schreef:
Ze barstte in huilen uit. Op een of andere manier, wist ze, dat ze dit niet lang meer kon volhouden. De oorlog heeft haar al te veel pijn gedaan, ze was iedereen die ze kende kwijt geraakt. Het duurde een paar dagen voordat ze was gestopt met huilen. Eigenlijk zou ze nu moeten rouwen, maar door de oorlog heeft zij daar geen tijd voor. Andrew, hij was een aardige jongen. Zij vond hem oprecht heel aardig, hij had haar met veel dingen geholpen. In ieder geval hulp gekregen in overleden en zij hadden steun aan elkaar. Althans, zij wel van hem.
Zij keek hem in zijn blauwe ogen aan. 'Ik ben er klaar mee, Andrew. Ik trek dit niet meer. Dit leven wil ik ook niet meer, ik zou nu op school te horen zijn. Ik dacht serieus dat ik proefwerken altijd haatte, maar als ik eerlijk ben mis ik ze echt. Mijn familie, ik mis hun.' Zij keek naar beneden en liep richting het raam. Ze staarde de duisternis in. 'Ik wil op zoek naar dat iets waar iedereen het altijd over heeft. Een usb-stcik, was het? Ik wil het vinden en de wereld weer normaal maken. Dat ik ook werkelijk waar een plek mijn thuis kan noemen.'
Zij draaide zich om naar Andrew, 'Ik doe het zonder je en ik doe het met je. Kies maar. Alleen ik ben hier klaar mee, ik ben klaar met deze ruimte. Zonder computers, of mobiele telefoons. Zonder vrienden, zonder familie..' Toen stokte haar adem voor een seconde, meer woorden kreeg zij er niet meer uit. Niet na wat zij als laatste had gezegd. Zij keek om zich heen, haar ogen scande de ruimte waar zij in zaten. 'Als het moet, geef ik mijn leven voor die usb-stick. Ik ben liever van deze planeet af, dan dat ik er de rest van mijn leven op deze aardbol zo moet leven.' Zij liep naar andrew toe, 'Ik ga er hoe dan ook achteraan. Dus wat wordt het? Ben je in or out?'
Terwijl ze op antwoord wachtte, ging ze weer liggen op haar 'bed'. Dat waren alleen maar 2 kleine matrassen op de grond met een dun dekentje. Het scheelde dat het warm was en niet ijskoud. Ze ging met haar gezicht naar Andrew toe liggen, ze vroeg zich af of hij het aanbod zou aannemen of dat ze weer alleen zal zijn. De woorden van net deden haar nog veel te pijn, ze dacht weer aan haar familie. Hoe zij die was verloren, afgeslacht door een of andere gek. Zij kreeg meteen weer tranen in haar ogen. Elke avond als zij haar ogen dicht deed, zag zij de beelden weer in haar hoofd. Zij kon er niks aan doen, als zij hun ging helpen, dan was zij er nu ook niet meer geweest. Niet dat zij dat heel erg vond, alleen nu heeft een reden om te leven. Zij kan misschien de wereld redden van deze ondergang.