. Het was een outfit wat ze een jaar geleden van een krijgsgevangene afgepakt hadden. Waarschijnlijk zou het niet meer echt herkent worden, maar het was niet ouderwets genoeg om verdacht te zijn. Snel nam ze haar menselijke gedaante aan en trok de outfit ook aan. Haar lange, blonde haren bond ze vast in een paardenstaart, terwijl ze een elegante speer oppakte. De speer was versierd met een interessant patroon, tot aan de punt. Een patroon van kleine, kronkelende streepjes en bloemetjes. Duidelijk een kostbaar wapen, waar veel tijd in gestoken was geweest. Duidelijk het bezit van een jonge vrouw.
Zodra ze klaar was, pakte ze nog een aantal kleinere, menselijke wapens en nog wat kleren en stopte die in een tas. De tas gooide ze over haar schouder heen, waarna ze weer naar haar vader vertrok. Een aantal monsters keken haar geschrokken aan, maar durfden niets te zeggen. De bewakers wilden haar echter wel tegenhouden, tot ze haar stem verhief en binnen gelaten werd. "Vader, ik ben klaar" zei Edith, zodra ze binnenstond en haar vader keek grijnzend op. "Je ziet er geweldig menselijk uit, mijn kind" zei hij en Edith knikte. "Dank u, vader" zei ze en liep met haar vader naar een paard, die al klaar stond. Een prachtige, zwarte hengst was het.
Een grijns stond op haar lippen. "Pas afgepakt?" vroeg ze aan haar vader, maar die schudde zijn hoofd. "Vorig jaar al, ik heb besloten de paarden te laten leven. Je weet nooit wanneer ze van pas komen" antwoordde hij en Edith knikte. "Zoals nu dus" grijnsde ze en klom in het zadel. Van haar vader verwachtte ze geen 'wees voorzichtig' dat soort sentimentaliteit was er gewoon niet in de monster wereld.
"Edith" zei haar vader en even keek ze op hem neer. "Als je faalt, hoef je hier niet meer terug te komen" zei hij en Edith knikte. "Ik zal niet falen, vader" zei ze en reed snel weg, naar de grens.