Beethoven schreef:
Waar hij zich normaal best wel op kon dringen aan mensen als hij zijn zin wilde krijgen, besloot hij vandaag rustig af te wachten op het antwoord van de jongedame. Hij liet zijn naam even naar haar naamkaartje glijden: Lilith, dus. Als iemand angstig en onzeker was, dan had het sowieso geen zin om iemand te verplichten met je om te gaan. “Bedankt,’’ zei hij dan ook met een beleefde glimlach, toen ze aangaf dat ze het niet erg vond als hij er bij kwam zitten. Hij zette zijn dienblad op de tafel en nam vervolgens plaats. Hoewel hij best sociaal was en open stond voor contacten, had hij alsnog niet veel vrienden hier. Of het nou kwam doordat hij zijn gave maar al te graag gebruikte of dat het andere redenen had, hij wist het niet. Ergens begreep hij het ook wel; de meesten hier omarmden hun gave niet, maar waren er eerder bang van. Het was dan vast beangstigend als iemand zijn gave wel omarmde en het niet erg vond om ‘m te gebruiken. Nou ja, eigenlijk moest hij niet speculeren waarom mensen hem niet vriend-waardig leken te vinden. De stem van Lilith klonk hees en rauw, alsof ze een lange tijd niet gesproken had. Een logische verklaring volgde snel: ze zat al een tijdje in isolatie. Dat kon maar één ding betekenen, namelijk dat ze gevaarlijk was. Toch werd hij daardoor niet weggejaagd. Het maakte dit alles juist een stuk interessanter. “Na het ontbijt mogen we onze eigen planning van de dag maken. We moeten trainingen volgen voor onze krachten en soms wat experimentjes doen, maar de lessen zijn niet verplicht,’’ vertelde hij haar. Vervolgens begon hij aan zijn ontbijt en nam er een flinke hap van. Het eten hier was prima te doen. De porties die ze kregen waren groot genoeg en op dat gebied was Felix dan ook prima tevreden. Nadat hij zijn eerste hap had doorgeslikt, keek hij haar weer aan. “Felix, trouwens,’’ zei hij, terwijl hij naar zijn naamplaatje gebaarde. Ze had het al kunnen lezen, maar het was wel zo netjes om jezelf alsnog voor te stellen. Zijn hand gleed even door zijn nog vochtige haren en hij nam weer een hap van zijn ontbijt. “Maar isolatie dus, hmm?” Vroeg hij aan haar om toch het gesprek een beetje op gang te brengen. “Wat moet ik dan vooral niet bij je doen? Ik bedoel dit niet vervelend, maar het is gewoon.. Tja, ik denk dat je zelf ook wel weet dat mensen hier behoorlijk wat schade aan kunnen richten.” Hij wilde niet onbeleefd zijn met het stellen van deze vraag en het was zeker niet zijn bedoeling om haar op stang te jagen. Hij hoopte dat met zijn eerlijkheid te bereiken. Ook dat was een eigenschap van hem die niet iedereen altijd even goed wist te waarderen, maar daar was hij wel aan gewend. Hij at de rest van zijn bord leeg en legde zijn bestek op zijn bord. De kop koffie was inmiddels wel ver genoeg afgekoeld dat hij het zo kon drinken.