WatMoetHierKomen schreef:
Ik:
Charles William Alvey
-
Met een boek in mijn handen lees ik de woorden die me eigenlijk helemaal niet interesseren. Verveeld sla ik een bladzijde om en kijk boven het boek naar het meisje dat voor me zit. Ze draagt een simpele jurk die haar stand weergeeft, niks. Ik sla mijn boek dicht en leg hem naast me neer, ik kijk door de opening van de koets en zie hoe het landschap voor mijn ogen raast. "Als we thuis zijn zal je hofdame je alles uitleggen, de regels en je plichten, als mijn vrouw. En ze zal je andere kleren geven, zodat je er niet uitziet als een stukvuil zo opgeraapt van de straat." Vertel ik en leun weer naar achter. Mijn moeder had me gezegd op mijn woorden te letten voor ik vertrok, maar die gedachtes had ik gelijk opzij geschoven. Want kom op ze ziet eruit als een stuk vuil. Vol minachting kijk ik naar het meisje, waarvan ik de naam nog niet eens weet. "Hoe heet je eigenlijk?" Vraag ik, niet uit eigen wil maar omdat ik me gedwongen voel het te vragen. Ze heeft de hele reis niks gezegd en de stilte begint me te vervelen, net zoals dat zij me verveelt.