Hier komen de laatste 3 forum topics
te staan waarop je hebt gereageerd.
+ Plaats shout
Anoniem
AWAEAEA3AEA3A3A3AEAEAWAWAEAW
0 | 0 | 0 | 0
0%
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? Klik hier om een gratis account aan te maken.

> Sluiten
Helper
14 van de 24 sterren behaald

Forum

ORPG, gedichten en schrijvers < Virtual Popstar
WO2O~ I Need help and you help me, but I..
Anoniem
Popster



Hele titel: I need help and you help me, but I don't like you help me, because it's dangerous.

^^ Okay, titel klopt sws nie, want ben moe xd

Jij: Jongen + Begin!

Ik:
Naam: Clara Fresco
Leeftijd: 15, geboren op 19 April 1937.
Innerlijk: Clara is altijd een breekbaar meisje geweest. De oorlog heeft haar sterker gemaakt, maar toch is ze gevoelig. Met de juiste woorden heb je haar zo aan het huilen. Ze heeft het het aller moeilijkst met haar ouders. Ze zijn weg, waardoor zij voor haar zusjes en broertje moet zorgen. Iets diep in haar weet dat ze niet meer terug zullen komen, maar toch heeft ze hoop. Naast de breekbare Clara, heb je ook de wijze Clara. De Clara die voor alles een oplossing heeft en antwoord heeft op alle vragen. Door slechte dingen mee maken leer je wijze lessen die je vervolgens aan andere kunt leren zodat zij niet dezelfde fout als jou zullen maken. Naast dit alles is Clara aardig en soms een klein beetje koppig.
Uiterlijk:

{option}

Uiterlijk van haar zusjes en broertje:
Zusje (1):
Zusje (3, alleen dan bruin haar):
Broertje (5):
Account verwijderd




Ik:
Naam: Samuel Reinhard
Leeftijd: 18, 1 december 1934.
Innerlijk: Een mysterieuze jongen, met veel geheimen. Samuel is over het algemeen een stille jongen, zegt niet veel, en gehoorzaamd zijn vader. Voor de rest weet hij zelf goed wat hij wel én niet kan of moet doen. Zijn vader is soldaat geweest, totdat hij verongelukte bij een oefening op het parcourterrein, om iemand anders te safen, en nu niet meer veel kan. Hij beloofde aan Samuel dat hij zich nóóit meer zorgen hoefde te maken over dat er oorlog kwam om hem gerust te stellen, want zijn enige droom is om net zoals zijn vader óók soldaat te worden, maar zijn vader wilt niet dat het zelfde bij hem gebeurd, aangezien hij weet dat áls Samuel het wílt, ook zíjn leven voor een ander kan riskeren. Zijn moeder is overleden, toen hij nog 3 jaar was, ze was de meest liefdevolle en warme vrouw op aarde, die je je maar kan voorstellen.
Extra: Draagt altijd een leren armbandje om zijn rechterpols, die een bepaalde betekenis voor hem heeft. Bruinkleurig, met wat haaltjes erin, en een wolvenbedeltje eraan: leiderschap. 
Uiterlijk:

Account verwijderd




Samuel (5 December, 1952)

De wekker gaat af. Mijn armen liggen om het kussen heengeklemd, met mijn hoofd erin gedrukt. Kreunend draai ik mij om, en sla de wekker uit. Wat bruine lokken haar vallen voor mijn gezicht, die ik met een zucht wegblaas, en met mijn hand terug strijk over mijn achterhoofd. Ik gooi de deken van mij af met n' zwaai, en kom alert overeind. Fijn, het is weer maandag.. werken. Ik zit even rechtop in m'n bed, een paar seconden dagdromend uit het raam. Nogmaals met m'n hand door mijn haren heen, loop ik naar beneden, waar papa zit te wachten met een ontbijtje. Wat een goede kerel is het toch altijd geweest. Ik vraag me eigenlijk af hoe het met hem was toen moeder nog leefde. Glimlachend plof ik neer op de keukenstoel, en duw een keizerbroodje in m'n bakkes, genietend. Terwijl mijn vader verteld wat voor 'goede jongen' ik ben, valt mijn blik langs hem op het raam. Het is een kille winter, kale bomen, geen vogeltje te bekennen... Maar toch voelt het diep van binnen warm, met mijn vader aan m'n zijde. Hm... Oh, oeps! Ik zie op de klok dat het tijd is, zal het gebeuren dat ik al de eerste dag te laat kom op mijn werk?
''Vader, ik moet gaan. Tot vanmiddag.'' Met mijn laatste stukje brood nog in mijn mond, haast ik me naar de gang. Ik pak mijn jas, en fietssleutels...Niks vergeten? Nee, ik geloof het niet.
-''Moet ik je anders brengen? Het is glad buiten.''
''Neehoor, het lukt wel. Blijf jij maar lekker warm binnen.''
Ik pak mijn stuur vliegensvlug beet, spring op t' zadel, en rijd de straat uit.
Anoniem
Popster



Clara (5 December, 1942)

Ik trek de messenla open en pak een geschikt mes. Het was net 7 uur geweest, het tijdstip waarop we, mijn zusjes en broertje, onze kamers niet uitmochten. Hiervoor was natuurlijk een reden. We mochten onze kamers niet uit aangezien er om precies 7 uur een pakket bij ons geleverd werd. We mogen niet weten wie het pakket levert, dat is te gevaarlijk, maar ik zou hem zo graag willen ontmoeten, diegene bedanken, dat hij ons in leven houdt. Ik steek het mes in het pakket en snijd hem open. Zoals gewoonlijk zit er wat eten, 1 flesje melk, 1 fles water, wat vieze aardappels en een paar magere stukjes vlees. Ook zitten er dit keer een paar nieuwe schoenen in. Maatje 27, voor Johanna dus, mijn zusje van 3. Heel voorzichtig pak ik de doos uit en doe ik alles in de koelkast. Als er iets met het eten gebeurd, waardoor we het niet meer kunnen eten, zijn we de sigaar. We zij al extreem mager, mijn zusje van 1, Sara is het aller magerst. Een paar keer had ik haar vast en voelde ik haar hartje gewoon stoppen met kloppen. Dan fluisterde ik: "Kom op Sara, blijf bij me, ik weet dat je het kan!" En dan sloot ze haar ogen, ze ging niet dood, ze sliep, maar ik heb het gevoel dat ze elk moment wel dood kan gaan. Dit alles door die Duitsers. Eerst kwamen ze ons land in, vervolgens gingen ze de regels aanpassen en nu... Opeens hoor ik ergens een deur open gaan, ik kijk geschrokken om me heen maar realiseer dan, dat het bedrijf, dat in het andere deel van het gebouw zit, weer open gaat. Zij weten niks van ons bestaan, en dat mogen ze ook niet weten. Ik ga zachtjes zitten op een stoel en begin een gebedje voor een beter leven op te zeggen in mijn hoofd. Daarna sta ik op en loop naar de kamer van mij en Sara. De deur staat altijd open, aangezien deuren openen en sluiten teveel geluid maakt. Ik kijk naar Sara, haar zo zien doet me pijn. Ze is mager en heeft een witte doek strak om haar mondje heen gebonden. Moeizaam ademt ze door haar neus. Zo graag zou ik de doek eraf trekken en haar een dikke knuffel geven, maar het gaat niet. De doek zit er niet voor niets. Zonder die doek kan ze brabbelen en gillen en ja, dat maakt teveel geluid. Haar eten geven is daarom ook erg riskant. Ik loop naar Sara toe en geef haar een aai over haar bol. Ze slaapt nog, dus ik laat haar lekker liggen. Vervolgens loop ik naar de kamer van Johanna en Jasper. Zij slapen niet meer, maar zijn gekke handgebaren naar elkaar aan het maken. Ik wil wel lachen, maar ghet gaat niet. Ik loop naar Johanna toe en til haar uit bed en ditzelfde herhaal ik bij Jasper. Ze lopen achter me aan naar de huis- eetkamer waar we alledrie gaan zitten. Johanna haar nieuwe schoenen staan op tafel, met een paar gebaren leg ik haar uit dat ze van haar zijn. Gelijk trejkt ze ze aan. Er is vreugde van haar gezicht af te lezen, een gevoel dat ik al lange tijd niet meer heb gekend.
Account verwijderd




Samuel

Het is bijna 11 uur, en ik fiets het smalle straatje in naar m'n werk. Het is er erg rustig, er zijn maar een paar mensen op straat. Ik zet m'n fiets neer tegen de muur van t' kantoor, en zie dat er 3 mensen langslopen, met gele Jodensterren op hun lappen jassen gespeld. Ze kijken me vuil aan, omdat ik een Duitser ben, zeker. Soms haat ik dat, want ik heb nog nooit iemand iets kwaad gedaan. Nadat ze mij voorbijlopen, beginnen ze zachtjes met zijn drieeen te smoezen, en lopen ze de hoek om. Ik hoor een belletje afgaan, als ik de krakende voordeur open, en weer achter mij dicht trek. Wat rondkijkend, loop ik perongeluk tegen iemand aan. ''Oh, meneer. Mijn exuses! Ik had u helemaal niet gezien...'' Mijn hoofd gaat een stuk omhoog, om de man aan te kunnen kijken. Hij is erg lang. -''Haha, geeft niet jongen!'' Hij ziet er beleefd uit, en netjes. Hij draagt zwarte lakschoenen, een donkerblauwe spijkerbroek, en een wit overhemd. Zijn grijs neemt af, en kijkt mij vragend aan. ''Kan ik je ergens mee helpen?'' Er komt niet veel licht in het gebouw binnen, het is een saaie en stoffige bedoeling. We lopen langs houten kasten met vele enveloppen en boeken erin. Ik vertel aan de man dat ik hier voor de nieuwe baan kom. De man knikt, en verteld dat ik mee mag lopen. We lopen samen een smalle houten trap op, die in een slinger naar boven gaat. Het lijkt hier nog wel stoffiger te zijn dan beneden! Nu snap ik wel waarom ze zo snel nieuwe werklieden aannemen. Hij seint me naar een stevig ventje, achter een klein bureautje. Langzaam loop ik naar hem toe. De man kijkt op van zijn papierwerk, met half dichtgeknepen ogen. Hij draagt een rode, wolle coltrui, met een berge spijkerbroek en ook nette schoenen eronder. Ik herhaal dat ik voor de baan kom, en begin me een beetje zenuwachtig te voelen. ''Hmpff''. Het is even stil. De man staat op, loopt om zijn bureautje heen, en komt voor mij staan. ''Je kan beginnen met de dozen die buiten voor de gevel staan, hier naar binnen te brengen, en in die hoek te zetten. Daarna wil ik dat je beneden gaat aanvegen. En als er een klant komt, wees vriendelijk.''
Denkt die man nu van mij, dat ik een onbeleefde jongen ben? Of lijkt dat nu alleen maar zo... -''Ja meneer. Maar wat zit er eigenlijk in die dozen als ik vragen mag?'' Hij fronst zijn rechter wenkbrauw, en zet een blik op, dat niet een ál te goed teken geeft. ''Jij bent wel een nieuwschierig mannetje. Ik wil dat je je niet bemoeit met mijn zaken, en doet wat er gevraagd van je word, als je deze baan wilt hebben. Ik wil je kunnen gaan vertrouwen. Dus zorg daar dan ook voor.'' Mompelend draait hij zich om en loopt naar een andere kamer. De man met het witte hemd die ik als eerst ontmoet heb, schud zachtjes zijn hoofd. Ik begrijp meteen wat hij bedoelt: het ligt niet aan mij. Met een kleine zucht loop ik de krakende trap af, en open de voordeur met dezelfde kraak, en hetzelfde belletje nog steeds. Hurkend begin ik dozen op te tillen, en mee naar binnen te nemen. Het geluid van de deur word zo een aantal keren herhaald.
Anoniem
Popster



Clara

Met mijn ogen volg ik Johanna die door de kamer aan het dansen is op haar nieuwe schoenen. Het is leuk om haar zo te zien, het geeft je een warm gevoel van binnen. Als Johanna stopt met dansen en uitgeput op een stoel gaat zitten frummel ik wat aan mijn rokje en luister aandachtig naar de geluiden uit de rest van het huis. Ik zou zo graag in de schoenen van 1 van die mensen daar staan. Heerlijk zonder zorgen vrij zijn. Doen waar je zin in hebt en gaan en staan waar je wilt. Mijn zusjes, broertje en ik kunnen dat niet. Ja, we zouden het achterhuis hier kunnen verlaten, maar we mogen parken niet in, cafés niet in, we kunnen niet aan eten komen en iedereen kijkt belachelijk naar ons omdat we zo'n lelijke gele ster op ons geplakt hebben. Niet dat ik niet trots ben op mijn geloof, meer dat de doordringende blikken je kapot maken. Ze zien ons als ongedierte! Bovendien hebben mijn ouders mij gewaarschuwd voor wat er komen gaat. De joden worden weggebracht. We weten niet waarheen, maar we denken niet dat het al te best is. Vroeg of laat moeten we toch onderduiken en het veiligst is om de duitsers niet eens te laten weten dat je bestaat! Ze wisten het wel van mijn ouders en waarschijnlijk zijn ze daarom ook weg. Ze werkten bij het verzet en werden gesnapt en moesten gelijk naar huis om enkele spullen te pakken en daarna moesten ze op de trein. Naar een andere plek. Weg dus, en ze konden mij en mijn zusjes niks van hun laten weten. Daar is slechts 1 reden voor: Ze lezen je brieven. Toen ze hun spullen gingen pakken in huis hebben ze mijn zusjes, broertje en mij naar het achterhuis gestuurd en we mogen er nooit meer uit komen. En met nooit bedoel ik tot we zeker weten dat alles veilig is. Ik zucht en sta op. Voor me staat een bak met alle tijdschriften die we hebben gekregen. Ik pak er eentje over ruimtevaart. Een onderwerp dat me totaal niet interresseert, maar het is het enige tijdschrift dat ik nog niet heb gelezen. Ik ga weer zitten en lees het hele blad door, doe elke puzzel en bekijk ieder plaatje tot ik het uit mijn hoofd ken. Vroeger was ik na 2 minuten wel weer klaar met zo'n tijdschrift. Nu is het het stukje plezier dat er nog bestaat in mijn leven.

--

Srry kort ♥
Account verwijderd




Samuel

Soms denk ik nog wel eens aan mijn moeder, hoewel ze er al bijna 15 jaar niet meer is. Hoe ze elke elke zondag een chocoladecake bakte, hoe ze m'n kleren waste met een heerlijke bloemengeur, hoe ze haar handen door m'n haren haalde, wanneer het door de storm warrig zat. Ik mis haar. Er zal nóóit meer zo'n vrouw komen als zij. Waarom moest het bij haar gebeuren? Precies bij haar? Mijn vader is ook een heel stuk ongelukkiger. Niet alleen door zijn fatale auto-ongeluk, maar ook door het verlies van Lina, mijn moeder dus. Ze waren net 5 maanden getrouwd, toen het gebeurde. Mijn vader heeft daarom dus ook beloofd om nooit meer een andere vrouw te nemen. En ik vertrouw hem in zijn belofte. Ik kan mij die dag nog precies voorstellen!: Een prachtige tuin, met een grote fontijn. Met veel bloemen, bedjes met rozen... Een prachtige buvet tafel, waar we met de hele familie en vrienden van ons, een heerlijke vruchten bruidstaart aten... Het was een mooie dag. Maar ja, God bepaalt hoe het leven gaat, en als hij deze beslissing nam, dan moet ik het accepteren. Op een dag zal ik mijn eigen liefde ontmoeten, waarmee ik voor de rest van mijn leven gelukkig kan zijn. Ik til de laatste doos op, en word op m'n rug getikt. Ik draai me snel om, en zie dat het Emanuelle is. Emanuelle is mijn beste vriendin, altijd spontaan, vrolijk, soms een beetje brutaal... Ze haalt álles uit het leven wat erin zit.''Hey, wat doe jij hier?'' en ik glimlach. -''Kijken hoe het is met je, op de eerste dag van je nieuwe baan!'' Ze lacht mee. Ik zet de doos even op de grond, om haar te omhelzen. Dan word er uit het raam geroepen: Samuel Reinhard, die doos verplaatst zich niet vanzelf naarbinnen!

--

Sorry voor de late reactie! ik zal voortaan wel mailen hehe.
Plaats een reactie
Reageer
Om nieuwe berichten te laden: ingeschakeld