LadyStardust schreef:
Traagzaam schudde ze haar hoofd zodra hij weer begon te praten en zichzelf moest stoppen. Hij dacht hardop na, wat over het algemeen geen eigenschap was waar Cassidy een hekel aan had, zo wist ze tenminste wat er om ging in zijn hoofd. 'Yeah I got the note, just stop, Macho.' Murmelde ze tegen de jongen, onderwijl ze achteloos een pakje sigaretten en een aansteker uit haar tas tevoorschijn haalde. Een sigaret bevond zich niet veel later, brandend en wel, tussen haar lippen. Het pakje, evenals de aansteker, reikte ze uit naar de jongen, vragend een wenkbrauw opgetrokken. Door haar werd het gezien als een gebaar van vriendelijkheid, wat al verbazingwekkend genoeg was, zeker aangezien haar vriendelijkheid zeker af was genomen gedurende de apocalypse, tot het punt waar ze zich nu bevond, waar ze vaak gezien werd als gevoelloos, bitter, cynisch en kil. Vroeger was ze anders, dezelfde eigenschappen, al kon ze vrolijkheid en vriendelijkheid toen nog een deel van haar persoonlijkheid noemen. Twee eigenschappen die ze al snel op moest geven toen de apocalypse kwam.
Veel moeite kostte het haar echter niet om van de eigenschappen af te komen. Ze werd onbewust door haar ouders opgevoed om te worden hoe ze was. Nooit zeiden ze haar dat ze trots op haar waren, of onder de indruk door iets wat ze gedaan had. Het was altijd haar broer. De jongen met het hoge IQ en de succesvolle toekomstdromen, in tegenstelling tot haar. Er was niets mis met haar IQ, sterker nog, het was vrij hoog, wat immers een rol speelde als het aankwam op hoe ze tot zo ver de apocalypse al overleefd had. Het probleem was dat ze nooit druk bezig was met school, Cassidy besteede haar aandacht aan machines, auto's motoren... Manier vinden om de voertuigen sneller te maken waar nog geen mens over na had kunnen denken. Haar ouders daarentegen vonden het nutteloze hobby's. Ongeschikt voor meisjes zoals zij. Nee, ze moest maar wat meer op haar broer lijken, goed in wiskunde, natuurkunde, scheikunde en wat al niet meer. Haar broer gaf ze hier echter de schuld niet van, hij wilde ook niet dat hun ouders zo reageerden op haar. Hij was een goede jongen, vriendelijk en rustig. De enige persoon wie haar aanmoedigde en haar niet vertelde te veranderen en haar hobby's op te geven om zich te focussen op school.
De jongen zijn stem was hetgeen wat haar weer terugbracht naar de realiteit, tot voorkort afwezig door haar eigen gedacht. Wat hij zei klonk echter niet geheel logisch in haar oren, al kon ze het hem niet kwamlijk nemen. Ze wist niet zeker of hij gedrogeerd was, maar als dat we het geval was, kon het het middel zijn wat hij toegediend had gekregen wat hem dit soort beelden zou kunnen geven. 'That's exactly what I am, just an illusion made up by yer subconsious, to help you stand up and have annoyin' comments on everythin' ya say.' Mompelde ze, het sarcasme spatte er vanaf, al bedoelde ze het eerder als een grap dan als een belediging.
Haar ogen had ze momenteel even gericht op de grond, die ze amper kon zien door het gebrek aan licht, onderwijl ze wat rook uitblies en de sigaret tussen haar wijs- en middelvinger hield. Zijn uitspraak ongeboeid aangehoord, en na een keer met haar ogen gerold te hebben antwoordde ze dan ook maar. 'Oh of course, I'm so grateful.' Helemaal verstaanbaar waren haar woorden echter niet, wegens haar accent en mompelende toon, evenals de sigaret die ze tijdelijk tussen haar lippen had.
Op zijn opmerking ging ze niet in, ze vertikte het om er meer aandacht in te steken dan nodig was. Waarom zou ze? Ze wist dat hij niet zou stoppen met haar klein noemen, zijn belediging kon ze echter nog wel hebben. Zelf was ze immers ook niet de vriendelijkste tegen hem geweest, wat ze zelf ook wel door had. Met een opgetrokken wenkbrauw keek ze toe hoe hij weg liep, zonder verder ook nog maar iets te zeggen. Ergens was het wat beledigend. Ze bood hem hulp aan, wat in deze tijden vrijwel hetzelfde betekende als iemands leven redden. Als ze hem hier had laten zitten, zonder hem ook maar een blik waardig te zijn, was hij misschien al wel het slachtoffer geworden van een Walker of een bende. De manier waarop hij liep vertelde haar echter genoeg over hoe hij er werkelijkaan toe was, en ze vertrouwde het niet helemaal. 'Ya sure yer gonna make it to wherever yer off to? At least lemme help ya... So I know ya didn't die because 'a me.' Snel had ze haar hamer van de grond gepakt, waarna ze snel achter hem aan liep, hem binnen de kortste keren ingehaald, tot ze naast hem liep, ongeboeid of het hem aan stond of niet. 'The least you can do is tell me your name?'