schreef:
Maia
Opgelucht om uit het vliegtuig te zijn staarde ik uit het raam van de taxi. Natuurlijk, het uitzicht over land en zee in het vliegtuig was prachtig geweest, maar ik hield toch eerder van de gedachte om veilig met mijn twee voeten op de grond te zijn. Ik keek even opzij naar Hope en kneep zachtjes in haar hand, waarna ik me wat naar haar toe boog. "Hé, we gaan het hier nog leuk hebben. Ik bedoel, we wonen dicht bij het strand, geweldig toch? En het weer is hier ook een stuk beter dan in Nederland," vertelde ik haar terwijl ik een poging deed om zo zeker mogelijk te klinken. Eigenlijk wist ik zelf ook niet hoe het hier aan toe zou gaan, maar ik hoopte gewoon op het beste. Mijn Engels was alvast goed genoeg om hier te overleven, al was mijn accent wel een stuk anders.
Wanneer we er waren bekeek ik het huis en glimlachte klein. Hier zou ik nog wel kunnen wonen, dacht ik. Ik ging naar binnen, waar ik al meteen de trap op liep, naar boven. Daar koos ik de meest rechtse kamer, die maar een meter verwijderd was van het huis naast ons. Hopelijk woonden daar aardige mensen, dat zou ook nog eens een meevaller zijn. Ik zette mijn koffer neer in de hoek, waarna ik weer naar beneden liep. Daar zag ik mijn vader in de zetel zitten. "Hey, Maia. Wat vind je van ons nieuwe huis?" vroeg hij waarbij ik mijn schouders op haalde. "Het is wel mooi, alleen moet ik er nog even aan wennen denk ik, het is wel een grote verandering," zei ik en beet op mijn lip.
Luke
Zuchtend rolde ik uit bed, met lichte tegenzin eigenlijk. Uitslapen deed echt deugd soms, maar voor mij had het eigenlijk nog wat langer mogen zijn. Maar ja, ik kon nu ook weer niet tot in de avond slapen, één uur was al laat genoeg. Na een snelle douche te hebben genomen liep ik fris gewassen en aangekleed naar beneden, terwijl ik me al meteen wat wakkerder voelde. Toen ik Calum en Ashton naar buiten zag kijken, keek ik zelf ook naar buiten en zag een man en twee meisjes naar het pas verkochte huis naast ons stappen. Een grijns verscheen op mijn gezicht toen ik me bedacht dat zij onze nieuwe buren moesten zijn. Niets beter dan twee mooie meisjes die naast je wonen zeker? Ik keek op toen ik Calum hoorde en knikte. "Ik ga wel mee," zei ik en haalde een hand door mijn haar heen, waarna ik mijn schoenen aandeed. "Let's go," mompelde ik terwijl ik naar Calum keek en naar buiten liep. Hopelijk waren het leuke buren, en geen mensen die om elk klein ding begonnen te zagen. Dat was namelijk verschrikkelijk irritant. Ik was wel benieuwd naar de buren, aangezien het huis al leegstand toen we hier kwamen wonen en we dus nooit buren hebben gehad aan deze kant.