Paran0id schreef:
In zijn eigen concentratie verloren, liet hij zijn hoofd naar beneden zakken, zijn denkbeelden niet meer kunnen onderscheiden van de daadwerkelijke behulpzame die zich ergens diep verstopt bevonden. Zijn handen werden automatisch zijn punt van aandacht. Pijn golfde er al die tijd doorheen, de steken zozeer irritant ervaren dat hij ze niet langer negeren kon. Zijn huid zag paars aan, gezwollen gewrichten rond de plaatsen die hij benut had om zichzelf uit de grip van het touw te loodsen. De hoeveelheid kracht die hij erop had gezet had de kneuzingen amper goed gedaan; aan een van de twee kanten leken zijn botten van plaats verschoven te zijn, althans, lichtelijk.
"We're not lost." Met onverschilligheid geschreven op zijn gelaat, greep hij met zijn linkerhand naar de desbetreffende plek. Zijn overige vingers klemde hij rondom zijn duim. Zijn kaken waren wederom op elkaar geklemd geweest, geen geluid meer uit zijn mond laten komen zodat ze geen ongewilde attentie zouden trekken. Het bleek desondanks een machteloze poging, want zodra hij zijn duim terug in de kom wilde zetten, kon hij een grom van pijn die ontglipte niet tegenhouden. Zijn gezicht betrok voor het ogenblik dat de steken terugkeerden voordat de pijn wegtrok, niet afgeweken van het aanzicht op zijn hand, maar eerder het ijverig bekeken voor de verzekering dat hij het goed gedaan had. "We're just.. disoriëntated," vervolgde hij zijn uitspraak, de zelfverzekerdheid uitgestraald door het geloof dat hij het bij het goede eind had.
Nonchalant sloeg hij zijn armen over elkaar. "East, that way? Nah, I'm not buyin' that bullshit." Haar gelach beantwoordde hij met een strakke blik, waarna hij nog een laatste keer rondkeek. Geen enkele ervaringen had hij eerder opgedaan over het kompas maar hij wist wel welke richting welke was, of niet soms?
Hij schudde even zijn hoofd, zich gewend naar de grond onder zijn voeten, waarop hij zijn hand in zijn broekzak stak. Dat de vraag uit haar mond kwam kon hij amper geloven, het nog precies herinnerd hoe ze hem er altijd woedend op aansprak wanneer hij een sigaret wilde roken. De zin ontbrak afgezien daarvan om er een discussie over te beginnen. Hij trof een halfleeg pakje aan dat hij in zijn bezit had, een aansteker erbij aangetroffen die hij haar beide toegooide met de denkwijze dat ze het hem zo niet kwalijk nemen kon als hij er na haar ook een opsteken zou.