Dauntless schreef:
En daar ging ze weer. Eerlijk toegegeven Silas vond het best aangenaam om met Melissa te praten totdat ze over dit soort dingen begon. Toon op zen minst nog een beetje eigenwaarde. Dat dweperige, dat onderdanige, het was niet om aan te zien. Ze was geen bezit, ze kreeg toch een loon, eten, onderdak. Ja ze moest hem bedienen, maar dat woord bezit, het was haast verstikkend. Hij wilde er net iets van zeggen, toen iemand abrupt op zijn schoot kwam zitten. "Excuseer?" Silas stond haastig op. De dame viel bijna op de grond, maar kon zichzelf nog vasthouden aan de tafel.
"Wat herken je me niet meer dan? Komaan Silas het is niet zo lang geleden toch?"
"Ssst." Hij maande de dame tot stilte. Hoe kende ze zijn naam? En als ze dan toch wist wie hij was, waarom ging ze dan zo met hem om? Wie ging er nu zomaar op de schoot van de prins zitten?
"Scarlett? Nee dat meen je niet?" Zijn uitdrukking van afgrijzen sloeg om naar blijdschap en verbazing.
"Eerlijk toegegeven ik zou diegene moeten zijn die verbaasd is. Om iemand als jou hier tegen te komen."
"Lang verhaal, hoe dan ook de naam is Rowan momenteel en dit is Melissa." Hij vond het wel zo beleefd om de twee aan elkaar voor te stellen.
"Melissa is mijn dienstmeid en Scarlett. Wel ze was de dochter van de dienstmeid van mijn moeder, werkte ook aan het paleis, maar toen werd ontdekt dat ze magie beheerste en werd ze naar de academie gestuurd waar we een tijd samen studeerden. Denk je dat je binnenkort je lessen zal kunnen hervatten? Mijn voorstel staat nog altijd vast?"
Scarlett haalde haar schouders op: "Je weet hoe ik tegenover dat voorstel sta. Ik wil zelf mijn geld verdienen en dat doe ik met datgene waar ik het beste in ben." Ze knipoogde speels naar hem en Silas schudde zijn hoofd.
"Hoe dan ook het is fijn je terug te zien en jij..." zei richtte haar blik op Melissa. "Ik weet als geen ander hoe moeilijk het wel niet kan zijn om je constant in zijn gezelschap te bevinden, maar heel af en toe heeft hij zijn goede momenten."
"Oh wow een compliment dat ben ik niet van je gewoon."
Ida werd begeleid naar haar vertrekken. De deur werd op slot gedaan, wat ze had kunnen verwachten. In se zou ze het metalen slot makkelijk kunnen smelten. Al zou ze dan wel moeten opletten dat de deur niet mee in brand vloog. Daarbij een gesmolten slot zou teveel vragen oproepen. Liefst wilde ze gaan slapen, maar ze had belangrijkere zaken te doen. Ze stak enkele lantaarns aan en organiseerde de boeken en perkamenten die ze mee had genomen uit de bibliotheek. Een van deze boeken bevatte talrijke kaarten en informatie over de bouw van het paleis, inclusief geheime gangen. Het enige probleem was dat het in een oud dialect was geschreven dat Ida maar niet kon ontcijferen. Ze zou morgen aan Philemon kunnen vragen het te vertalen, maar was hij te vertrouwen? Hier en daar herkende ze een kamer. Als ze nu eens de kaarten overtekende, op verkenning ging en die dingen aanvulde die overeenstemden.