Hier komen de laatste 3 forum topics
te staan waarop je hebt gereageerd.
+ Plaats shout
Anoniem
Hey, everybody!
0 | 0 | 0 | 0
0%
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? Klik hier om een gratis account aan te maken.

> Sluiten
Helper
13 van de 24 sterren behaald

Forum

ORPG, gedichten en schrijvers < Virtual Popstar
ORPG // One way out
Account verwijderd




Rhys Haddock ~ 23 



@olympiana 
Account verwijderd




Ik zat in de keuken toen ik het nieuws hoorde. Ons geheim was bekend. De regering wist dat wij bestonden, dat we ons hadden ontwikkeld in het geheim. Het was nu een jaar geleden toen ik voor het eerst mijn mutatie zag. Ik was in het bos aan het trainen met mijn broer in de sneeuw toen er een verdwaalde en hongerige wolf naar ons toe sloop. Jagen deed ik vaker, aangezien we niet veel geld hadden om mee rond te komen en vlees makkelijker uit het wild kon komen dan het voor een veel te dure prijs te kopen. Op die manier kon ik er ook voor zorgen dat de buren te eten kregen. In ruil daarvoor maakten de buren dan weer dekens van de huiden die we konden verkopen. 
Dit keer had ik mijn twee messen, waar ik normaal altijd mee rondliep, niet mee. Het was een zwaar en bloederig gevecht maar mijn broer had gelukkig nog een mes mee. Ergens wilde ik dat het gevecht nooit had plaatsgevonden, dat mijn broer de wolf had gedood, want zodra ik het mes recht in het hart van de wolf zette schreeuwde ik het uit van de pijn en scheurde er stukken vel op mijn rug open. Er verschenen twee zwarte, leerachtige vormen die zich langzaam vormden naar vleugels. De eerste dag waren het kleine vleugels, ze kwamen niet lager dan mijn taille. Het had nog twee met pijn gevulde weken geduurd voor ik weer naar buiten kon. Ik mocht me aan niemand laten zien, wilde me aan niemand laten zien en ging zodra ik ze onder controle had naar buiten, op zoek naar mensen die hier iets van snapten. 

Ik heb niemand gevonden, of durfde niemand te vinden, bang dat ze het zouden doorvertellen en dat ik als een of andere freakshow ergens zou worden tentoongesteld. 
Inmiddels ben ik weer thuis in ons huis aan de rand van het bos waar ik met mijn broer en zusje leef. Onze ouders leven al een tijd niet meer. Ik heb geleerd hoe ik mijn vleugels kan verbergen, maar ook dat ze sterker worden naar mate ik sterker wordt. Nu, een jaar na die eerste gebeurtenis, doen ze geen pijn meer. Ze zijn nog wel gevoelig als ik ze voel groeien, maar dat ben ik inmiddels gewend. In dit jaar heb ik meer getraind dan ooit, ik wilde kijken hoe sterk de vleugels konden worden, ik wilde zelf sterk worden. Ik heb ermee leren vliegen en gebruiken tijdens het jagen. Inmiddels ben ik er aardig behendig mee geworden. De vleugels, mijn vleugels, komen inmiddels tot mijn kuiten. Ze zijn pik zwart, hard, leerachtig maar zacht als je ze aanraakt. 
De littekens op mijn rug waar de huid is gescheurd zijn er nog steeds en die zullen ook nooit weg gaan, maar dat maakt me niet uit.

De regering had op het nieuws bekend gemaakt dat er gemuteerde mensen onder ons leefden die onmiddellijk moesten worden opgepakt. Er waren dan blijkbaar toch meerdere en ik vroeg me af of er meerdere zoals ik waren of dat er andere mutaties waren.
Nu verschuil ik mij in mijn huis en in het bos. Mijn vleugels komen alleen nog tevoorschijn als ik zeker weet dat ik alleen ben. Het is een kwestie van tijd voor ze me komen halen, maar ik zal voorbereid zijn.

(Wapen: http://www.katana-schwerter.de/data/articles/images/big/b_112.jpg)
Account verwijderd




Manuela - 21

Account verwijderd




Manuela was thuis toen ze het hoorde. Haar ouders hadden haar meteen erbij geroepen toen het bekend gemaakt werd. Mensen met een speciale gaven. Ze zouden allemaal opgepakt worden en weggevoerd worden. Slechts 1 van hen zou levend mogen terugkeren, en tot dan zouden ze vastzitten. Het klonk normaal, dat je de foute figuren in je samenleving eruit wilt werken. Iedereen zou dat natuurlijk willen. Mensen met gaven, het klinkt ook zo mysterieus en gevaarlijk, maar in de realiteit is het dat niet altijd. Manuela was daar het levende bewijs van. Op haar 6 jaar werd haar moeder ziek. Het gezin was de wanhoop nabij en op haar sterfbed was Manuela bij haar gaan liggen. Bij het aanraken van het hoofd van haar moeder waar de ziekte had gezeten, genas de vrouw onmiddellijk. Ze kon niet meer wandelen of spreken door een ziekte die mutaties in de hersenen had veroorzaakt. Dit alles werd terug mogelijk, gewoon door het feit dat het meisje van amper 6 jaar haar had aangeraakt met de handen. Het was magisch, maar in het begin zochten ze er maar niets achter. De volgende jaren gebeurden er speciale dingen. Zieke dieren werden terug beter door haar aanraking, mensen die blind waren konden terug zien, kinderen die doof geboren werden konden door haar terug horen. Ze vond het een enorm mooie gave om te hebben, zo zag iedereen het ook. In het begin was ze dan ook niet bang dat ze achter haar aan zouden komen, maar nu het nieuws verspreid werd bedacht ze dat ook zij onder die categorie viel, en de kans best wel groot was dat ze ook haar zouden komen halen. Overleven zou ze nooit. Mensen op een eiland droppen waar maar 1 iemand van mag terugkeren, daar zouden mensen elkaar de keel over snijden om naar huis te mogen. Manuela had dan wel haar gave, maar vechten en zichzelf beschermen kon ze niet. Ze kon dan wel genezen, maar geen doden weer tot leven brengen.

Wanneer er op de deur wordt geklopt kijkt ze op. Ze weet meteen wat er aan de hand is, en dat het ook geen zin heeft om te vluchten. Natuurlijk zouden ze haar meteen komen zoeken. Meer mensen weten van haar gave. Ze vond ook dat ze die ten volle moest benutten en iedereen moest genezen die het nodig had. Logisch dat zo een nieuws snel rondging en bij de oren van de mensen aan de macht terecht kwam. 'We verzoeken u om vrijwillig mee te komen', vertelde de man haar. Ze waren met 3 gekomen. Manuela knikte. 'Ik kom al', zei ze met een zuchtje. Wanneer haar moeder en vader haar in de armen vliegen houdt ze hen dicht tegen haar aan. Dit was misschien wel de laatste keer dat ze hen nog zou zien. Het deed haar enorm veel pijn, maar tegenwerken zou haar alleen maar meer in de problemen brengen dus ze zou gewoon meegaan. Om het voor haar ouders niet nog schrijnender te maken dan het al was. 'Zorg goed voor elkaar, ik kom terug. Beloofd', zei ze, al wist ze in haar achterhoofd dat ze die belofte niet kon waarmaken. Ze liep naar de deur toe waar ze geboeid werd, en door de mannen werd meegenomen. Dit was het dan, zo snel was het gegaan. @coronaquarantaine 
Account verwijderd




Het duurde welgeteld twee dagen voor ze me hadden gevonden. Ik hoor iemand op de deur kloppen en weet gelijk hoe laat het is. Al mijn zintuigen staan op alert. Gelukkig zijn mijn broer en zusje de stad in, dan hoeven ze hier niet bij te zijn. Ik loop rustig naar de deur toe en open die, waar ik drie mannen zie, duidelijk goed getraind, die van plan zijn mij mee te nemen. "Rhys Haddock? We verzoeken je mee te gaan op bevel van de nieuwe wet aangaande de gemuteerden". Ik haal mijn schouders op. "Ik heb geen idee over wie jullie het hebben. Een fractie van een seconde kijken de mannen verbaasd, maar dat zou natuurlijk te makkelijk zijn. Mensen in het dorp hebben me vast gezien en me verlinkt. "We vragen je rustig mee te komen, dan gebeurt er niks". Ik kijk ze boos aan, en zij kijken dreigend terug. Dan stap ik uit de deur en sluit hem achter me, verbergen wie ik ben heeft duidelijk geen zin aangezien ze vastberaden lijken mij mee te nemen. De man die net sprak knikt voldaan en wil me bij m'n arm pakken als ik die pak en achter zijn rug om draai. Hij kreunt even en stribbelt tegen, waarop de andere twee razendsnel reageren. Ik haal het mes van mijn rug en houdt het tegen de man zijn keel. "Luister", roep ik dwingend. Ze willen hun compagnon niets aan doen dus blijven ze wat twijfelend staan. "Ik ben geen mutand, ik ga nergens heen en je kan tegen die president van je zeggen die dit allemaal heeft bedacht dat hij zijn plannen in zijn reet kan steken". Ik laat mijn vleugels uit en stijg gelijk op. Dan gaat het heel snel, ze wisten blijkbaar welke kracht ik had en waren daarop voorbereid, wachtten er bijna op, dat zal verklaren waarom ze zo gehoorzaam waren, ze hadden me namelijk makkelijk aan gekund. 
Binnen een paar tellen ben ik opgestegen, heb ik de man die ik vast had naar beneden laten vallen, voel ik een enorme schok door mijn rechter vleugel en stort neer. Er is een soort taser doorheen gegaan. 
"Ik stel voor", zegt de man die ik heb laten vallen terwijl zijn vrienden me in de houdgreep vasthouden. "Dat wat voor ideeën je ook had om te ontsnappen, je die mooi in je eigen stopt en voortaan precies doet wat wij zeggen". Vervolgens werd het zwart voor mijn ogen en was het laatste wat ik me kan herinneren de gedachte: shit.. hier gaan we dan.... @olympiana 
Account verwijderd




Ze werd in een soort koffer van een busje gestopt. Het was nog best ruim voor een koffer, maar toch voelde ze zich niet op haar gemak. Het was donker dus ze kon niet zien welke kant ze uit zouden rijden. Ze hoopte maar dat er snel duidelijkheid zou komen. Veel mensen zouden vast proberen vluchten en niet begrijpen waarom zij zo rustig kon blijven. Zelf dacht ze daar anders over. Ze hoopte door haar goede gedrag gewoon geen problemen te veroorzaken bij voorbaat, om haar kansen allemaal open te houden. Nu tegenwerken zou haar alleen maar verzwakken, en die krachten zou ze genoeg nodig hebben om te kunnen overleven tussen de anderen, op een nog onbekende plek. Het leek uren te duren voor ze een raar geluid hoorde. Het leek wel alsof de wagen nu ergens op reed. Ze kon enkel niet goed beschrijven wat het was. Wanneer ze een toeter hoort weet ze het, de haven. Ze was nu bij de haven, maar waar zou dit haar naartoe brengen. De auto leek lichtjes te schudden, waar ze uit kon afleiden dat de auto door een boot naar een andere plek werd gebracht. Vreemd wel, zouden ze werkelijk naar een afgelegen plaats gebracht worden. Ze probeerde in haar hoofd te tijd bij te houden, en naar haar schatting begon de auto weer te rijden na een 2tal uur. De koffer vloog niet veel later open. Het licht brandde in haar ogen en ze zag dan ook niet meteen waar ze was op het moment dat de mannen haar optilden uit de koffer en haar op de grond lieten vallen. Ze kon ook niet in haar ogen wrijven door de boeien. Ze hoort het portier terug sluiten en het geluid van de wagen. Wanneer haar zicht terug verbeterd ziet ze dat ze in het zand zit. Verward draait ze zich om en ziet achter haar de zee. Zover je kan kijken zee. Hadden ze haar nu echt op een eiland achtergelaten. Ze probeert de boeien los te maken, en net wanneer ze stopt met wringen springen deze van zelf open. Verward keek ze naar haar handen en wanneer ze geluid hoort draait ze zich om en merkt op dat er meer mensen zijn. Hier begon het dus. @coronaquarantaine 
Account verwijderd




Als ik weer bij kom voel ik boeien om mijn polsen die achter mijn rug zitten. Ik zit achter in een busje maar we rijden niet. We staan stil en toch voel ik dat we bewegen. Gedesoriënteerd probeer ik te bewegen, me om te draaien om ook maar iets te zien maar ik zie niks. Ik besef me dat we op een boot zitten. We gaan naar de plek waar we elkaar moeten uitmoorden als een stel hyena's. Het idee is huiveringwekkend. Ik ben bekend met dood, maar niet met mensendood en dat was ik nou ook niet echt van plan. 
Plots voel ik dat we zijn gestopt. De deur gaat open en de mannen halen me eruit. De taser is al uit mijn vleugel gehaald en ze zijn weer ingeklapt, daar waar ze kunnen herstellen. Wanneer de mannen me op mijn rug gooien doet het pijn aan mijn littekens, ondanks dat ik een shirt aan heb. Ze hebben mijn messen afgepakt en met een ruk kom ik overeind. Ik wil naar ze roepen maar dan gooien ze me mijn wapens al toe. Ze lachen wat. Logisch dat ik ze krijg. Ik kan nu niks met die klote boeien en hier moet ik ze toch gebruiken. Als de mannen weg varen kijk ik voor het eerst om me heen en zie ik dat ik op een strand zit. Zo ver als ik kan zien is zee, waarschijnlijk een eiland waar we niet vandaan kunnen zwemmen. De zon schijnt hoog in de lucht, het is nog ochtend. Als ik om me heen kijk zie ik achter me een bos. Het strand is niet heel breed maar ontzettend lang en even verderop zie ik andere mensen. Nee, het zijn geen mensen, het zijn tegenstanders, tegenstanders die het gemunt hebben op elkaar en dus ook op mij. 
Zodra mijn boeien open schieten pak ik mijn messen en hang ze op mijn rug, dan denk ik na. Zouden er mensen zijn die willen werken aan een ontsnappingspoging? Ik weet niet wat voor krachten zij hebben maar er zal vast iets nuttigs tussen zitten. 
Ik hoor een schreeuw en zie iemand het water in rennen. Ik weet niet precies wat haar kracht is maar ze kan zich ontzettend snel verplaatsen in het water en lijkt zo te kunnen ontsnappen van deze plek. Lekker dan, ze had ook wel even aan ons kunnen denken. Dan volgt een schreeuw en een doffe dreun wat een soort koepel doet oplichten die vanaf het water omhoog reikt tot in de lucht en over het land heen. Shit. Dat zal een of ander schild zijn. Dan is vliegen dus ook geen optie.
@olympiana 
Account verwijderd




Angstig keek ze om zich heen. Een groep mensen was alvast het bos in gevlucht. Manuela was van plan hetzelfde te doen, maar toen merkte ze op wat voor mensen hier allemaal waren. Het waren niet enkel jonge, fitte mensen. Ze zag een oudere vrouw met moeite het bos in bewegen, maar er zat zelfs een klein kindje bij. Een meisje van ongeveer een jaar of 6. Ze deed haar wat denken aan haarzelf toen ze pas met haar krachten kon omgaan, maar wat zou het meisje van krachten bezitten? Dat wordt al snel duidelijk wanneer het kind onzichtbaar wordt en vervolgens terug zichtbaar. Het huilde en was duidelijk van streek. Dit konden ze toch niet maken? Manuela bekijkt het meisje en ziet dat haar polsen open liggen door de handboeien. In paniek zou ze vast zijn beginnen trekken en had ze zo haar polsen verwond. 'Ik kan je helpen', zei Manuela zacht. Ze wist niet of het een slim plan was maar ze had het gevoel dat ze het meisje wel kon vertrouwen. 'Ik ga je geen pijn doen', zei ze wanneer ze het meisje achteruit zag deinzen. 'Ik beloof het, laat me eens kijken', zei ze en ze opende haar armen, als teken dat het meisje naar haar toe mocht komen. Net wanneer ze het kindje wilt aanraken hoort ze een schreeuw. 'Ik maak jullie allemaal kapot!', zo klinkt het. Een helemaal doorgeslagen vrouw komt het bos uit gelopen. Haar ogen stonden op oneindig en als een gek begon ze met een zwaard te zwaaien. Die wou duidelijk zoveel mogelijk mensen uitschakelen om hier zelf weg te komen. Wat het kon doen met mensen. 'Maak je onzichtbaar, snel!', zei Manuela bang tegen het meisje. 'Dat gaat niet, dan moet ik blijven zitten! Dan kan ze me nog steken!', hoorde ze het kind huilen. Manuele zuchtte. Ze keek een paar kanten op en zag de vrouw intussen een oude man te lijf gaan. Dit wou ze niet zien. In een reflex tilde ze het kind op haar rug en begon als een gek het bos in te lopen. Met alle kracht die ze had liep ze. 'Hou me goed vast!', riep ze terwijl ze bleef lopen. Ze hoorde de man nog schreeuwen van de pijn. Het liet een rilling over haar rug heen gaan. Was iedereen hier werkelijk zo geschift. Onderweg richting het bos vond ze een dolk. Deze stopte ze in de binnenzak die in haar rok zat. Je wist nooit wanneer dat bruikbaar kon zijn. @coronaquarantaine 
Account verwijderd




Het meisje wat tegen de koepel aan was gebeukt heb ik niet meer boven water zien komen, ook niet achter de onzichtbare koepel. Zou ze nu al zijn verdronken? Ik draai me met een ruk om als ik een schreeuw hoor en een vrouw zie rennen naar een oude man. De oude man verweert zich niet maar slaat enkel een ijzige schreeuw horen. Binnen een oogwenk kleurt het zand onder zijn lichaam rood. De volgende die in de lijn van de vrouw staat ben ik. Haar ogen pinnen zich vast op mij en met een maniakale blik in haar ogen stormt ze op me af. Instinctief trek ik mijn messen en weer ik haar zwaard af. Ze is volledig gefocust op haar brute kracht wat mij een voordeel geeft aangezien ik ook techniek heb. "Sterf jij mormel" schreeuwt ze terwijl ze nog eens uit haalt. Ik wil haar geen pijn doen en blijf in de verdediging. Even vraag ik me af waarom ze haar krachten niet gebruikt, misschien zijn het wel krachten waar je in een situatie als deze niks aan hebt. Misschien focust ze zich daarom wel op brute kracht. Ik kets het zwaard uit haar handen en het vliegt door de lucht waarna het rechtop in het zand terecht komt. Een tel is ze afgeleid en dat is genoeg voor mij om te rennen. Ik knijp in het heft van beide messen en ren het bos in. Vanuit mijn ooghoeken zie ik dat anderen hetzelfde idee hebben. Ouderen, leeftijdsgenoten, kinderen.... Kinderen? Jemig wat een zieke mensen zijn het om kinderen hierheen te sturen. 
Het bos is dicht begroeid met een aantal begaanbare paden. Ik ren zo ver als ik kan en blijf dan nog een stuk door rennen. Onderweg neem ik de omgeving goed in me op. Bomen waar je makkelijk in zou kunnen klimmen, veel struiken, hier en daar een fruitboom en ik hoor een aantal vogels. Ik besluit dat ik zo lang mogelijk mijn vleugels wil verbergen hier. Krachten kennen van een ander betekent dat ze ook je zwaktepunten kunnen weten. De kracht van een wolf is zijn roedel, dus zodra die roedel er niet is, wordt de wolf zwakker. Na nog een tijdje rennen kom ik bij een rivier aan. Hij is breed maar niet diep en zit vol met stenen. Ik kijk beide kanten op van de rivier terwijl ik in de bosjes blijf staan en zie dat het water vanuit een berg komt. Dan besluit ik om aan de overkant van de rivier bergopwaarts te lopen. 
@olympiana 
Account verwijderd




Het kind hing huilend aan haar rug. Manuela hield haar stevig vast en eenmaal dieper in het bos hield ze het kind aan haar voorkant. 'Hou me goed vast oké? Ik zorg dat we veilig zijn, dat beloof ik je', zei Manuela met trillende stem. Ze kon dit niet beloven, maar wat moest ze dan? Dit meisje leek haar het jongste kindje hier en ze zou het zonder hulp geen dag halen. Hoe zou ze aan eten komen en zichzelf verzorgen? Dat kon toch helemaal niet. Moest haar familie hier zitten dan zou ze willen dat daar voor gezorgd wordt, en ze zou het kind dan ook beschermen tot het einde. Het meisje plooide haar benen en armen om Manuela heen. 'Goed, we gaan nog wat verder', zei ze. Manuela hield met haar ene arm het kind tegen haar aan, met haar vrije hand maande ze zich een pad door de dicht beboste kant van het landschap. Onderweg kwamen ze wat bomen tegen, hieraan hingen vruchten. Met haar genezende krachten en plantenkennis wist ze maar al te goed wat ze kon eten en wat niet. Eetbare vruchten plukte ze en nam ze mee. Ze merkte op dat het kleine meisje een lege rugtas bijhad en hierin verzamelde ze dan ook wat ze vond. Dat was best handig. Eenmaal ze bij het water kwamen, keek Manuela even hoe ze hier konden oversteken. Er lagen stenen en ze besloot dan ook maar door middel van de stenen aan de overkant te raken. Dit lukte vrij snel en eenmaal dit gebeurd was begon ze verder te lopen. Voor ze het wist zag ze een grot, verschuild achter een paar struiken. Eten had ze, en ze vond het nu dan ook vooral belangrijk om een schuilplaats te hebben om even rustig te kunnen zitten en praten met het meisje. Haar te laten weten wat er zal gebeuren. 'We zijn er', zei Manuela zacht ze liet het meisje los waardoor ze nu op de grond stond. 'Kom', zei ze en ze liep de grot in. Het was vrij donker maar door het licht van buiten kon je wel wat zien. Manuela zette zich op de grond neer en het meisje nam al snel bij haar plaats. Voor even moesten ze gewoon op adem komen. Het was niet niks wat er net gebeurd was. Wanneer het kleintje weer in tranen uitbarst trekt Manuela haar tegen zich aan. 'Rustig maar,' zei ze, al vond ze het zelf moeilijk om rustig te blijven nu. @coronaquarantaine 
Account verwijderd




Terwijl ik bergopwaarts loop hoor ik in de verte gekrijs. Hoe kunnen mensen nu al elkaar vermoorden? Alle hoop op een ontsnappingspoging was sowieso al weg toen ik die koepel zag, maar vanaf het begin al moorden? Dat was heftig.
Ik had geluk dat er zich niemand op dit pad bevond. Wanneer ik een tijd later pauze neem ben ik al een aardig eind de berg op. Vanaf hier kan ik een stuk zien van de omgeving. Ik klim nog eens in een boom om wat hoger te geraken en probeer iets opvallends te zien. Het bos is erg groot, dicht en strekt zich heel veruit. Wanneer ik naar links kijk, zie ik daar de rand van het bos. Hier beginnen vervallen gebouwen het terrein over te nemen. De zon staat nu hoog aan de hemel en ik blijf hier even in de boom zitten. Ik zie dat aan de voet van de berg een aantal fruitbomen staan. Hier moet ik maar gauw een voorraadje van aanleggen, maar ik moet ook bezig met een schuilplaats voor vannacht. Omdat ik moe ben blijf ik nog nog even in de boom zitten, de boel te observeren.
Ik kijk even naar mijn kleren en of het wel voldoende is. Veterlaarzen, een werkbroek met een aantal zakken en een t-shirt. Het is niet veel, maar gelukkig is het comfortabel en kan ik me er goed in bewegen. 
Na een korte pauze klim ik weer uit de boom en loop ik weer naar beneden. Het is minder dichtbegroeid hier en dat is niet handig voor de nacht. Onderweg probeer ik de omgeving zo goed mogelijk in me op te nemen. Er is hier in een lange tijd al niemand geweest lijkt het. Voor zover ik zie zijn er naast de vogels nog geen tekenen van ander leven.
@olympiana 
Account verwijderd




De 2 bleven voor een tijdje naast elkaar zitten. Het meisje snikte, Manuela dacht na. Het is gewoon zo wreed. Hoe kan je als mens nu meteen op een jachtinstinct afgaan en iedereen rondom je vermoorden? Tuurlijk, iedereen wou hier uitkomen, maar we zijn allemaal toch maar mensen. We hebben allemaal hetzelfde te verduren nu en we zouden elkaar toch juist moeten helpen. Zijn we dan echt zo een monsters? Is de maatschappij terecht bang voor ons geworden? Heeft Manuela het werkelijk in zich om iemand anders te doden? Ze schudt de gedachte weg en neemt het rugtasje waarin de vruchten zitten. Dat was wel genoeg voor vandaag, morgen zouden ze opnieuw voedsel moeten gaan zoeken met wat meer variatie in. Ze nam een appel en vervolgens de dolk. Met deze sneed ze de appel in stukjes die ze aan het meisje gaf. 'Ik ben Manuela, wat is jouw naam?', vroeg ze lief terwijl ze de appel in het meisje haar hand neerlegde en vervolgens zelf een tweede appel nam. 'Amber', reageerde ze, toch nog wat schuchter. Dat was ook zo normaal. Manuela had niets anders verwacht. Ze kon zich niet voorstellen om weggehaald te worden bij haar ouders op die leeftijd, met geen enkel idee wat er met haar zou gebeuren. 'Amber, dat is een mooie naam. Ik weet niet hoelang we hier nog gaan zitten lieverd maar het is belangrijk om goed te eten zodat we sterk blijven. Ik blijf bij je maar dan moet je me beloven dat je goed eet en drinkt en dat je naar me luistert als ik je iets zeg, is dat goed?. Manuela had zelf geen broers of zussen maar in haar genezing kwam ze veel in aanraking met kinderen. Ze wist dus wel hoe ze hiermee moest omgaan. Het meisje knikte gewillig. 'Goed', reageerde Manuela met een glimlach, terwijl ze van haar eigen appel begon te eten. @coronaquarantaine 
Plaats een reactie
Reageer
Om nieuwe berichten te laden: ingeschakeld