Hier komen de laatste 3 forum topics
te staan waarop je hebt gereageerd.
+ Plaats shout
Mai
Check het forum voor gezelligheid!!
0 | 0 | 0 | 0
0%
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? Klik hier om een gratis account aan te maken.

> Sluiten
Helper
14 van de 24 sterren behaald

Forum

ORPG, gedichten en schrijvers < Virtual Popstar
O | If only we could turn back time
Marlee
Landelijke ster



''If only we could turn back time, to undo mistakes made,
tell me would you love me more?''


Lewis Jeremiah Wilkinson


May my heart
be the softest place you fall.
May this love
be the wildest place you run.



Zou 18+ content kunnen bevatten, just a little warning.
Amarynthia
Internationale ster



Kristina Harris



Een onwaarschijnlijk waanidee schoot door haar hoofd. De vraag wat er gebeurd was moest op een andere manier te beantwoorden zijn. Wellicht was ze flauwgevallen, om wat voor reden dan ook. Misschien had ze iets verkeerds gegeten of gewoon te weinig gedronken. Dat moest het zijn. 
Vermoeid opende ze haar ogen, waarbij ze verblind werd door een fel licht dat door de bladeren door scheen. De bewolking van die ochtend had blijkbaar ruimte gemaakt voor meer aangename temperaturen. Met een zachte kreun duwde ze haarzelf omhoog van de grond, waarbij haar verzuurde spieren protesteerden. Ze had een bonzende hoofdpijn en een kurkdroge mond. Het voelde haast alsof ze de griep had, wat raar was, aangezien ze die ochtend niks gemerkt had. 
Nog altijd wat beduusd wierp ze een blik om haar heen. Een frons verscheen op haar voorhoofd. Waar waren haar spullen? Ze had haar rugzak nog altijd bij haar, maar de camera die ze had geplaatst om haar hypothese te bevestigen, was verdwenen. Was ze bestolen? Wie deed dat nou? 
Opnieuw dwarrelde het geschifte waanidee door haar hoofd: Wat als het echt was? 
Onmogelijk. Ondanks de extreme spierpijn kwam ze overeind en zette ze enkele verwilderde stappen. Ze herinnerde zich de plek waar ze was, ze herkende de vreemde treurwilg waar verschillende theorieën over waren. Theorieën die zij lachend had weggewuifd. Verwoed liep ze in de richting waar ze dacht vandaan gekomen te zijn. Haar fiets, weg. Het verharde pad, weg. De borden die de wandel- en fietsroute weergaf, weg. 
Lichte paniek kwam omhoog. Dit kon niet. Ze moest dromen, misschien zelfs hallucineren. Alles was beter dan het idee dat de theorieën daadwerkelijk waar bleken te zijn. 
Kristina hurkte neer op de grond en haalde haar rugzak van haar schouders. Verwoed doorzocht ze haar spullen, om godzijdank te kunnen concluderen dat haar spullen niet verdwenen waren zoals haar camera of haar fiets. Ze had niet veel bij zich. Een sjaal, wat eten en drinken, haar schetsboek, haar portemonnee en natuurlijk haar telefoontje. Deze laatste haalde ze uit haar voorvakje, maar het scherm verlichtte niet. 
‘Shit,’ fluisterde ze, haar stem verrassend schor. Ze hield de ontgrendelingsknop langer ingedrukt, in de hoop iets van leven op te wekken in het apparaat. Tevergeefs, natuurlijk. ‘Shit, shit, shit.’ 
Haar hart bonsde in haar keel. De tranen stonden haar nader dan het lachen. Ze stopte haar spullen weer terug en kwam overeind. Ze moest iemand vinden. Ze moest uitvinden wat er aan de hand was. Wellicht was het allemaal een misverstand. Dat kon niet anders. 
Verwoed liep ze door het bos, af en toe steun zoekende aan een van de bomen. Ze wist niet met wat voor klap haar lichaam in aanmerking was gekomen, maar het was alsof ze een marathon had gelopen en uiteindelijk de race had afgerond door een uur krachttraining te doen op een gewicht dat veel te zwaar voor haar was. Ze bedacht zich dat dit was hoe mensen zich moesten voelen nadat ze een ongeluk hadden meegemaakt: de bonzende hoofdpijn, de extreme spierpijn en het verontrustende idee van onwetendheid. 
In de verte zag ze een figuur lopen. Ze liep wat voorover gebogen en droeg een mand in haar armen. Eindelijk, iemand die haar antwoorden kon geven. 
‘Wacht!’ riep Kristina. Ze zette haarzelf af van de boom en liep richting de persoon. In diezelfde tijd draaide de vrouw zich om, waarna ze met een verschrikt gezicht de mand liet vallen. 
‘O hemel.’ De stem van de vrouw sloeg over. Ze klonk oprecht van slag. Zag ze er dan zo verwilderd uit? ‘Alstublieft, bespaar mij,’ sprak de oude vrouw. 
Die woorden brachten Kristina tot stilstand, waardoor er enkele meters afstand tussen het tweetal bleef. Nu pas bestudeerde Kristina de vrouw goed. Fuck… Daar waar de kleding in de verte eruit had gezien als een normale oude jurk, zag ze nu daadwerkelijk dat de vrouw een gewaad droeg dat niet veel voorkwam in haar tijd. Juist, haar tijd… De theorieën waren waar: De boom was een poort van de tijd. En, blijkbaar had Kristina daar gebruik van gemaakt.

@marlee 
Marlee
Landelijke ster



Lange tijd had Lewis op de stoel naast haar bed gezeten. Zonnestralen schenen schemerig door de gordijnen die op een kier stonden, het maakte haar lichaam minder bleek dan dat ze daadwerkelijk was. Af en toe depte hij met een vochtig doekje over haar verhitte voorhoofd, maar in haar slaap merkte ze daar niks van.
De dagen streken steeds sneller voorbij, en zijn moeder begon er steeds slechter uit te zien. Langzaam zakte ze steeds dieper weg en Lewis vreesde voor het ergste.
Met zware passen naderde zijn vader de slaapkamer. Zonder aan te kloppen stampte hij binnen en keek naar zijn zoon zonder waarde te schenken aan zijn eigen vrouw. Lewis keek niet op. ''Lewis. Het wordt tijd dat je uit die stoel komt en je taken gaat doen. Je hebt al lang genoeg niks zitten doen!'' Er hing een geïrriteerde toon in zijn stem, en Lewis wist dat hij maar beter kon luisteren naar wat zijn vader zei. Hij keek nog even naar zijn zieke moeder en stond toen op. ''Ze gaat achteruit.'' Deelde hij mee. Het was duidelijk dat zijn vader niet op de hoogte was van haar toestand en het maakte hem erg boos van binnen.
Zijn vader gunde haar geen blik waardig en keek met een gefrustreerde uitdrukking naar zijn zoon. ''De dokter is gister al langs geweest.'' Was het enige wat hij zei voor hij zich omdraaide, en bij de deur wachtte zodat Lewis hem zou volgen. De jongen wierp zijn vader nog een boze blik toe en balde zijn handen tot vuisten voordat hij de kamer uitliep. Waarom deed zijn vader of het hem niks kon schelen? Waarschijnlijk waren de roddels waar. De roddels over zijn vader die zijn handen niet thuis wist te houden op feesten en partijen. Het verbaasde hem niks, zijn ouders waren nooit erg hecht geweest. En zijn moeder had zich altijd vooral op haar kinderen gericht, waar zijn vader meer leek te geven om alcohol en partijen. Vooral nu zijn moeder op het sterfbed lag en hij zelfs op haar laatste momenten geen tijd voor hij leek te hebben vond hij erg vreemd. Maar wie was hij om daar wat over te zeggen?
Lewis maakte zijn weg naar buiten richting de stallen. In de ochtend maakte hij altijd een rit over het landgoed waar de arbeiders al aan het werk waren. Het was een standaard rit die hij maakte om te controleren of het werk goed werd gedaan, en of er geen problemen waren. Hoewel het een van de taken van zijn vader was, had Lewis die zonder te staken overgenomen. Het gaf hem de rust en ruimte die hij nodig had. Als hij te lang rond het huis bleef, zou hij gek worden.
Een van de stalknechten had zijn paard al opgezadeld zodra hij eraan kwam, en Lewis bedankte hem met een kort knikje. Hij nam de teugels over en sprong in het zadel.
De zon scheen helder vandaag en het was windstil, wat ervoor zorgde dat het droog weer was. Te warm om intensief te werken, in ieder geval. Hij reed stapvoets en daarna in draf over het bospad langs de velden. Het land van zijn vader strekte tot ver langs het bos. De enkele omwonenden waren vrijwel allemaal in dienst van zijn vader. En hoewel Lewis dagelijks zijn vader meehielp, kon hij zich amper voorstellen dat hij ooit in zijn schoenen zou treden. Als eerste erfgenaam zou hij namelijk alles erven. Dat betekende ook dat Lewis zou moeten trouwen. Hij merkte dat zijn ouders er de laatste tijd meer druk hadden achter gezet, maar tot nu toe had Lewis al zijn opties afgewezen. En dat zou hij waarschijnlijk blijven doen totdat hij geen andere keuze had, want hij was nog totaal niet bezig met een huwelijk. Hij durfde niet te dromen voor echte liefde, dat had hij allang kunnen afzien van zijn ouders. Liefde was een luxe voor mensen zonder titel.

@Amarynthia 
Amarynthia
Internationale ster



Paniek overviel haar. Voor een moment leek de tijd stil te staan. Verschillende gedachten raasden door haar hoofd, maar geen was duidelijk te onderscheiden. Het was een wirwar van gedachten, zorgen en emoties. Haar handen trilden en tranen zorgden voor een vertroebeld beeld. Haar leven stortte letterlijk in. Al haar dierbaren waren weg, alles waar ze voor gewerkt had. 
Kristina vermande haarzelf en richtte haar aandacht op de vrouw, die met een angstige blik een voorzichtige stap achteruit gezet had. 
Een verontschuldiging was misschien op z’n plaats geweest, maar op dit moment kon Kristina het niet opbrengen om formaliteit voorop te stellen. ‘Ik ben verdwaald,’ zei ze na een weloverwogen keuze wat betreft haar woordkeuze. Verdwaald in tijd, maar dat zei ze er niet bij. 
De woorden leken de vrouw iets op haar gemak te stellen. ‘Je draagt gekke kleding, jongedame.’ 
Kristina wierp een blik omlaag. Ze droeg een strakke, donkere broek met een effen shirt met driekwartsmouwen. Helemaal geen bijzondere outfit, maar als ze naar de kleding van de vrouw keek, geloofde ze dat ze hier niet vaak vrouwen zagen in een lange broek. ‘Daar was ik me niet van bewust, het spijt me.’ Kristina legde haar hand op haar voorhoofd en keek om haar heen. Ze had geen idee wat ze moest doen. Of beter gezegd, wat ze kòn doen. Ze draaide zich opnieuw naar de vrouw. ‘Alstublieft, help me.’ 
De vrouw leek nog altijd niet op haar gemak en wat angstig zette ze haar mand op de grond. Ze deed haar mantel af en stak deze naar haar uit. ‘Ik kan u weinig bieden, maar wellicht zal dit helpen.’ 
Kristina probeerde haar een dankbare blik toe te schenken, maar de chaos in haar hoofd belemmerde haar acties. ‘Dank u zeer,’ zei Kristina, niet helemaal zeker wat het juiste taalgebruik was. 
‘Als u me nu laat gaan…’
‘Oh, ja, tuurlijk. Het spijt me, ik wilde u niet afschrikken. Sorry. Heel erg bedankt. Eh, fijne dag nog verder?’ ratelde Kristina. De vrouw pakte haastig de mand op en draaide zich om. Kort keek ze Kristina argwanend aan, niet zeker wetende of ze wel te vertrouwen was. Kristina kon haast niet geloven dat ze bang voor haar was, al had ze op dit moment weinig tijd om erover na te denken. Ze trok de mantel over haar schouders. Het was een lang gewaad, maar aangezien de vrouw een stuk korter was geweest, kwam de stof tot halverwege haar schenen. Ze viel in elk geval een stuk minder op. 
En nu? Ze wreef met haar handpalm onder haar ogen langs, om de opkomende tranen te doen verdwijnen. Ze moest haarzelf vermannen. Ze had er niets aan om nu in een zielig hoekje te huilen. Ze moest een uitweg vinden. Misschien moest ze wel gewoon weer naar de treurwilg toe, wellicht was dat de weg terug. 
Het duurde even voor ze de plek had teruggevonden. In haar verwarde staat eerder was ze willekeurig een weg opgegaan, zonder aandacht te besteden aan de kant die ze opliep. Toch lukte het haar om de grote boom terug te vinden. Met grote passen stapte ze op het natuurverschijnsel af, om vervolgens haar hand op de schors te leggen. ‘Breng me terug, alsjeblieft…’ 


@marlee 
Marlee
Landelijke ster



In een trage pas volgde Lewis het bospad, zonder duidelijke bestemming. Hij zou als eerste langs het land rijden waar de werkers nu op het land bezig waren, zoals zijn taak ook was, maar hij had zijn gedachte er niet helemaal bij.
Hij snapte niet waarom hij zich zo boos maakte over het feit dat zijn vader het niet leek te schelen in wat voor toestand zijn moeder verkeerde. Hij had altijd al geweten dat hun huwelijk alles behalve gezond was, en dat ze afzonderlijk van elkaar een leven leidden. Het was dus geen verrassing dat zijn moeder nu niet zijn vader's eerste prioriteit was, maar waarom kon de man geen graatje medeleven tonen? Als het kon, zou zijn vader zelfs weer naar de stad terugtrekken, waar hij ongestoord op andere feesten en partijen kon bezoeken, van de drank kon nuttigen en andere vrouwen kon versieren. Een patroon dat zijn oudste zoon zonder problemen leek te volgen, maar Lewis was nog niet getrouwd en vond dat het daarom in zijn situatie nog te accepteren was.  Ook al was hij er niet erg trots op. In sommige opzichten leek hij wat dat betreft op zijn vader, en het beangstigde hem. Want hij wilde absoluut niet hetzelfde leven leiden als zijn vader.
Ongemerkt volgde Lewis het pad dieper het bos in. Zijn paard leidde hem tot de plek diep verscholen tussen de bomen, bij de enorme treurwilg waar hij uren alleen kon spenderen. Soms las hij er een boek en soms zat hij er enkel om zijn gedachten op een rijtje te zetten. Hij hield van de plek, omdat niemand hem er zou vinden. Maar toen hij bijna in de open cirkel kwam, zag hij plotseling een onbekend figuur bij de boom staan. Automatisch verplaatste zijn rechterhand zich naar de dolk die hij bij zich droeg, en bracht zijn paard tot stilstand. Hij zag nu dat het een jonge vrouw moest zijn, gekleed in een donkere mantel die slechts tot haar schenen kwam. Ze stond met haar rug naar hem toe en hoorde hem kennelijk niet aankomen. Hij liet zich bijna geluidsloos uit het zadel glijden en stapte op haar af.
''Wat doe je hier?'' Vroeg hij toen hij vlakbij haar stond. Pas toen viel zijn blik om het schoeisel dat ze droeg, en broekspijpen die strak tot haar enkels zaten. Zulke vreemde kleding had hij nog nooit gezien, en het schepte direct nog meer wantrouwen.
Hij schatte in dat ze geen groot gevaar zou zijn, maar hield voor de zekerheid nog steeds zijn hand om de dolk. Het zou hem niet gebeuren dat hij alsnog onverwachts zou worden aangevallen, want hij vond het al vreemd genoeg hier op deze plek iemand tegen te komen.

@Amarynthia 
Amarynthia
Internationale ster



Haar ogen prikten bij de gedachte van gevangenschap. Het voelde als een droom, als een hallucinatie of een waanbeeld. Overigens was dat de enige verklaring die zijzelf ook zou geven wanneer iemand haar vertelde dat ze door de tijd had gereisd. Toch leek die genadeloze droom dichterbij de werkelijkheid te staan dan ze had gehoopt. 
Zou de tijd daar stilstaan? Hoe lang zou het duren voor ze haar zouden missen? Niet lang, verwachtte ze. De hele dag door zaten haar vriend en zijzelf aan hun telefoon geplakt om de hoogtepunten van de dag met elkaar te delen. Ze zag haar vrienden bijna dagelijks en hoewel ze haar huisgenootjes niet veel sprak, was ze ervan overtuigt dat haar afwezigheid hen op zou vallen. Op ieder ander moment had ze het als een geschenk beschouwd, maar op dit moment was het een pijnlijk feit. Wat zou hun reactie zijn als ze over vijf dagen nog steeds spoorloos was? Hoe zouden haar ouders reageren? Haar vader die al een slechte doorbloeding had en haar moeder die altijd al overbezorgd was geweest. Wat als ze hen nooit meer zou zien? 
Geruisloos gleden er tranen over haar wangen. Er moest een weg terug zijn. Het was niet alleen hoop die het idee in haar gedachten prentte, logisch redeneren ondersteunde het kleine sprankje hoop dat ze had: waar een weg heen was, was ook een weg terug. Ze moest deze bizarre wetenschap bestuderen en het leek erop dat ze daar voldoende tijd voor zou hebben. Het was een groot raadsel waar ze naartoe moest. Ze had het oude vrouwtje moeten vragen naar het dorp, een plek om te overnachten. Wellicht een plek voor eten of…
Ruw werd Kristina uit haar gedachten geschopt. Met een vlugge beweging wreef ze de tranen van haar wangen terwijl ze zich omdraaide naar het geluid. Ze werd verrast door een aantrekkelijke jongeman, die haar wantrouwend in de gaten hield. Ondanks zijn alerte houding straalde hij een hoop status uit. Zijn kleding was van een veel betere kwaliteit dan die van het oude vrouwtje. Het kon niet anders dan dat deze jongeman een belangrijke afkomst had. Ze voelde zich flink geïntimideerd. De schrik moest te zien zijn in haar ogen en defensief stak ze haar handen in de lucht om haar onschuld te bewijzen. 
’S-Sorry. Ik wilde geen onrust veroorzaken.’ Haar stem beefde lichtjes. ‘Ik… ik weet alleen niet goed hoe ik uw vraag moet beantwoorden,’ bekende ze aarzelend. 
De donkerharige jongen leek wat gerustgesteld door haar reactie, maar was nog altijd op zijn hoede. Het was haar heus niet onopgemerkt gebleven dat hij naar zijn wapen reikte. Een verkeerde stap en dit kon het einde betekenen. Wie had dat gedacht? Een dood in een ver verleden. 
‘Ik ben verdwaald, ziet u? Ik heb geen idee waar ik ben en hoe ik mijn weg terug moet vinden.’ Dat was niet gelogen, maar het was duidelijk niet de complete waarheid. Ze hoopte dat haar zogenaamde onschuldige uitstraling voor het eerst in haar leven eens van pas zou komen. 
‘Waar kom je vandaan?’ vroeg hij streng. 
Ze slikte. Wat moest ze daarop antwoorden? Tranen stonden nog altijd in haar ogen, maar ze weigerde deze opnieuw te laten vloeien. Op dit moment kon ze het zich niet veroorloven om te huilen. 
Het was te lang stil. Ze kon niet eeuwig een leugen vermijden. De waarheid was in dit geval te gevaarlijk. Ze moest een verhaal verzinnen. ‘Ik… ik weet het niet. De plek waar ik vandaan kom heeft geen naam, ik woonde buiten het dorp. Het ene moment was ik aan het werk en het andere moment werd ik overvallen. Wat er daarna gebeurde weet ik niet meer, alleen dat ik hier wakker werd.’ Het was flink bluffen, maar het voelde alsof ze op dit moment niks te verliezen had. Ze hoopte dat die paar dramalessen die ze gevolgd had voldoende waren om geloofwaardig over te komen. 


@marlee 
Marlee
Landelijke ster



Lewis was nogal sceptisch als het ging om vreemden. Hij was ervan overtuigd dat hij de meeste omwonenden wel kenden, het was immers zijn vaders stuk land dat ze bewoonden. Als er mensen waren die hier niet woonden, waren het vaak reizigers of rovers. De vrouw zag eruit als geen van beide. Toch liet hij uiteindelijk zijn hand zakken, omdat haar twijfelachtige antwoord en onschuldige uitstraling hem ervan overtuigde dat ze hier niet was om kwaad te doen.
‘Waar kom je vandaan?,’ had hij gevraagd, waarna een lange stilte volgde. Hij was niet persé overtuigd van haar antwoord, maar begon langzaam een beeld te schetsen wat haar hier had gebracht. De uitdrukking in zijn gezicht verzachte, hij gunde het immers niemand toe om overvallen te worden. En zeker als ze alleen was geweest, was ze een makkelijk doelwit geweest voor de overvallers. ‘Hebben ze je pijn gedaan? Herinner je je nog hoe ze eruitzagen?’ Als ze nog in de buurt waren, dan was dat natuurlijk belangrijk om te weten. Ongetwijfeld zouden ze andere pogingen proberen als ze niet gestopt werden.
‘Nee… Ik voel alleen pijn aan mijn hoofd, maar ik weet niet meer wie het heeft gedaan,’ antwoordde ze tenslotte. Lewis knikte, maar daar kon hij niet veel mee. Misschien was ze nog te erg geschrokken om wat er gebeurd was, en zou ze het zich later kunnen herinneren. Hoe dan ook, hij was van mening dat hij haar niet hier alleen kon laten. Dat was onveilig, en sinds hij haar gevonden had op het land van zijn vader, vond hij dat ze nu zijn verantwoordelijkheid was.
‘Maak je geen zorgen. Overvallers houden het nooit lang vol. Ik zou je graag onderdak willen bieden, als je dat goed vind. Dan kijken we morgen wel verder,’ of hij er verstandig aan deed om een vreemdeling mee naar huis te nemen wist hij niet, maar hij wist zeker dat als hij haar verhaal zou uitleggen dat zijn vader het niet veel kon schelen. Het huis had genoeg ruimte en kamers, zijn vader zou het zelfs amper doorhebben als er gebruik van werd gemaakt. ‘Wat is je naam?,’ vroeg hij toen met een geruststellende glimlach.

@Amarynthia 
Amarynthia
Internationale ster



Een kort moment van opluchting werd verstoord door aarzeling en schuld. Hij geloofde haar, dat was positief. Ze had niet het idee dat hij haar verhaal volledig vertrouwde, maar het was genoeg voor hem om zijn schild te laten zakken, figuurlijk dan. Het voelde alsof ze misbruik maakte van zijn goedaardigheid. Maar, waren het daadwerkelijk goede bedoelingen? Ze wist weinig over deze tijd, maar het was haar bekend dat het een wrede wereld was. Het was niet onwerkelijk dat hij iets van haar wilde, waarom zou hij anders een onschuldige helpen? Misschien was ze zo naïef in haar eigen tijd, maar in deze tijd kon ze dat niet veroorloven. Helaas had ze weinig keus. Het zag er niet naar uit dat deze treurwilg een weg terug zou bieden. Ze moest een andere manier vinden en dat zou tijd kosten. Een onderdak zou geen overbodige luxe zijn.
‘Miss?’ 
De argwaan was terug op zijn gezicht. Haar aarzelende gedachten hadden teveel tijd opgenomen en dat was niet onopgemerkt gebleven. 
Kristina slikte moeizaam en wierp haar blik tot de grond. ‘Het spijt me… Ik weet niet goed wat ik moet doen.’ Een open kaart spelen leek haar op dit moment de beste optie om haar fout te herstellen. ‘Ik heb nergens om naartoe te gaan, maar ik wil ook niet blindelings mensen vertrouwen. Helemaal niet na wat er gebeurd is…’ 
De jongeman knikte begripvol. ‘Ik begrijp het. Het is verstandig om op je hoede te zijn, maar ik verzeker je dat je mij kunt vertrouwen.’ 
Ze grinnikte zacht, iets wat misschien onverstandig was, maar iets dat wel bijdroeg aan een meer ontspannen sfeer. ‘Dat is precies wat iemand zou zeggen die onbetrouwbaar is.’ 
Voorzichtig keek ze omhoog, om de reactie van de jongeman te pijlen. Het leek hem te verrassen, maar het zorgde er wel voor dat er een kleine glimlach gevormd werd op zijn gezicht. ‘Klopt. Om je vertrouwen te winnen, zal ik mij wel als eerste voorstellen. Mijn naam is Lewis Jeremiah Wilkinson.’ Hij stak zijn hand uit, een vorm van begroeting die blijkbaar niet veranderd was. 
‘Kristina Harris,’ antwoordde ze, terwijl ze naar zijn hand reikte. Ze had geen idee of een achternaam veel betekenis had in deze tijd. Het was een veelvoorkomende achternaam en ze hoopte dat het geen argwaan zou wekken. ‘Aangenaam.’ 


@marlee 
Marlee
Landelijke ster



Het was niet zo vreemd dat ze hem niet per direct vertrouwde. Het klonk natuurlijk ook wel verdacht, dat hij haar onderdak en veiligheid aanbood, maar er niks voor terugvroeg. Vooral na wat ze zojuist had meegemaakt, was het logisch dat ze dacht dat er meer achter kon zitten. Sterker nog, Lewis had er juist respect voor dat ze hem niet blindelings volgde. Er waren genoeg vrouwen die naïef in zouden gaan op zijn voorstel. Daarom besloot hij zichzelf als eerst voor te stellen.
‘Kristina,’ herhaalde hij, nadat ze naar zijn hand reikte. ‘Mooie naam,’ glimlachte hij. Zijn blik schoot over het landschap om hen heen. ‘Zie je al dit land?,’ vroeg hij aan Kristina, terwijl hij even over de velden wees waar hier en daar mensen druk aan het werk waren.
‘Het is allemaal van mijn vader. Het is mijn verantwoordelijkheid dat al deze mensen hun werk goed uitvoeren, dat het land er goed bij ligt. Maar ook dat ze zich veilig voelen, en dat er hier geen vreemde mensen rondzwerven.’ Hij keek Kristina even nadrukkelijk aan, maar lachte daarna zachtjes. Hij had het daarmee natuurlijk vooral over de overvallers die haar hadden lastiggevallen, aangezien hij er inmiddels in geloofde dat zij geen kwaad in de zin had.
‘Wat ik daarmee wil zeggen, is dat ik me er ook verantwoordelijk voel dat jij veilig bent. Dit is geen plek om alleen als vrouw rond te blijven zwerven. Laat me je verder op weghelpen.’



@Amarynthia 
Plaats een reactie
Reageer
Om nieuwe berichten te laden: ingeschakeld