Requiem schreef:
Urenlang had hij gereden, getwijfeld of hij dit echt moest doen en er voor gezorgd dat er niemand achter hem aan zat. Hij zat in zijn auto en staarde naar het immense gebouw voor hem. Hij kneep zijn ogen dicht, balde zijn vuisten en ademde scherp uit door zijn neus. Toen hij zijn ogen weer opende, voelde hij de onzekerheid en de twijfels weg zakken en hij wierp een blik op de achterbank. Een schooltas, een flinke sporttas met kleding en een tas met fijne herinneringen om hem te kalmeren als het nodig was. Hij trommelde met zijn vingers op zijn benen, haalde nog een keertje diep adem en stapte uit. Hij pakte zijn tassen van de achterbank, sloot de auto af en liep met rechte schouders op het gebouw af. Hij wist dat het beter was om hulp te zoeken, omdat hij simpelweg te gevaarlijk werd voor zijn omgeving en er flink wat mensen naar hem op zoek waren met kwade bedoelingen. Terwijl hij daaraan dacht wierp hij een blik over zijn schouder, om er zeker van te zijn dat hij niet werd gevolgd. Toen hij niemand zag, haalde hij opgelucht adem en opende snel de deur van het imposante gebouw. Goede god, hier gaan we, dacht hij bij zichzelf.
Massa's papierwerk, gesprekken en screenings later, zat hij in een kleine ruimte met een eikenhouten bureau en donkerrode stoelen. Tegenover hem zat een man waarvan hij de naam na het voorstellen al vergeten was. ''Elias,'' begon de man. ''Je hebt er goed aan gedaan om jezelf aan te melden voor ons programma bij Golden Oak. Zoals je zelf al hebt omschreven, ben je een gevaar voor de mensheid en wij zijn hier uitstekend uitgerust om jou te begeleiden en je te helpen je krachten, of zoals je het zelf noemt, je lasten, te onderdrukken. Zo dadelijk nemen wij een vingerafdruk van je, delen wij je met een armband in bij je rang, worden de regels nog een keertje uitgelegd en krijg je je kamer toegewezen. Heb je voor nu nog vragen?'' Elias schudde met zijn hoofd en de man gebaarde dat hij weer op mocht staan. Nadat het hele riedeltje allemaal was afgehandeld en hij iemand had aangehoord over de regels van het instituut, liep hij met iemand mee naar zijn gloednieuwe kamer. Het was een voordeel dat hij hier al enkele mensen kende, dus hij was niet bang dat hij alleen zou komen te staan. Hij gooide zijn tassen neer en pakte een ketting uit zijn tas met herinneringen. Hij liet het door zijn vingers glijden en glimlachte terwijl hij terug dacht aan dat moment.
''Elias, stop!'' klonk het, gevolgd door een gierende lach. Hij hield Sierra aan haar middel boven het water, klaar om haar opnieuw het water in te gooien. ''Moet ik stoppen? Weet je dat heel zeker?'' vroeg hij grijnzend. Ze keek hem geschokt aan en net terwijl ze wilde gaan protesteren, gooide hij haar weer het water in. Zodra ze boven kwam, lachten ze allebei en hij zwom naar haar toe. ''Kom, klim maar op mijn rug. Dan zwemmen we terug naar de kant.'' Sierra klom op zijn rug en met grote slagen zwom hij terug. Hij liet haar van zijn rug af glijden, pakte haar hand en samen liepen ze naar de handdoeken. Hij plofte neer en plopte een fles champagne open, wat gevolgd werd door een applaus. Sierra hield de glazen op en hij schonk ze tot de rand vol. ''Proost,'' zei hij. ''Op ons tweede jaar van tolerantie.'' Ze lachten allebei en namen een slok. ''Ik heb iets voor je,'' zei hij tegen haar. Hij pakte zijn shirt en uit het borstzakje haalde hij een klein doosje, wat hij aan Sierra gaf. ''Het deed me enorm aan jou denken.'' zei hij. Glunderend maakte ze het doosje open en haalde het zilveren kettinkje eruit. ''Een klavertje vier?'' vroeg ze. ''Jij bent de enige die mij echt geluk brengt.'' zei hij zachtjes, waarna de tranen in Sierra's ogen sprongen. ''Elias Flynn,'' zei ze terwijl ze haar armen om zijn nek sloeg. ''Jij bent alles en meer. Ik hou van je.''