schreef:
Justin.
Eerst vlogen er maanden voorbij, toen weken, toen dagen. En toen begon het; een en al ellende. Ik wist dat het uit eindelijk toch ging gebeuren, je kon haar niet tegen houden. Onmogelijk. Je kon zeggen dat hij verblind was. En wie bedoelde ik met 'haar? Mijn moeder. Jaren lukte het prima zonder man, het leek als of ze blij was zonder de man die ze had verlaten. Een opluchting. Een lichte vermoede, die elke dag door mijn hoofd heen zweeft, dat ze weer gebroken kan worden. Wie is tegenwoordig nog oprecht? Positief denken hielp. De man waar we bij in gingen trekken, was vriendelijk. Daar bij had hij een dochter. Ze was prachtig, maar niet spraakzaam. Ze was altijd op haar kamer, was ze benden, zei ze niks. Vriendelijk leek ze niet, waarschijnlijk zag ze er tegen op dat twee vreemde mensen opeens in gingen trekken bij haar. Dat snapte ik. Ik zelf keek er ook tegen op. Het was niet dat ik het mijn moeder niet gunde, dat echt niet. Ik wil haar gewoon niet nog een keer gebroken zien. Het was mijn moeder, ze was niet tegen te houden. Elke dag enthousiast, ze keek over me heen. In eens was je minder belangrijk. Zoals verwacht. Ik had hier al een eigen kamer, het was groot en zat naast die van Anastasia haar kamer, zijn dochter. De hele dag had ik haar één keer gezien. Geen woord kwam uit haar mond, alleen een pissige blik voelde ik over me heen glijden. Ik wist niks van haar, maar alsnog. Misschien had ik haar stem één keer gehoord.