SeventhHeaven schreef:
Marten streek stiekem nog even met zijn vingertoppen over de kist. De sergeant zag het, zoals hij alles zag. Maar dit keer zei hij niets. Hij had Marten gezien op het slagveld, in een regen van kogels, gebogen over zijn kameraad. Het mocht niet baten. De sergeant schudde alleen even kort zijn hoofd, maar disciplineerde zijn soldaat niet, waar Marten dankbaar voor was. Marten schudde de handen van zijn oude buren, die zich rouwend om de kist hadden verzameld. De moeder gaf hij een kus op haar wang, de vader een losse, vriendschappelijke omhelzing. Collin had nog geen vrouw, hij was veel jonger. Woonde nog bij zijn ouders en was eigenlijk nog geen man. Op zijn drieëntwintigste moest hij sterven, met zijn hoofd in de bebloede schoot van zijn oude buurjongen. Klapperende houten geweertjes en een lege zwierende schommel. Harde knallen en explosies, in een weiland vol schreeuwende mannen. Marten slikte. Hij wist niet of hij de horrorbeelden van al die dode mannen nog kon vergeten. Hij wist niet of hij de losse ledematen, de kapotgeschoten hoofden en het eeuwige geluid van kogels en granaten nog los kon laten. Wat hij wel wist, was dat hij ieder moment terug gestuurd kon worden. Aan de dienstplicht ontkwam je niet. En zelfs al zag Marten de kans om weg te gaan bij het leger, de plicht en de trots voor het vaderland drukten als een gewicht op zijn schouders. Hij kon vrouwen en kinderen niet uit laten moorden omdat er geen soldaten waren in het volgende dorp dat bezet werd. "Voor vandaag zijn jullie ontslagen. Ik verwacht iedereen hier, morgenochtend om negen uur, in uniform. Onze broeders krijgen nog een waardig afscheid, daarna mogen jullie genieten van jullie tripje terug naar huis. Blijf in de regio, blijf oproepbaar," sprak de sergeant zijn soldaten toe. Marten wilde zuchten, maar hij merkte dat hij te snel en schokkerig bleef ademen. Houten geweren. Het geluid van een granaat. Hij liet zich op de grond vallen, met zijn handen op zijn achterhoofd, zoals altijd, wanneer er een bom in de buurt was. Maar dit keer was het geen bom. Het was de shock en de spanning die hij al die tijd op had moeten kroppen. Een paar vrouwen gilden om de plotselinge beweging naar de grond. Finn trok Marten bij zijn bovenarm omhoog. "Rustig man, we zijn thuis. Het is oké. Marten?" Marten keek wazig naar Finn. Hij knipperde even met zijn ogen. "Ja, ja het is oké. Mary. Waar is Mary?" Finn liet zijn bovenarm niet los, wat best zeer deed, en trok Marten mee naar de plek waar hij Leah had achtergelaten. Twee meter daar vanaf stond Mary met Marten's groene plunjezak. Finn liep naar Mary toe. "Het gaat niet helemaal lekker met 'm. Shock, denk ik. Gaat wel over als hij weer lekker in zijn stoel hangt, met zijn vrouwtje naast 'm. Toch Marten?" Een harde klap op zijn schouder. Marten lachte even wazig naar Finn. "Het gaat goed hoor. Het is oké. Ik ben oké." Uit de houten geweren kwamen kogels. Geluiden van ontploffende granaten, iedere keer dat de lege schommel naar achter zwiepte in de wind. Kleine Collin viel op de grond, in Marten's schoot. Om hun heen lag een grote plas bloed. Marten knipperde weer een paar keer met zijn ogen en wreef over zijn zere hoofd. "Zullen we gaan?" Hij tilde de tas op en pakte Mary's hand.