Bellamy schreef: Haar hoofd bonkte enorm. De harde klap van de landing had ervoor gezorgd dat ze met haar hoofd tegen de stoel aan geklapt was. Een klein straaltje bloed liep langs haar hoofd naar beneden en het deed toch aardig wat pijn. Echter was er geen tijd om bij kleine pijntjes stil te staan. Ze hadden veel te doen en zo te zien zou ze nog op moeten schieten ook. Het weer werd namelijk met de minuut slechter. Het leken net wilde beesten. De parachutes werden zowat uit elkaar getrokken door meerdere mensen. Ze wilde allemaal een tent maar pakte dit ongelofelijk stom aan. Ze had al snel door dat er iemand naar voren zou moeten stappen. Iemand die hen aanwijzingen gaf en hen vertelde dat alles goed zou komen. Iemand die de leiding zou nemen. Ze vond enkele meters van het schip vandaan een jas. De jas was zeker enkele maten te groot, maar snel trok ze hem aan. Ze verzoop er zeker in, maar het hield haar wel warm. Ze liep wat verder weg en zag in de verte grote stukken hout liggen. Hier zou ze misschien een overkapping kunnen maken, zodat ze daaronder kon slapen. Ook konden ze het hout voor vuur of iets anders gebruiken. Ze pakte enkele stronken op en sjouwde deze terug naar het camp. Ze legde het hout aan de zijkant van het schip waarna naar een grote steen liep. Ze klom erop en schraapte haar keel. "Guys, we have to build the camp first, also some of us need to hunt for food. We have to make sure that every single one of us has a place to sleep. Food is also important. Anyone that wants to hunt?" Ze zag enkele jongens hun hand opsteken waarna ze knikte. ome on guys, we have to finish the camp before it get's dark."
Kelloggs schreef: Alles om hem heen leek nog te trillen van de heftige landing die enkele minuten hiervoor had plaats gevonden. Het trillen veroorzaakte dat hij zich duizelig begon te voelen, iets waar Bellamy absoluut niet tegen kon. Het toenemen van de duizeligheid zette hem daarom toe tot actie. Zo snel hij kon wist hij zich uit zijn veiligheidsgordel te bevrijden en duwde hij zichzelf uit de stoel. De stoel waar hij voor zijn gevoel al veel te lang in had gezeten. Even kreeg hij het gevoel dat hij om zou vallen, maar zodra dat niet het geval was waande hij zich een weg naar buiten toe. Toen hij eenmaal buiten was, gebeurde alles snel. De frisse lucht die zijn neusgaten binnendrong zorgde ervoor dat zijn misselijkheid wegtrok, de kou liet zijn lichaam lichtjes schokken en de omgeving waar hij zich ineens in bevond trok meteen al zijn aandacht. Hij had zich altijd al afgevraagd hoe het hier zou zijn, maar dat het zo adembenemend zou zijn had hij nooit verwacht. Hij kon nog wel uren staren naar hoe prachtig alles hier was, alleen daar kreeg hij de kans niet door. Mensen om hem heen schreeuwden, gilden, vochten en deden er alles aan om meer in handen te hebben dan andere. Niemand had ook maar even oog voor waar ze zich nou eigenlijk bevonden en iedereen was alleen maar te druk met elkaar. Even wou Bellamy het gewoon maar laten. Niemand viel hem immers lastig? Maar zodra hij omver werd geduwd door twee jongen die vervolgen op hem vielen, was hij er klaar mee. Hij duwde de jongens van hem af en stond op. Iemand moest hier iets van zeggen of er zouden daadwerkelijk gewonden vallen, of zelfs misschien wel doden. Net wanneer Bellamy zijn stem wou gaan verheffen, besloot iemand anders dat al te doen. Een kleine frons ontstond op zijn gezicht terwijl hij naar het meisje keek dat iedereen probeerde aan te sturen. Het was goed dat iemand het deed, maar waarom nou weer Clarke? Bellamy had niet snel een hekel aan iemand, maar op de een of andere manier waren zijn gevoelens over Clarke niet bepaald positief. Waarschijnlijk lag dat dan ook meer aan haar familie dan aan haar zelf. Met een lichte twijfeling besloot hij het maar te laten. Hij wou er graag wat van zeggen, maar dat zou hem meteen in de belangstelling zetten en hij had wel iets belangrijkers te doen dan zich mengen in iets dat waarschijnlijk zou uitlopen tot een ruzie.
Bellamy schreef: Het kamp begon zowaar ergens op te lijken. Tenten begonnen te vormen van allerlei soorten materiaal. Parachutes, jassen, takken en bladeren. Ze liep rond en hielp af en toe waar nodig. Vele van de honderd kende ze al wel, een enkeling nog die zij nooit had gezien. Waaronder het welbekende meisje onder de vloer, het zusje van Bellamy Blake. Het meisje had enorm lang onder de grond mogen leven door het feit dat elk koppel maar één kind mochten hebben aan boord van de Ark. Ze vond het ergens wel enorm stoer van haar dat ze dat geflikt had, ze zou later nog wel met haar praten. Haar ogen scande door de bossen, op zoek naar een bron van voedsel. Ze waren nu al even op de aarde en honger zou vast snel toeslaan. Ze trapte wat struiken aan de kant waarna ze haar weg vervolgde, enkele meters het dichtbegroeide bos in. Ze taste was struiken af, op zoek naar bessen of iets dergelijks. Ze wilde net terug lopen naar het kamp om jachtgerei te zoeken toen ze stuitte op een soort van open boomstronk. In de boomstronk lagen klein noten. Ze pakte ze op en bekeek ze onderzoekend. Ze stopte haar zakken vol en liep snel terug naar het kamp. Ze pakte een noot uit haar zak en stopte deze in haar mond. Ze at hem op en knikte even. De smaak stond haar wel aan dus verdween er nog een noot in haar mond. Het duurde niet lang voor dat deze welbekende jobi noten aan het werk gingen. Even draaide alles om haar heen. Ze hield haar hoofd vast en schudde haar hoofd waarna ze op keek. Enkele meters van Murphy af zag ze een man staan, verkleed in een vechtuitrusting met messen. Ze wist echter niet, dat zij de enige was die het kon zien. Ze rende hard richting Murphy en sleurde hem tegen de grond. Murphy's eerste instinct was uithalen. Dit wel vol tegen het gezicht van Clarke. Bloed stroomde uit haar neus en haar lip werd meteen dik en blauw maar het interesseerde haar niet. Haar oog was enkel gericht op de man voor zich. "Maak dat je weg komt." Ze trok een zakmes uit haar zak en met trillende hand liep ze naar de man. "Jongens, ga naar achter voor hij uithaalt met zijn messen." Ze stapte vooruit en haalde uit met haar mes. Het mes verdween recht door de man, maar er gebeurde niks. Fronsend keek ze naar de man die vervaagde en verdween. Ze hield haar kloppende hoofd vast en zakte zowat door haar benen heen. "Wat zit er in die verdomde noten"
Kelloggs schreef: Ondanks dat hij Clarke niet bepaald kon uitstaan, moest hij toegeven dat ze het wel voor elkaar kreeg iedereen tot actie toe te zetten. De andere begonnen daadwerkelijk haar bevelen op te volgen zonder dat ook maar iemand tegen begon te stribbelen of een tegenwoord had. Waarschijnlijk besefte hun ook wel dat je niet ver zou komen met ruzie maken. Ze mochten dan nog wel kinderen zijn, maar dom waren ze absoluut niet. Bellamy geloofde sowieso niet dat mensen dom waren. Iedereen was slim op zijn of haar eigen manier en zodra mensen dat aan hem toonde kon hij dat echt waarderen. Het toonde een soort sterkte in mensen, een kracht. Nog even keek hij naar hoe iedereen druk bezig bleef en in harmonie samenwerkten. Het zorgde er ervoor dat hij ook wou meewerken, maar hij wou eerst zijn zusje vinden. Dat was belangrijker dan een kamp opzetten. Hij had haar al veel te lang niet meer gezien en hij maakte zich zorgen om haar. Het was zijn schuld geweest dat ze betrapt was. Het was zijn schuld dat ze opgesloten werd. Het was zijn schuld. Hij kon het zichzelf niet vergeven en hij betwijfelde of hij dat ook zou kunnen. Zijn moeder had hem altijd verteld dat hij op haar moest letten. Hij wist de regels. Die waren er echt in geramd, bij wijze van spreken dan. Toch, ondanks dat hij wist dat het niet mocht, dat het verkeerd af zou lopen, dat hij zijn zusje in gevaar zou hebben gebracht, toch deed hij het. Hij gunde haar zo veel meer. Hij gunde haar de wereld. Nog nooit betekende iemand zo veel voor hem als Octavia. Maar ook nooit zal iemand zo veel voor hem betekenen. Langzaam kwam hij in beweging. Hij waande zich een weg tussen alle andere. Zo onopvallend mogelijk ontweek hij de klusjes die hem opgedragen werden. Hij snapte ook wel dat hij eigenlijk mee moest werken, maar daar had hij echt geen tijd voor. Zijn ogen scande de mensen om hem heen. Hij was er zeker van dat Octavia hier tussen moest zitten, dat moest wel. Net wanneer hij dacht haar gevonden te hebben, net wanneer hij op het punt stond om naar haar toe te rennen en haar na al die tijd eindelijk weer in zijn armen te kunnen sluiten, gebeurt er iets in zijn ooghoek. Zijn blik schoot er heen en hij zag hoe Clarke op Murphy afrende, wat ervoor zorgde dat Murphy naar haar uithaalde. Snel daarna begon ze heel wat onzin uit te kramen terwijl ze met haar mes wat door de lucht aan het slaan was. Het veroorzaakte veel verbaasden gezichten en ondanks dat Bellamy ook niet begreep wat er aan de hand was, veroorzaakte het bij hem meer een bezorgd gevoel. Het bezorgde gevoel werd alleen meer erger zodra Clarke door haar benen heen dreigde te zakken. Uit reflex rende hij meteen op haar af, waarna hij zijn armen om haar heen klemde. " Clarke? Clarke kijk me is aan? Wat is er gebeurt? Ben je duizelig door de klap?" De woorden verlieten zijn liepen en de bezorgdheid die Bellamy nog steeds bij zich droeg was er duidelijk in te horen. Hij begreep niet waarom Clarke ineens zo raar deed en als hij eerlijk moest zijn veroorzaakte dat alleen nog maar meer bezorgdheid. Had ze echt iemand gezien en kon ze nu haar evenwicht nu niet meer behouden door dat Murphy haar zo hard sloeg? Of zijn het misschien de chemicaliën die ze bij elke snak naar adem naar binnen kregen? De vragen bleven zich maar opstapelen. Hij zou Murphy hier dan ook echt nog wel op terug gepakt hebben. Er was iets duidelijk mis met Clarke en ze probeerde hem alleen te beschermen. Hij had niet mogen uithalen en aangezien Bellamy hem langer kende dan vandaag en dus wist dat hij zijn excuses nooit zou aanbieden, wist hij dat hij niet anders kon dan Murphy op een later moment terug te gaan pakken.
Bellamy schreef: Alles om haar heen begon te draaien en even dacht ze dat ze flauw zou vallen. Haar benen werden slap en even leek het alsof ze in elkaar zou zakken. Op het moment dat haar benen het wilde begeven werd ze opgevangen door iemand. Twee sterkte armen sloegen om haar middel en hielden haar stevig vast. Ze keek omhoog, recht in het gezicht van Bellamy. Hij was wel de laatste van wie ze dit verwachtte. Vele vragen werden op haar afgevuurd en het kostte haar enkele tellen om alles binnen te krijgen. "Ik voel me wel duizelig, maar of dat door de klap komt dat weet ik niet." Haar ogen volgde traag de bewegingen die hij maakte terwijl ze wat tegen hem aanleunde, om te voorkomen dat ze op de grond zou vallen. "Ik heb deze noten in het bos gevonden. Ik heb er een paar opgegeten maar volgens mij is er iets met de noten aan de hand." Ze pakte enkele noten uit haar zak en liet deze aan hem zien. Ze kneep haar ogen even dicht tegen de duizeligheid waarna ze haar hand naar haar neus hief om wat bloed weg te vegen. "Zorg ervoor dat niemand deze noten eet, straks vermoorden we elkaar nog" Ze keek even naar Murphy die op stond van de grond en het tweetal zo voorbij liep om weer verder te gaan met bouwen. Ze zag hoe de rest ook maar zijn plan volgde om het kamp verder in orde te maken. Haar hoofd tolde nog steeds en ze voelde zich nog steeds niet heel lekker. Hopelijk zou het snel wegtrekken zodat ze aan de slag kon in het kamp. "Ik moet gewoon even zitten denk ik" Ze glimlachte kleintjes en maakte zich los uit zijn greep. "Bedankt, zonder jou was ik gegarandeerd neer gevallen op de grond." Ze draaide zich om en zette enkele stappen richting het schip. Dit met enkele moeite aangezien haar benen nog trillerig waren van het voorval van net. Ze hield haar bonkende hoofd vast in haar hand. Ze hoopte dat er nog wat water in het schip lag zodat ze ook nog wat kon drinken. De noten hadden ook haar keel enorm droog en pijnlijk gemaakt. Ze zou later nog wel uitzoeken wat er met de noten aan de hand was, en wat er in de noten zat.
Kelloggs schreef: Het duurde even voordat Clarke eindelijk begon met het beantwoorden van de vragen die hij enkele seconden eerder had gevraagd. Ze zei al snel dat ze niet wist of de duizeligheid door Murphy kwam en dat zorgde ervoor dat de boosheid die Bellamy in zich voelde richting Murphy wat verminderde. Hij vond het nog steeds niet oké van hem, maar het was op dat moment even niet anders. Snel daarna begon ze te vertellen over noten die ze eerder vandaag had gevonden. Een lichte frons ontstond op zijn gezicht en hij pakte de noten die ze uit haar zak had gehaald over, waarna hij ze wat bekeek. Clarke haar gedachtes over de noten verklaarde wel waarom ze voor de klap van Murphy ook al zo raar deed. Daarnaast klonkt het voor hem ook aardig logisch dat deze noten niet goed waren. Ze waren immers net op de aarde en ze wisten nog niks over de dingen om hun heen. Die noten kunnen vol zitten met giftige stoffen en als dit het enigste was wat erdoor gebeurde, had Clarke er zelfs nog geluk mee gehad. Het was dan ook veel te gevaarlijk om zomaar iets te gaan eten, al wist Bellamy dat dat uiteindelijk wel zou moeten gebeuren. Ze hadden geen eten meegekregen van de Ark en de honger zou snel genoeg op komen zetten. Nadat Clarke meldde dat hij ervoor moest zorgen dat niemand ze zou eten, stemde hij even in. Het was inderdaad beter dat iedereen er vanaf bleef voor de veiligheid van elkaar maar ook van hun zelf. Een paar eten had dus al een groot effect gehad, laat staan als er nog er een grotere hoeveelheid gegeten werd door iemand. "Ik zal er op letten dat niemand ze eet." Bracht hij dan ook uit. Het was immers een kleine moeite om een beetje te letten op de mensen om hem heen. Dat zou hij toch wel hebben gedaan, aangezien hij nog steeds opzoek was naar Octavia. Mensen begonnen weer verder te gaan met waar ze mee bezig waren en ook Clarke besloot actie te ondernemen. Ze had zich al los gemaakt uit zijn greep en vertelde hem wat ze ging doen, waarna ze hem ook nog even bedankte. Hij keek voor naar hoe ze zichzelf naar het schip probeerde te krijgen, waaruit hij al snel opmerkte dat dat haar alleen niet bepaald ging lukken. Nadat een zachte zucht zijn mond verliet, besloot hij dan ook achter haar aan te lopen. "Dat ik jouw persoonlijkheid niet kan uitstaan, betekend niet dat ik harteloos ben." Bracht hij uit waarna hij Clarke optilde en terug naar het schip bracht. Zijn woorden waren bot, dat wist hij zelf ook wel. Maar ze wisten beide dat de woorden die hij net uitkraamde wel de waarheid waren. Hij kon Clarke niet uitstaan en of dat ooit zal veranderen betwijfelde hij sterk. Ondanks dat wenste hij haar echter geen pijn toe en vond hij het een kleine moeite om haar even te helpen tot ze het wel zelf weer aan kan.
Bellamy schreef: De tocht naar het schip verliep moeizaam en alles draaide. Ze had moeite om zichzelf staande te houden, zich te focussen op het lopen. Ze struikelde haast over haar eigen voeten. Ze sloot haar ogen al waarna ze wachtte tot ze hard op de grond terecht kwam, echter gebeurde dit niet. Ze opende haar ogen en zag hoe Bellamy haar had opgevangen in zijn armen. Ze werd van de grond getild en zuchtend keek ze naar hem. "Dankje" bracht ze toch uit. Wat hij zei raakte haar maar het was ook geen geheim dat de twee niet elkaars beste vrienden waren. Ze likte haar lippen en wreef met haar hand over haar wond om te zien of het nog bloedde. Ze wachtte tot hij in het schip was waarna ze naar een van de hangmatten wees. Deze had ze Wells laten ophangen. Deze konden zowel dienen als slaapplek maar ook als rustplek voor mensen die gewond waren of net zoals Clarke de noten hadden gegeten. Niet veel later voelde ze hoe ze terecht kwam in de hangmat. Ze keek even rond en keek naar haar een dokterskoffer die haar moeder haar had meegegeven. "Kan je die voor me pakken? Dan kan ik even de wond ontsmetten en verbinden" Ze keek naar Bellamy, Ze zag dat hij er ondanks de harde landing nog prima uitzag en verder geen verwondingen had. "Wil je ook meteen kijken of er buiten nog gewonden lopen, deze help ik ook meteen" Ze hield haar hoofd even vast en zuchtte diep. Deze kleine inspanning zorgde al voor barstende hoofdpijn maar ze moest en zou de anderen helpen, het was een soort van haar plicht. Ze had gewoon het gevoel alsof ze dit moest doen, uit haar moeders naam.