HarryStyles schreef:
Het was niet zo lang geleden dat hij de zon nog achter d ehorizon kon zien verdwijnen, maar aan de duisternis die er nu al heerste was dit niet meer te zien. De regenachtige, koude, herfst avond in Brooklyn was stiller dan gewoonlijk. Het was het griep seizoen dus velen lagen in bed, waren thuis en wilde niet riskeren nog zieker te worden door de kou. Enkel een vreemdeling was nog op straat te vinden. Een vreemdeling als Bucky. De jongen was bijna altijd buiten te vinden, binnen voelde hij zich niet op zijn gemak, voelde hij zich snel gevangen en benauwd. In kleine ruimtes kon hij ook zeker niet lang blijven, het bracht te veel herinneringen terug, pijnlijke dingen waar hij nooit meer aan terug wilde denken. Dus zich buiten houden was een veilige optie die Bucky zonder er veel over na te denken ook gelijk nam.
Mensen noemde hem wel eens gek, als hij op een koude winter nacht nog buiten door de straat wandelde enkel in de zwarte jas die hij al had toen hij hier aangekomen was. Waar hij hem vandaan had wist niemand, maar niemand vroeg er ook naar. Bucky was maar een vreemd type, veel mensen konde goed met hem opschieten omdat hij aardig was naar iedereen, maar anderen vonden hem raar, zelfs gevaarlijk. Maar dat had allemaal zijn redenen en het maakte hem ook eigenlijk niet uit, het boeide hem vrij weinig wat andere van hem vonden.
Zoals elke avond was Bucky weer over straat aan het lopen, waar hij heen ging wist hij niet, maar de bestemming was ook niet het doel, de reis er heen was wat er toe deed. Niet dat het zo een spannende reis was door de straten van Brooklyn. Terwijl hij op zijn gemakje de hoek om liep keek hij ook goed om zich heen, gevaar lag altijd om de hoek in deze tijden. Al was het deze keer niet gevaar dat hij om de hoek trof, maar een licht gedaant, inelkaar gezakt tegen de rand van een flat gebouwtje. Bucky, denkende dat het een zwerver was, liep op het gedaante af en greep al naar zijn portemonnee om hier geld uit te halen. Hij stopte hier echter mee toen hij opmerkte dat het gedaante absoluut geen zwerver was. Door het doffe licht van de lantaarnpaal kon hij het meisje een beetje zien, haar blonde haren en bleke huid, ze was niet veel bleker dan Bucky zelf, maar hij kwam dan ook uit een land waar sneeuw de norm was en de zon je niet bruiner maakte dan een Duitser in de winter.
Voorzichtig knielde hij neer bij het gedaante, onzeker of het meisje nog wel leefde of dat ze hier voor haar lol zat. Wellicht was ze gewond, in de war of gewoon in slaap gevallen aan de zijkant van de weg op de stoep. Bucky had wel eens gekker gezien, maar hij had zo het gevoel dat dit meisje niet zo gek was. “Excuseer mij? Is alles wel oké?” Vroeg hij haar voorzichtig, onzeker over de gehele situatie en bang dan contact leggen wellicht een fout zou kunnen zijn. Mensen vertrouwen deed Bucky niet snel, zijn vertrouwen was eens gebroken en nooit meer het zelfde. Het enige persoon dat hij na die tijd ooit nog vertrouwde was zijn beste vriend, maar hij was inmiddels ook al overleden.
@Shinde